Verordening 1979/2513 - Verhoging van het gemeenschappelijke tariefcontingent voor 1979 voor ruw magnesium van onderverdeling 77.01 A van het gemeenschappelijk douanetarief

Inhoudsopgave

  1. Wettekst
  2. 31979R2513

1.

Wettekst

Avis juridique important

|

2.

31979R2513

Verordening (EEG) nr. 2513/79 van de Raad van 12 november 1979 houdende verhoging van het communautaire tariefcontingent voor 1979 voor ruw magnesium van onderverdeling 77.01 A van het gemeenschappelijk douanetarief

Publicatieblad Nr. L 289 van 16/11/1979 blz. 0001 - 0002

++++

VERORDENING ( EEG ) Nr . 2513/79 VAN DE RAAD

van 12 november 1979

houdende verhoging van het communautaire tariefcontingent voor 1979 voor ruw magnesium van onderverdeling 77.01 A van het gemeenschappelijk douanetarief

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN ,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap , inzonderheid op artikel 113 ,

Gezien het voorstel van de Commissie ,

Overwegende dat de Raad bij de Verordeningen ( EEG ) nr . 2919/78 ( 1 ) en ( EEG ) nr . 1385/79 ( 2 ) voor het jaar 1979 een communautair tariefcontingent van 8 900 ton voor ruw magnesium van onderverdeling 77.01 A van het gemeenschappelijk douanetarief heeft geopend en over de Lid-Staten heeft verdeeld ;

Overwegende dat op grond van de thans beschikbare economische gegevens met betrekking tot het verbruik , de produktie , de uitvoer naar derde landen , de invoer onder het systeem van de aktieve veredeling of een ander preferentieel tariefsysteem en de abnormale voorraden die in een land op 31 december 1978 bestonden , de behoefte aan invoer van de Gemeenschap uit derde landen gedurende het jaar 1979 op 22 630 ton kan worden geschat ; dat rekening houdend met het bij voornoemde verordeningen reeds geopende contingent , de onzekerheden aangaande de hoogte van het verbruik en de produktie in de Gemeenschap en de bestaande beschikbare hoeveelheden in de Gemeenschap , afkomstig van de in 1978 gevormde voorraden of van de produktie in 1979 , het raadzaam is de verhoging te beperken tot 1 600 ton ;

Overwegende dat enerzijds de huidige behoefte aan ruw magnesium met een gehalte van 99,95 % zuiver magnesium of meer in aanmerking genomen en anderzijds de thans in de Gemeenschap beschikbare hoeveelheden , alsmede de mogelijkheden van invoer vrij van rechten op grond van bepaalde door de Gemeenschap met sommige van de niet-toetredende EVA-landen gesloten overeenkomsten , de invoerbehoeften op korte termijn aan ruw magnesium , in het kader van de overwogen verhoging geraamd kunnen worden op 200 ton ruw magnesium met 99,95 of meer gewichtspercenten zuiver magnesium ( extra zuiver magnesium ) , op 200 ton ruw magnesium met 99,8 of meer , doch minder dan 99,95 gewichtspercenten zuiver magnesium ( niet-gelegeerd ruw magnesium ) , en op 1 200 ton ruw magnesium met minder dan 99,8 gewichtspercenten zuiver magnesium ( gelegeerd ruw magnesium ) ;

Overwegende dat voor de verdeling van de contingenten over de Lid-Staten de voor extra zuiver magnesium en gelegeerd ruw magnesium gereserveerde extra hoeveelheden geheel voor de communautaire reserves moeten worden bestemd , alsmede een betrekkelijk gering gedeelte van het voor niet-gelegeerd ruw magnesium gereserveerde extra volume , terwijl de resterende hoeveelheid van dit volume over de Lid-Staten wordt verdeeld volgens de oorspronkelijk vastgestelde percentages ,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD :

Artikel 1

Het bij de Verordeningen ( EEG ) nr . 2919/78 en ( EEG ) nr . 1385/79 geopende communautaire tariefcontingent voor ruw magnesium van onderverdeling 77.01 A van het gemeenschappelijk douanetarief wordt van 8 900 ton gebracht op 10 500 ton .

Deze verhoging met 1 600 ton wordt als volgt verdeeld :

a ) 200 ton voor ruw magnesium met 99,95 of meer gewichtspercenten zuiver magnesium ( extra zuiver magnesium ) , bestemd voor de kernindustrie , onder douanecontrole of gelijkwaardige administratieve controle ;

b ) 200 ton voor ruw magnesium met 99,8 of meer , doch minder dan 99,95 gewichtspercenten zuiver magnesium ( niet-gelegeerd ruw magnesium ) ;

c ) 1 200 ton voor ruw magnesium met minder dan 99,8 gewichtspercenten zuiver magnesium ( gelegeerd ruw magnesium ) .

Artikel 2

De in artikel 1 , sub a ) en c ) , vermelde hoeveelheden van 200 ton en 1 200 ton , gereserveerd voor extra zuiver ruw magnesium bestemd voor de kernindustrie en voor gelegeerd ruw magnesium worden toegewezen aan de communautaire reserves die zijn ingesteld op grond van artikel 2 , lid 1 , en artikel 3 , lid 2 , van Verordening ( EEG ) nr . 2919/78 , gewijzigd bij Verordening ( EEG ) nr . 1385/79 , waardoor deze reserves respectievelijk van 900 op 1 100 ton en van 2 925 op 4 125 ton worden gebracht .

Artikel 3

1 . Een eerste gedeelte ten bedrage van 180 ton van het in artikel 1 , sub b ) , voor niet-gelegeerd ruw magnesium bestemde volume wordt als volgt over de Lid-Staten verdeeld :

  • ton *

Benelux * 30,1 *

Denemarken * 0,1 *

Duitsland * 122 *

Frankrijk * 6 *

Ierland * 0,1 *

Italiƫ * 0,6 *

Verenigd Koninkrijk * 21,1 . *

2 . Het tweede gedeelte , dat 20 ton bedraagt , vormt de reserve .

De voor niet-gelegeerd ruw magnesium bestemde reserve , bedoeld in artikel 3 , lid 2 , van Verordening ( EEG ) nr . 2919/78 , gewijzigd bij Verordening ( EEG ) nr . 1385/79 , wordt aldus van 170 ton op 190 ton gebracht .

Artikel 4

Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen .

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat .

Gedaan te Brussel , 12 november 1979 .

Voor de Raad

De Voorzitter

J . GIBBONS

( 1 ) PB nr . L 354 van 18 . 12 . 1978 , blz . 10 .

( 2 ) PB nr . L 167 van 5 . 7 . 1979 , blz . 7 .

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.