Besluit 1979/505 - Sluiting van het protocol bij de Overeenkomst inzake de invoer van voorwerpen van opvoedkundige, wetenschappelijke of culturele aard

Inhoudsopgave

  1. Wettekst
  2. 31979D0505

1.

Wettekst

Avis juridique important

|

2.

31979D0505

79/505/EEG: Besluit van de Raad van 8 mei 1979 betreffende de sluiting van het protocol bij de Overeenkomst inzake de invoer van voorwerpen van opvoedkundige, wetenschappelijke of culturele aard

Publicatieblad Nr. L 134 van 31/05/1979 blz. 0013 - 0013

Bijzondere uitgave in het Grieks: Hoofdstuk 16 Deel 1 blz. 0040

Bijzondere uitgave in het Spaans: Hoofdstuk 02 Deel 6 blz. 0010

Bijzondere uitgave in het Portugees: Hoofdstuk 02 Deel 6 blz. 0010

++++

BESLUIT VAN DE RAAD

van 8 mei 1979

betreffende de sluiting van het protocol bij de Overeenkomst inzake de invoer van voorwerpen van opvoedkundige , wetenschappelijke of culturele aard

( 79/505/EEG )

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN ,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap ,

Gezien de aanbeveling van de Commissie ,

Overwegende dat de zogenaamde Overeenkomst van Florence inzake de invoer van voorwerpen van opvoedkundige , wetenschappelijke of culturele aard , welke op initiatief van de UNESCO werd uitgewerkt , ten doel heeft het vrije verkeer van boeken , publikaties en voorwerpen van opvoedkundige , wetenschappelijke of culturele aard te bevorderen , dat met het oog hierop in deze Overeenkomst onder meer is bepaald dat op de invoer van deze artikelen geen douanerechten zullen worden geheven ;

Overwegende dat op de 19e Algemene Conferentie van de UNESCO op 26 november 1976 een protocol is goedgekeurd bij deze Overeenkomst van Florence ten einde deze vrijstelling van douanerechten uit te breiden tot een aantal voorwerpen die daar tot dan toe van waren uitgesloten ; dat dit protocol weliswaar een aanvullend besluit bij de Overeenkomst is , doch als een duidelijk daarvan verschillend instrument moet worden beschouwd ;

Overwegende dat , onder het voorbehoud dat gebruik wordt gemaakt van de in paragraaf 16 a ) geboden mogelijkheden , de bepalingen van het protocol in overeenstemming zijn met de doeleinden van de Europese Economische Gemeenschap ; dat het daarom wenselijk is dat de sluiting van dit protocol vergezeld gaat van de in die paragraaf 16 a ) opgenomen verklaringen ,

BESLUIT :

Artikel 1

1 . Het protocol van 26 november 1976 bij de Overeenkomst inzake de invoer van voorwerpen van opvoedkundige , wetenschappelijke of culturele aard , wordt namens de Europese Economische Gemeenschap goedgekeurd .

De tekst van het protocol is aan dit besluit gehecht .

2 . Bij ondertekening van het protocol , zal verklaard worden dat de Gemeenschap

  • niet zal zijn gebonden door de delen II en IV ;
  • niet zal zijn gebonden door bijlage C 1 , bijlage F , bijlage G en bijlage H .

Artikel 2

De Voorzitter van de Raad is gemachtigd de persoon aan te wijzen die bevoegd is het protocol te ondertekenen ten einde daardoor de Gemeenschap te binden .

Artikel 3

De Voorzitter van de Raad verricht de in paragraaf 14 c ) van het protocol voorgeschreven nederlegging van de akte van aanvaarding .

Gedaan te Brussel , 8 mei 1979 .

Voor de Raad

De Voorzitter

P . BERNARD-REYMOND

BIJLAGE

PROTOCOL BIJ DE OVEREENKOMST INZAKE DE INVOER VAN VOORWERPEN VAN OPVOEDKUNDIGE , WETENSCHAPPELIJKE OF CULTURELE AARD ( 1 )

DE STATEN DIE PARTIJ ZIJN bij de Overeenkomst inzake de invoer van voorwerpen van opvoedkundige , wetenschappelijke of culturele aard die door de Algemene Conferentie van de Organisatie van de Verenigde Naties voor onderwijs , wetenschap en cultuur is aangenomen op haar vijfde zitting , gehouden in 1950 te Florence ,

ONDER BEVESTIGING van de beginselen waarop deze Overeenkomst , hierna de " Overeenkomst " te noemen , is gegrond ;

OVERWEGENDE dat deze Overeenkomst een doeltreffend instrument is gebleken voor de opheffing van tarifaire belemmeringen en voor de vermindering van andere economische beperkingen die de uitwisseling van denkbeelden en kennis in de weg staan ;

OVERWEGENDE evenwel dat de methoden voor de overdracht van gegevens en kennis , het hoofddoel van de Overeenkomst , in de kwart eeuw na de aanneming van de Overeenkomst ingevolge de technische vooruitgang zijn gewijzigd ;

OVERWEGENDE dat bovendien de ontwikkeling die zich in deze periode op het gebied van de internationale handel heeft voorgedaan , over het algemeen tot een grotere liberalisatie van het handelsverkeer heeft geleid ;

OVERWEGENDE dat de internationale situatie zich sinds de aanneming van de Overeenkomst grondig heeft gewijzigd door de ontwikkeling van de internationale gemeenschap , met name omdat talrijke staten onafhankelijk zijn geworden ;

OVERWEGENDE dat rekening dient te worden gehouden met de behoeften en wensen van de ontwikkelingslanden , opdat zij gemakkelijker en op minder kostbare wijze toegang tot onderwijs , wetenschap technologie en cultuur kunnen krijgen ;

VERWIJZENDE naar de bepalingen van de Overeenkomst inzake de middelen om de onrechtmatige invoer , uitvoer of eigendomsoverdracht van culturele goederen te verbieden en te verhinderen , die in 1970 door de Algemene Conferentie van de UNESCO is aangenomen , en naar de bepalingen van de Overeenkomst inzake de bescherming van het culturele en natuurlijk erfgoed van de wereld , die in 1972 door deze Algemene Conferentie is aangenomen ;

VERWIJZENDE voorts naar de onder auspiciën van de Raad voor douanesamenwerking , met behulp van de Organisatie van de Verenigde Naties voor onderwijs , wetenschap en cultuur , gesloten douaneovereenkomsten op het gebied van de tijdelijke invoer van voorwerpen van opvoedkundige , wetenschappelijke of culturele aard ;

OVERWEGENDE dat nieuwe bepalingen dienen te worden opgesteld en dat deze bepalingen nog beter moeten bijdragen tot de ontwikkeling van onderwijs , wetenschap en cultuur , die de werkelijke basis voor economische en sociale vooruitgang vormen ;

GEZIEN de door de Algemene Conferentie van de UNESCO tijdens haar achttiende zitting aangenomen resolutie 4.112 ,

HEBBEN OVER DE VOLGENDE BEPALINGEN OVEREENSTEMMING BEREIKT :

I

1 . De overeenkomstsluitende Staten verbinden zich ertoe de vrijstelling van de douanerechten en andere invoerheffingen of heffingen in verband met de invoer als bedoeld in artikel 1 , lid 1 , van de Overeenkomst , uit te breiden tot de voorwerpen bedoeld in de bijlagen A , B , D en E , alsmede - indien de volgende bijlagen niet het voorwerp uitmaken van een verklaring overeenkomstig paragraaf 16 a ) - tot de voorwerpen bedoeld in de bijlagen C 1 , F , G en H van dit protocol , wanneer genoemde voorwerpen voldoen aan de in die bijlagen vastgestelde voorwaarden en het produkten zijn van een andere overeenkomstsluitende Staat .

2 . Het bepaalde in paragraaf 1 van dit protocol zal geen enkele overeenkomstsluitende Staat beletten op de ingevoerde voorwerpen te heffen :

a ) binnenlandse belastingen of andere binnenlandse heffingen van welke aard ook , geheven bij of na invoer , op voorwaarde dat zij niet uitgaan boven hetgeen direct of indirect op soortgelijke nationale produkten wordt geheven ;

b ) leges en heffingen , andere dan douanerechten , die door regerings - of overheidsinstanties bij invoer of in verband met de invoer worden geheven , mits zij beperkt blijven tot de geschatte kosten van de bewezen diensten en geen verkapte bescherming van nationale produkten of fiscale invoerrechten zijn .

II

3 . In afwijking van paragraaf 2 a ) van dit protocol verbinden de overeenkomstsluitende Staten zich ertoe om op de hierna volgende voorwerpen , bij invoer of later , geen binnenlandse belastingen of andere binnenlandse heffingen van welke aard ook , toe te passen :

a ) boeken en publikaties bestemd voor de in paragraaf 5 van dit protocol bedoelde bibliotheken ;

b ) in het land van oorsprong gepubliceerde officiële , parlementaire en bestuursrechtelijke documenten ;

c ) boeken en publikaties van de Organisatie van de Verenigde Naties en haar gespecialiseerde organisaties ;

d ) door de Organisatie van de Verenigde Naties voor onderwijs , wetenschap en cultuur ontvangen boeken en publikaties die door haar of onder haar toezicht gratis worden verspreid , zonder in de verkoop te kunnen worden gebracht ;

e ) gratis verzonden en verspreide publikaties ter aanmoediging van het vreemdelingenverkeer buiten het land van invoer ;

f ) voorwerpen bestemd voor blinden en andere lichamelijk of geestelijk gehandicapten ;

i ) alle soorten boeken , publikaties en documenten , in reliëfdruk , voor blinden ;

ii ) andere voorwerpen , speciaal ontworpen voor het onderwijs aan en de wetenschappelijke en culturele ontwikkeling van blinden en andere lichamelijk of geestelijk gehandicapten , rechtstreeks ingevoerd door instellingen of organisaties voor onderwijs aan en begeleiding van deze personen , die toestemming van de bevoegde autoriteiten van het land van invoer hebben om deze voorwerpen vrij van rechten in te voeren .

III

4 . De overeenkomstsluitende Staten verbinden zich ertoe om op de in de bijlagen van dit protocol bedoelde voorwerpen en materialen geen douanerechten , uitvoerheffingen of heffingen in verband met de uitvoer noch andere binnenlandse heffingen van welke aard ook , toe te passen wanneer deze voorwerpen bestemd zijn om naar andere overeenkomstsluitende Staten uitgevoerd te worden .

IV

5 . De overeenkomstsluitende Staten verbinden zich ertoe de nodige deviezen en/of vergunningen , bedoeld in artikel II , lid 1 , van de Overeenkomst , ook te verlenen voor de invoer van de volgende voorwerpen :

a ) boeken en publikaties bestemd voor bibliotheken van openbaar nut , met name :

i ) nationale bibliotheken en andere belangrijke bibliotheken voor onderzoek ;

ii ) algemene en gespecialiseerde universiteitsbibliotheken , met inbegrip van bibliotheken van universiteiten , bibliotheken van universitaire colleges , bibliotheken van instituten en universiteitsbibliotheken die voor publiek toegankelijk zijn ;

iii ) openbare bibliotheken ;

iv ) schoolbibliotheken ;

v ) gespecialiseerde bibliotheken ten dienste van een groep van lezers die een eenheid vormen waarvan de belangstelling uitgaat naar een bepaalde aparte groep onderwerpen , zoals de bibliotheken van een regeringsdienst , de bibliotheken van een overheidsadministratie , de bibliotheken van ondernemingen en de bibliotheken van beroepsorganisaties ;

vi ) bibliotheken voor gehandicapten en voor personen die zich niet kunnen verplaatsen , zoals bibliotheken voor blinden , bibliotheken van ziekenhuizen en gevangenisbibliotheken ;

vii ) muziekbibliotheken met inbegrip van discotheken ;

b ) boeken die aan instellingen voor hoger onderwijs als handboeken worden gebruikt of als zodanig worden aanbevolen en door deze instellingen worden ingevoerd ;

c ) boeken in vreemde talen , met uitzondering van boeken in de voornaamste autochtone taal of talen van het land van invoer ;

d ) films , diapositieven , videobanden en geluidsbanden van opvoedkundige , wetenschappelijke of culturele aard , ingevoerd door organisaties die toestemming hebben van de bevoegde autoriteiten van het land van invoer om deze voorwerpen vrij van rechten in te voeren .

V

6 . De overeenkomstsluitende Staten verbinden zich ertoe de verlening van de in artikel III van de Overeenkomst bedoelde faciliteiten uit te breiden tot materiaal en goederen die uitsluitend worden ingevoerd om te worden tentoongesteld op een openbare tentoonstelling van voorwerpen van opvoedkundige , wetenschappelijke of culturele aard , waarvoor de bevoegde autoriteiten van het land van invoer toestemming hebben verleend , en die bestemd zijn om later weer te worden uitgevoerd .

7 . Geen enkele bepaling van de vorige paragraaf zal de autoriteiten van het land van invoer beletten de nodige maatregelen te treffen om te verzekeren dat het betrokken materiaal en de betrokken goederen inderdaad weer worden uitgevoerd bij beëindiging van de tentoonstelling .

VI

8 . De overeenkomstsluitende Staten verbinden zich ertoe om :

a ) de bepalingen van artikel IV van de Overeenkomst uit te breiden tot de invoer van de in dit protocol vermelde voorwerpen ;

b ) door passende maatregelen een stimulans te geven voor de circulatie en verspreiding van voorwerpen en materiaal van opvoedkundige , wetenschappelijke en culturele aard , vervaardigd in de ontwikkelingslanden .

VII

9 . Geen enkele bepaling van dit protocol maakt inbreuk op het recht van de overeenkomstsluitende Staten om krachtens hun nationale wetgeving maatregelen te treffen om de invoer of de circulatie na invoer van bepaalde voorwerpen te verbieden of te beperken , wanneer deze maatregelen gegrond zijn op redenen die rechtstreeks verband houden met de nationale veiligheid , de goede zeden of de openbare orde van de overeenkomstsluitende Staat .

10 . Niettegenstaande alle andere bepalingen van dit protocol kan een ontwikkelingsland dat als zodanig wordt gedefinieerd volgens hetgeen gebruik is in de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties en dat partij is bij dit protocol , de uit dit protocol voortvloeiende verplichtingen ten aanzien van de invoer van alle voorwerpen of materialen schorsen of beperken , indien deze invoer ernstig nadeel veroorzaakt of dreigt te veroorzaken voor de opkomende inheemse industrie van dit ontwikkelingsland . Het betrokken land past deze maatregel op niet-discriminerende wijze toe . Het stelt de Directeur-generaal van de Organisatie van de Verenigde Naties voor onderwijs , wetenschap en cultuur in kennis van dergelijke maatregelen , zo mogelijk voor de inwerkingtreding ervan ; de Directeur-generaal van de Organisatie van de Verenigde Naties voor onderwijs , wetenschap en cultuur stelt alle partijen bij het protocol hiervan op de hoogte .

11 . Dit protocol maakt geen inbreuk op , en brengt geen wijziging in wetten en verordeningen van een overeenkomstsluitende Staat of in verdragen , overeenkomsten of proclamaties die een overeenkomstsluitende Staat heeft ondertekend met betrekking tot de bescherming van het auteursrecht of de industriële eigendom , met inbegrip van octrooien en fabrieksmerken .

12 . De overeenkomstsluitende Staten verbinden zich ertoe om over te gaan tot onderhandelingen of verzoeningsprocedures om geschillen ter zake van de interpretatie of toepassing van dit protocol te regelen , onverminderd de bepalingen van vroegere verdragen waaraan zij onderworpen zouden kunnen zijn met betrekking tot de oplossing van geschillen welke tussen hen zouden kunnen rijzen .

13 . Bij een geschil tussen de overeenkomstsluitende Staten over de opvoedkundige , wetenschappelijke of culturele aard van een ingevoerd voorwerp kunnen de betrokken partijen de Directeur-generaal van de Organisatie van de Verenigde Naties voor onderwijs , wetenschap en cultuur in gemeenschappelijk overleg om advies vragen .

VIII

14 .

a ) Dit protocol , waarvan de Engelse en Franse tekst gelijkelijk authentiek zijn , is op heden gedateerd en staat open ter ondertekening door alle Staten die partij zijn bij de Overeenkomst , alsmede door douane - of economische unies , onder voorbehoud dat alle daarbij aangesloten Lid-Staten eveneens partij zijn bij dit protocol .

De in dit protocol of in het in paragraaf 18 beoogde protocol gebruikte woorden " staat " of " land " , worden , naargelang de context , geacht eveneens betrekking te hebben op douane - of economische unies en , in alle sectoren die wat het toepassingsgebied van dit protocol betreft onder de bevoegdheid van deze unies ressorteren , op het gezamenlijke grondgebied van de Lid-Staten die deze unies vormen , en niet op het grondgebied van elk dezer Staten .

Wanneer deze douane - of economische unies partij bij dit protocol worden , passen zij eveneens de bepalingen van de Overeenkomst toe , op dezelfde basis als die welke in de vorige alinea voor het protocol is vastgesteld .

b ) Dit protocol zal aan de ondertekenende Staten ter bekrachtiging of aanvaarding worden voorgelegd overeenkomstig hun grondwettelijke voorschriften .

c ) De instrumenten van bekrachtiging of aanvaarding zullen worden neergelegd bij de Secretaris-generaal van de Organisatie van de Verenigde Naties .

15 .

a ) De in paragraaf 14 a ) bedoelde Staten die dit protocol niet hebben ondertekend , kunnen tot dit protocol toetreden .

b ) De toetreding vindt plaats door bij de Secretaris-generaal van de Organisatie van de Verenigde Naties een formeel instrument neer te leggen .

16 .

a ) De in paragraaf 14 a ) van dit protocol bedoelde Staten kunnen op het moment van ondertekening , bekrachtiging , aanvaarding of toetreding , verklaren dat zij niet zijn gebonden door deel II , deel IV , bijlage C 1 , bijlage F , bijlage G en bijlage H , of door een van deze delen of bijlagen . Zij kunnen eveneens verklaren dat zij door bijlage C 1 slechts zijn gebonden ten aanzien van de overeenkomstsluitende landen die deze bijlage zelf hebben aanvaard .

b ) Elke overeenkomstsluitende Staat die een dergelijke verklaring heeft afgelegd kan deze op ieder moment weer gehee * of gedeeltelijk intrekken door een kennisgeving aan de Secretaris-generaal van de Organisatie van de Verenigde Naties , onder vermelding van de datum waarop deze intrekking van kracht wordt .

c ) De Staten die overeenkomstig alinea a ) van deze paragraaf hebben verklaard dat zij niet door bijlage C 1 gebonden zijn , zullen dwingend gebonden zijn door bijlage C 2 . Zij die hebben verklaard dat zij door bijlage C 1 slechts gebonden zijn ten aanzien van de overeenkomstsluitende Staten die deze bijlage zelf hebben aanvaard , zullen door bijlage C 2 dwingend gebonden zijn ten aanzien van de overeenkomstsluitende Staten die bijlage C 1 niet hebben aanvaard .

17 .

a ) Dit protocol treedt in werking zes maanden na de dag waarop het vijfde instrument van bekrachtiging , aanvaarding of toetreding bij de Secretaris-generaal van de Verenigde Naties is neergelegd .

b ) Voor elke andere Staat treedt het in werking zes maanden na de datum van nederlegging van zijn instrument van bekrachtiging , aanvaarding of toetreding .

c ) Ten hoogste één maand na het verstrijken van de in de alinea's a ) en b ) van deze paragraaf vermelde termijnen brengen de Staten die partij zijn bij dit protocol , aan de Organisatie van de Verenigde Naties voor onderwijs , wetenschap en cultuur verslag uit over de maatregelen die zij hebben getroffen voor een doeltreffende werking van dit protocol .

d ) De Organisatie van de Verenigde Naties voor onderwijs , wetenschap en cultuur doet dit verslag toekomen aan alle Staten die partij zijn bij dit protocol .

18 . Het aan de Overeenkomst gehechte protocol dat , zoals bepaald in artikel XVII van genoemde Overeenkomst , een integrerend deel daarvan uitmaakt , vormt ook een integrerend deel van dit protocol en is van toepassing op de verplichtingen die eruit voortvloeien alsmede op de produkten die erin worden vermeld .

19 .

a ) Twee jaar na de inwerkingtreding van dit protocol kan elke overeenkomstsluitende Staat dit protocol opzeggen door nederlegging van een schriftelijk instrument bij de Secretaris-generaal van de Organisatie van de Verenigde Naties .

b ) De opzegging wordt een jaar na ontvangst van het instrument van opzegging van kracht .

c ) Opzegging van de Overeenkomst overeenkomstig artikel XIV houdt tevens opzegging van dit protocol in .

20 . De Secretaris-generaal van de Organisatie van de Verenigde Naties stelt de in paragraaf 14 a ) bedoelde landen , alsmede de Organisatie van de Verenigde Naties voor onderwijs , wetenschap en cultuur in kennis van de nederlegging van alle instrumenten van bekrachtiging , aanvaarding of toetreding vermeld in de paragrafen 14 en 15 , van de krachtens paragraaf 16 gedane of ingetrokken verklaringen , de data van inwerkingtreding van dit protocol overeenkomstig de paragrafen 17 a ) en 17 b ) , alsmede van de in paragraaf 19 bedoelde opzeggingen .

21 .

a ) Dit protocol kan worden herzien door de Algemene Conferentie van de Organisatie van de Verenigde Naties voor onderwijs , wetenschap en cultuur . De herziening zal echter slechts bindend zijn voor de Staten die partij worden bij het herziene protocol .

b ) Indien de Algemene Conferentie een nieuw protocol aanneemt dat een gehele of gedeeltelijke herziening van dit protocol inhoudt , dan staat het onderhavige protocol , tenzij het nieuwe protocol anders bepaalt , niet meer open ter ondertekening , bekrachtiging , aanvaarding of toetreding , met ingang van de datum van de inwerkingtreding van het nieuwe herziene protocol .

22 . Dit protocol laat de Overeenkomst onverlet .

23 . De bijlagen A , B , C 1 , C 2 , D , E , F , G en H maken een integrerend deel uit van dit protocol .

24 . Overeenkomstig artikel 102 van het Handvest van de Verenigde Naties zal dit protocol op de datum van de inwerkingtreding door de Secretaris-generaal van de Organisatie van de Verenigde Naties worden geregistreerd .

Ten blijke waarvan de ondergetekenden , naar behoren gevolmachtigd , dit protocol hebben ondertekend uit naam van hun onderscheidene Regeringen .

( 1 ) Dit protocol is op 26 november 1976 tijdens de 34e plenaire zitting aangenomen op grond van het rapport van de Commissie van programma II .

BIJLAGE A

Boeken , publikaties en documenten

i ) Gedrukte boeken , ongeacht de taal waarin zij zijn gedrukt of het aantal illustraties dat zij bevatten , met inbegrip van :

a ) luxe-uitgaven ;

b ) boeken gedrukt in het buitenland , naar het manuscript van een auteur die in het invoerende land woonachtig is ;

c ) teken - of kleurboeken voor kinderen ;

d ) oefenboeken ( oefenschriften ) voor scholieren , welke behalve een gedrukte test blancoruimte bevatten die moet worden ingevuld ;

e ) verzamelingen kruiswoordraadsels die een gedrukte tekst bevatten ;

f ) afzonderlijke illustraties en gedrukte bladzijden in de vorm van afzonderlijke of gebrocheerde bladen , en drukproeven op papier of op film , bestemd voor de vervaardiging van boeken .

ii ) Gedrukte documenten of rapporten die niet voor handelsdoeleinden zijn bestemd ;

iii ) Microreprodukties van de voorwerpen die in de punten i ) en ii ) van deze bijlage worden genoemd , alsmede microreprodukties van de voorwerpen als bedoeld in de punten i ) tot en met vi ) van bijlage A van de Overeenkomst ;

iv ) Catalogi van films , van opnamen van alle andere soorten visueel en auditief materiaal van opvoedkundige , wetenschappelijke of culturele aard ;

v ) Kaarten op wetenschappelijke gebieden zoals geologie , zoologie , botanica , delfstofkunde , paleontologie , archeologie , etnologie , meteorologie , klimatologie en geofysica , alsmede meteorologische en geofysische diagrammen ;

vi ) Plannen en tekeningen inzake architectuur of van industriële of technische aard , en reprodukties daarvan ;

vii ) Reclamemateriaal met bibliografische gegevens om gratis te worden verstrekt .

BIJLAGE B

Kunstwerken en voorwerpen welke deel uitmaken van verzamelingen van opvoedkundige , wetenschappelijke of culturele aard

i ) Schilderijen en tekeningen , ongeacht de aard van het materiaal waarop zij geheel met de hand zijn vervaardigd , met de hand vervaardigde kopieën daaronder begrepen , met uitzondering van met de hand versierde voorwerpen .

ii ) Originele kunstwerken van keramische stof en van in hout ingelegd mozaïek .

iii ) Voorwerpen voor verzamelingen en kunstvoorwerpen bestemd voor musea , kunstgalerijen en andere instellingen die van de bevoegde autoriteiten van het invoerende land toestemming hebben om deze voorwerpen vrij van rechten in te voeren , op voorwaarde dat zij niet worden verkocht .

BIJLAGE C 1

Visueel en auditief materiaal

i ) Films ( 1 ) , filmstrips , microreprodukties en diapositieven .

ii ) Geluidsopnamen .

iii ) Modellen , maquettes en wandplaten van opvoedkundige , wetenschappelijke en culturele aard met uitzondering van speelgoedmaquettes .

iv ) Ander visueel en auditief materiaal , zoals :

a ) videobanden , kinescoopfilms , videoplaten , videogrammen en andere vormen van geluids - en beeldopnamen ;

b ) microkaarten , microsteekkaarten en magnetische of andere dragers die gebruikt worden door voorlichtings - en documentatiediensten die gebruik maken van een computer ;

c ) geprogrammeerd onderwijsmateriaal , ook in sets , vergezeld van het overeenkomstige gedrukte materiaal , materiaal in de vorm van videocassettes en audiocassettes daaronder begrepen ;

d ) transparanten , waaronder die bestemd voor rechtstreekse projectie of het aflezen van optische toestellen ;

e ) hologrammen voor projectie met laserstraal ;

f ) verkleinde visuele maquettes of modellen van abstracte vormen , zoals molecuulstructuren of wiskundige formules ;

g ) multimediaseries ;

h ) toeristisch reclamemateriaal , waaronder begrepen uitgaven van particuliere ondernemingen die beogen het retzen buiten het land van invoer te stimuleren .

( De in deze bijlage C 1 bedoelde vrijstellingen zijn niet van toepassing op de volgende voorwerpen :

a ) schone dragers voor microteprodukties en schone dragers voor beeld - en geluidsopnamen , alsmede de speciale verpakking daarvan , zoals cassettes , cartouches , spoelen ;

b ) beeld - en geluidsopnamen , met uitzondering van toeristisch reclamemateriaal als bedoeld in punt iv ) , sub h ) , dat door of voor rekening van een particuliere handelsonderneming hoofdzakelijk voor commerciële reclamedoeleinden is vervaardigd ;

c ) beeld - en geluidsopnamen waarbij meer dan 25 % van de tijd in beslag wordt genomen door reclame . Voor toeristisch reclamemateriaal als bedoeld in punt iv ) , sub h ) , heeft dit percentage alleen betrekking op particuliere handelsreclame . )

BIJLAGE C 2

Visueel en auditief materiaal van opvoedkundige , wetenschappelijke of culturele aard

Onder voorwaarde dat het wordt ingevoerd door organisaties ( waaronder radio - en televisieomroeporganen , indien het land van invoer zulks wenst ) of door andere openbare of particuliere instellingen of verenigingen die toestemming hebben van de bevoegde autoriteiten van het invoerende land om het vrij van rechten in te voeren , of indien het vervaardigd is door de Organisatie van de Verenigde Naties of een van haar gespecialiseerde organisaties , visueel en auditief materiaal van opvoedkundige , wetenschappelijke of culturele aard , zoals :

i ) films , filmstrips , microfilms en diapositieven ;

ii ) filmjournaals ( al dan niet met geluid ) die gebeurtenissen vertonen welke op het moment van invoer actueel zijn en die worden ingevoerd voor reproduktie hetzij in de vorm van belichte en ontwikkelde negatieven , hetzij in de vorm van belichte en ontwikkelde positieven , waarbij de vrijstelling beperkt kan worden tot twee copieën per onderwerp ;

iii ) archieffilm ( al dan niet met geluid ) bestemd om aan de nieuwsfilms te worden toegevoegd ;

iv ) ontspanningsfilms die vooral voor kinderen en jongeren geschikt zijn ;

v ) geluidsopnamen ;

vi ) videobanden , kinescoopfilms , videoplaten , videogrammen en andere vormen van geluids - en beeldopnamen ;

vii ) microkaarten , microsteekkaarten en magnetische of andere dragers die gebruikt worden door voorlichtings - en documentatiediensten die gebruik maken van een computer ;

viii ) geprogrammeerd onderwijsmateriaal , ook in sets , vergezeld van het overeenkomstige gedrukte materiaal , materiaal in de vorm van videocassettes en audiocassettes daaronder begrepen ;

ix ) transparanten , waaronder die bestemd voor rechtstreekse projectie of het aflezen met optische toestellen ;

x ) hologrammen voor projectie met laserstraal ;

xi ) verkleinde visuele maquettes of modellen van abstracte vormen zoals molecuulstructuren of wiskundige formules ;

xii ) multimediaseries .

( 1 ) De invoer met vrijstelling van rechten van belichte en ontwikkelde cinematografische films voor openbare vertorung of commerciële verkoup kan beperkt worden tot de negatieven , met dien verstande dat deze beperking met van toepassing is op films ( waaronder nieuwsfilms die volgens de bepalingen van bijlage C 2 van dit protocol vrij van rechten mogen worden ingevoerd .

BIJLAGE D

Wetenschappelijke instrumenten en apparaten

i ) Wetenschappelijke instrumenten en apparaten , op voorwaarde :

a ) dat zij bestemd zijn voor openbare of particuliere wetenschappelijke instellingen of onderwijsinstellingen die toestemming hebben van de bevoegde autoriteiten van het invoerende land om deze voorwerpen vrij van rechten in te voeren en dat zij onder controle en verantwoordelijkheid van deze instellingen voor niet-commerciële doeleinden worden gebruikt ;

b ) dat er momenteel geen instrumenten of apparaten van gelijke wetenschappelijke waarde in het invoerende land worden vervaardigd ;

ii ) Reserve-onderdelen , onderdelen of toebehoren specifiek bestemd voor de wetenschappelijke instrumenten of toestellen , voor zover deze reserve-onderdelen , onderdelen of toebehoren tegelijk met deze instrumenten of apparaten worden ingevoerd of , indien zij later worden ingevoerd , herkenbaar zijn als bestemd voor instrumenten of apparaten die eerder met vrijstelling van rechten of voor vrijstelling van rechten in aanmerking komend zijn toegelaten .

iii ) Gereedschap dat gebruikt wordt voor het onderhoud , de controle , het kalibreren of het herstel van wetenschappelijke instrumenten , op voorwaarde dat dit gereedschap tegelijk wordt ingevoerd met deze instrumenten en apparaten of , indien het later wordt ingevoerd , herkenbaar is als bestemd voor instrumenten of apparaten die eerder met vrijstelling van rechten of voor vrijstelling van rechten in aanmerking komend zijn toegelaten en verder voor zover geen gereedschap van gelijke wetenschappelijke waarde in het invoerende land wordt vervaardigd .

BIJLAGE E

Voorwerpen voor blinden en andere gehandicapten

i ) Alle voorwerpen die speciaal zijn ontworpen voor de ontwikkeling van blinden op het gebied van onderwijs , wetenschap en cultuur en rechtstreeks worden ingevoerd door instellingen of organisaties voor onderwijs aan of begeleiding van blinden , welke van de bevoegde autoriteiten van het invoerende land toestemming hebben om bedoelde voorwerpen vrij van rechten in te voeren , waaronder :

a ) gesproken boeken ( platen , cassettes of andere geluidsreprodukties ) en hoeken met grote letters ;

b ) elektrofoons en cassettelezers , speciaal ontworpen voor of aangepast aan de behoeften van blinden en andere gehandicapten en nodig om de gesproken boeken te beluisteren ;

c ) toestellen die blinden en slechtzienden in staat stellen normale gedrukte teksten te lezen , bij voorbeeld elektronische leesmachines , televergroters en optische hulpmiddelen ;

d ) uitrusting voor gemechaniseerde of geautomatiseerde produktie van braillemateriaal en van opnamen , bij voorbeeld ponsmachines en elektronische machines voor het omzetten en drukken van brailleschrift en computerterminals die braille kunnen weergeven ;

e ) braillepapier , magneetbanden en cassettes bestemd voor de vervaardiging van boeken in brailleschrift en gesproken boeken ;

f ) hulpmiddelen die bestemd zijn om de beweeglijkheid van blinden te bevorderen , bijvoorbeeld elektronische oriënteringsapparaten en obstakeldetectors en witte wandelstokken ;

g ) technische hulpmiddelen voor het onderricht , de heraanpassing , de beroepsopleiding en de arbeid van blinden , bij voorbeeld braillehorloges , brailleschrijfmachines , pedagogische hulpmiddelen , speciaal voor gebruik door blinden ontworpen apparaten .

ii ) Alle voorwerpen die speciaal zijn ontworpen voor onderwijs aan , arbeid van en het verwerven van een plaats in de maatschappij door andere lichamelijk of geestelijk gehandicapten , welke rechtstreeks worden ingevoerd door instellingen of organisaties voor onderwijs aan of begeleiding van deze personen , welke van de bevoegde autoriteiten van het invoerende land toestemming hebben om deze voorwerpen vrij van rechten in te voeren , op voorwaarde dat momenteel in het invoerende land geen gelijkwaardige voorwerpen worden vervaardigd .

BIJLAGE F

Sportartikelen

Sportartikelen uitsluitend bestemd voor verenigingen of groeperingen van sportamateurs die van de bevoegde autoriteiten van het invoerende land toestemming hebben om bedoelde voorwerpen vrij van rechten in te voeren , op voorwaarde dat momenteel in het invoerende land geen gelijkwaardige artikelen worden vervaardigd .

BIJLAGE G

Muziekinstrumenten en andere muziekuitrusting

Muziekinstrumenten en andere muziekuitrusting uitsluitend bestemd voor culturele instellingen of muziekscholen die van de bevoegde autoriteiten van het invoerende land toestemming hebben om bedoelde voorwerpen vrij van rechten in te voeren , op voorwaarde dat momenteel in het invoerende land geen gelijkwaardige instrumenten en andere uitrusting worden vervaardigd .

BIJLAGE H

Materiaal en machines voor de vervaardiging van boeken , publikaties en documenten

i ) Materiaal voor de vervaardiging van boeken , publikaties en documenten ( papierstof , recyclagepapier , krantenpapier en andere papiersoorten voor drukkerijen , drukinkt , lijm , enz . ) ;

ii ) Machines voor de behandeling van papierstof en papier , drukpersen en bindmachines , op voorwaarde dat momenteel in het invoerende land geen machines van gelijke technische waarde worden vervaardigd .

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.