Verordening 1981/1974 - Wijziging van de aanpassingscoëfficiënten welke van toepassing zijn op de bezoldigingen en pensioenen van de ambtenaren en andere personeelsleden van de EG - Hoofdinhoud
Inhoudsopgave
|
Verordening (Euratom, EGKS, EEG) nr. 1974/81 van de Raad van 13 juli 1981 tot wijziging van de aanpassingscoëfficiënten welke van toepassing zijn op de bezoldigingen en pensioenen van de ambtenaren en andere personeelsleden van de Europese Gemeenschappen
Publicatieblad Nr. L 193 van 16/07/1981 blz. 0001 - 0002
Bijzondere uitgave in het Spaans: Hoofdstuk 01 Deel 3 blz. 0082
Bijzondere uitgave in het Portugees: Hoofdstuk 01 Deel 3 blz. 0082
++++
VERORDENING ( EURATOM , EGKS , EEG ) NR . 1974/81 VAN DE RAAD
VAN 13 JULI 1981
TOT WIJZIGING VAN DE AANPASSINGSCOEFFICIENTEN WELKE VAN TOEPASSING ZIJN OP DE BEZOLDIGINGEN EN PENSIOENEN VAN DE AMBTENAREN EN ANDERE PERSONEELSLEDEN VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN
DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN ,
GELET OP HET VERDRAG TOT INSTELLING VAN EEN RAAD EN EEN COMMISSIE WELKE DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN GEMEEN HEBBEN ,
GELET OP HET STATUUT VAN DE AMBTENAREN VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN EN DE REGELING WELKE VAN TOEPASSING IS OP DE ANDERE PERSONEELSLEDEN VAN DEZE GEMEENSCHAPPEN , VASTGESTELD BIJ VERORDENING ( EEG , EURATOM , EGKS ) NR . 259/68 ( 1 ) EN LAATSTELIJK GEWIJZIGD BIJ VERORDENING ( EURATOM , EGKS , EEG ) NR . 397/81 ( 2 ) , INZONDERHEID OP ARTIKEL 64 , ARTIKEL 65 , LID 2 , EN ARTIKEL 82 VAN DAT STATUUT , ALSMEDE OP ARTIKEL 20 , EERSTE ALINEA , EN ARTIKEL 64 VAN DIE REGELING ,
GEZIEN HET VOORSTEL VAN DE COMMISSIE ,
OVERWEGENDE DAT WEGENS DE AANZIENLIJKE STIJGING VAN DE KOSTEN VAN LEVENSONDERHOUD DIE ZICH IN VERSCHILLENDE LANDEN VAN TEWERKSTELLING VAN DE AMBTENAREN EN ANDERE PERSONEELSLEDEN VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN IN HET TWEEDE HALFJAAR VAN 1980 HEEFT VOORGEDAAN , DE AANPASSINGSCOEFFICIENTEN WELKE VAN TOEPASSING ZIJN OP DE BEZOLDIGINGEN EN PENSIOENEN VAN DEZE AMBTENAREN EN ANDERE PERSONEELSLEDEN MET INGANG VAN 1 JANUARI 1981 GEWIJZIGD DIENEN TE WORDEN ;
OVERWEGENDE DAT VOLGENS HET STELSEL VOOR DE AANPASSING VAN DE BEZOLDIGINGEN DAT VOORTVLOEIT UIT ARTIKEL 65 , LEDEN 1 EN 2 , VAN HET STATUUT EN DE IN 1976 DOOR DE RAAD AANGENOMEN METHODE , DE TUSSENTIJDSE AANPASSING IN DE LOOP VAN HET JAAR KRACHTENS ARTIKEL 65 , LID 2 , WAARBIJ UITSLUITEND REKENING WORDT GEHOUDEN MET DE ONTWIKKELING VAN DE KOSTEN VAN LEVENSONDERHOUD , MOET WORDEN BESCHOUWD ALS EEN VOORSCHOT DAT AAN HET EINDE VAN HET JAAR IN MINDERING MOET KUNNEN WORDEN GEBRACHT OP DE DEFINITIEVE AANPASSING WAARBIJ ZOWEL REKENING WORDT GEHOUDEN MET DE ONTWIKKELING VAN DE KOSTEN VAN LEVENSONDERHOUD ALS MET DE ONTWIKKELING VAN DE KOOPKRACHT VAN DE NATIONALE AMBTENAREN TIJDENS DE REFERENTIEPERIODE ; DAT HET , IN GEVAL VAN EEN NEGATIEVE ONTWIKKELING VAN DE FACTOR KOOPKRACHT , NOODZAKELIJK KAN ZIJN OM , MET HET OOG OP DEZE VERREKENING , VOORLOPIG EEN DEEL VAN DE TUSSENTIJDSE AANPASSING IN TE HOUDEN IN AFWACHTING VAN DE DEFINITIEVE AANPASSING ;
OVERWEGENDE DAT DE COMMISSIE IN CASU VAN OORDEEL IS DAT ZICH TIJDENS DE REFERENTIEPERIODE 1 JULI 1980 - 1 JULI 1981 EEN NEGATIEVE ONTWIKKELING VAN DE FACTOR KOOPKRACHT IN DE ORDE VAN GROOTTE VAN 2 % ZOU KUNNEN VOORDOEN ; DAT DERHALVE VOORLOPIG , OVEREENKOMSTIG HET VOORSTEL VAN DE COMMISSIE , EEN VAST BEDRAG TEN BELOPE VAN 1 % MOET WORDEN INGEHOUDEN OP DE TUSSENTIJDSE AANPASSING DIE HET GEVOLG IS VAN DE ONTWIKKELING VAN DE KOSTEN VAN LEVENSONDERHOUD IN HET TWEEDE HALFJAAR VAN 1980 ,
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD :
ARTIKEL 1
1 . DE AANPASSINGSCOEFFICIENTEN WELKE VAN TOEPASSING ZIJN OP DE BEZOLDIGING VAN DE IN EEN VAN DE HIERNA GENOEMDE LANDEN WERKZAME AMBTENAREN EN ANDERE PERSONEELSLEDEN , BEDRAGEN MET INGANG VAN 1 JANUARI 1981 :
BELGIE 103,6
DENEMARKEN 108,7
DUITSLAND 99,2
GRIEKENLAND 83,2
FRANKRIJK 102,0
IERLAND 77,1
ITALIE 82,4
LUXEMBURG 103,6
NEDERLAND 98,4
VERENIGD KONINKRIJK 88,3
ZWITSERLAND 115,3
VERENIGDE STATEN - NEW YORK 112,5
VERENIGDE STATEN - WASHINGTON 104,1
CANADA 91,6
JAPAN 134,6
TURKIJE 80,0
SPANJE 99,3
PORTUGAL 74,1
VENEZUELA 136,3
OOSTENRIJK 105,0
THAILAND 122,9
CHILI 140,4
AUSTRALIE 109,1
JOEGOSLAVIE 99,7
ALGERIJE 125,0
MAROKKO 121,1
TUNESIE 108,9
EGYPTE 125,2
SYRIE 134,1
JORDANIE 139,1
LIBANON 131,0
ISRAEL 158,7 .
2 . DE AANPASSINGSCOEFFICIENT DIE OVEREENKOMSTIG ARTIKEL 82 , LID 1 , TWEEDE ALINEA , VAN HET STATUUT VAN TOEPASSING IS OP HET PENSIOEN , BEDRAAGT MET INGANG VAN 1 JANUARI 1981 VOOR HET LAND VAN DE GEMEENSCHAPPEN WAAR DE PENSIOENGERECHTIGDE VERKLAART ZICH TE VESTIGEN :
BELGIE 103,6
DENEMARKEN 108,7
DUITSLAND 99,2
GRIEKENLAND 83,2
FRANKRIJK 102,0
IERLAND 77,1
ITALIE 82,4
LUXEMBURG 103,6
NEDERLAND 98,4
VERENIGD KONINKRIJK 88,3 .
INDIEN DE PENSIOENGERECHTIGDE VERKLAART ZICH IN EEN ANDER DAN DE HIERBOVEN GENOEMDE LANDEN TE VESTIGEN , IS OP HET PENSIOEN DE AANPASSINGSCOEFFICIENT VAN TOEPASSING WELKE VOOR BELGIE GELDT .
ARTIKEL 2
1 . DE AANPASSINGSCOEFFICIENTEN WELKE VAN TOEPASSING ZIJN OP DE BEZOLDIGING VAN DE IN ARTIKEL 2 VAN VERORDENING ( EEG , EURATOM , EGKS ) NR . 160/80 ( 3 ) BEDOELDE PERSONEN BEDRAGEN MET INGANG VAN 1 JANUARI 1981 :
BELGIE 107,1
DENEMARKEN 126,6
DUITSLAND 101,1
FRANKRIJK 111,1
IERLAND 81,0
ITALIE 97,3
LUXEMBURG 107,1
NEDERLAND 102,3
VERENIGD KONINKRIJK 83,7
ZWITSERLAND 124,1 .
2 . DE AANPASSINGSCOEFFICIENTEN WELKE VAN TOEPASSING ZIJN OP DE PENSIOENEN EN VERGOEDINGEN VAN DE IN ARTIKEL 2 VAN VERORDENING ( EEG , EURATOM , EGKS ) NR . 160/80 BEDOELDE PERSONEN BEDRAGEN MET INGANG VAN 1 JANUARI 1981 :
BELGIE 107,1
DENEMARKEN 126,6
DUITSLAND 101,1
FRANKRIJK 111,1
IERLAND 81,0
ITALIE 97,3
LUXEMBURG 107,1
NEDERLAND 102,3
VERENIGD KONINKRIJK 83,7 .
INDIEN DE PENSIOENGERECHTIGDE VERKLAART ZICH IN EEN ANDER DAN DE HIERBOVEN GENOEMDE LANDEN TE VESTIGEN , IS OP HET PENSIOEN DE AANPASSINGSCOEFFICIENT VAN TOEPASSING WELKE VOOR BELGIE GELDT .
ARTIKEL 3
DE ARTIKELEN 6 EN 7 VAN VERORDENING ( EURATOM , EGKS , EEG ) NR . 397/81 WORDEN MET INGANG VAN 1 JANUARI 1981 INGETROKKEN .
ARTIKEL 4
DEZE VERORDENING TREEDT IN WERKING OP DE DAG VOLGENDE OP DIE VAN HAAR BEKENDMAKING IN HET PUBLIKATIEBLAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN .
DEZE VERORDENING IS VERBINDEND IN AL HAAR ONDERDELEN EN IS RECHTSTREEKS TOEPASSELIJK IN ELKE LID-STAAT .
GEDAAN TE BRUSSEL , 13 JULI 1981 .
VOOR DE RAAD
DE VOORZITTER
LORD CARRINGTON
( 1 ) PB NR . L 56 VAN 4 . 3 . 1968 , BLZ . 1 .
( 2 ) PB NR . L 46 VAN 19 . 2 . 1981 , BLZ . 1 .
( 3 ) PB NR . L 20 VAN 26 . 1 . 1980 , BLZ . 1 .
Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.