Verordening 1982/3496 - Opening, de verdeling en de wijze van beheer van gemeenschappelijke tariefcontingenten voor bepaalde textielprodukten van de posten 55.05 en 55.09 en van onderverdeling ex 58.01 A van het gemeenschappelijk douanetarief, van herkomst uit Turkije (1983)

Inhoudsopgave

  1. Wettekst
  2. 31982R3496

1.

Wettekst

Avis juridique important

|

2.

31982R3496

Verordening (EEG) nr. 3496/82 van de Raad van 10 december 1982 betreffende de opening, de verdeling en de wijze van beheer van communautaire tariefcontingenten voor bepaalde textielprodukten van de posten 55.05 en 55.09 en van onderverdeling ex 58.01 A van het gemeenschappelijk douanetarief, van herkomst uit Turkije (1983)

Publicatieblad Nr. L 372 van 30/12/1982 blz. 0035 - 0038

++++

VERORDENING ( EEG ) Nr . 3496/82 VAN DE RAAD

van 10 december 1982

betreffende de opening , de verdeling en de wijze van beheer van communautaire tariefcontingenten voor bepaalde textielprodukten van de posten 55.05 en 55.09 en van onderverdeling ex 58.01 A van het gemeenschappelijk douanetarief , van herkomst uit Turkije ( 1983 )

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN ,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap , inzonderheid op artikel 113 ,

Gezien het voorstel van de Commissie ,

Overwegende dat , in afwachting van de inwerkingtreding van het op 30 juni 1973 te Ankara ondertekende Complementair Protocol betreffende de wijzigingen die wegens de toetreding van nieuwe Lid-Staten dienen te worden aangebracht in de Overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Economische Gemeenschap en Turkije en in het Aanvullend Protocol ( 1 ) , de Gemeenschap zich in een Interimovereenkomst ( 2 ) , die voor de periode voorafgaand aan de inwerkingtreding van het Complementair Protocol geldt en die tot en met 31 december 1974 van toepassing is maar voor 1983 wordt verlengd op de in artikel 13 bepaalde wijze , ertoe heeft verbonden , enkele bepalingen van genoemd Complementair Protocol betreffende het goederenverkeer toe te passen ; dat ingevolge artikel 6 van deze Interimovereenkomst waarbij artikel 1 van bijlage 2 van het Aanvullend Protocol wordt gewijzigd , de Gemeenschap een vermindering van 75 % van de invoerrechten tot stand moet brengen bij invoer uit Turkije voor bepaalde textielprodukten van de posten 55.05 en 55.09 van het gemeenschappelijk douanetarief , in het kader van jaarlijkse communautaire tariefcontingenten van respectievelijk 390 ton voor de garens van katoen en 1 390 ton voor de weefsels van katoen ; dat in genoemd artikel 6 de verdeling van de bedoelde communautaire tariefcontingenten als volgt wordt vastgesteld :

  • voor garens van katoen :

300 ton voor de Gemeenschap in haar oorspronkelijke samenstelling , 40 ton voor Denemarken , 10 ton voor Ierland en 40 ton voor het Verenigd Koninkrijk ;

  • voor weefsels van katoen :

1 000 ton voor de Gemeenschap in haar oorspronkelijke samenstelling , 20 ton voor Denemarken , 10 ton voor Ierland en 360 ton voor het Verenigd Koninkrijk ;

Overwegende dat de Raad , overeenkomstig artikel 119 van de Akte van Toetreding van 1979 , Verordening ( EEG ) nr . 3555/80 van 16 december 1980 houdende vaststelling van de regeling van toepassing op de invoer in Griekenland van oorsprong uit Algerije , Israël , Malta , Marokko , Portugal , Syrië , Tunesië en Turkije ( 3 ) heeft vastgesteld ; dat de onderhavige verordening derhalve geldt voor de Gemeenschap van de Negen ; dat artikel 14 van genoemd Complementair Protocol slechts voorziet in een dergelijke verdeling van de tariefcontingenten over de oorspronkelijke Gemeenschap en de drie nieuwe Lid-Staten tot 1 juli 1977 ; dat het bovendien , door het verstrijken van de overgangsperiode , zoals is bepaald in artikel 39 van de Toetredingsakte , noodzakelijk is een gemeenschappelijke regeling voor het beheer van bovengenoemde tariefcontingenten in te stellen , welke regeling in ieder geval de opening van een enkel contingent bevat , verdeeld over alle Lid-Staten overeenkomstig de gebruikelijke maatstaven , alsmede de vorming van een enkele communautaire reserve , die voor alle Lid-Staten toegankelijk is ;

Overwegende dat het dienstig is tijdelijk voor deze produkten te voorzien in een aanpassing van de tariefvoordelen , bestaande uit algehele schorsing van de rechten van het gemeenschappelijk douanetarief en verhoging van de contingenten ; dat de voor 1983 te openen contingenten aldus 1 099 ton voor garens van katoen en 2 587 ton voor de overige weefsels van katoen belopen ;

Overwegende dat de Gemeenschap , krachtens artikel 1 van bijlage nr . 2 bij het Aanvullend Protocol in samenhang met artikel 2 van de Interimovereenkomst , inzonderheid voor het jaar 1983 een gedeeltelijke verlaging moet toepassen op de jegens derde landen geldende rechten voor tapijten , geknoopt of met opgerolde polen , ook indien geconfectioneerd , van wol of van fijn haar ( met uitzondering van handgeknoopte ) van herkomst uit Turkije ; dat het eveneens wenselijk is dit tarifaire voordeel , bij wijze van voorlopige maatregel , te verbeteren door de rechten op de betrokken produkten volledig te schorsen binnen de grenzen van een communautair tariefcontingent dat voor 1983 op 208 ton is vastgesteld ;

Overwegende dat met name dient te worden gewaarborgd dat alle importeurs te allen tijde en in gelijke mate gebruik kunnen maken van genoemde contingenten en dat aan die contingenten verbonden douanerechten zonder onderbreking worden toegepast op alle invoer van de betrokken produkten in alle Lid-Staten , totdat de contingenten geheel zijn benut ; dat een regeling voor de benutting van deze contingenten gebaseerd op een verdeling over de Lid-Staten , in overeenstemming schijnt te zijn met het communautaire karakter van genoemde contingenten in het licht van de hierboven uiteengezette beginselen ; dat deze verdeling , om zo goed mogelijk bij de werkelijke ontwikkeling op de markt van de betrokken produkten aan te sluiten , dient te geschieden naar verhouding van de behoeften van de Lid-Staten , berekend enerzijds aan de hand van de statistische gegevens betreffende de invoer uit Turkije gedurende een representatieve referentieperiode en anderzijds op grond van de economische vooruitzichten voor de betrokken contingentsperiode ; dat uit de statistische gegevens weliswaar blijkt dat de behoeften van de meeste Lid-Staten aan invoer van de betrokken produkten van herkomst uit Turkije gering zijn , maar dat het toch , om het communautaire karakter van de betrokken tariefcontingenten te waarborgen , dienstig is te voorzien in de dekking van de behoeften welke zich in deze Lid-Staten zouden kunnen voordoen ;

Overwegende dat de invoer in de verschillende Lid-Staten uit Turkije gedurende de laatste drie jaren waarover volledige statistische gegevens beschikbaar zijn zich als volgt heeft ontwikkeld :

  • 1978 * 1979 * 1980 *
  • in ton * in % * in ton * in % * in ton * in % *

Garens van katoen * * * * * * *

Benelux * 12 565 * 17,50 * 15 774 * 19,62 * 2 520 * 5,09 *

Denemarken * 1,2 * 0,01 * 24,4 * 0,03 * 14 * 0,03 *

Duitsland * 27 951 * 38,94 * 29 192 * 36,29 * 21 973 * 44,37 *

Frankrijk * 2 797 * 3,90 * 2 357 * 2,93 * 2 650 * 5,35 *

Ierland * 246,5 * 0,34 * 557 * 0,72 * 87 * 0,18 *

Italië * 22 288,7 * 31,04 * 26 909 * 33,47 * 20 136 * 40,66 *

Verenigd Koninkrijk * 5 939 * 8,27 * 5 577 * 6,94 * 2 140 * 4,32 *

  • 70 788,4 * 100 * 80 390,4 * 100 * 49 520 * 100 *

Andere weefsels van katoen * * * * * * *

Benelux * 537 * 33,08 * 165 * 12,55 * 290 * 0,66 *

Denemarken * 0,4 * 0,02 * 0,6 * 0,04 * 1 * 0,01 *

Duitsland * 437 * 26,92 * 298 * 22,67 * 42 351 * 96,13 *

Frankrijk * 161 * 9,92 * 270 * 20,54 * 270 * 0,61 *

Ierland * 1 * 0,06 * 36,5 * 2,78 * 0 * 0 *

Italië * 295 * 18,17 * 249,6 * 18,98 * 1 028 * 2,33 *

Verenigd Koninkrijk * 192 * 11,83 * 295 * 22,44 * 115 * 0,26 *

  • 1 623,4 * 100 * 1 314,7 * 100 * 44 055 * 100 *

Overwegende dat , rekening houdend met deze factoren en met de te verwachten ontwikkeling van de markten voor de betrokken produkten in de loop van het jaar 1983 , de percentages voor de aanvankelijke verdeling van de contingenten bij benadering als volgt kunnen worden vastgesteld :

  • Garens van katoen * Andere weefsels van katoen *

Benelux * 16,11 * 20,06 *

Denemarken * 8,65 * 1,81 *

Duitsland * 35,82 * 15,07 *

Frankrijk * 4,33 * 22,55 *

Ierland * 2,28 * 0,93 *

Italië * 24,04 * 7,49 *

Verenigd Koninkrijk * 8,77 * 32,09 ; *

Overwegende dat het , ten einde rekening te houden met de onzekerheid omtrent de ontwikkeling van de invoer van de genoemde produkten in de Lid-Staten , dienstig is ieder van de contingenten in twee gedeelten te splitsen , waarbij het eerste gedeelte over de Lid-Staten wordt verdeeld en het tweede gedeelte een reserve vormt ter voorziening in de verdere behoeften van de Lid-Staten die hun aanvankelijk quotum geheel hebben opgebruikt ; dat het , ten einde aan de importeurs van de Lid-Staten enige zekerheid te verschaffen , aanbeveling verdient het eerste gedeelte vast te stellen op een betrekkelijk hoog niveau dat , in het onderhavige geval , ongeveer 80 % van de totale hoeveelheid van de contingenten zou kunnen bedragen ;

Overwegende dat de Lid-Staten hun aanvankelijke quota meer of minder spoedig kunnen hebben opgebruikt ; dat het , ten einde met die omstandigheid rekening te houden en iedere onderbreking te vermijden , van belang is dat iedere Lid-Staat die een van zijn aanvankelijke quota nagenoeg geheel heeft benut , overgaat tot de opneming van een extra quotum uit de overeenkomstige reserve ; dat dergelijke opnemingen door iedere Lid-Staat dienen te worden verricht wanneer elk van zijn extra quota nagenoeg geheel is benut , en wel zo vaak als elke reserve dit toelaat ; dat ieder van de aanvankelijke quota en van de extra quota dient te gelden tot aan het einde van de betrokken contingentsperiode ; dat deze wijze van beheer een nauwe samenwerking vereist tussen de Lid-Staten en de Commissie , die met name in de gelegenheid moet zijn de uitputtingsgraad van het contingent te volgen en de Lid-Staten daarover in te lichten ;

Overwegende dat het volstrekt noodzakelijk is dat een Lid-Staat die op een bepaald tijdstip van de contingentsperiode een aanzienlijk overschot van een van zijn aanvankelijke quota heeft , een bepaald percentage daarvan in de overeenkomstige reserve terugstort ten einde te voorkomen dat een gedeelte van een der communautaire contingenten in een Lid-Staat onbenut blijft , terwijl andere Lid-Staten er gebruik van zouden kunnen maken ;

Overwegende dat , aangezien het Koninkrijk België , het Koninkrijk der Nederlanden en het Groothertogdom Luxemburg verenigd zijn in en vertegenwoordigd worden door de Benelux Economische Unie , elke handeling met betrekking tot het beheer van de aan de genoemde Economische Unie toegekende quota kan worden verricht door één van haar leden ,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD :

Artikel 1

1 . Van 1 januari tot en met 31 december 1983 worden in de Gemeenschap in haar samenstelling van de Negen communautaire tariefcontingenten geopend voor de volgende produkten van herkomst uit Turkije , waarbij voor elk produkt de volgende hoeveelheden worden vastgesteld :

  • * ( in ton ) *

Nr . van het gemeenschappelijk douanetarief * Omschrijving * Omvang van het contingent *

55.05 * Garens van katoen , niet gereed voor de verkoop in het klein * 1 099 *

55.09 * Andere weefsels van katoen * 2 587 *

58.01 * Tapijten , geknoopt of met opgerolde polen , ook indien geconfectioneerd : * *

  • ex A . van wol of van fijn haar , met uitzondering van handgeknoopte * 208 *

2 . Binnen de grenzen van deze tariefcontingenten worden de rechten van het gemeenschappelijk douanetarief volledig geschorst .

Artikel 2

1 . Een eerste gedeelte van ieder volgens artikel 1 , lid 1 , vastgesteld contingent wordt als volgt over de Lid-Staten verdeeld : garens van katoen niet gereed voor de verkoop in het klein : 832 ton , andere weefsels van katoen : 2 044 ton en tapijten van wol of fijn haar : 167 ton ; de quota die , onder voorbehoud van artikel 5 , tot en met 31 december 1983 gelden , belopen de volgende hoeveelheden :

  • ( in ton ) *

Lid-Staten * Nummer van het gemeenschappelijk douanetarief *

  • 55.05 * 55.09 * ex 58.01 A *

Benelux * 134 * 410 * 16 *

Denemarken * 72 * 37 * 16 *

Duitsland * 298 * 308 * 40 *

Frankrijk * 36 * 461 * 28 *

Ierland * 19 * 19 * 2 *

Italië * 200 * 153 * 20 *

Verenigd Koninkrijk * 73 * 656 * 45 *

  • 832 * 2 044 * 167 *

2 . Het tweede gedeelte van ieder contingent , ter grootte van respectievelijk 267 , 543 en 41 ton , vormt de overeenkomstige reserve .

Artikel 3

1 . Een Lid-Staat die een van zijn aanvankelijke quota als vastgesteld in artikel 2 , lid 1 , dan wel - indien artikel 5 is toegepast - dat quotum verminderd met de in de overeenkomstige reserve teruggestorte hoeveelheid , voor 90 % of meer heeft benut , gaat , voor zover er in de reserve nog een voldoende hoeveelheid aanwezig is , door middel van kennisgeving aan de Commissie onverwijld over tot opneming van een tweede quotum , gelijk aan 15 % van zijn aanvankelijke quotum , eventueel op de volgende eenheid naar boven afgerond .

2 . Een Lid-Staat die het na volledige benutting van een van zijn aanvankelijke quota opgenomen tweede quotum voor 90 % of meer heeft benut , gaat op de in lid 1 omschreven wijze over tot opneming van een derde quotum gelijk aan 7,5 % van zijn aanvankelijke quotum .

3 . Een Lid-Staat die het na volledige benutting van een tweede quotum opgenomen derde quotum voor 90 % of meer heeft benut , gaat op dezelfde wijze over tot opneming van een vierde quotum , dat gelijk is aan het derde .

Deze procedure wordt toegepast totdat de reserve is uitgeput .

4 . In afwijking van het bepaalde in de leden 1 tot en met 3 kunnen de Lid-Staten geringere hoeveelheden opnemen dan de in die leden vastgestelde quota , wanneer er aanleiding is om aan te nemen dat die quota wellicht niet geheel zullen worden benut . Zij delen dan aan de Commissie mede waarom zij hebben besloten het onderhavige lid toe te passen .

Artikel 4

De overeenkomstig artikel 3 opgenomen extra quota gelden tot en met 31 december 1983 .

Artikel 5

De Lid-Staten storten uiterlijk op 1 oktober 1983 van het niet-benutte gedeelte van hun aanvankelijke quotum in de reserve terug het deel dat op 15 september 1983 20 % van het aanvankelijke quotum te boven gaat . Zij kunnen een grotere hoeveelheid terugstorten , indien er aanleiding is om aan te nemen dat deze anders wellicht onbenut zou blijven .

De Lid-Staten geven uiterlijk op 1 oktober 1983 aan de Commissie kennis van de totale invoer van de betrokken produkten , die tot en met 15 september 1983 heeft plaatsgevonden en op de communautaire contingenten is afgeboekt , alsmede eventueel van het gedeelte van ieder van hun aanvankelijke quota , dat zij in de overeenkomstige reserve terugstorten .

Artikel 6

De Commissie houdt boek van de door de Lid-Staten overeenkomstig het bepaalde in de artikelen 2 en 3 geopende quota , en brengt , zodra de opgaven haar bereiken , de Lid-Staten op de hoogte van de in de reserves nog aanwezige hoeveelheden .

Zij stelt de Lid-Staten uiterlijk op 5 oktober 1983 in kennis van de stand van de diverse reserves na de overeenkomstig artikel 5 verrichte terugstortingen .

Zij ziet erop toe dat bij de opneming de in de reserve beschikbare hoeveelheid niet wordt overschreden , en geeft te dien einde aan de Lid-Staat die de laatste opneming verricht , kennis van de stand van de betrokken reserve .

Artikel 7

1 . De Lid-Staten treffen de nodige maatregelen opdat bij opening van de met toepassing van artikel 3 door hen opgenomen extra quota , de door hen ingevoerde hoeveelheden zonder onderbreking kunnen worden afgeboekt op hun gecumuleerd aandeel in de communautaire tariefcontingenten .

2 . De Lid-Staten nemen de nodige maatregelen om de op hun grondgebied gevestigde importeurs van de betrokken produkten vrije toegang te waarborgen tot de hun toegekende quota .

3 . De Lid-Staten boeken de ingevoerde hoeveelheden van de betrokken produkten op hun quota af naar gelang dat deze produkten bij de douane ten invoer in het vrije verkeer worden aangegeven .

4 . De uitputtingsgraad van de quota van de Lid-Staten wordt vastgesteld aan de hand van de ingevoerde hoeveelheden , welke op de in lid 3 omschreven wijze zijn afgeboekt .

Artikel 8

Op verzoek van de Commissie stellen de Lid-Staten de Commissie in kennis van de invoer van de betrokken produkten , die daadwerkelijk op hun quota is afgeboekt .

Artikel 9

De Lid-Staten en de Commissie werken nauw samen om te bereiken dat de bepalingen van deze verordening worden nagekomen .

Artikel 10

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 1983 .

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat .

Gedaan te Brussel , 10 december 1982 .

Voor de Raad

De Voorzitter

G . FENGER MOELLER

( 1 ) PB nr . L 293 van 29 . 12 . 1972 , blz . 4 .

( 2 ) PB nr . L 277 van 3 . 10 . 1973 , blz . 2 .

( 3 ) PB nr . L 382 van 31 . 12 . 1980 , blz . 1 .

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.