Verordening 1982/81 - Tussentijdse maatregelen voor de instandhouding en het beheer van de visbestanden, van toepassing op vaartuigen die de vlag van Noorwegen voeren

Inhoudsopgave

  1. Wettekst
  2. 31982R0081

1.

Wettekst

Avis juridique important

|

2.

31982R0081

Verordening (EEG) nr. 81/82 van de Raad van 8 januari 1982 tot vaststelling van bepaalde tussentijdse maatregelen voor de instandhouding en het beheer van de visbestanden, van toepassing op vaartuigen die de vlag van Noorwegen voeren

Publicatieblad Nr. L 011 van 16/01/1982 blz. 0001 - 0009

*****

VERORDENING (EEG) Nr. 81/82 VAN DE RAAD

van 8 januari 1982

tot vaststelling van bepaalde tussentijdse maatregelen voor de instandhouding en het beheer van de visbestanden, van toepassing op vaartuigen die de vlag van Noorwegen voeren

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,

Gelet op de Overeenkomst betreffende visserij tussen de Europese Economische Gemeenschap en het Koninkrijk Noorwegen (1), inzonderheid op artikel 2,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Overwegende dat het niet mogelijk is geweest vóór 31 december 1981 een definitieve regeling betreffende de visserij door Noorse vaartuigen in de visserijzone van de Gemeenschap in overeenstemming met de conclusies van het gevoerde overleg vast te stellen;

Overwegende dat het ten einde een onderbreking van de wederzijdse visserijactiviteiten van de vaartuigen van beide partijen in de visserijzone van de andere te vermijden, de partijen het eens geworden zijn over een wederzijdse tussentijdse regeling; dat het derhalve noodzakelijk is dat de Gemeenschap onverwijld de aldus overeengekomen regeling vaststelt waarbij het aan Noorse vaartuigen toegestaan wordt te vissen in de visserijzone van de Gemeenschap vanaf 1 januari 1982 tot en met 31 maart 1982;

Overwegende dat daartoe derhalve een tijdelijke maatregel dient te worden vastgesteld die later moet worden opgenomen in een nog vast te stellen definitieve regeling op grond van artikel 43 van het Verdrag;

Overwegende dat in de Overeenkomst van 19 december 1966 tussen Denemarken, Noorwegen en Zweden inzake de onderlinge verlening van visrechten in het Skagerrak en het Kattegat is bepaald dat elke partij de vaartuigen van de andere partijen visrechten verleent in haar visserijzone in het Skagerrak en een gedeelte van het Kattegat tot 4 zeemijl gemeten van de basislijnen;

Overwegende dat in de Visserijovereenkomst van 1964 tussen het Verenigd Koninkrijk en Noorwegen is bepaald dat Noorse vaartuigen mogen vissen op hondshaai en reuzenhaai in bepaalde gebieden tussen 6 en 12 zeemijl gemeten van de basislijnen van het Verenigd Koninkrijk,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING

VASTGESTELD:

Artikel 1

  • 1. 
    Vaartuigen die de vlag van Noorwegen voeren, mogen in de periode van 1 januari tot en met 31 maart 1982 in de 200-mijlszone van de Lid-Staten in de Noordzee, het Skagerrak, het Kattegat, de Oostzee, de Labradorzee, de Davis Strait, de Baffin Bay en de Atlantische Oceaan benoorden 43°00' noorderbreedte overeenkomstig het bepaalde in deze verordening vissen op de in bijlage I vermelde soorten binnen de in die bijlage vastgestelde geografische en kwantitatieve grenzen.
  • 2. 
    De bij lid 1 toegestane visserij mag slechts worden uitgeoefend in de gedeelten van de visserijzone van 200 mijl zeewaarts van 12 zeemijl vanaf de basislijnen vanwaar de territoriale zeeën van de Lid-Staten worden gemeten, met de volgende uitzonderingen:
  • a) 
    vissen in het Skagerrak is toegestaan zeewaarts van 4 zeemijl vanaf de basislijnen van Denemarken;
  • b) 
    vissen op hondshaai en reuzenhaai is toegestaan in de gebieden als omschreven in bijlage II.
  • 3. 
    In afwijking van lid 1 zijn onvermijdelijke bijvangsten van een soort waarvoor in een zone geen quotum is vastgesteld, toegestaan binnen de grenzen vastgesteld in de instandhoudingsmaatregelen die in de betrokken zone gelden.
  • 4. 
    Bijvangsten in een bepaalde zone van een soort waarvoor in die zone een quotum is vastgesteld worden van dat quotum afgetrokken.

Artikel 2

  • 1. 
    Vaartuigen die vissen in het kader van de in artikel 1 vastgestelde quotaregeling dienen zich te houden aan de instandhoudings- en controlemaatre

gelen en aan alle overige voorschriften inzake de uitoefening van de visserij in de in dat artikel bedoelde zones.

  • 2. 
    De in lid 1 bedoelde vaartuigen dienen een logboek bij te houden waarin de in bijlage III genoemde gegevens moeten worden opgenomen.
  • 3. 
    De in lid 1 bedoelde vaartuigen dienen met uitzondering van die welke vissen in de ICES-afdeling IIIa, de Commissie de in bijlage IV genoemde informatie te verstrekken. Deze gegevens dienen te worden medegedeeld overeenkomstig de voorschriften van deze bijlage.
  • 4. 
    De registratieletters en de registratienummers van de in lid 1 bedoelde vaartuigen dienen duidelijk op beide zijden van de boeg van het vaaartuig te zijn aangebracht.

Artikel 3

  • 1. 
    Vissen in ICES-afdelingen XIV en Va en NAFO-subzone 1 in het kader van de in artikel 1 vastgestelde quotaregeling is slechts toegestaan indien er een door de Commissie namens de Gemeenschap afgegeven vergunning aan boord is en de in de vergunning vermelde voorwaarden in acht worden genomen.
  • 2. 
    Vissen in alle andere ICES-afdelingen met schepen van meer dan 200 BRT in het kader van de in artikel 1 vastgestelde quotaregeling is slechts toegestaan indien er een door de Commissie namens de Gemeenschap afgegeven vergunning aan boord is en de in de vergunning vermelde voorwaarden in acht worden genomen.
  • 3. 
    De vergunningen voor de in lid 1 bedoelde visserij moeten zodanig worden afgegeven dat het aantal vergunningen niet meer bedraagt dan:
  • 13 vergunningen voor het vissen op roodbaars;
  • 24 vergunningen voor het vissen op Noorse garnaal (Pandalus borealis) in ICES-afdelingen XIV en Va en NAFO-deelgebied 1.

Op Noorse garnaal mag echter niet tegelijkertijd worden gevist door meer dan 18 schepen per maand.

  • 4. 
    De Commissie geeft voor de in lid 2 bedoelde visserij aan alle schepen, waarvoor dit door de Noorse autoriteiten wordt verzocht, vergunningen af.
  • 5. 
    Elke vergunning is slechts geldig voor één vaartuig. Indien verschillende vaartuigen vissen, moet ieder vaartuig in het bezit zijn van een vergunning.
  • 6. 
    De in lid 1 bedoelde vergunningen kunnen worden geannuleerd met het oog op de afgifte van nieuwe vergunningen. De annulering gaat in op de datum waarop de vergunning bij de Commissie is ingeleverd.
  • 7. 
    Indien aan de in deze verordening vastgestelde verplichtingen niet wordt voldaan, wordt de vergunning ingetrokken.
  • 8. 
    Voor schepen met betrekking waartoe aan de in deze verordening vastgestelde verplichtingen niet is voldaan, wordt gedurende twaalf maanden geen vergunning afgegeven.
  • 9. 
    De vergunningen afgegeven krachtens Verordening (EEG) nr. 849/81 (1) en die op 31 december 1981 geldig zijn, blijven geldig uiterlijk tot en met 31 januari 1982 indien de Noorse autoriteiten daarom verzoeken.

Artikel 4

Bij het indienen van een aanvraag voor een vergunning bij de Commissie dienen de volgende inlichtingen te worden verstrekt:

  • a) 
    naam van het vaartuig;
  • b) 
    registratienummer;
  • c) 
    op het vaartuig aangebrachte identificatieletters en identificatienummers;
  • d) 
    haven van registratie;
  • e) 
    naam en adres van de eigenaar of huurder;
  • f) 
    brutotonnage en lengte over alles;
  • g) 
    motorvermogen;
  • h) 
    oproepnummer en radiofrequentie;
  • i) 
    vismethode waarvan gebruik zal worden gemaakt;
  • j) 
    zone waarin zal worden gevist;
  • k) 
    vissoorten waarop zal worden gevist;
  • l) 
    periode waarvoor de vergunning wordt aangevraagd.

Artikel 5

Vissen op blauwe leng, leng, lom en roodbaars in het kader van de in artikel 1 bedoelde quotaregeling is slechts toegestaan met beuglijnen.

Artikel 6

Het gebruik van trawlnetten en ringzegens voor de vangst van pelagische soorten is verboden van zaterdag te 24 uur tot zondag te 24 uur in het Skagerrak.

Artikel 7

De bevoegde instanties van de Lid-Staten treffen de nodige maatregelen met inbegrip van de regelmatige inspectie van de vaartuigen ten einde de uitvoering van deze verordening te verzekeren.

Artikel 8

Indien een overtreding naar behoren is geconstateerd, delen de Lid-Staten aan de Commissie onverwijld de naam van het betrokken vaartuig en de eventueel getroffen maatregelen mede.

Artikel 9

Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Zij is van toepassing vanaf 1 januari en tot en met 31 maart 1982.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

Gedaan te Brussel, 8 januari 1982.

Voor de Raad

De Voorzitter

  • L. 
    TINDEMANS
  • (1) 
    PB nr. L 226 van 29. 8. 1980, blz. 48.
  • (1) 
    PB nr. L 87 van 1. 4. 1981, blz. 8.

BIJLAGE I

Vangstquota

(in ton)

1.2.3 // // // // Soort // Gebied waarin mag worden gevist // Hoeveelheid // // // // Makreel // ICES VIa (2) + VIId, e, f, h + IIa // 16 000 // Haring // ICES VIa (2) // 6 000 // Sprot // ICES IV // 60 000 // Kabeljauw // ICES IV // 8 000 // Schelvis // ICES IV // 18 000 // Koolvis // ICES IV en Skagerrak (1) // 26 000 // Wijting // ICES IV // 7 000 // Schol // ICES IV // 5 000 // Zandspiering, kever/ blauwe wijting // ICES IV // 50 000 (3) // Blauwe wijting // ICES II, Va, VIa (2), VIb, VII (4), XIV // 120 000 // Blauwe leng // ICES IV, Vb, VI, VII // 1 000 (5) // Leng en lom // ICES IV, Vb, VI, VII // 20 000 (5) (6) // Hondshaai // ICES IV, VI, VII // 2 000 (7) // Reuzenhaai (8) // ICES IV, VI, VII // 800 (7) // Haringhaai // ICES IV, VI, VII // 500 // Noorse garnaal // NAFO 1 (9) // 850 // (Pandalus borealis) // ICES XIV + Va // 1 750 // Zwarte heilbot // NAFO 1 // 600 (10) // // ICES XIV + Va // 600 (10) // Andere soorten // ICES IV // 5 000 // // //

  • (1) 
    In het westen begrensd door een lijn van de vuurtoren van Hanstholm tot de vuurtoren van Lindesnes en in het zuiden door een lijn van de vuurtoren van Skagen naar de vuurtoren van Tistlarna en vandaar naar de dichtstbij gelegen kust van Zweden.
  • (2) 
    Ten noorden van 56°30' noorderbreedte.
  • (3) 
    Waarvan de hoeveelheid zandspiering niet meer mag bedragen dan 50 000 ton en de hoeveelheid kever en blauwe wijting te zamen niet meer dan 40 000 ton. Hoogstens 10 000 ton van de vangsthoeveelheid voor kever mag worden gevist in ICES-onderafdeling VIa ten noorden van 56°30' noorderbreedte. Deze hoeveelheid dient in mindering te worden gebracht op het quotum voor kever en zandspiering en blauwe wijting in ICES-afdeling IV.
  • (4) 
    Ten westen van 12° westerlengte.
  • (5) 
    Waarvan 20 % kabeljauwbijvangsten per vaartuig zijn toegelaten op elk ogenblik in ICES-afdelingen VI en VII. Dit percentage mag worden overschreden de eerste 24 uren volgende op het aanvangen van de visserijactiviteiten op een bepaalde visgrond. De totale bijvangst mag echter niet meer bedragen dan 1 000 ton waarvan hoogstens 300 ton kabeljauw.
  • (6) 
    Waarvan de hoeveelheid leng niet meer mag bedragen dan 17 000 ton of de hoeveelheid lom niet meer dan 7 000 ton.
  • (7) 
    Dit quotum is exclusief de vangsten in de gebieden als vermeld in bijlage II.
  • (8) 
    Reuzenhaaielever.
  • (9) 
    Ten zuiden van 68° noorderbreedte.
  • (10) 
    Bijvangsten van heilbot en kabeljauw mogen niet meer dan 10 % bedragen van elke soort.

BIJLAGE II

Zone tussen 6 en 12 mijl gemeten van de basislijnen van de territoriale zee van het Verenigd Koninkrijk

  • a) 
    Vissen op hondshaai: de gebieden die zich uitstrekken van een lijn vlak ten westen van Ard an Runair (North Uist) noordwaarts naar een lijn vlak ten oosten van Start Point (Orkney) met inbegrip van de gebieden rond de Flannan Islands, de Shetland Islands en Fair Isle en de voor de kust gelegen eilanden van de St. Kilda Groep, North Rona en Sulisker, Sule Skerry en Stack Skerry.
  • b) 
    Vissen op reuzenhaai: dezelfde gebieden als voor hondshaai en ook het gebied tussen een lijn vlak ten westen van de Mull of Oa (Islay) en een lijn vlak ten westen van Ard an Runair.

BIJLAGE III

  • 1. 
    De volgende gegevens dienen na iedere trek in het logboek te worden genoteerd bij het vissen in de visserijzone van 200 zeemijl voor de kusten van de Lid-Staten van de Gemeenschap, waarop uitsluitend de communautaire visserijregeling van toepassing is:

1.1. Gevangen hoeveelheid van elke soort (in kg),

1.2. Datum en tijdstip waarop de trek heeft plaatsgevonden,

1.3. Geografische positie waarin de vangsten zijn gedaan,

1.4. Gebruikte vismethode.

  • 2. 
    Het volgende logboek moet worden gebruikt bij het vissen in NAFO-deelgebied 1 en in ICES-afdelingen XIV en V:

BIJLAGE IV

  • 1. 
    De volgende inlichtingen moeten aan de Commissie worden verstrekt volgens het onderstaande tijdschema:

1.1. Bij het binnenvaren van het vaartuig:

1.1.1. in de visserijzones van 200 zeemijl langs de kusten van de Lid-Staten van de Gemeenschap, die onder de jurisdictie van deze Lid-Staten op het gebied van de visserij vallen,

of

1.1.2. in het gedeelte van de deelgebieden 0 en 1 als omschreven in de Overeenkomst inzake de toekomstige multilaterale samenwerking aangaande de visserij in het noordwestelijk deel van de Atlantische Oceaan dat valt onder de jurisdictie van Denemarken of Canada:

  • a) 
    de in punt 1.5 aangegeven elementen;
  • b) 
    gewicht (in kg) van de hoeveelheden in het ruim, per vissoort;
  • c) 
    tijdstip en NAFO-deelgebied of ICES-afdeling waarin de gezagvoerder voornemens is met het vissen te beginnen.

Wanneer de visserijactiviteiten ertoe nopen een bepaalde dag meer dan eenmaal de zones bedoeld sub 1.1.1 en 1.1.2 binnen te varen, is een mededeling bij het eerste binnenvaren voldoende.

1.2. Bij het verlaten van:

1.2.1. de sub 1.1.1 bedoelde zone:

  • a) 
    de in punt 1.4 aangegeven elementen;
  • b) 
    gewicht (in kg) van de hoeveelheden in het ruim, per vissoort;
  • c) 
    gewicht (in kg) van de sedert het vorige bericht gevangen vissoorten;
  • d) 
    ICES-afdeling of NAFO-deelgebied waarin de vangsten zijn gedaan;
  • e) 
    gewicht (in kg) van de hoeveelheden, per vissoort, die op andere vaartuigen zijn overgeladen sinds het vaartuig de zone is binnengevaren, onder vermelding van het vaartuig waarop de hoeveelheden zijn overgeladen;
  • f) 
    gewicht (in kg) van de hoeveelheden, per vissoort, die in een haven van de Gemeenschap zijn aangevoerd sinds het vaartuig de zone is binnengevaren;

1.2.2. de sub 1.1.2 bedoelde zone:

de inlichtingen bedoeld sub a), b), c), d), e), f),

  • g) 
    gewicht ( in kg) van de hoeveelheden, per vissoort, die sinds het vorige bericht overboord zijn gezet.

1.3. Een voorafgaande mededeling ten minste 48 uur vóór het gelande vertrek van het vaartuig uit de onder 1.1.2 bedoelde zone en uit ICES-afdeling XIV.

1.4. Om de zeven dagen, te beginnen op de zevende dag nadat het vaartuig voor het eerst de zones bedoeld onder 1.1.1 en 1.1.2 is binnengevaren:

  • a) 
    de in punt 1.4 aangegeven elementen;
  • b) 
    gewicht (in kg) van de sedert het vorige bericht gevangen hoeveelheden, per vissoort;
  • c) 
    ICES-afdeling of NAFO-deelgebied waarin de vangsten zijn gedaan.

1.5. a) Naam, roepnaam, identiteitsnummers en -letters van het vaartuig en naam van de kapitein;

  • b) 
    Nummer van de vergunning indien het schip met een vergunning vist;
  • c) 
    Volgnummer van het bericht;
  • d) 
    Aanduiding van de aard van het bericht;
  • e) 
    Datum, uur en geografische positie van het vaartuig. 2.1. De sub 1 bedoelde gegevens moeten aan de Commissie van de Europese Gemeenschappen te Brussel (telexadres 24189 FISEU B) worden medegedeeld via een van de sub 3 vermelde radiostations en wel in de sub 4 aangegeven vorm.

2.2. Indien het bericht wegens overmacht niet door het vaartuig kan worden verzonden, mag het namens dat vaartuig door een ander vaartuig worden doorgezonden.

1.2.3 // 3. // Naam van het radiostation // Oproepletters van het radiostation // // Skagen // OXP // // Blaavand // OXB // // Roenne // OYE // // Norddeich // DAF DAK // // // DAH DAL // // // DAI DAM // // // DAJ DAN // // Scheveningen // PCH // // Oostende // OST // // North Foreland // GNF // // Humber // GKZ // // Cullercoats // GCC // // Wick // GKR // // Oban // GNE // // Portpatrick // GPK // // Anglesey // GLV // // Ilfracombe // GIL // // Nitron // GNI // // Stonehaven // GND // // Portshead // GKA // // // GKB // // // GKC // // Land's End // GLD // // Valentia // EJK // // Malin Head // EJM // // Boulogne // FFB // // Brest // FFU // // Saint-Nazaire // FFO // // Bordeaux-Arcachon // FFC // // Prins Christians Sund // OZN // // Julianehaab // OXF // // Godthaab // OXI Central Godthaab // // Holsteinsborg // OYS // // Godhavn // OZM // // Thorshavn // OXJ // // Velferdsstasjon Faeringerhamm // 22239 // // Bergen // LGN // // Farsund // LGZ // // Floroe // LGL // // Rogaland // LGQ // // Tjoeme // LGT // // Alesund // LGA

  • 4. 
    Vorm van de berichten

De sub 1 bedoelde inlichtingen betreffende de visserijactiviteiten in de zones bedoeld sub 1.1.1 en 1.1.2 moeten onderstaande elementen bevatten en in onderstaande volgorde worden verstrekt:

  • naam van het vaartuig;
  • roepnaam van het vaartuig;
  • op het vaartuig aangebrachte identificatieletters en -nummers;
  • volgnummer van het bericht voor de betrokken visreis;
  • aanduiding van de aard van het bericht aan de hand van de volgende code:
  • bericht bij het binnenvaren van een van de zones bedoeld sub 1.1.1 en 1.1.2: IN,
  • bericht bij het verlaten van een van de zones bedoeld sub 1.1.1 en 1.1.2: OUT,
  • wekelijks bericht: WKL,
  • mededeling betreffende het geplande vertrek uit de sub 1.1.2 bedoelde zone: NL; - geografische positie;
  • ICES-afdeling of NAFO-deelgebied waarin de visserijactiviteit naar verwachting zal aanvangen;
  • datum waarop de visserijactiviteit naar verwachting zal aanvangen;
  • het gewicht (in kg) van de vangsten, per vissoort, die zich in de ruimen bevinden met gebruikmaking van de sub 5 opgenomen code;
  • ICES-afdeling of NAFO-deelgebied waarin de vangsten zijn gedaan;
  • gewicht (in kg) van de hoeveelheden, per vissoort, die sinds her vorige bericht op andere vaartuigen zijn overgeladen;
  • naam en roepnaam van het vaartuig waarop deze hoeveelheden zijn overgeladen;
  • gewicht (in kg) van de hoeveelheden, per vissoort, die sinds het vorige bericht zijn aangevoerd in een haven van de Gemeenschap;
  • naam van de kapitein;
  • gewicht (in kg) van de hoeveelheden, per vissoort, die sinds het vorige bericht overboord zijn gezet met gebruikmaking van de sub 5 opgenomen code, uitsluitend in het geval van visserijactiviteiten in de sub 1.1.2 bedoelde zone.
  • 5. 
    Code voor het mededelen van de sub 4 hierboven bedoelde hoeveelheden vis die zich aan boord bevinden:

1.2 // - A: // Noorse garnaal (Pandalus borealis) // - B: // Heek (Merluccius merluccius) // - C: // Zwarte heilbot (Reinhardtius hippoglossoides) // - D: // Kabeljauw (Gadus morrhua) // - E: // Schelvis (Melanogrammus aeglefinus) // - F: // Heilbot (Hippoglossus hippoglossus) // - G: // Makreel (Scomber scombrus) // - H: // Horsmakreel (Trachurus trachurus) // - I: // Roundnose Grenadier (Coryphaenoides rupestris) // - J: // Koolvis (Pollachius virens) // - K: // Wijting (Merlangus merlangus) // - L: // Haring (Clupea harengus) // - M: // Zandspiering (Anmodytes sp.) // - N: // Sprot (Clupea sprattus) // - O: // Schol (Pleuronectes platessa) // - P: // Kever (Trisopterus esmarkii) // - Q: // Leng (Molva molva) // - R: // Andere // - S: // Garnaal (Pandalidae) // - T: // Ansjovis (Engraulis encrassicholus) // - U: // Noorse schelvis (Sebastes sp.) // - V: // Amerikaanse schol (Hypoglossoides platessoides) // - W: // Pijlinktvis (Illex) // - X: // Geelstaartmakreel (Limanda ferruginea) // - Y: // Blauwe wijting (Gadus poutassou) // - Z: // Tonijn (Thunnidae) // - AA: // Blauwe leng (Molva dypterygia) // - BB: // Lom (Brosme brosme)

  • Q : Leng ( Molva molva )
  • R : Andere
  • S : Garnaal ( Pandalidae )
  • T : Ansjovis ( Engraulis encrassicholus )
  • U : Noorse schelvis ( Sebastes sp . )
  • V : Amerikaanse schol ( Hypoglossoides platessoides )
  • W : Pijlinktvis ( Illex )
  • X : Geelstaartmakreel ( Limanda ferruginea )
  • Y : Blauwe wijting ( Gadus poutassou )
  • Z : Tonijn ( Thunnidae )
  • AA : Blauwe leng ( Molva dypterygia )
  • BB : Lom ( Brosme brosme )

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.