Verordening 1978/2689 - Opening, de verdeling en de wijze van beheer van een gemeenschappelijk tariefcontingent voor vioolhars, harspek daaronder begrepen, van onderverdeling 38.08 A van het gemeenschappelijk douanetarief (1979)

Inhoudsopgave

  1. Wettekst
  2. 31978R2689

1.

Wettekst

Avis juridique important

|

2.

31978R2689

Verordening (EEG) nr. 2689/78 van de Raad van 16 november 1978 betreffende de opening, de verdeling en de wijze van beheer van een communautair tariefcontingent voor vioolhars, harspek daaronder begrepen, van onderverdeling 38.08 A van het gemeenschappelijk douanetarief (1979)

Publicatieblad Nr. L 324 van 18/11/1978 blz. 0001 - 0002

++++

VERORDENING ( EEG ) Nr . 2689/78 VAN DE RAAD

van 16 november 1978

betreffende de opening , de verdeling en de wijze van beheer van een communautair tariefcontingent voor vioolhars , harspek daaronder begrepen , van onderverdeling 38.08 A van het gemeenschappelijk douanetarief ( 1979 )

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN ,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap , inzonderheid op artikel 28 ,

Gezien de ontwerp-verordening ingediend door de Commissie ,

Overwegende dat de produktie van vioolhars van onderverdeling 38.08 A van het gemeenschappelijk douanetarief in de Gemeenschap momenteel onvoldoende is om in de behoeften van de verwerkende industrieën van de Gemeenschap te kunnen voorzien ; dat daaruit volgt dat de voorziening van de Gemeenschap met de betrokken produkten momenteel voor een niet gering gedeelte afhankelijk is van invoer uit derde landen ;

Overwegende dat de Gemeenschap uit hoofde van het Besluit van de Associatieraad nr . 1/75 met betrekking tot de toepassing van hetgeen is bepaald in paragraaf 3 van Protocol nr . 10 van de Overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Economische Gemeenschap en Griekenland , autonome tariefcontingenten kan openen voor vioolhars , voor zover deze jaarlijks voor de gehele Gemeenschap niet meer bedragen dan 25 % van de omvang van de invoer der Gemeenschap , gedurende het laatste jaar waarover statistieken beschikbaar zijn , uit derde landen , die met de Gemeenschap geassocieerd zijn noch met haar verbonden door een preferentiële overeenkomst ; dat voornoemd besluit tot en met 31 december 1978 van toepassing is ; dat onverwijld dient te worden voorzien in de meest dringende behoeften van de Gemeenschap aan de betrokken produkten , en dit tegen de meest gunstige voorwaarden ; dat het derhalve passend is een communautair tariefcontingent vrij van rechten te openen met een volume binnen de bovenvermelde grenzen , onverminderd de maatregelen die eventueel dienen te worden genomen naar aanleiding van beslissingen in het kader van de associatie tussen de Gemeenschap en Griekenland ;

Overwegende dat in 1977 de invoer van vioolhars van herkomst uit derde landen die niet geassocieerd noch verbonden zijn met de Gemeenschap door een preferentiële overeenkomst als volgt is vastgesteld :

  • in tonnen *

Benelux * 11 554 *

Denemarken * 155 *

Duitsland * 25 276 *

Frankrijk * 3 937 *

Ierland * 3 020 *

Italië * 2 262 *

Verenigd Koninkrijk * 16 302 *

Totaal * 62 506 ; *

dat 25 % van dit totaal 15 627 ton bedraagt ;

Overwegende dat , aangezien het hier gaat om een contingent van geringe omvang ten opzichte van de eigen behoeften van de Gemeenschap , dient te worden voorzien in een regeling voor het beheer van het tariefcontingent die is gebaseerd op een enkele verdeling over de Lid-Staten , zonder evenwel afbreuk te doen aan het communautaire karakter ervan ; dat deze verdeling kan plaatsvinden volgens dezelfde wijze van berekening als die welke wordt gebruikt voor de vaststelling van de totale omvang van het contingent om te komen tot 25 % van de omvang van de invoer van elke Lid-Staat uit dezelfde derde landen ; dat de aldus berekende verdeling de in artikel 2 vermelde cijfers oplevert ;

Overwegende dat , aangezien het Koninkrijk België , het Koninkrijk der Nederlanden en het Groothertogdom Luxemburg verenigd zijn in en vertegenwoordigd worden door de Benelux Economische Unie , elke handeling met betrekking tot het beheer van de aan genoemde Economische Unie toegewezen quota kan worden verricht door één van haar leden ,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD :

Artikel 1

Van 1 januari tot en met 31 december 1979 wordt het recht van het gemeenschappelijk douanetarief voor vioolhars , harspek daaronder begrepen , van onderverdeling 38.08 A geheel geschorst binnen de grenzen van een communautair tariefcontingent van 15 627 ton .

Artikel 2

Het in artikel 1 genoemde communautaire tariefcontingent wordt als volgt over de Lid-Staten verdeeld :

  • in tonnen *

Benelux * 2 889 *

Denemarken * 39 *

Duitsland * 6 319 *

Frankrijk * 984 *

Ierland * 755 *

Italië * 565 *

Verenigd Koninkrijk * 4 076 . *

Artikel 3

1 . De Lid-Staten nemen alle dienstige maatregelen om aan de op hun grondgebied gevestigde importeurs van het betrokken produkt vrije toegang tot de hun toegekende quota te waarborgen .

2 . De benuttingsgraad van het quotum van de Lid-Staten wordt vastgesteld op grond van de ingevoerde hoeveelheden van het betrokken produkt , die bij de douane ten invoer tot verbruik worden aangegeven .

Artikel 4

De Lid-Staten stellen de Commissie op haar verzoek op de hoogte van de invoer die daadwerkelijk op hun quotum is afgeboekt .

Artikel 5

De Lid-Staten en de Commissie werken nauw samen om te bereiken dat het bepaalde in deze verordening wordt nagekomen .

Artikel 6

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 1979 .

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat .

Gedaan te Brussel , 16 november 1978 .

Voor de Raad

De Voorzitter

A . HUBER

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.