Besluit 1981/956 - 81/956/EEG: Vierde beschikking van de Raad van 16 november 1981 betreffende de gelijkstelling van in derde landen voortgebrachte pootaardappelen

Inhoudsopgave

  1. Wettekst
  2. 31981D0956

1.

Wettekst

Avis juridique important

|

2.

31981D0956

81/956/EEG: Vierde beschikking van de Raad van 16 november 1981 betreffende de gelijkstelling van in derde landen voortgebrachte pootaardappelen

Publicatieblad Nr. L 351 van 07/12/1981 blz. 0001 - 0004

Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 3 Deel 14 blz. 0082

Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 3 Deel 14 blz. 0082

VIERDE BESCHIKKING VAN DE RAAD van 16 november 1981 betreffende de gelijkstelling van in derde landen voortgebrachte pootaardappelen (81/956/EEG)

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,

Gelet op Richtlijn 66/403/EEG van de Raad van 14 juni 1966 betreffende het in de handel brengen van pootaardappelen (1), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 81/561/EEG (2), inzonderheid op artikel 15, lid 1,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Overwegende dat de Raad bij zijn Beschikkingen 72/294/EEG (3), 75/370/EEG (4) en 78/691/EEG (5) heeft vastgesteld dat de in Oostenrijk, in Zwitserland en in Polen geoogste en officieel gecontroleerde pootaardappelen dezelfde waarborgen bieden als het in de Gemeenschap geoogste en gecontroleerde pootgoed;

Overwegende dat het tijdvak waarin deze gelijkstelling geldt, eindigt op 30 juni 1981 ; dat deze gelijkstelling echter voor een nieuw tijdvak dient te worden gehandhaafd, aangezien is gebleken dat nog steeds wordt voldaan aan de voorwaarden waarop de communautaire vaststellingen oorspronkelijk berustten;

Overwegende dat deze beschikking niet verhindert dat communautaire vaststellingen worden ingetrokken of de geldigheidsduur ervan niet wordt verlengd, wanneer blijkt dat niet of niet meer wordt voldaan aan de voorwaarden waarop zij berustten;

Overwegende dat het te dien einde nodig is nadere praktische inlichtingen over het in vorengenoemde landen voortgebrachte pootgoed te verkrijgen door teelt en controle van monsters in het kader van communautaire vergelijkingsproeven;

Overwegende dat deze beschikking de voorwaarden die de Lid-Staten vaststellen krachtens Richtlijn 77/93/EEG van de Raad van 21 december 1976 betreffende de beschermende maatregelen tegen het binnenbrengen op het grondgebied van de Lid-Staten van voor planten of voor plantaardige produkten schadelijke organismen (6), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 81/7/EEG (7), onverlet laat,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING VASTGESTELD:

Artikel 1

Er wordt vastgesteld dat in de in de bijlage, deel I, genoemde landen geoogste en door de daar genoemde diensten officieel gecontroleerde pootaardappelen van (1) PB nr. 125 van 11.7.1966, blz. 2320/66. (2) PB nr. L 203 van 23.7.1981, blz. 52. (3) PB nr. L 186 van 16.8.1972, blz. 43. (4) PB nr. L 164 van 27.6.1975, blz. 43. (5) PB nr. L 236 van 25.7.1978, blz. 10. (6) PB nr. L 26 van 31.1.1977, blz. 20. (7) PB nr. L 14 van 16.1.1981, blz. 23. de daarin vermelde categorieën gelijkwaardig zijn aan de pootaardappelen van de daarmede overeenkomende categorieën, geoogst in de Gemeenschap en dat zij, voor zover de in de bijlage, deel II, genoemde voorwaarden zijn vervuld, voldoen aan het bepaalde in Richtlijn 66/403/EEG.

Artikel 2

Deze beschikking is van toepassing van 1 juli 1981 tot en met 30 juni 1983.

Artikel 3

Deze beschikking is gericht tot de Lid-Staten.

Gedaan te Brussel, 16 november 1981.

Voor de Raad

De Voorzitter

  • P. 
    WALKER

BIJLAGE

DEEL I TABEL

>PIC FILE= "T0019918">

DEEL II Voorwaarden

  • 1. 
    Het pootgoed wordt officieel goedgekeurd en de verpakking officieel van een aanduiding voorzien en gesloten volgens de door de Werkgroep voor normalisatie van bederfelijke voedingsmiddelen van de Economische Commissie voor Europa aanbevolen Europese norm voor aardappelpootgoed.
  • 2. 
    De veldkeuring moet worden verricht door diensten van het land van produktie of, onder verantwoordelijkheid van deze diensten, door publiekrechtelijke of privaatrechtelijke rechtspersonen van dit land, op voorwaarde dat deze personen geen bijzonder voordeel ontlenen aan het resultaat van deze keuring.
  • 3. 
    Alle gegevens moeten worden opgesteld in ten minste één van de officiële talen van de Europese Gemeenschappen.
  • 4. 
    De kleur van het etiket is: - wit voor het basispootgoed;
  • blauw voor het gecertificeerde pootgoed.

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.