Verordening 1982/620 - Verordening 620/82 waarbij in de betrekkingen tussen de Italiaanse organen en de organen van de andere lidstaten speciale maatregelen worden ingesteld voor de vergoeding van verleende verstrekkingen van de ziekte- en moederschapsverzekering

Inhoudsopgave

  1. Wettekst
  2. 31982R0620

1.

Wettekst

Avis juridique important

|

2.

31982R0620

Verordening (EEG) nr. 620/82 van de Raad van 16 maart 1982 waarbij in de betrekkingen tussen de Italiaanse organen en de organen van de andere Lid-Staten speciale maatregelen worden ingesteld voor de vergoeding van verleende verstrekkingen van de ziekte- en moederschapsverzekering

Publicatieblad Nr. L 075 van 19/03/1982 blz. 0001 - 0007

Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 5 Deel 2 blz. 0179

Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 5 Deel 2 blz. 0179

*****

VERORDENING (EEG) Nr. 620/82 VAN DE RAAD

van 16 maart 1982

waarbij in de betrekkingen tussen de Italiaanse organen en de organen van de andere Lid-Staten speciale maatregelen worden ingesteld voor de vergoeding van verleende verstrekkingen van de ziekte en moederschapsverzekering

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, inzonderheid op artikel 51,

Gezien het voorstel van de Commissie, opgesteld na raadpleging van de Administratieve Commissie voor de sociale zekerheid van migrerende werknemers,

Overwegende dat in artikel 36 van Verordening (EEG) nr. 1408/71 van de Raad van 14 juni 1971 betreffende de toepassing van de sociale zekerheidsregelingen op loontrekkenden en hun gezinnen, die zich binnen de Gemeenschap verplaatsen (1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 2793/81 (2), wordt bepaald dat de door het orgaan van een Lid-Staat voor rekening van het orgaan van een andere Lid-Staat verleende verstrekkingen onderling volledig worden vergoed, hetzij door het aantonen van de werkelijke uitgaven, hetzij op grond van vaste bedragen;

Overwegende dat in de artikelen 93, 94, 95 en 100 van Verordening (EEG) nr. 574/72 tot vaststelling van de wijze van toepassing van Verordening (EEG) nr. 1408/71 (3), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 2793/81, wordt bepaald op welke wijze de te vergoeden bedragen worden vastgesteld en op welke wijze zij worden vergoed;

Overwegende dat de instelling van een nationale gezondheidsdienst in Italië heeft geleid tot de opheffing van alle uitvoeringsorganen van de ziekte- en moederschapsverzekering, met name van het Istituto nazionale per l'assicurazione contro le malattie (Nationaal instituut voor de ziekteverzekering), hierna »INAM" te noemen, dat het verbindings- en bevoegde orgaan in de zin van de Verordeningen (EEG) nr. 1408/71 en (EEG) nr. 574/72 was;

Overwegende dat deze opheffing grote moeilijkheden heeft veroorzaakt, enerzijds om de verificatie van de door de organen van de overige Lid-Staten ingediende vorderingen en anderzijds om de vaststelling van de vorderingen van het INAM op genoemde organen, voor de in artikel 36 van Verordening (EEG) nr. 1408/71 bedoelde vergoedingen, te doen verrichten;

Ovrwegende dat, om de globale en definitieve afwikkeling van deze schuldvorderingen te bespoedigen, deze bijzondere situatie geregeld dient te worden door één communautaire maatregel die zowel op de vorderingen van, als op de vorderingen op het INAM van toepassing is;

Overwegende dat bij het vaststellen van deze maatregel zo min mogelijk moet worden afgeweken van de eerdergenoemde bepalingen van Verordening (EEG) nr. 574/72, en dat alleen andere criteria voor de raming van deze vorderingen of schulden dan wel bijzondere voorschriften moeten worden gehanteerd indien dat strikt noodzakelijk is,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING

VASTGESTELD:

Artikel 1

De in artikel 36 van Verordening (EEG) nr. 1408/71 bedoelde vergoedingen van de verstrekkingen van de ziekte- en moederschapsverzekering welke tot en met 31 december 1980 door de organen van de Lid-Staten voor rekening van het INAM en omgekeerd zijn verleend, en die tengevolge van de opheffing van het INAM niet hebben plaatsgevonden, worden, in afwijking van titel V van Verordening (EEG) nr. 574/72, vastgesteld en vinden plaats op de wijze welke in de onderhavige verordening is geregeld.

Deze verordening is in de betrekkingen Duitsland-Italië niet van toepassing op de vorderingen en de schulden van de »Cassa mutua provinciale di malattia di Bolzano" (Provinciaal ziekenfonds van Bolzano).

Artikel 2

De op grond van artikel 93 van Verordening (EEG) nr. 574/72 te vergoeden bedragen worden als volgt vastgesteld:

  • 1. 
    de bedragen die de organen van de Lid-Staten op grond van bewijsstukken tot en met 30 september 1981 van het INAM hebben gevorderd voor tot en met 31 december 1980 verleende verstrekkingen worden opgeteld, rekening houdende met niet aanvaarde bedragen;
  • 2. 
    de bedragen van de vorderingen die deze organen alsnog zouden kunnen indienen krachtens artikel 100 van Verordening (EEG) nr. 574/72, maar waarvoor geen bewijsstukken beschikbaar zijn, met name voor de in 1980 verleende verstrekkingen, worden geraamd; zij worden opgeteld bij de onder 1 bedoelde bedragen;
  • 3. 
    deze raming is voor iedere Lid-Staat een maximum; in geval de bewijsstukken die tot en met 30 april 1982 - waarbij het poststempel als de verzenddatum geldt - in plaats van bij het INAM bij het Italiaanse Ministerie van Gezondheid worden ingediend, een bedrag zouden opleveren dat dit maximum niet overschrijdt, dan wordt dat bedrag vergoed; indien het maximum wordt overschreden, dan is het te vergoeden bedrag gelijk aan dit maximum;
  • 4. 
    de door het INAM gevorderde bedragen die voor vorderingen over de jaren 1976 en daaraan voorafgaande jaren werden ingediend, worden opgeteld, rekening houdend met niet aanvaarde bedragen;
  • 5. 
    de bedragen van de vorderingen van het INAM over de jaren 1977 tot en met 1980 worden vastgesteld door extrapolatie van de bedragen die over de jaren 1973 tot en met 1976 aan het INAM zijn vergoed; wat Duitsland betreft, stemt het bedrag voor het jaar 1977 echter overeen met het bedrag dat het Italiaanse Ministerie op grond van bewijsstukken aan het Duitse verbindingsorgaan heeft meegedeeld.

Artikel 3

De ingevolge de artikelen 94 en 95 van Verordening (EEG) nr. 574/72 te vergoeden bedragen worden als volgt vastgesteld:

  • 1. 
    de vaste bedragen die zijn vastgesteld voor de tot en met 1979 verleende verstrekkingen worden opgeteld, rekening houdend met niet aanvaarde bedragen;
  • 2. 
    de vaste bedragen voor de in 1980 verleende verstrekkingen worden, wat betreft het gemiddelde jaarlijkse aantal gezinnen en het gemiddelde jaarlijkse aantal pensioen- en rentetrekkers die onder artikel 94 respectievelijk artikel 95 van Verordening (EEG) nr. 574/72 vallen, vastgesteld aan de hand van een raming; deze raming wordt verkregen door een extrapolatie van de gegevens over de jaren 1977, 1978 en 1979;
  • 3. 
    in de betrekkingen tussen Duitsland en Italië worden de vorderingen en schulden alsmede de voor de afwikkeling geldende termijnen overeenkomstig bijlage II vastgesteld.

Artikel 4

  • 1. 
    De overeenkomstig de artikelen 1, 2 en 3 vastgestelde vorderingen worden per 31 december 1981 per Lid-Staat opgeteld in de munteenheid van die Staat.
  • 2. 
    Zij worden vervolgens, met het oog op schuldvergelijking, omgerekend in Italiaanse lire, opdat de bevoegde Italiaanse autoriteit weet wat zij verschuldigd is.
  • 3. 
    De omrekening vindt plaats met gebruikmaking van de door de Commissie in het kader van het Europese Monetaire Stelsel vastgestelde officiële wisselkoers per 31 december 1981.

Artiekl 5

  • 1. 
    Het vereveningsbedrag bedoeld in artikel 4 wordt, rekening houdende met het bepaalde in artikel 2, onder 3, in de nationale munteenheid van het crediteurland uitgedrukt. het wordt in die munteenheid aan dat land betaald.
  • 2. 
    De omrekening van de overeenkomstig lid 3 te vergoeden bedragen vindt plaats tegen de wisselkoers van de dag van betaling.
  • 3. 
    De te vergoeden bedragen worden door de verbindingsorganen als volgt betaald:

op 31 maart 1982: 15 tot 20 % van het verschuldigde bedrag,

op 30 juni 1982: 50 % van het restant,

op 31 december 1982: het restant.

Artikel 6

  • 1. 
    Toepassing van de artikelen 1 tot en met 5 houdt een afsluiting van de rekeningen in. Deze afsluiting omvat eveneens de bedragen bedoeld in reeds gesloten of nog te sluiten overeenkomsten waarbij wederzijds van vergoeding wordt afgezien of in andere reeds gesloten of nog te sluiten overeenkomsten.
  • 2. 
    In afwijking van artikel 100 van Verordening (EEG) nr. 574/72 kan na 30 april 1982 geen enkel verzoek om terugbetaling met betrekking tot de in deze verordening bedoelde verstrekkingen worden ingediend. 3. De bevoegde autoriteiten van iedere Lid-Staat treffen de noodzakelijke maatregelen voor de toepassing van deze verordening, met name om het op communautair niveau vastgestelde nationale saldo te benutten voor de afwikkeling van de rekeningen van de belanghebbende organen.

Artikel 7

  • 1. 
    De bedragen van de overeenkomstig de artikelen 2 tot en met 5 vastgestelde vorderingen per Lid-Staat zijn vermeld in bijlage I.
  • 2. 
    De door de Duitse organen in acht te nemen procedure voor de vaststelling van de vergoedingen en de verdeling van de uit te keren bedragen is omschreven in bijlage II.

Artikel 8

Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Zij is van toepassing met ingang van 1 maart 1982.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

Gedaan te Brussel, 16 maart 1982.

Voor de Raad

De Voorzitter

  • P. 
    de KEERSMAEKER
  • (1) 
    PB nr. L 149 van 5. 7. 1971, blz. 2.
  • (2) 
    PB nr. L 275 van 29. 9. 1981, blz. 1.
  • (3) 
    PB nr. L 74 van 27. 3. 1972, blz. 1.

BIJLAGE I

Stand van de vorderingen van en op het INAM (Italië) betreffende tot en met 31 december 1980 verleende verstrekkingen

Afsluiting van de rekeningen per 31 december 1981

Bedragen die zijn vastgesteld met toepassing van de artikelen 2, 3 en 4

1.2.3 // // I. ITALIË debiteurland // II. ITALIË crediteurland // // A. BELGIË crediteurland // B. BELGIË debiteurland // // // // Artikel // Bedragen (Bfr.) // Bedragen (lire) // // // // 2, onder 1, 4 en 5 // 747 427 908 // 2 381 011 627 // 2, onder 2 // 66 190 047 // - // 3, onder 1 // 483 815 // 1 011 732 004 // 3, onder 2 // 249 407 807 // 12 123 931 379 // 4, lid 1 (TOTAAL) // 1 063 509 577 // 15 516 675 010 1.2,3 // // // // (lire) // 1.2.3 // // 33 208 831 000 // // 4, lid 2 // - 15 516 675 010 // 15 516 675 010 // // // // // 17 692 155 990 // - // // // // 5, lid 1 // 566 589 570 (Bfr.) // - 1,2.3 // // // C. DENEMARKEN crediteurland // D. DENEMARKEN debiteurland

WEDERZIJDS AFZIEN VAN VERGOEDING

(De overeenkomst waarbij wederzijds van vergoeding wordt afgezien dient nog getekend te worden.)

1.2.3 // // E. DUITSLAND crediteurland // F. DUITSLAND debiteurland // // // // Artikel // Bedragen (DM) // Bedragen (lire) // // // // 2, onder 1, 4 en 5 // 43 976 412 // 27 831 565 224 // 2, onder 2 // 6 023 588 // - // 3, onder 1 (1) // ; // ; // 3, onder 2 // ; // ; // 4, lid 1 (TOTAAL) // (50 000 000) // (27 831 565 224) 1.2,3 // // // // (lire) // 1.2.3 // // // (27 831 565 224) // 4, lid 2 // 26 664 850 000 // - (26 664 850 000) // // // // // - // ( 1 166 715 224) // // // // 5, lid 1 // ; // ; // // //

  • (1) 
    Vóór 30 september 1982 door het Duitse orgaan vast te stellen bedragen.

1.2.3 // // // // // // // // G. FRANKRIJK crediteurland // H. FRANKRIJK debiteurland // // // // Artikel // Bedragen (Ffr.) // Bedragen (lire) // // // // 2, onder 1, 4 en 5 // 523 004 819 // 1 299 250 076 // 2, onder 2 // 81 593 356 // 2 754 450 000 // 3, onder 1 3, onder 2 // 50 330 885 // 14 988 420 084 // // // // 4, lid 1 (TOTAAL) // 654 929 060 // 19 042 120 160 // // // - 808 895 630 (1) 1.2,3 // // // // (lire) // 1.2.3 // // 137 661 503 910 // // 4, lid 2 // - 18 233 224 530 // 18 233 224 530 // // // // // 119 428 279 380 // - // // // // 5, lid 1 // 568 183 900 (Ffr.) // - // // //

  • (1) 
    Voorafgaande vergoeding.

1,2.3 // I. IERLAND crediteurland // J. IERLAND debiteurland

WEDERZIJDS AFZIEN VAN VERGOEDING

(De overeenkomst waarbij wederzijds van vergoeding wordt afgezien dient nog getekend te worden.)

1.2.3 // // K. LUXEMBURG crediteurland // L. LUXEMBURG debiteurland // // // // Artikel // Bedragen (Lfr.) // Bedragen (lire) // // // // 2, onder 1, 4 en 5 // 9 057 823 // // 2, onder 2 // - // 171 081 660 // 3, onder 1 3, onder 2 // 7 707 530 // 188 287 740 431 319 035 // // // // 4, lid 1 (TOTAAL) // 16 765 353 // 790 688 435 1.2,3 // // // // (lire) // 1.2.3 // 4, lid 2 // 523 509 885 // 790 688 435 // // // - 523 509 885 // // // // // - // 267 178 550 // // // // 5, lid 1 // - // 267 178 550 // // // 1.2.3 // // // // // // // // M. NEDERLAND crediteurland // N. NEDERLAND debiteurland // // // // Artikel // Bedragen (Hfl.) // Bedragen (lire) // // // // 2, onder 1, 4 en 5 // 5 150 315 // // 2, onder 2 // - // 372 447 205 // 3, onder 1 // 28 862 // 238 347 410 // 3, onder 2 // 104 909 // 261 020 350 // 4, lid 1 (TOTAAL) // 5 284 086 // 871 814 965 1.2,3 // // // // (lire) // 1.2.3 // 4, lid 2 // 2 567 257 330 // 871 815 965 // // - 871 815 965 // // // // // // 1 695 441 365 // - // // // // 5, lid 1 // 3 489 660 (Hfl.) // - // // // // // O. VERENIGD KONINKRIJK crediteurland // P. VERENIGD KONINKRIJK debiteurland // // // // Artikel // Bedragen (£ sterling) // Bedragen (lire) // // // // 2, onder 1, 4 en 5 // 522 197,66 // 801 967 351 // 2, onder 2 // - // - // 3, onder 1 // 810 878,64 // 2 222 176 221 // 3, onder 2 // 274 467,41 // 804 568 514 // 4, lid 1 (TOTAAL) // 1 607 543,71 // 3 828 712 086 1.2,3 // // // // (lire) // 1.2.3 // // // 3 828 712 086 // 4, lid 2 // 3 698 958 077 // - 3 698 958 077 // // // // // - // 129 754 000 // // // // 5, lid 1 // - // 129 754 000 // // //

OVERZICHT VAN DE VERGOEDINGEN (IN LIRE)

1.2.3.4 // // I. ITALIË debiteurland // // II. ITALIË crediteurland // // // // // Crediteurland // Bedragen (lire) // Debiteurland // Bedragen (lire) // // // // // BELGIË FRANKRIJK NEDERLAND // 17 692 155 990 119 428 279 380 1 695 441 365 // DUITSLAND LUXEMBURG VERENIGD KONINKRIJK // (1 166 715 224) 267 178 550 129 754 000 // // // // // Totaal // 138 815 876 735 // Totaal // (1 563 647 774) // // // 1,2.3.4 // Totaal I - Totaal II // //

BIJLAGE II

Bijzondere bepalingen ter uitvoering van artikel 3, onder 3, en artikel 7, lid 2

  • 1. 
    Voor de vaststelling en de vergoeding van de bedragen bedoeld in de artikelen 94 en 95 van Verordening (EEG) nr. 574/72 geldt, in de betrekkingen tussen Duitsland en Italië, het volgende:
  • a) 
    De vaste bedragen bedoeld in artikel 94 van Verordening (EEG) nr. 574/72 worden tot en met 1980 berekend overeenkomstig titel V van die verordening en van de Overeenkomst tussen Duitsland en Italië van 5 november 1968.
  • b) 
    De vaste bedragen bedoeld in artikel 95 van Verordening (EEG) nr. 574/72 worden wat de Italiaanse vorderingen betreft tot en met 1979 en wat de Duitse vorderingen betreft tot en met 1980 vastgesteld overeenkomstig titel V van die verordening.
  • c) 
    Voor 1980 worden de in artikel 95 van Verordening (EEG) nr. 574/72 bedoelde vaste bedragen waarop Italië recht heeft, vastgesteld door middel van extrapolatie van de tussen de Duitse en de Italiaanse organen voor de jaren 1977 tot en met 1979 afgerekende forfaitaire bedragen, met inachtneming van de pensioenregisters van de Allgemeine Ortskrankenkasse Bonn (Algemeen plaatselijk Ziekenfonds Bonn) voor de jaren 1977 tot en met 1980.
  • d) 
    De vorderingen worden tot en met 30 september 1982 door het Duitse verbindingsorgaan verrekend en tot en met 31 december 1982 vergoed.
  • 2. 
    Het in bijlage I van deze verordening vastgestelde bedrag dat uit hoofde van artikel 93 van Verordening (EEG ) nr. 574/72 voor de jaren 1977 tot en met 1980 ten laste van de Duitse organen komt, wordt door het Bundesverband der Ortskrankenkassen (Federatie van plaatselijke ziekenfondsen) in zijn hoedanigheid van verbindingsorgaan, per categorie ziekenfondsen, omgeslagen over de Duitse organen die bevoegd zijn op het gebied van de sociale zekerheid, zulks in de verhouding die voortvloeit uit de afwikkeling van de kosten over de jaren 1973 tot en met 1976. Binnen deze categorieën ziekenfondsen vindt de omslag plaats aan de hand van het aantal aangeslotenen in 1980, waarbij pensioen- en rentetrekkers niet worden meegeteld.
  • 3. 
    Het bedrag dat uit hoofde van artikel 95 van Verordening (EEG) nr. 574/72 voor 1980 ten laste van de Duitse organen komt, wordt door de Allgemeine Ortskrankenkasse Bonn ( Algemeen plaatselijk ziekenfonds Bonn) vergoed voor rekening van alle Duitse organen van de ziekteverzekering met uitzondering van de Bundesknappschaft (Verzekeringsinstelling voor mijnwerkers) en de ziekenfondsen voor de landbouw. Het bedrag dat voor rekening komt van de Bundesknappschaft en de ziekenfondsen voor de landbouw, wordt vastgesteld door het Bundesverband der Ortskrankenkassen (Federatie van plaatselijke ziekenfondsen), in zijn hoedanigheid van verbindingsorgaan, door extrapolatie van de gegevens over de jaren 1977, 1978 en 1979.

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.