Verordening 1979/3023 - Maatregelen voor de instandhouding en het beheer van de visbestanden welke, ten aanzien van vaartuigen die de vlag van bepaalde derde landen voeren, van toepassing zijn in de zone van 200 zeemijl voor de kust van het Franse departement Guyana

Inhoudsopgave

  1. Wettekst
  2. 31979R3023

1.

Wettekst

Avis juridique important

|

2.

31979R3023

Verordening (EEG) nr. 3023/79 van de Raad van 20 december 1979 tot vaststelling van bepaalde maatregelen voor de instandhouding en het beheer van de visbestanden welke, ten aanzien van vaartuigen die de vlag van bepaalde derde landen voeren, van toepassing zijn in de zone van 200 zeemijl voor de kust van het Franse departement Guyana

Publicatieblad Nr. L 340 van 31/12/1979 blz. 0011 - 0015

++++

VERORDENING ( EEG ) Nr . 3023/79 VAN DE RAAD

van 20 december 1979

tot vaststelling van bepaalde maatregelen voor de instandhouding en het beheer van de visbestanden welke , ten aanzien van vaartuigen die de vlag van bepaalde derde landen voeren , van toepassing zijn in de zone van 200 zeemijl voor de kust van het Franse departement Guyana

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN ,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap , inzonderheid op artikel 103 ,

Gezien het voorstel van de Commissie ,

Overwegende dat de Raad op 3 november 1976 een aantal resoluties inzake bepaalde externe en interne aspecten van het gemeenschappelijk visserijbeleid heeft aangenomen ;

Overwegende dat de Raad bij Verordening ( EEG ) nr . 3153/78 ( 1 ) bepaalde tussentijdse maatregelen heeft vastgesteld voor de instandhouding en het beheer van de visbestanden welke voor het jaar 1979 ten aanzien van vaartuigen die de vlag van bepaalde derde landen voeren , van toepassing zijn in de zone van 200 zeemijl voor de kust van het Franse departement Guyana ;

Overwegende dat de visserij in dit gebied op permanente basis moet worden geregeld om de visbestanden aldaar te beschermen ;

Overwegende dat de verwerkende industrie in het Franse departement Guyana afhankelijk is van de aanvoer door buitenlandse vaartuigen die in de wateren van Frans-Guyana vissen ; dat er derhalve voor dient te worden gezorgd dat vaartuigen met contracten voor de aanvoer van hun vangst in Frans-Guyana , kunnen blijven vissen ;

Overwegende dat een gedeelte van de visbestanden binnen de totaal toegestane vangst dat niet zal worden geëxploiteerd door vaartuigen die hun vangst in het Franse departement Guyana aanvoeren , aan andere buitenlandse vloten dient te worden toegewezen overeenkomstig de beginselen van de Derde Conferentie van de Verenigde Naties inzake het zeerecht ;

Overwegende dat gezien de beperkte en wisselende omvang van de visbestanden in deze wateren die niet worden geëxploiteerd door vaartuigen die hun vangst in het Franse departement Guyana aanvoeren , deze bestanden het best aan andere vaartuigen kunnen worden toegewezen bij jaarlijkse autonome besluiten ;

Overwegende dat ter bescherming van ondermaatse garnaal het vissen op deze soort in ondiep water voor een deel van het jaar moet worden verboden ;

Overwegende dat ter verzekering van de continuïteit van de visserijactiviteiten in de betrokken zone deze verordening onverwijld dient te worden aangenomen ; dat de verordening derhalve tijdelijk op de grondslag van artikel 103 van het Verdrag moet worden vastgesteld , onder voorbehoud dat deze later in het gemeenschappelijk landbouwbeleid zal worden ingepast ,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD :

Artikel 1

1 . Vaartuigen die de vlag van een derde land voeren en contractueel verplicht zijn hun vangst in het Franse departement Guyana aan te voeren , mogen onder de bij deze verordening vastgestelde voorwaarden van 1 januari tot en met 31 december 1980 op garnaal vissen in de visserijzone die zich uitstrekt tot 200 zeemijl voor de kust van het Franse departement Guyana , waarop de gemeenschappelijke visserijregeling van toepassing is .

2 . Vaartuigen die de vlag van een derde land voeren en niet contractueel verplicht zijn hun vangst in het Franse departement Guyana aan te voeren , mogen onder de bij deze verordening vastgestelde voorwaarden van 1 januari tot en met 31 december 1980 in de zone als bedoeld in lid 1 vissen op de soorten die zijn vermeld in punt 1 van bijlage I , tot de in die bijlage vermelde hoeveelheden .

3 . Voor de uitoefening van de visserij overeenkomstig lid 1 en lid 2 gelden voorts de instandhoudings - en controlemaatregelen alsmede alle overige visserijvoorschriften voor de in lid 1 bedoelde zone .

Artikel 2

1 . In de visserijzone als bedoeld in artikel 1 mag van 1 mei tot en met 31 december 1980 niet op garnaal worden gevist in water dat minder dan 30 meter diep is .

2 . Bij het vissen op andere soorten dan garnaal mag uitsluitend gebruik worden gemaakt van beuglijnen .

Artikel 3

1 . In de in artikel 1 bedoelde visserijzone mag de visserij slechts worden uitgeoefend , mits daartoe namens de Gemeenschap door de Commissie een vergunning is afgegeven en de daarin vermelde voorwaarden worden nageleefd .

De vergunningen worden op verzoek binnen de in de leden 2 en 3 aangegeven grenzen afgegeven aan de autoriteiten van het betrokken derde land .

2 . Vergunningen voor het vissen op andere soorten dan garnaal kunnen , met inachtneming van het in punt 2 van bijlage I voor het land vastgestelde aantal , worden afgegeven voor vissersvaartuigen .

3 . Voor de garnaalvisserij kunnen vergunningen worden afgegeven :

a ) voor vaartuigen die hun vangst onder contract moeten aanvoeren in het Franse departement Guyana en waarvan het aantal per land is vastgesteld in punt 3 van bijlage I . Deze vergunningen zijn geldig vanaf de datum van afgifte tot en met 31 december 1980 ;

b ) voor andere vaartuigen dan die bedoeld sub a ) , op basis van een visserijprogramma dat is ingediend door de autoriteiten van het betrokken land en dat is goedgekeurd door de Commissie , waarbij niet mag werden voorzien in een totaal aantal dagen op zee voor alle onder het visserijprogramma vallende vaartuigen dat groter is dan het in punt 4 van bijlage I aangegeven aantal . Het maximumaantal vaartuigen waarvoor een vergunning kan worden afgegeven , en het aantal vaartuigen dat op enig tijdstip mag vissen op basis van een visserijprogramma zijn per land vastgesteld in punt 5 van bijlage I . De geldigheidsduur van elk der vergunningen afgegeven op basis van een visserijprogramma is beperkt tot de in het programma omschreven visperiode .

4 . Onverminderd het bepaalde in lid 3 , houden alle voor de vaartuigen van een derde land afgegeven vergunningen op van kracht te zijn zodra is vastgesteld dat het in punt 1 van bijlage I vastgestelde quotum volledig is benut .

De Commissie stelt de autoriteiten van het betrokken land hiervan in kennis .

Artikel 4

1 . Bij het indienen van een aanvraag voor een vergunning bij de Commissie , moeten de volgende inlichtingen worden verstrekt :

a ) naam van het vaartuig ;

b ) registratienummer ;

c ) op het vaartuig aangebrachte identificatieletters en nummers ;

d ) haven van registratie ;

e ) naam en adres van de eigenaar of de huurder ;

f ) brutotonnage en lengte over alles ;

g ) motorvermogen ;

h ) oproepnummer en radiofrequentie ;

i ) vismethode waarvan gebruik zal worden gemaakt ;

j ) zone waarin zal worden gevist ;

k ) soorten waarop zal worden gevist ;

l ) periode waarvoor de vergunning wordt aangevraagd .

2 . De vergunning mag pas 15 dagen na de indiening van de aanvraag worden afgegeven .

3 . Een vergunning is slechts geldig voor een enkel vaartuig . Wanneer verschillende vaartuigen samen vissen , moet ieder vaartuig in het bezit zijn van een vergunning .

4 . De kapiteins van vaartuigen met een vergunning dienen de in bijlage II vermelde bijzondere voorwaarden in acht te nemen . Deze voorwaarden maken deel uit van de vergunning .

Artikel 5

1 . De kapiteins van vaartuigen met een vergunning voor de uitoefening van de visserij als bedoeld in bijlage I dienen de in de vergunning vermelde gegevens aan de Commissie mede te delen via het in punt 4 van bijlage II vermelde radiostation .

2 . Kopieën van de desbetreffende bladzijden uit het logboek als bedoeld in punt 3 van bijlage II dienen aan de Commissie te worden toegezonden binnen 30 dagen na de laatste dag van elke visreis in de visserijzone als bedoeld in artikel 1 .

Artikel 6

De Franse autoriteiten nemen de nodige maatregelen om de toepassing van deze verordening te waarborgen en zorgen tevens voor de regelmatige inspectie van de vaartuigen .

Artikel 7

Wanneer naar behoren is vastgesteld dat een overtreding is begaan , delen de Franse autoriteiten de Commissie onverwijld de naam van het betrokken vaartuig en de bijzonderheden over de eventueel getroffen maatregelen mede .

Artikel 8

De geldigheidsduur van de vergunningen die de Commissie krachtens artikel 2 , lid 3 , sub a ) , van Verordening ( EEG ) nr . 3153/78 heeft afgegeven , wordt hierbij verlengd tot en met 31 januari 1980 .

Artikel 9

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 1980 .

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat .

Gedaan te Brussel , 20 december 1979 .

Voor de Raad

De Voorzitter

J . TUNNEY

( 1 ) PB nr . L 374 van 30 . 12 . 1978 , blz . 31 .

BIJLAGE I

1 . Visserijrechten van 1 januari tot en met 31 december 1980 :

  • * ( Hoeveelheid in ton ) *

a ) Soort : * Garnaal * *

Land : * Barbados * 25 *

  • Guyana * 25 *
  • Japan * 65 *
  • Korea * 125 *
  • Suriname * 110 *
  • Trinidad en Tobago * 25 *
  • Verenigde Staten van Amerika * 70 *

b ) Soort : * Tonijnachtige vissoorten * *

Land : * Japan * onbeperkt *

  • Korea * onbeperkt *

c ) Soort : * Andere soorten dan tonijnachtige vissoorten * *

Land : * Venezuela * onbeperkt *

2 . Aantal vaartuigen bedoeld in artikel 3 , lid 2 :

Japan * 5 *

Korea * 10 *

Venezuela * 6 *

3 . Aantal vaartuigen bedoeld in artikel 3 , lid 3 , sub a ) :

Verenigde Staten van Amerika * 59 *

Japan * 22 *

4 . Maximumaantal dagen op zee bedoeld in artikel 3 , lid 3 , sub b ) :

Barbados * 227 *

Guyana * 227 *

Japan * 590 *

Korea * 1 136 *

Suriname * 1 000 *

Trinidad en Tobago * 227 *

Verenigde Staten van Amerika * 636 *

5 . Maximumaantal vaartuigen :

  • * Aantal vaartuigen dat op enig tijdstip mag vissen *

Barbados * 5 * 2 *

Guyana * 5 * 2 *

Japan * 10 * 4 *

Korea * 18 * 7 *

Suriname * 15 * 6 *

Trinidad en Tobago * 5 * 2 *

Verenigde Staten van Amerika * 10 * 4 *

BIJLAGE II

Bijzondere voorwaarden

1 . De visvergunning moet aan boord van het vaartuig zijn .

2 . De registratieletters en -nummers van het vaartuig waarvoor de vergunning is afgegeven moeten duidelijk aan beide kanten op de boeg worden geschilderd en aan beide kanten op de bovenbouw waar zij het best zichtbaar zijn .

De letters en nummers moeten worden geschilderd in een kleur die afsteekt tegen de kleur van de romp of van bovenbouw en mogen niet zijn verbleekt , gewijzigd , bedekt of op enige andere wijze onherkenbaar zijn gemaakt .

3 . Er moet een logboek worden bijgehouden waarin na elke trek moeten worden genoteerd :

3.1 . de gevangen hoeveelheden van elke soort ( in kg ) ;

3.2 . de datum en het tijdstip waarop de trek heeft plaatsgevonden ;

3.3 . de plaats waar de vangst is verricht .

4 . De gegevens moeten door het vaartuig waarvoor de vergunning is afgegeven aan de Commissie van de Europese Gemeenschappen te Brussel ( telex-adres 24189 FISEU-B ) worden medegedeeld via het radiostation CAYENNE ( oproepletters : FFJ ) , en wel volgens het onderstaande schema :

4.1 . bij het binnenvaren van de zone die zich uitstrekt tot 200 zeemijl voor de kusten van het Franse departement Guyana , hierna " de zone " te noemen ;

4.2 . bij het verlaten van de zone ;

4.3 . bij het binnenvaren van een haven van een Lid-Staat ;

4.4 . bij het verlaten van een haven van een Lid-Staat ;

4.5 . om de zeven dagen , te beginnen op de zevende dag nadat het vaartuig voor het eerst de in punt 4.1 bedoelde zone is binnengevaren of op de zevende dag nadat het vaartuig een in punt 4.4 bedoelde haven heeft verlaten .

5 . In de berichten welke volgens de bepalingen van de vergunning en volgens het tijdschema van punt 4 worden doorgezonden , dienen de volgende gegevens , voor zover van toepassing , te worden opgenomen in de onderstaande volgorde :

  • de naam van het vaartuig ;
  • roepnaam van het vaartuig ;
  • nummer van de vergunning ;
  • volgnummer van het bericht voor de betrokken visreis ;
  • aanduiding van het soort van bericht volgens het tijdschema van punt 4 ;
  • datum ;
  • tijdstip ;
  • geografische positie ;
  • gewicht ( in kg ) van de vangst per vissoort in het ruim ;
  • gewicht ( in kg ) van de vangst , per vissoort , sinds het vorige bericht ;
  • geografische coordinaten van de plaats waar de vangst is verricht ;
  • gewicht ( in kg ) van de vangst , per vissoort , die sedert het vorige bericht op andere vaartuigen is overgeladen ;
  • naam , roepnaam en eventueel nummer van de vergunning van het vaartuig waarop de vis is overgeladen ;
  • naam van de gezagvoerder .

6 . Codes voor het mededelen van de in punt 5 bedoelde soorten aan boord :

S : Garnaal ( Penaeidae )

Z : Tonijn

R : Andere

7 . Indien het bericht wegens overmacht niet door het vaartuig waarvoor de vergunning is afgegeven , kan worden doorgezonden , mag het namens dat vaartuig door een ander vaartuig worden doorgezonden .

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.