Verordening 1980/2377 - Bepalingen voor de toepassing van het stelsel van invoer- en uitvoercertificaten in de sector rundvlees

Inhoudsopgave

  1. Wettekst
  2. 31980R2377

1.

Wettekst

Avis juridique important

|

2.

31980R2377

Verordening (EEG) nr. 2377/80 van de Commissie van 4 september 1980 houdende bijzondere bepalingen voor de toepassing van het stelsel van invoer- en uitvoercertificaten in de sector rundvlees

Publicatieblad Nr. L 241 van 13/09/1980 blz. 0005 - 0018

Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 3 Deel 12 blz. 0113

Bijzondere uitgave in het Grieks: Hoofdstuk 11 Deel 21 blz. 0169

Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 3 Deel 12 blz. 0113

Bijzondere uitgave in het Spaans: Hoofdstuk 03 Deel 19 blz. 0035

Bijzondere uitgave in het Portugees: Hoofdstuk 03 Deel 19 blz. 0035

VERORDENING (EEG) Nr. 2377/80 VAN DE COMMISSIE van 4 september 1980 houdende bijzondere bepalingen voor de toepassing van het stelsel van invoeren uitvoercertificaten in de sector rundvlees

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 805/68 van de Raad van 27 juni 1968 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector rundvlees (1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 2916/79 (2), en met name op artikel 13, lid 4, sub b), artikel 14, lid 4, artikel 15, lid 2, artikel 16, lid 4, artikel 18, lid 6, en artikel 25,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 2957/79 van de Raad van 20 december 1979 betreffende de opening van een communautair tariefcontingent voor vers, gekoeld of bevroren rundvlees van hoge kwaliteit van de posten 02.01 A II a) en 02.01 A II b) van het gemeenschappelijk douanetarief (3), en met name op artikel 2,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 435/80 van de Raad van 18 februari 1980 inzake de regeling voor landbouwprodukten en bepaalde door verwerking van landbouwprodukten verkregen goederen, van oorsprong uit de Staten in Afrika, het Caribische gebied en de Stille Oceaan of uit de landen en gebieden overzee (4), en met name op artikel 23,

Overwegende dat de bijzondere uitvoeringsbepalingen inzake het stelsel van invoer- en uitvoercertificaten voor de sector rundvlees moeten worden vastgesteld ; dat deze bepalingen hetzij een aanvulling vormen op, hetzij een afwijking inhouden van het bepaalde in Verordening (EEG) nr. 193/75 van de Commissie van 17 januari 1975 houdende gemeenschappelijke uitvoeringsbepalingen inzake het stelsel van invoer-, uitvoeren voorfixatiecertificaten voor landbouwprodukten (5), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 1576/80 (6);

Overwegende dat krachtens artikel 15, lid 1, eerste alinea, van Verordening (EEG) nr. 805/68 een invoercertificaat moet worden overgelegd voor alle invoer in de Gemeenschap van produkten waarvoor heffingen gelden ; dat het noodzakelijk is gebleken de komende ontwikkeling van het handelsverkeer in alle produkten van de sector rundvlees die van bijzondere betekenis zijn voor het evenwicht op deze uitermate gevoelige markt op de voet te volgen ; dat daarom met het oog op een beter marktbeheer eveneens invoercertificaten moeten worden ingesteld voor produkten van post 16.02 B III b) 1 bb) van het gemeenschappelijk douanetarief, alsmede uitvoercertificaten voor alle produkten waarop het stelsel van invoercertificaten van toepassing is, en eveneens voor runderen, fokdieren van zuiver ras, van post 01.02 A I van het gemeenschappelijk douanetarief;

Overwegende dat in Verordening (EEG) nr. 435/80 onder andere de algemene regeling is vastgesteld voor de invoer met vrijdom van douanerechten van produkten van de sector rundvlees van oorsprong en van herkomst uit de Staten in Afrika, het Caribische gebied en de Stille Oceaan of uit de landen en gebieden overzee ; dat, met betrekking tot de vrijdom van douanerechten, kwantitatieve beperkingen per jaar voor de invoer van sommige van deze produkten zijn vastgesteld ; dat, om de controle te waarborgen op de hoeveelheden waarvoor van deze regeling gebruik wordt gemaakt, moet worden bepaald dat specifieke vermeldingen aangaande de aard en de oorsprong van de produkten op het invoercertificaat moeten worden aangebracht;

Overwegende dat de toepassing van de bijzondere invoerregelingen voor jonge mannelijke mestrunderen en voor bevroren vlees bestemd voor verwerking een streng toezicht op de invoer en een doelmatige controle op de bestemming vereist ; dat, in geval van de invoer van jonge mannelijke mestrunderen, het gevaar voor verandering van de bestemming alleen kan worden verminderd wanneer het invoercertificaat in dat geval aan de landbouwproducenten of aan hun beroepsorganisaties te persoonlijken titel wordt afgegeven;

Overwegende dat de bepalingen inzake de bijzondere uitvoerregeling neergelegd in Verordening (EEG) nr. 2973/79 van de Commissie (7) in deze verordening moeten worden opgenomen;

Overwegende dat de Lid-Staten de Commissie geregeld inlichtingen moeten verstrekken inzake de invoer- en uitvoercertificaten die zij voor de sector rundvlees afgeven ; dat deze taak kan worden vereenvoudigd door de aard en de inhoud van de betrokken inlichtingen precies te bepalen en gebruik te maken van codes; (1)PB nr. L 148 van 28.6.1968, blz. 24. (2)PB nr. L 329 van 24.12.1979, blz. 15. (3)PB nr. L 336 van 29.12.1979, blz. 5. (4)PB nr. L 55 van 28.2.1980, blz. 4. (5)PB nr. L 25 van 31.1.1975, blz. 10. (6)PB nr. L 161 van 26.6.1980, blz. 15. (7)PB nr. L 336 van 29.12.1979, blz. 44.

Overwegende dat in deze verordening bepalingen zijn opgenomen van de Verordeningen (EEG) nr. 2973/79 en (EEG) nr. 486/80 (1) ; dat deze bepalingen derhalve moeten worden ingetrokken;

Overwegende dat Verordening (EEG) nr. 571/78 van de Commissie (2), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 485/80 (3), vaak werd gewijzigd ; dat het met het oog op de duidelijkheid en de overzichtelijkheid van de regeling derhalve raadzaam is de betrokken voorschriften te codificeren;

Overwegende dat de in deze verordening vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Comité van beheer voor rundvlees,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

TITEL I Algemene bepalingen

Artikel 1

In deze verordening worden bijzondere uitvoeringsbepalingen vastgesteld van het stelsel van invoer- en uitvoercertificaten in de sector rundvlees.

Artikel 2

  • 1. 
    Voor alle invoer in en alle uitvoer uit de Gemeenschap van de in artikel 1, lid 1, sub a), van Verordening (EEG) nr. 805/68 bedoelde produkten, evenals van de produkten van post 16.02 B III b) 1 bb) van het gemeenschappelijk douanetarief, moet een certificaat worden overgelegd.
  • 2. 
    Voor alle uitvoer uit de Gemeenschap van de produkten van post 01.02 A I van het gemeenschappelijk douanetarief moet een certificaat worden overgelegd.

TITEL II De certificaten

Artikel 3

Voor rundvlees gelden de volgende certificaten: a) de in artikel 15 van Vérordening (EEG) nr. 805/68 bedoelde invoercertificaten met vaststelling vooraf van de heffing of uitvoercertificaten met vaststelling vooraf van de restitutie;

  • b) 
    de in titel IV bedoelde certificaten die recht geven op toepassing van de bijzondere bij de communautaire wetgeving ingestelde invoer- of uitvoerregelingen;
  • c) 
    de andere invoer- of uitvoercertificaten bedoeld in Verordening (EEG) nr. 805/68.

Artikel 4

De invoercertificaten hebben de volgende geldigheidsduur: a) De invoercertificaten met vaststelling vooraf van de heffing zijn, te rekenen vanaf de dag van afgifte, in de zin van artikel 9, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 193/75, geldig gedurende: (i) 30 dagen, voor de produkten van post 02.01 A II a) van het gemeenschappelijk douanetarief van oorsprong en van herkomst uit Argentinië of Uruguay;

(ii) 60 dagen, voor de produkten van post 02.01 A II b) van het gemeenschappelijk douanetarief van oorsprong en van herkomst uit Argentinië, Australië, Nieuw-Zeeland of Uruguay;

(iii) 45 dagen, voor de produkten van post 02.01 A II b) van het gemeenschappelijk douanetarief van oorsprong en van herkomst uit Roemenië;

  • b) 
    de in artikel 3, sub b), bedoelde invoercertificaten zijn geldig gedurende 90 dagen vanaf de feitelijke dag van afgifte;
  • c) 
    de overige invoercertificaten zijn geldig gedurende 90 dagen vanaf de dag van afgifte, in de zin van artikel 9, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 193/75.

Artikel 5

De uitvoercertificaten hebben de volgende geldigheidsduur: a) de in artikel 3, sub b), bedoelde uitvoercertificaten zijn geldig gedurende 90 dagen vanaf de feitelijke dag van afgifte, maar uiterlijk tot en met 31 december van het jaar van afgifte;

  • b) 
    de overige uitvoercertificaten zijn geldig gedurende 90 dagen vanaf de dag van afgifte, in de zin van artikel 9, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 193/75.

Artikel 6

  • 1. 
    De waarborg voor de invoercertificaten met vaststelling vooraf van de heffing bedraagt 10 Ecu per 100 kg nettogewicht.
  • 2. 
    De waarborg voor de overige invoercertificaten bedraagt: a) 3 Ecu per levend dier;
  • b) 
    2 Ecu per 100 kg nettogewicht voor de andere produkten.
  • 3. 
    De waarborg voor de in artikel 3, sub b), bedoelde uitvoercertificaten en de uitvoercertificaten met vaststelling vooraf van de restitutie bedraagt: a) 15 Ecu per levend dier;
  • b) 
    10 Ecu per 100 kg nettogewicht voor de andere produkten. (1)PB nr. L 56 van 28.2.1980, blz. 22. (2)PB nr. L 78 van 22.3.1978, blz. 10. (3)PB nr. L 56 van 28.2.1980, blz. 21.
  • 4. 
    De waarborg voor de overige uitvoercertificaten bedraagt: a) 3 Ecu per levend dier;
  • b) 
    2 Ecu per 100 kg nettogewicht voor de andere produkten.
  • 5. 
    Ingeval de hoeveelheden waarvoor op grond van een bijzondere invoer- of uitvoerregeling een certificaat is aangevraagd, worden verminderd, wordt de waarborg onverwijld vrijgegeven voor de hoeveelheid waarvoor geen gevolg is gegeven aan de aanvraag.
  • 6. 
    Onverminderd de voorwaarden van artikel 17, lid 2, sub b), van Verordening (EEG) nr. 193/75 wordt de waarborg voor certificaten die recht geven op de bijzondere in artikel 14 bedoelde uitvoerregeling slechts vrijgegeven na overlegging van het bewijs - overeenkomstig artikel 18, lid 5, van Verordening (EEG) nr. 193/75 - dat het produkt zijn bestemming heeft bereikt.

TITEL III Vermeldingen

Artikel 7

  • 1. 
    Op de aanvraag van een invoercertificaat met vaststelling vooraf van de heffing en op het certificaat zelf moet in de vakken 13 en 14 één van de volgende vermeldingen worden aangebracht: a) "ARGENTINIË" of "URUGUAY" voor de in artikel 4, sub a) (i), bedoelde produkten;
  • b) 
    "ARGENTINIË" "AUSTRALIË", "NIEUW-ZEELAND" of "URUGUAY" voor de in artikel 4, sub a) (ii), bedoelde produkten;
  • c) 
    "ROEMENIË" voor de in artikel 4, sub a) (iii), bedoelde produkten.
  • 2. 
    Het certificaat verplicht tot invoer uit het vermelde land.

Artikel 8

  • 1. 
    Wanneer de restitutie voor alle of voor bepaalde bestemmingen slechts vooraf mag worden vastgesteld voor een deel van de onder een onderverdeling van het gemeenschappelijk douanetarief vallende produkten, wordt in vak 12 van de certificaataanvraag en van het certificaat de omschrijving van de produkten die voor een vaststelling vooraf van de restitutie in aanmerking komen, vermeld en dient het in vak 8 vermelde nummer van het gemeenschappelijk douanetarief te worden voorafgegaan door de aanduiding "ex".
  • 2. 
    Het certificaat is slechts geldig voor de aldus omschreven produkten.
  • 3. 
    Wanneer de omschrijving van de produkten volgens de voor de restituties gebruikte nomenclatuur produkten betreft die onder twee onderverdelingen van het gemeenschappelijk douanetarief kunnen vallen, wordt het certificaat afgegeven voor de twee betrokken onderverdelingen.

TITEL IV Certificaten in het kader van bijzondere regelingen

Artikel 9

  • 1. 
    Om in aanmerking te komen voor toepassing van de bijzondere invoerregeling bedoeld in artikel 13 van Verordening (EEG) nr. 805/68 moeten de onderstaande voorwaarden zijn vervuld: a) De aanvrager moet een natuurlijke of rechtspersoon zijn die bij de indiening van zijn aanvraag sedert ten minste twaalf maanden beroepsmatig werkzaam is in de vee- en vleessector.
  • b) 
    De certificaataanvraag moet betrekking hebben op minstens 50 dieren.
  • c) 
    De certificaataanvraag en het certificaat moeten betrekking hebben op: - hetzij jonge mannelijke runderen met een gewicht tot 300 kg, of
  • jonge mannelijke runderen met een gewicht van 220 tot 300 kg, van oorsprong en van herkomst uit Joegoslavië.

In het laatste geval moet op de certificaataanvraag en op het certificaat in de vakken 13 en 14 de volgende vermelding worden aangebracht:

"JOEGOSLAVIË".

Het certificaat verplicht tot invoer uit het aangegeven land.

  • d) 
    De aanvrager moet zich er bij de indiening van een certificaataanvraag schriftelijk toe verbinden om in de Lid-Staat waar de certificaataanvraag wordt ingediend en waar de produkten in het vrije verkeer zullen worden gebracht, over te gaan of onder zijn verantwoordelijkheid te doen overgaan tot het mesten als bedoeld in artikel 13 van Verordening (EEG) nr. 805/68. Derhalve moet op de certificaataanvraag en het certificaat zelf in vak 12 één van de volgende vermeldingen worden aangebracht:

"Certificaat geldig in ... (Lid-Staat van afgifte)",

"Licens gyldig i ...",

"Lizenz gültig in ...",

"Licence valid in ...",

"Certificat valable en ...",

"Titolo valido in ...".

  • e) 
    Op de certificaataanvraag en op het certificaat moet eveneens in vak 12 één van de volgende vermeldingen worden aangebracht: "Jonge mannelijke runderen, bestemd voor de mesterij",

"Ungtyre bestemt til opfedning",

"Zum Mästen bestimmte männliche Jungrinder",

"Young male bovine animals intended for fattening",

"Jeunes bovins mâles destinés à l'engraissement",

"Giovani bovini maschi destinati all'ingrasso".

Deze vermelding wordt aangevuld: - of wel met één van de volgende vermeldingen:

"gewicht per dier ten hoogste 300 kg",

"højeste vægt pr. dyr 300 kg",

"Stückgewicht höchstens 300 kg",

"weight per head not exceeding 300 kg",

"poids par tête, jusqu'à 300 kg",

"peso per capo, fino a 300 kg";

  • of wel, indien een voor elke van de in artikel 13, lid 4, van Verordening (EEG) nr. 805/68 bedoelde categorieën dieren afzonderlijk vastgesteld schorsingspeil van de heffing wordt toegepast, met één van de volgende vermeldingen, naar gelang van het geval:

"gewicht per dier minder dan 80 kg" of "gewicht per dier 80 tot minder dan 220 kg" of "gewicht per dier 220 tot en met 300 kg",

"vægt pr. dyr under 80 kg" of "vægt pr. dyr fra 80 til under 220 kg" of "vægt pr. dyr fra 220 til 300 kg",

"Stückgewicht weniger als 80 kg" of "Stückgewicht 80 bis weniger als 220 kg" of "Stückgewicht 220 bis 300 kg",

"weight per head less than 80 kg" of "weight per head 80 to less than 220 kg" of "weight per head 220 to 300 kg",

"poids par tête inférieur à 80 kg" of "poids par tête de 80 à moins de 220 kg" of "poids par tête de 220 à 300 kg",

"peso per capo inferiore a 80 kg" of "peso per capo da 80 a meno di 220 kg" of "peso per capo da 220 a 300 kg".

Het certificaat is slechts geldig voor de aldus omschreven produkten.

  • f) 
    Op het certificaat moet, in vak 20, één van de volgende vermeldingen worden aangebracht:

"Heffing verminderd met ... %. Certificaat geldig voor ... (hoeveelheid in cijfers en letters) dieren",

"Nedsættelse af importafgiften med ... %. Licens gyldig for ... dyr",

"Verminderung der Abschöpfung um ... v.H. Lizenz gültig für ... Tiere",

"Levy reduced by ... %. Licence valid in respect of ... animals",

"Prélèvement réduit de ... %. Certificat valable pour ... animaux",

"Prelievo ridotto del ... %. Titolo valido per ... animali".

Het aan te geven percentage waarmee de heffing wordt verminderd is het percentage dat is vastgesteld voor het kwartaal waarin de certificaataanvraag wordt ingediend: - hetzij voor jonge runderen met een gewicht van 220 tot 300 kg die worden ingevoerd uit Joegoslavië,

  • hetzij voor andere jonge runderen die worden ingevoerd op grond van de bijzondere invoerregeling.
  • 2. 
    In afwijking van artikel 3 van Verordening (EEG) nr. 193/75 zijn rechten verbonden aan de in lid 1 bedoelde invoercertificaten, die werden aangevraagd door en afgegeven aan landbouwproducenten of hun beroepsorganisaties, niet overdraagbaar.

Artikel 10

  • 1. 
    Om in aanmerking te komen voor toepassing van de bijzondere invoerregeling bedoeld in artikel 14, lid 1, sub a), van Verordening (EEG) nr. 805/68 moeten de onderstaande voorwaarden zijn vervuld: a) De aanvrager moet een natuurlijke of rechtspersoon zijn die bij de indiening van de certificaataanvraag sedert ten minste twaalf maanden werkzaam is in de sector bereiding van conserven als bedoeld in artikel 14, lid 1, sub a), van Verordening (EEG) nr. 805/68 en die is ingeschreven in een openbaar register van een Lid-Staat.
  • b) 
    De certificaataanvraag, of de door dezelfde belanghebbende ingediende certificaataanvragen, moet betrekking hebben op een totale hoeveelheid welke overeenkomt met minimaal 5 ton vlees met been en maximaal 10 % van de hoeveelheid die overeenkomstig artikel 14, lid 4, sub a), van Verordening (EEG) nr. 805/68 is vastgesteld voor de betrokken regeling en voor het kwartaal waarin de aanvraag of de aanvragen wordt of worden ingediend ; 100 kg vlees met been komt daarbij overeen met 77 kg vlees zonder been.
  • c) 
    De aanvrager moet zich er bij de indiening van de certificaataanvraag schriftelijk toe verbinden om in de Lid-Staat waar de certificaataanvraag wordt ingediend en waar de produkten in het vrije verkeer zullen worden gebracht, zelf over te gaan tot de vervaardiging van de in artikel 14, lid 1, sub a), van Verordening (EEG) nr. 805/68 bedoelde conserven. Derhalve wordt op de certificaataanvraag en het certificaat in vak 12 één van de volgende vermeldingen aangebracht:

"Certificaat geldig in ... (Lid-Staat van afgifte)",

"Licens gyldig i ...",

"Lizenz gültig in ...",

"Licence valid in ...",

"Certificat valable en ...",

"Titolo valido in ...".

  • d) 
    Op de certificaataanvraag en op het certificaat moet, eveneens in vak 12, één van de volgende vermeldingen worden aangebracht:

"Vlees bestemd voor de vervaardiging van conserven - regeling (a) - door ... (nauwkeurige vermelding van naam en adres van het bedrijf, waar deze vervaardiging zal plaatsvinden)",

"Kød bestemt til fremstilling af konserves - ordning (a) - i ...",

"Fleisch zur Herstellung von Konserven - Regelung (a) - bei ...",

"Meat intended for the manufacture of preserved food - system (a) - at ...",

"Viandes destinées à la fabrication de conserves - régime (a) - auprès de ...",

"Carni destinate alla fabbricazione di conserve - regime (a) - presso ...".

  • e) 
    Op het certificaat moet, in vak 20, één van de volgende vermeldingen worden aangebracht:

"Heffing geschorst. Certificaat geldig voor ... (hoeveelheid in letters en cijfers) kg",

"Importafgiften suspenderet. Licens gyldig for ... kg",

"Aussetzung der Abschöpfung. Lizenz gültig für ... kg",

"Levy suspended. Licence valid for ... kg",

"Prélèvement suspendu. Certificat valable pour ... kg",

"Prelievo sospeso. Titolo valido per ... kg".

  • 2. 
    Wanneer een belanghebbende verscheidene certificaataanvragen heeft ingediend en de schorsing van de heffing slechts voor een deel van de gevraagde hoeveelheden wordt toegestaan, kan hij uiterlijk twee werkdagen vóór de feitelijke afgifte van de certificaten verzoeken dat de hoeveelheden waarop de schorsing van de heffing van toepassing is, worden overgeboekt op een of meer van de certificaten waarop de aanvragen betrekking hadden, zonder dat voor elk certificaat de hoeveelheid waarvoor het oorspronkelijk werd aangevraagd, wordt overschreden.

Artikel 11

  • 1. 
    Om in aanmerking te komen voor toepassing van de bijzondere invoerregeling bedoeld in artikel 14, lid 1, sub b), van Verordening (EEG) nr. 805/68 moeten de onderstaande voorwaarden zijn vervuld: a) De aanvrager moet een natuurlijke of rechtspersoon zijn die bij de indiening van zijn aanvraag sedert ten minste 12 maanden werkzaam is in de sector vervaardiging van produkten als bedoeld in artikel 14, lid 1, sub b), van Verordening (EEG) nr. 805/68 en die is ingeschreven in een openbaar register van een Lid-Staat.
  • b) 
    De certificaataanvraag, of de door dezelfde belanghebbende ingediende certificaataanvragen, moet betrekking hebben op een totale hoeveelheid die overeenkomt met minimaal 5 ton vlees met been en maximaal 10 % van de hoeveelheid die overeenkomstig artikel 14, lid 4, sub a), van Verordening (EEG) nr. 805/68 is vastgesteld voor de betrokken regeling en voor het kwartaal waarin de aanvraag of de aanvragen wordt of worden ingediend ; 100 kg vlees met been komt daarbij overeen met 77 kg vlees zonder been.
  • c) 
    De aanvrager moet zich er bij de indiening van de certificaataanvraag schriftelijk toe verbinden om in de Lid-Staat waar de certificaataanvraag wordt ingediend en waar de produkten in het vrije verkeer zullen worden gebracht, zelf over te gaan tot de verwerking tot de in artikel 14, lid 1, sub b), van Verordening (EEG) nr. 805/68 bedoelde produkten. Derhalve wordt op de certificaataanvraag en het certificaat in vak 12 één van de volgende vermeldingen aangebracht:

"Certificaat geldig in ... (Lid-Staat van afgifte)",

"Licens gyldig i ...",

"Lizenz gültig in ...",

"Licence valid in ...",

"Certificat valable en ...",

"Titolo valido in ...".

  • d) 
    Op de certificaataanvraag en het certificaat moet, eveneens in vak 12, één van de volgende vermeldingen worden aangebracht:

"Vlees bestemd voor verwerking - regeling (b) - door ... (nauwkeurige vermelding van naam en adres van het bedrijf, waar deze verwerking zal plaatsvinden)",

"Kød bestemt til forarbejdning - ordning (b) - i ...",

"Zur Verarbeitung bestimmtes Fleisch - Regelung (b) - bei ...",

"Meat intended for processing - system (b) - at ...",

"Viandes destinées à la transformation - régime (b) - auprès de ...",

"Carni destinate alla trasformazione - regime (b) - presso ...".

  • e) 
    Op het certificaat moet, in vak 20, één van de volgende vermeldingen worden aangebracht:

"Heffing verminderd met ... %. Certificaat geldig voor ... (hoeveelheid in cijfers en letters) kg",

"Nedsættelse af importafgiften med ... %. Licens gyldig for ... kg",

"Verminderung der Abschöpfung um ... v.H. Lizenz gültig für ... kg",

"Levy reduced by ... %. Licence valid for ... kg",

"Prélèvement réduit de ... %. Certificat valable pour ... kg",

"Prelievo ridotto del ... %. Titolo valido per ... kg".

Het percentage waarmee de heffing wordt verminderd, is het percentage dat is vastgesteld voor het kwartaal waarin de certificaataanvraag wordt ingediend.

  • 2. 
    Wanneer een belanghebbende verscheidene certificaataanvragen heeft ingediend en de vermindering van de heffing slechts voor een deel van de gevraagde hoeveelheden wordt toegestaan, kan hij uiterlijk twee werkdagen vóór de feitelijke afgifte van de certificaten verzoeken dat de hoeveelheden waarop de schorsing van de heffing van toepassing is, worden overgeboekt op een of meer van de certificaten waarop de aanvragen betrekking hadden, zonder dat voor elk certificaat de hoeveelheid waarvoor het oorspronkelijk werd aangevraagd wordt overschreden.

Artikel 12

  • 1. 
    Om in aanmerking te komen voor toepassing van de bijzondere invoerregeling bedoeld in artikel 1, lid 1, sub d), van Verordening (EEG) nr. 2972/79 (1) moeten: a) de certificaataanvraag of de door dezelfde belanghebbende ingediende certificaataanvragen betrekking hebben op de totale hoeveelheid die overeenkomt met minimaal 5 ton vlees, uitgedrukt in gewicht van het produkt, en maximaal 10 % van de hoeveelheid die overeenkomstig artikel 7 van Verordening (EEG) nr. 2972/79 is vastgesteld voor de betrokken regeling en voor het kwartaal waarin de certificaataanvraag wordt ingediend;
  • b) 
    op de certificaataanvraag en het certificaat, in vak 12, één van de volgende vermeldingen worden aangebracht:

"Kwaliteitsrundvlees (Verordening (EEG) nr. 2972/79)",

"Oksekød af høj kvalitet (forordning (EØF) nr. 2972/79)",

"Qualitätsrindfleisch (Verordnung (EWG) Nr. 2972/79)",

"High-quality beef/veal (Regulation (EEC) No 2972/79)",

"Viande bovine de haute qualité (règlement (CEE) nº 2972/79)",

"Carni bovine di alta qualità (regolamento (CEE) n. 2972/79)".

  • 2. 
    Bij de uitvoering van deze bijzondere regeling wordt de overeenkomstig artikel 12 van Verordening (EEG) nr. 805/68 vastgestelde heffing, indien het onder de in artikel 2, lid 4, van Verordening (EEG) nr. 193/75 vastgestelde voorwaarden ingevoerde hoeveelheden betreft, toegepast op de hoeveelheden die de op het invoercertificaat aangegeven hoeveelheden overschrijden.

Met het oog op de toepassing van het bepaalde in de vorige alinea moet op het certificaat, in vak 20, één van de volgende vermeldingen worden aangebracht:

"Heffing geschorst. Certificaat geldig voor ... (hoeveelheid in cijfers en letters) kg",

"Importafgift suspenderet. Licens gyldig for ... kg",

"Abschöpfung ausgesetzt. Lizenz gültig für ... kg",

"Levy suspended. Licence valid for ... kg",

"Prélèvement suspendu. Certificat valable pour ... kg",

"Prelievo sospeso. Titolo valido per ... kg".

Artikel 13

  • 1. 
    Op de aanvraag van een invoercertificaat voor overeenkomstig artikel 2 van Verordening (EEG) nr. 435/80 met vrijdom van douanerechten en, naar gelang van het geval, overeenkomstig artikel 4 van dezelfde verordening met verlaging van de rechten bij invoer, andere dan douanerechten, dan wel overeenkomstig artikel 21 van dezelfde verordening met vrijdom van heffingen, in te voeren produkten, alsmede op het certificaat: a) wordt in vak 12 één van de volgende vermeldingen aangebracht:

"ACS/LGO-produkt (Verordening (EEG) nr. 435/80)",

"AVS/OLT-varer (forordning (EØF) nr. 435/80)",

"AKP/ÜLG-Erzeugnis (Verordnung (EWG) Nr. 435/80)",

"ACP/OCT product (Regulation (EEC) No 435/80)",

"Produit ACP/PTOM (règlement (CEE) nº 435/80)",

"Prodotto ACP/PTOM (regolamento (CEE) n. 435/80)";

  • b) 
    wordt in vak 14 de naam van de staat, het land of het gebied van oorsprong van het produkt vermeld.
  • 2. 
    In dat geval verplicht het invoercertificaat tot invoer uit de staat of uit het land of gebied, als in het certificaat vermeld.
  • 3. 
    Bij de uitvoering van deze bijzondere regeling wordt de overeenkomstig artikel 12 van Verordening (EEG) nr. 805/68 vastgestelde heffing, indien het onder de in artikel 2, lid 4, van Verordening (EEG) nr. 193/75 vastgestelde voorwaarden ingevoerde hoeveelheden betreft, toegepast op de hoeveelheden die de op het invoercertificaat aangegeven hoeveelheden overschrijden.

Artikel 14

  • 1. 
    De aanvraag om afgifte van een uitvoercertificaat voor de in artikel 1 van Verordening (EEG) nr. 2973/79 bedoelde produkten mag alleen worden ingediend in een Lid-Staat die voldoet aan de gezondheidsvoorschriften welke door het importerende derde land zijn gesteld. (1)PB nr. L 336 van 29.12.1979, blz. 37.
  • 2. 
    Op de certificaataanvraag en op het certificaat wordt in vak 13 de vermelding "USA" aangebracht. Het certificaat verplicht tot uitvoer uit de Lid-Staat van afgifte naar de Verenigde Staten van Amerika.
  • 3. 
    In afwijking van artikel 2, lid 4, van Verordening (EEG) nr. 193/75 mogen de hoeveelheden die worden uitgevoerd niet hoger zijn dan de hoeveelheden die op het certificaat zijn vermeld.
  • 4. 
    Op het certificaat wordt, in vak 18, één van de volgende vermeldingen aangebracht:

"Fresh, chilled or frozen beef. Agreement between the EEC and the USA. Valid only in ... (Lid-Staat van afgifte). Quantity to be exported may not exceed ... (hoeveelheid in cijfers en letters) kg";

"Fersk, kølet eller frosset oksekød. Aftale mellem EØF og USA. Kun gyldig i ... (Lid-Staat van afgifte). Mængden, der skal udføres, må ikke overstige ... (hoeveelheid in cijfers en letters) kg".

Artikel 15

  • 1. 
    Aanvragen voor certificaten in het kader van bijzondere regelingen kunnen slechts in de onderstaande periodes worden ingediend: a) Aanvragen overeenkomstig de artikelen 9 tot en met 12 gedurende de eerste tien dagen van elk kwartaal. Indien de totale hoeveelheid waarvoor in deze periode aanvragen zijn ingediend kleiner is dan de voor het betrokken kwartaal vastgestelde hoeveelheid, kan worden beslist dat opnieuw certificaataanvragen kunnen worden ingediend tijdens een of meer vastgestelde periodes binnen het betrokken kwartaal.

In dat geval worden nieuwe data vastgesteld voor de in lid 4, sub a), bedoelde mededelingen en voor de afgifte van de in lid 5, sub a), bedoelde certificaten.

  • b) 
    Aanvragen overeenkomstig artikel 13 gedurende de eerste tien dagen van elke maand.
  • c) 
    Aanvragen overeenkomstig artikel 14 mogen te allen tijde worden ingediend.
  • 2. 
    Aanvragen voor certificaten in het kader van bijzondere regelingen zijn slechts ontvankelijk indien: a) de daarin vermelde bijzondere regeling wordt toegepast op de dag die voor de feitelijke afgifte van het certificaat is aangeduid, en
  • b) 
    de aanvrager schriftelijk verklaart, dat hij in geval van de in de artikelen 9 tot en met 12 bedoelde bijzondere regelingen voor het lopende kwartaal geen aanvragen heeft ingediend en zulks ook niet zal doen met betrekking tot dezelfde bijzondere invoerregeling in andere Lid-Staten dan die Lid-Staat waar de aanvraag wordt ingediend ; in het geval dat dezelfde belanghebbende in twee of meer Lid-Staten aanvragen met betrekking tot dezelfde bijzondere invoerregeling heeft ingediend, zijn al deze aanvragen niet-ontvankelijk.
  • 3. 
    Voor elke van de in de artikelen 10 tot en met 12 bedoelde bijzondere regelingen worden alle aanvragen die door een zelfde belanghebbende zijn ingediend, als één enkele aanvraag beschouwd. Bovendien worden alle aanvragen die door een zelfde belanghebbende worden ingediend in het kader van de in artikel 9 bedoelde bijzondere regeling en die op dezelfde gewichtscategorie en dezelfde vermindering van de heffing betrekking hebben, als één enkele aanvraag beschouwd.
  • 4. 
    De Lid-Staten delen de Commissie over de ingediende aanvragen de volgende inlichtingen mede: a) Ten aanzien van aanvragen die op grond van artikel 9 zijn ingediend, worden op de 18e dag van elk kwartaal de hoeveelheden en op de 20e dag de lijst van aanvragers medegedeeld met betrekking tot de gedurende de in lid 1, sub a), bedoelde periode ingediende aanvragen met afzonderlijke details met betrekking tot de aanvragen die werden ingediend voor elk van de in artikel 9, lid 1, sub c), bedoelde categorieën en eventueel ingedeeld naar levend gewicht.
  • b) 
    Aanvragen die op grond van de artikelen 10 tot en met 12 zijn ingediend, worden op de 18e dag van elk kwartaal medegedeeld. Zij omvatten een lijst van de aanvragers en de hoeveelheden waarvoor gedurende het in lid 1, sub a), bedoelde tijdvak aanvragen zijn ingediend ; zij vermelden daarbij de betrokken invoerregeling.
  • c) 
    De inlichtingen over de op grond van artikel 13 ingediende aanvragen worden medegedeeld op de tweede werkdag volgende op de laatste dag van de termijn waarbinnen de aanvragen kunnen worden ingediend. Voor elk van de betrokken derde landen wordt de totale hoeveelheid aangegeven waarvoor aanvragen als bedoeld in lid 1, sub b), zijn gedaan.
  • d) 
    De inlichtingen over de op grond van artikel 14 ingediende aanvragen worden op de derde werkdag van elke maand medegedeeld. Zij omvatten een lijst van de aanvragers en de hoeveelheden waarvoor in de voorafgaande maand aanvragen als bedoeld in lid 1, sub c), zijn ingediend.

Alle mededelingen moeten op de aangegeven werkdag vóór 16.00 uur per telexbericht geschieden, ook indien er geen aanvragen werden ingediend.

  • 5. 
    Nadat de Commissie de betrokken aanvragen heeft ingewilligd, worden de certificaten in het kader van de bijzondere regelingen afgegeven op de volgende dagen: a) certificaten bedoeld in de artikelen 9 tot en met 12 : op de 30e dag van elk kwartaal;
  • b) 
    certificaten bedoeld in artikel 13 : op de 21e dag van elke maand;
  • c) 
    certificaten bedoeld in artikel 14 : op de 15e dag van elke maand.
  • 6. 
    a) De op grond van de artikelen 9 tot en met 12 aangevraagde hoeveelheden kunnen met een uniform percentage worden verminderd.
  • b) 
    (i) De Commissie beslist voor elk betrokken derde land in hoeverre de aanvragen op grond van artikel 13 kunnen worden ingewilligd. Indien de hoeveelheden waarvoor certificaten werden aangevraagd voor produkten van oorsprong uit een bepaald derde land de voor dit derde land beschikbare hoeveelheid overschrijden, stelt de Commissie een uniform percentage vast waarmede de aangevraagde hoeveelheden worden verminderd.

(ii) Indien de totale hoeveelheid waarvoor aanvragen voor een bepaald derde land werden gedaan beneden de voor dit derde land beschikbare hoeveelheid ligt, bepaalt de Commissie de overblijvende hoeveelheid.

  • c) 
    De Commissie beslist in welke mate gevolg kan worden gegeven aan de op grond van artikel 14 ingediende aanvragen. Indien de hoeveelheden waarvoor certificaten werden aangevraagd groter zijn dan de beschikbare hoeveelheden, stelt de Commissie een uniform percentage vast waarmee de aangevraagde hoeveelheden worden verminderd.

TITEL V Mededelingen met betrekking tot de certificaten

Artikel 16

Vóór de vijfde dag van elke maand deelt de Lid-Staat aan de hand van de in bijlage I opgenomen lijsten en de daarbij aangegeven codes gebruikend, de Commissie per telexbericht mede voor welke hoeveelheid produkten in de voorafgaande kalendermaand invoer- of uitvoercertificaten zijn afgegeven. De Commissie kan aanvullende inlichtingen vragen.

TITEL VI Slotbepalingen

Artikel 17

  • 1. 
    Verordening (EEG) nr. 571/78 wordt ingetrokken.
  • 2. 
    In alle besluiten van de Gemeenschap waarin wordt verwezen naar Verordening (EEG) nr. 571/78 of naar bepaalde artikelen daarvan, moet deze verwijzing worden beschouwd als een verwijzing naar de onderhavige verordening of de overeenkomstige artikelen hiervan. Bijlage II bevat de concordantietabel van de betrokken artikelen.

Artikel 18

  • 1. 
    De artikelen 2 en 7 van Verordening (EEG) nr. 2973/79 vervallen.
  • 2. 
    De artikelen 2 en 6 van Verordening (EEG) nr. 486/80 vervallen.

Artikel 19

Deze verordening treedt in werking op 1 oktober 1980.

Zij is van toepassing op alle certificaten die na 1 oktober 1980 zijn aangevraagd ; voor de vóór deze datum aangevraagde certificaten blijft Verordening (EEG) nr. 571/78 van toepassing. De uitvoer van produkten vallende onder post 01.02 A I van het gemeenschappelijk douanetarief, onder dekking van een certificaat voor de vaststelling vooraf van restituties, dat werd aangevraagd vóór 1 oktober 1980, is niet onderworpen aan het overleggen van een uitvoercertificaat.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

Gedaan te Brussel, 4 september 1980.

Voor de Commissie

Finn GUNDELACH

Vice-Voorzitter

BIJLAGE I

>PIC FILE= "T0015510">

>PIC FILE= "T0015511">

>PIC FILE= "T0015512">

>PIC FILE= "T0015513">

BIJLAGE II CONCORDANTIETABEL

>PIC FILE= "T0015514"> >PIC FILE= "T0015515">

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.