Verordening 1982/369 - Verdeling van de vangstquota over de lidstaten voor vaartuigen die in de wateren van Canada vissen

Inhoudsopgave

  1. Wettekst
  2. 31982R0369

1.

Wettekst

Avis juridique important

|

2.

31982R0369

Verordening (EEG) nr. 369/82 van de Raad van 15 februari 1982 houdende verdeling van de vangstquota over de Lid-Staten voor vaartuigen die in de wateren van Canada vissen

Publicatieblad Nr. L 047 van 19/02/1982 blz. 0001 - 0002

*****

VERORDENING (EEG) Nr. 369/82 VAN DE RAAD

van 15 februari 1982

houdende verdeling van de vangstquota over de Lid-Staten voor vaartuigen die in de wateren van Canada vissen

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,

Gelet op de op 30 december 1981 ondertekende Visserijovereenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Regering van Canada (1), inzonderheid op artikel III,

Gelet op de op 30 december 1981 ondertekende Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Regering van Canada inzake hun betrekkingen op visserijgebied (2),

Gezien het voorstel van de Commissie,

Overwegende dat het de taak van de Gemeenschap is de vangstquota in de visserijzone van Canada over de vissers van de Gemeenschap te verdelen;

Overwegende dat, met het oog op een billijke verdeling van de beschikbare hoeveelheden, deze quota over de Lid-Staten van de Gemeenschap moeten worden verdeeld;

Overwegende dat de verdeling van de quota voor kabeljauw over de Lid-Staten is gebaseerd op de overwegingen die zijn uiteengezet in de verklaring van de Visserijraad van 30 mei 1980 en op de verklaringen die de Raad tegelijk met de onderhandelingsrichtsnoeren voor de onderhandelingen over een overeenkomst met Canada heeft afgelegd;

Overwegende dat gegevens over de werkelijke vangsten dienen te worden verstrekt om te kunnen nagaan of deze verdeling in acht wordt genomen;

Overwegende dat deze verordening een tijdelijk karakter moet krijgen, in afwachting van het tijdstip waarop zij wordt opgenomen in een definitieve regeling op de grondslag van artikel 43 van het Verdrag,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING

VASTGESTELD:

Artikel 1

Van 1 januari tot en met 31 december 1982 mogen vaartuigen die de vlag van een Lid-Staat voeren, in de wateren die onder de visserijjurisdictie van Canada vallen de in bijlage vermelde hoeveelheden vissen.

Artikel 2

De Lid-Staten, alsmede de kapiteins van vissersvaartuigen die de vlag van een Lid-Staat voeren en vissen in de in artikel 1 bedoelde wateren, dienen zich te houden aan de artikelen 1 tot en met 6 van Verordening (EEG) nr. 753/80 van de Raad van 26 maart 1980 betreffende de wijze van opname en melding van de gegevens over de vangsten door vissersvaartuigen van de Lid-Staten (3).

Artikel 3

Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Zij is van toepassing tot en met 31 december 1982.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

Gedaan te Brussel, 15 februari 1982.

Voor de Commissie

De Voorzitter

  • P. 
    de KEERSMAEKER
  • (1) 
    PB nr. L 379 van 31. 12. 1981, blz. 54.
  • (2) 
    PB nr. L 379 van 31. 12. 1981, blz. 59.
  • (3) 
    PB nr. L 84 van 28. 3. 1980, blz. 33.

BIJLAGE

In artikel 1 bedoelde hoeveelheden

(in ton)

1.2.3.4 // // // // // Soort // NAFO-deelgebied // Quota's // Verdeling // // // // // Kabeljauw // 2GH // 6 500 // Duitsland 6 000 Frankrijk 200 Verenigd Koninkrijk 300 // // 2J3KL // 8 000 // Duitsland 6 000 Frankrijk 1 300 Verenigd Koninkrijk 700 // // // //

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.