Verordening 1981/2780 - Aanpassing van de bedragen en percentages bedoeld in artikel 13 van bijlage VII van het Statuut van de ambtenaren van de EG met betrekking tot de dagvergoeding voor dienstreizen

Inhoudsopgave

  1. Wettekst
  2. 31981R2780

1.

Wettekst

Avis juridique important

|

2.

31981R2780

Verordening (Euratom, EGKS, EEG) nr. 2780/81 van de Raad van 22 september 1981 houdende aanpassing van de bedragen en percentages bedoeld in artikel 13 van bijlage VII van het Statuut van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen met betrekking tot de dagvergoeding voor dienstreizen

Publicatieblad Nr. L 271 van 26/09/1981 blz. 0001 - 0002

Bijzondere uitgave in het Spaans: Hoofdstuk 01 Deel 3 blz. 0094

Bijzondere uitgave in het Portugees: Hoofdstuk 01 Deel 3 blz. 0094

*****

VERORDENING (EURATOM, EGKS, EEG) Nr. 2780/81 VAN DE RAAD

van 22 september 1981

houdende aanpassing van de bedragen en percentages bedoeld in artikel 13 van bijlage VII van het Statuut van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen met betrekking tot de dagvergoeding voor dienstreizen

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot instelling van één Raad en één Commissie welke de Europese Gemeenschappen gemeen hebben,

Gelet op het Statuut van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen en de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van deze Gemeenschappen, vastgesteld bij Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 259/68 (1), en laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 161/80 (2), inzonderheid op artikel 13 van bijlage VII van genoemd Statuut en de artikelen 22 en 67 van genoemde Regeling,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Overwegende dat de bedragen en percentages van de dagvergoeding voor dienstreizen dienen te worden aangepast om rekening te houden met de ontwikkeling van de kosten welke in de verschillende standplaatsen van de Lid-Staten zijn waargenomen,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Artikel 13 van bijlage VII van het Statuut wordt als volgt gewijzigd:

  • 1. 
    De tabel in lid 1, sub a), wordt als volgt gelezen:

(in Bfr.)

1.2.3.4 // // // // // // I // II // III // // Rang A 1 t/m A 3 en L/A 3 // Rang A 4 t/m A 8, L/A 4 t/m L/A 8 en categorie B // Overige rangen // // // // // België // 1 400 // 2 150 // 1 990 // Denemarken // 1 650 // 2 150 // 1 990 // Duitsland // 1 350 // 2 150 // 1 990 // Griekenland // 900 // 1 550 // 1 430 // Frankrijk // 1 550 // 2 650 // 2 450 // Ierland // 1 430 // 2 000 // 1 850 // Italië // 1 110 // 1 900 // 1 760 // Luxemburg // 1 300 // 2 010 // 1 850 // Nederland // 1 300 // 2 250 // 2 080 // Verenigd Koninkrijk // 1 350 // 2 26. 1. 1980, blz. 5.

  • 2. 
    Lid 2 wordt als volgt gelezen:

»2. Naast het bedrag van kolom I van bovenstaande tabel wordt, tot een bedrag van ten hoogste 950 Bfr. voor Griekenland, 1 400 Bfr. voor Denemarken, Frankrijk, Italië en Luxemburg, 1 500 Bfr. voor Nederland en Ierland, 1 700 Bfr. voor België en het Verenigd Koninkrijk en 1 800 Bfr. voor Duitsland, het bedrag van de hotelrekening vergoed, waarin de kamerprijs, het bedieningsgeld en de belastingen zijn begrepen, doch niet de kosten van het ontbijt. Wordt de hotelrekening niet overgelegd, dan ontvangt de ambtenaar een vaste vergoeding van 40 % van voornoemde bedragen, behalve indien hij kosten voor slaaprijtuig heeft gemaakt die moeten worden vergoed of indien hij de nacht niet buiten zijn standplaats heeft behoeven door te brengen.".

  • 3. 
    In lid 3 worden de woorden »worden respectievelijk 330 Bfr. en 315 Bfr." vervangen door de woorden »wordt 25 %".
  • 4. 
    Lid 8, tweede alinea, wordt als volgt gelezen:

»De dagvergoeding wordt per aangeboden maaltijd verminderd met 23 % van het in kolom I en met 16 % van het in kolom II of III bedoelde bedrag; de in de kolommen II en III bedoelde vergoedingen worden met 34 % verminderd per dag dat huisvesting wordt aangeboden. Wanneer aan de ambtenaar op dienstreis de maaltijden en de huisvesting geheel worden aangeboden of vergoed door een van de Instellingen van de Gemeenschappen, een overheidsinstantie of een nationale of internationale organisatie, ontvangt hij in plaats van de hierboven bedoelde vergoeding voor dienstreizen een vergoeding van, naar gelang van het geval, 26 % van het in kolom I of 17 % van het in kolom II of III bedoelde bedrag.".

  • 5. 
    Lid 9 vervalt en lid 10 wordt lid 9.
  • 6. 
    In lid 9 worden de woorden »de leden 1, 2, 3, 8 en 9" vervangen door »de leden 1, 2, 3 en 8".

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

Gedaan te Brussel, 22 september 1981.

Voor de Raad

De Voorzitter

  • J. 
    BRUCE-GARDYNE 650 // 2 450 // // // //
  • (1) 
    PB nr. L 56 van 4. 3. 1968, blz. 1. (2) PB nr. L 20 van

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.