Verordening 1980/2168 - Wijziging van Verordening (EEG) nr. 1717/80 tot vaststelling voor 1980 van bepaalde maatregelen voor de instandhouding en het beheer van de visbestanden, van toepassing op vaartuigen die de vlag van Noorwegen voeren - Hoofdinhoud
Inhoudsopgave
|
Verordening (EEG) nr. 2168/80 van de Raad van 11 augustus 1980 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 1717/80 tot vaststelling voor 1980 van bepaalde maatregelen voor de instandhouding en het beheer van de visbestanden, van toepassing op vaartuigen die de vlag van Noorwegen voeren
Publicatieblad Nr. L 212 van 15/08/1980 blz. 0015
++++
VERORDENING ( EEG ) NR . 2168/80 VAN DE RAAD
VAN 11 AUGUSTUS 1980
TOT WIJZIGING VAN VERORDENING ( EEG ) NR . 1717/80 TOT VASTSTELLING VOOR 1980 VAN BEPAALDE MAATREGELEN VOOR DE INSTANDHOUDING EN HET BEHEER VAN DE VISBESTANDEN , VAN TOEPASSING OP VAARTUIGEN DIE DE VLAG VAN NOORWEGEN VOEREN
DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN ,
GELET OP HET VERDRAG TOT OPRICHTING VAN DE EUROPESE ECONOMISCHE GEMEENSCHAP , INZONDERHEID OP ARTIKEL 103 ,
GEZIEN HET VOORSTEL VAN DE COMMISSIE ,
OVERWEGENDE DAT , NA DE BESLISSING VAN DE DEENSE REGERING DE VISSERIJZONE LANGS DE OOSTKUST VAN GROENLAND BENOORDEN 67 GRADEN NOORDERBREEDTE UIT TE BREIDEN , DE VISSERIJACTIVITEITEN IN DEZE WATEREN ONDERWORPEN ZIJN AAN DE COMMUNAUTAIRE REGLEMENTERING TER ZAKE ;
OVERWEGENDE DAT OP VERZOEK VAN DE NOORSE AUTORITEITEN OVERLEG TUSSEN DE GEMEENSCHAP EN NOORWEGEN HEEFT PLAATSGEHAD IN HET KADER VAN DE OVEREENKOMST INZAKE DE VISSERIJ TUSSEN BEIDE PARTIJEN , ONDERTEKEND OP 27 FEBRUARI 1980 , MET HET OOG OP HET BEPALEN VAN DE VOORWAARDEN WAARONDER ZEKERE NOORSE VISSERIJACTIVITEITEN ZOUDEN KUNNEN WORDEN VOORTGEZET IN DIE WATEREN IN 1980 ;
OVERWEGENDE DAT HET WENSELIJK IS DE VOORTZETTING VAN DE VISSERIJACTIVITEITEN DOOR NOORSE VAARTUIGEN IN DEZE WATEREN IN 1980 TOE TE LATEN EN DAT DERHALVE VERORDENING ( EEG ) NR . 1717/80 VAN DE RAAD VAN 27 JUNI 1980 TOT VASTSTELLING VOOR 1980 VAN BEPAALDE MAATREGELEN VOOR DE INSTANDHOUDING EN HET BEHEER VAN DE VISBESTANDEN , VAN TOEPASSING OP VAARTUIGEN DIE DE VLAG VAN NOORWEGEN VOEREN ( 1 ) , GEWIJZIGD DIENT TE WORDEN TEN EINDE DAARIN EEN VANGSTQUOTUM VOOR LODDE OP TE NEMEN ;
OVERWEGENDE DAT HET VISSERIJSEIZOEN VOOR LODDE , DAT IEDER JAAR VAN BEPERKTE DUUR IS , IN DE WATEREN DIE AAN DIE VAN DE GEMEENSCHAP GRENZEN , REEDS IS AANGEVANGEN ; DAT HET OM DIE REDEN MOEILIJK IS OP KORTE TERMIJN VOOR HET SEIZOEN 1980 HET NORMALE MELDINGSSYSTEEM IN TE VOEREN ; DAT BOVENDIEN , AANGEZIEN DE NOORSE AUTORITEITEN ZICH ERTOE HEBBEN VERBONDEN DE COMMISSIE MELDING TE DOEN VAN DE TIJDENS DIT SEIZOEN VERRICHTE LODDEVANGSTEN , HET MELDINGSSYSTEEM NIET DIENT TE WORDEN TOEGEPAST VOOR LODDEVISSERIJ ;
OVERWEGENDE DAT HET VISSERIJSEIZOEN VOOR LODDE IN DE WATEREN VAN DE GEMEENSCHAP EVENEENS VAN BEPERKTE DUUR IS EN TEGEN EINDE JULI AANVANGT ; DAT HET DAAROM NOODZAKELIJK IS DAT , TEN EINDE DE VISSERS WERKELIJK TOE TE LATEN VAN DEZE BIJKOMENDE TOEWIJZING TE GENIETEN , DE REGELING DIE DEZE ACTIVITEIT TOELAAT ONMIDDELLIJK WORDT AANGENOMEN ;
OVERWEGENDE DAT HET DERHALVE NOODZAKELIJK IS DEZE MAATREGELEN ALS TUSSENTIJDSE MAATREGELEN OP GROND VAN ARTIKEL 103 VAN HET VERDRAG VAST TE STELLEN MET DIEN VERSTANDE DAT ZIJ LATER IN HET GEMEENSCHAPPELIJK LANDBOUWBELEID WORDEN OPGENOMEN ,
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD :
ARTIKEL 1
VERORDENING ( EEG ) NR . 1717/80 WORDT ALS VOLGT GEWIJZIGD :
1 . ARTIKEL 2 , LID 3 , WORDT ALS VOLGT GELEZEN :
" 3 . DE IN LID 1 BEDOELDE VAARTUIGEN , MET UITZONDERING VAN DIE WELKE OP LODDE VISSEN EN VAN DIE WELKE VISSEN IN DE ICES-ONDERAFDELING IIIA , DIENEN DE COMMISSIE DE IN BIJLAGE IV GENOEMDE INFORMATIE TE VERSTREKKEN . DEZE GEGEVENS DIENEN TE WORDEN MEDEGEDEELD OVEREENKOMSTIG DE VOORSCHRIFTEN VAN DEZE BIJLAGE . " .
2 . DE LEDEN 1 EN 2 VAN ARTIKEL 3 WORDEN ALS VOLGT GELEZEN :
" 1 . VISSEN IN ICES-AFDELING XIV , IN ICES-ONDERAFDELING VA EN IN NAFO-DEELGEBIED 1 IN HET KADER VAN DE IN ARTIKEL 1 VASTGESTELDE QUOTAREGELING IS SLECHTS TOEGESTAAN INDIEN ER EEN DOOR DE COMMISSIE NAMENS DE GEMEENSCHAP AFGEGEVEN VERGUNNING AAN BOORD IS EN DE IN DE VERGUNNING VERMELDE VOORWAARDEN IN ACHT WORDEN GENOMEN .
WAT DE LODDEVISSERIJ BETREFT IS HET BOVENSTAANDE SLECHTS VAN TOEPASSING MET INGANG VAN 1 OKTOBER 1980 .
2 . DE VERGUNNINGEN VOOR DE IN LID 1 BEDOELDE VISSERIJ MOETEN ZODANIG WORDEN AFGEGEVEN DAT HET AANTAL VERGUNNINGEN NIET MEER BEDRAAGT DAN :
-
-13 VERGUNNINGEN VOOR HET VISSEN OP ZWARTE HEILBOT EN ROODBAARS ;
-
-26 VERGUNNINGEN VOOR HET VISSEN OP NOORSE GARNAAL ( PANDALUS BOREALIS ) IN ICES-AFDELING XIV EN IN NAFO-DEELGEBIED 1 ;
-
-168 VOOR DE LODDEVISSERIJ TEN NOORDEN VAN 67 * NOORDERBREEDTE IN ICES-AFDELING XIV EN ICES-ONDERAFDELING VA .
OP NOORSE GARNAAL MAG ECHTER NIET TEGELIJKERTIJD WORDEN GEVIST DOOR MEER DAN :
-
-GEMIDDELD 14 VAARTUIGEN PER MAAND OP JAARBASIS , MET EEN MAXIMUM VAN 19 VAARTUIGEN PER MAAND , IN NAFO-DEELGEBIED 1 ;
-
-GEMIDDELD 9 VAARTUIGEN PER MAAND OP JAARBASIS , MET EEN MAXIMUM VAN 15 VAARTUIGEN PER MAAND , IN ICES-AFDELING XIV . " .
3 . BIJLAGE I WORDT VERVANGEN DOOR BIJLAGE I BIJ DEZE VERORDENING .
ARTIKEL 2
DEZE VERORDENING TREEDT IN WERKING OP DE DERDE DAG VOLGENDE OP DIE VAN HAAR BEKENDMAKING IN HET PUBLIKATIEBLAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN .
ZIJ IS VAN TOEPASSING VAN 1 JANUARI TOT EN MET 31 DECEMBER 1980 .
DEZE VERORDENING IS VERBINDEND IN AL HAAR ONDERDELEN EN IS RECHTSTREEKS TOEPASSELIJK IN ELKE LID-STAAT .
GEDAAN TE BRUSSEL , 11 AUGUSTUS 1980 .
VOOR DE RAAD
DE VOORZITTER
G . THORN
( 1 ) PB NR . L 168 VAN 1 . 7 . 1980 , BLZ . 9 .
BIJLAGE
" BIJLAGE I
VANGSTQUOTA
SOORT*GEBIED WAARIN MAG WORDEN GEVIST*HOEVEELHEID ( TON ) *
HARING*SKAGERRAK ( 1)*3 500 ( 2 )*
MAKREEL*ICES IV EN SKAGERRAK ( 1)*39 800*
*ICES VIA ( 3 ) + VIID , E , F , H*22 000*
HORSMAKREEL*ICES IV , VIA ( 3 ) + VIID , E , F , H*5 000*
SPROT*ICES IV*71 000*
*SKAGERRAK*11 000 ( 2 )*
KABELJAUW*ICES IV*10 000*
*SKAGERRAK ( 1)*2 000 ( 2 )*
SCHELVIS*ICES IV*3 000*
*SKAGERRAK ( 1)*300 ( 2 )*
KOOLVIS*ICES IV EN SKAGERRAK ( 1)*20 000*
WIJTING*ICES IV*4 000*
*SKAGERRAK ( 1)*400 ( 2 )*
SCHOL*ICES IV*500*
*SKAGERRAK ( 1)*200 ( 2 )*
ZANDSPIERING , KEVER / BLAUWE WIJTING*ICES IV*50 000 ( 4 )*
BLAUWE WIJTING*ICES II , VIA ( 3 ) , VIB , VII ( 5 ) , XIV*125 000*
LENG , BLAUWE LENG EN LOM*ICES IV , VI , VII*20 000*
HONDSHAAI*ICES IV , VI , VII*8 000 ( 6 )*
REUZENHAAI ( 7)*ICES IV , VI , VII*800 ( 6 )*
HARINGHAAI*ICES IV , VI , VII*1 000*
NOORSE GARNAAL*NAFO 1 ( 8)*2 500*
( PANDALUS BOREALIS ) *ICES XIV*2 500 ( 9 )*
ZWARTE HEILBOT EN ROODBAARS*NAFO 1 , ICES XIV*1 800*
HEILBOT*NAFO 1 , ICES XIV*200*
LODDE*ICES XIV ( 10 ) , VA ( 10)*20 000*
ANDERE SOORTEN*ICES IV*5 000*
( 1 ) IN HET WESTEN BEGRENSD DOOR EEN LIJN VAN DE VUURTOREN VAN HANSTHOLM TOT DE VUURTOREN VAN LINDESNES EN IN HET ZUIDEN DOOR EEN LIJN VAN DE VUURTOREN VAN SKAGEN NAAR DE VUURTOREN VAN TISTLARNA EN VANDAAR NAAR DE DISCHTSBIJ GELEGEN KUST VAN ZWEDEN .
( 2 ) TE VERMINDEREN MET DE HOEVEELHEDEN DIE ZIJN GEVANGEN BUITEN DE VISSERIJZONE VAN DE EUROPESE ECONOMISCHE GEMEENSCHAP .
( 3 ) TEN NOORDEN VAN 56 * 30' NOORDERBREEDTE .
( 4 ) WAARVAN DE HOEVEELHEID ZANDSPIERING NIET MEER MAG BEDRAGEN DAN 50 000 TON EN DE HOEVEELHEID KEVER EN BLAUWE WIJTING TE ZAMEN NIET MEER DAN 40 000 TON .
( 5 ) TEN WESTEN VAN 12 * WESTERLENGTE .
( 6 ) DIT QUOTUM IS EXCLUSIEF DE VANGSTEN IN DE GEBIEDEN ALS VERMELD IN BIJLAGE II .
( 7 ) REUZENHAAIELEVER .
( 8 ) TEN ZUIDEN VAN 68 * NOORDERBREEDTE .
( 9 ) UITSLUITEND VISSERIJ VOOR ONDERZOEKDOELEINDEN .
( 10 ) TEN NOORDEN VAN 67 * NOORDERBREEDTE . "
Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.