Verordening 1983/125 - Hoeveelheid boter uit Nieuw-Zeeland die het Verenigd Koninkrijk in februari 1983 mag invoeren

Inhoudsopgave

  1. Wettekst
  2. 31983R0125

1.

Wettekst

Avis juridique important

|

2.

31983R0125

Verordening (EEG) nr. 125/83 van de Raad van 18 januari 1983 houdende vaststelling van de hoeveelheid boter uit Nieuw-Zeeland die het Verenigd Koninkrijk in februari 1983 mag invoeren

Publicatieblad Nr. L 017 van 21/01/1983 blz. 0002 - 0002

*****

VERORDENING (EEG) Nr. 125/83 VAN DE RAAD

van 18 januari 1983

houdende vaststelling van de hoeveelheid boter uit Nieuw-Zeeland die het Verenigd Koninkrijk in februari 1983 mag invoeren

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,

Gelet op de Toetredingsakte van 1972, inzonderheid op artikel 5, lid 2, van het aan deze Akte gehechte Protocol nr. 18,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Overwegende dat het Verenigd Koninkrijk bij Protocol nr. 18 en vervolgens bij Verordening (EEG) nr. 858/81 (1) werd gemachtigd om tot en met 31 december 1983 onder bijzondere voorwaarden bepaalde hoeveelheden boter uit Nieuw-Zeeland in te voeren; dat in het bijzonder artikel 2, lid 2, van voornoemde verordening voorschrijft dat vóór 1 oktober 1982 moet worden bepaald welke hoeveelheid het Verenigd Koninkrijk in het kalenderjaar 1983 zal mogen invoeren, met name rekening houdend met de ontwikkeling van de situatie op de botermarkten in de Gemeenschap en de wereld;

Overwegende dat het evenwel niet mogelijk is gebleken vóór 1 januari 1983 de verordening tot vaststelling van de hoeveelheid boter uit Nieuw-Zeeland die het Verenigd Koninkrijk in 1983 mag invoeren, vast te stellen;

Overwegende dat dientengevolge bij Verordening (EEG) nr. 3499/82 (2) de hoeveelheid van dit produkt die in januari 1983 in het Verenigd Koninkrijk mag worden ingevoerd, op 7 250 ton is vastgesteld; dat in afwachting van een besluit en om de invoer verder mogelijk te maken, het Verenigd Koninkrijk gemachtigd dient te worden in februari 1983 een zelfde hoeveelheid boter uit Nieuw-Zeeland in te voeren,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING

VASTGESTELD:

Artikel 1

De hoeveelheid boter uit Nieuw-Zeeland die het Verenigd Koninkrijk in februari 1983 mag invoeren, wordt vastgesteld op 7 250 ton.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

Gedaan te Brussel, 18 januari 1983.

Voor de Raad

De Voorzitter

  • J. 
    ERTL
  • (1) 
    PB nr. L 90 van 4. 4. 1981, blz. 18.
  • (2) 
    PB nr. L 368 van 28. 12. 1982, blz. 1.

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.