Richtlijn 1979/197 - Programma ter bevordering van draineringswerkzaamheden in de stroomgebieden die Ierland en Noord-Ierland gemeen hebben

Inhoudsopgave

  1. Wettekst
  2. 31979L0197

1.

Wettekst

Avis juridique important

|

2.

31979L0197

Richtlijn 79/197/EEG van de Raad van 6 februari 1979 inzake het programma ter bevordering van draineringswerkzaamheden in de stroomgebieden die Ierland en Noord-Ierland gemeen hebben

Publicatieblad Nr. L 043 van 20/02/1979 blz. 0023

++++

RICHTLIJN VAN DE RAAD

van 6 februari 1979

inzake het programma ter bevordering van draineringswerkzaamheden in de stroomgebieden die Ierland en Noord-Ierland gemeen hebben

( 79/197/EEG )

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN ,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap , inzonderheid op artikel 43 ,

Gezien het voorstel van de Commissie ( 1 ) ,

Gezien het advies van het Europese Parlement ( 2 ) ,

Overwegende dat krachtens artkel 39 , lid 2 , sub a ) , van het Verdrag bij het tot stand brengen van het gemeenschappelijk landbouwbeleid rekening moet worden gehouden met de maatschappelijke structuur van de landbouw en met de structurele en natuurlijke ongelijkheid tussen de verschillende landbouwgebieden ;

Overwegende dat , om de in artikel 39 , lid 1 , sub a ) en b ) , van het Verdrag vermelde doeleinden van het gemeenschappelijk landbouwbeleid te bereiken , op Gemeenschapsniveau bijzondere bepalingen dienen te worden vastgesteld die zijn afgestemd op de situatie in de landbouwgebieden met de minst gunstige produktieomstandigheden ;

Overwegende dat bepaalde gebieden aan de grens tussen Ierland en Noord-Ierland zich ten aanzien van de landbouwinkomens in een ongunstige situatie bevinden ;

Overwegende dat invloed moet worden uitgeoefend op een voor de structurele ontwikkeling in de betrokken gebieden essentiële factor , die een snelle en blijvende uitwerking heeft op de landbouwinkomens ;

Overwegende dat de landbouwproduktie in deze grensgebieden ernstig wordt bemoeilijkt door de , als gevolg van het ontbreken van adequate hoofdafvoerkanalen ( " arterial drainage " ) , zeer gebrekkige waterhuishouding ;

Overwegende dat de totstandbrenging van een net van adequate hoofdafvoerkanalen in de door de grens doorsneden stroomgebieden ( " catchment areas " ) door verlening van communautaire steun moet worden bevorderd ;

Overwegende dat de in de artikelen 14 en 19 van Richtlijn 72/159/EEG van de Raad van 17 april 1972 betreffende de modernisering van landbouwbedrijven ( 3 ) vastgestelde voorwaarden en grenzen op het gebied van de drainering moeilijk kunnen worden toegepast op de bijzondere structuursituatie in deze grensgebieden ;

Overwegende dat het dienstig is de communautaire steun slechts te verlenen voor in de door de grens doorsneden stroomgebieden uit te voeren werkzaamheden die bijdragen tot de totstandbrenging van een net van adequate hoofdafvoerkanalen in het gehele stroomgebied ;

Overwegende dat derhalve , ten aanzien van de uitvoering van de werkzaamheden , het tijdschema daarvoor en de financiering moet worden gezorgd voor de nodige coordinatie aan weerszijden van de grens ;

Overwegende dat het wenselijk is het bereiken van het nagestreefde doel te bevorderen door een gemeenschappelijke actie die betrekking heeft op de totstandbrenging van een net van adequate hoofdafvoerkanalen in bepaalde door de grens tussen Ierland en Noord-Ierland doorsneden stroomgebieden en waarvan de uitvoering in het kader van een bijzonder programma over verschillende jaren wordt gespreid ;

Overwegende dat uit het voorafgaande blijkt dat bovenbedoelde maatregelen een gemeenschappelijke actie vormen in de zin van artikel 6 van Verordening ( EEG ) nr . 729/70 van de Raad van 21 april 1970 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid ( 4 ) , laatstelijk gewijzigd bij Verordening ( EEG ) nr . 2788/72 ( 5 ) ,

HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD :

Artikel 1

Om het landbouwinkomen in de gebieden aan de grens tussen Ierland en Noord-Ierland te verhogen door de basisstructuur van deze gebieden te verbeteren en er zodoende een modernisering van de landbouwbedrijven mogelijk te maken , wordt een door Ierland en het Verenigd Koninkrijk gezamenlijk uit te voeren gemeenschappelijke actie in de zin van artikel 6 , lid 1 , van Verordening ( EEG ) nr . 729/70 uitgevoerd die gericht is op de gecoordineerde uitvoering van de werkzaamheden met betrekking tot de totstandbrenging van een net van hoofdafvoerkanalen ( " arterial drainage " ) in de door de grens doorsneden stroomgebieden .

Artikel 2

1 . De financiële bijdrage van de Gemeenschap mag slechts worden aangewend in het kader van een door Ierland en het Verenigd Koninkrijk gezamenlijk opgesteld programma dat betrekking heeft op de totstandbrenging van een net van hoofdafvoerkanalen in de door de grens doorsneden stroomgebieden . Dit programma moet door Ierland en het Verenigd Koninkrijk gezamenlijk aan de Commissie worden voorgelegd .

2 . Het programma en de eventuele aanpassingen daarvan worden , na raadpleging van het Comité van het Europees Oriëntatie - en Garantiefonds voor de Landbouw , hierna te noemen het " Fonds " , over de financiële aspecten , onderzocht en goedgekeurd volgens de procedure van artikel 18 , leden 2 en 3 , van Richtlijn 72/159/EEG .

Artikel 3

1 . Het in artikel 2 bedoelde programma dient met name de volgende gegevens te bevatten :

  • oppervlakte van de stroomgebieden waar in het kader van het programma werkzaamheden met betrekking tot de hoofdafvoerkanalen zullen worden uitgevoerd ;
  • aantal hectares cultuurgrond waarvan de waterhuishouding door de verbetering van de hoofdafvoerkanalen zal worden verbeterd ;
  • plaats waar de bovengenoemde werkzaamheden zullen worden uitgevoerd en beschrijving van de werkzaamheden ;
  • tijdschema voor de uitvoering per stroomgebied van de voorgenomen werkzaamheden ter verzekering van de coordinatie van de werkzaamheden aan weerszijden van de grens ;
  • raming van de kosten per stroomgebied voor de totstandbrenging van het net van hoofdafvoerkanalen ;
  • plan , per stroomgebied , voor de financiering en de verdeling van de middelen over de diverse uitvoeringsstadia ;
  • gegevens over de te verwachten economische gevolgen van de gemeenschappelijke actie .

2 . Bovendien zal worden medegedeeld of , en in welke mate de acties van dit programma overeenstemmen met de regionale ontwikkelingsplannen .

Artikel 4

1 . De uitgaven die door Ierland en het Verenigd Koninkrijk in het kader van het in artikel 2 bedoelde programma worden gedaan , komen tot ten hoogste 15 100 000 rekeneenheden in aanmerking voor financiering door het Fonds , afdeling Oriëntatie .

2 . Het Fonds , afdeling Oriëntatie , vergoedt aan Ierland en het Verenigd Koninkrijk 50 % van de voor vergoeding in aanmerking komende uitgaven .

Artikel 5

1 . De duur van de gemeenschappelijke actie wordt beperkt tot vijf jaar , te rekenen vanaf het ogenblik waarop het programma overeenkomstig artikel 2 , lid 2 , wordt goedgekeurd , doch uiterlijk vanaf 1 juli 1981 .

2 . Voor het verstrijken van de in lid 1 genoemde periode wordt deze richtlijn op voorstel van de Commissie opnieuw door de Raad bezien .

3 . De totale kosten van de gemeenschappelijke actie ten laste van het Fonds worden geraamd op 8 miljoen Europese rekeneenheden voor de duur van de actie .

4 . Artikel 6 , lid 5 , van Verordening ( EEG ) nr . 729/70 is op deze gemeenschappelijke actie van toepassing .

Artikel 6

Bij de goedkeuring van het programma overeenkomstig artikel 2 , lid 2 , bepaalt de Commissie , in overleg met Ierland en het Verenigd Koninkrijk , op welke wijze zij periodiek over het verloop van dit programma op de hoogte moet worden gehouden . Bij dezelfde gelegenheid wijzen Ierland en het Verenigd Koninkrijk eventueel de instantie aan die met de technische uitvoering van het programma wordt belast .

Artikel 7

1 . De vergoedingsaanvragen hebben betrekking op de uitgaven die door Ierland en het Verenigd Koninkrijk in de loop van een kalenderjaar zijn gedaan , en worden bij de Commissie ingediend voor 1 juli van het daarop volgende jaar .

2 . Tot verlenging van bijstand door het Fonds wordt besloten overeenkomstig artikel 7 , lid 1 , van Verordening ( EEG ) nr . 729/70 .

3 . Door het Fonds kunnen voorschotten worden toegekend naar gelang van de door Ierland en het Verenigd Koninkrijk vastgestelde wijze van financiering en naarmate de werkzaamheden vorderen .

4 . De uitvoeringsbepalingen van dit artikel worden vastgesteld volgens de procedure van artikel 13 van Verordening ( EEG ) nr . 729/70 .

Artikel 8

Deze richtlijn is van toepassing zodra de Raad heeft beslist over het voorstel van de Commissie tot wijziging van Verordening ( EEG ) nr . 729/70 .

Artikel 9

Deze richtlijn is gericht tot Ierland en het Verenigd Koninkrijk .

Gedaan te Brussel , 6 februari 1979 .

Voor de Raad

De Voorzitter

P . MEHAIGNERIE

( 1 ) PB nr . C 274 van 18 . 11 . 1978 , blz . 3 .

( 2 ) PB nr . C 6 van 8 . 1 . 1979 , blz . 87 .

( 3 ) PB nr . L 96 van 23 . 4 . 1972 , blz . 1 .

( 4 ) PB nr . L 94 van 28 . 4 . 1970 , blz . 13 .

( 5 ) PB nr . L 295 van 30 . 12 . 1972 , blz . 1 .

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.