Verordening 1983/1322 - Overdracht van 550 000 ton zachte broodtarwe die in het bezit is van het Franse en het Duitse interventiebureau

Inhoudsopgave

  1. Wettekst
  2. 31983R1322

1.

Wettekst

Avis juridique important

|

2.

31983R1322

Verordening (EEG) nr. 1322/83 van de Raad van 26 mei 1983 betreffende de overdracht van 550 000 ton zachte broodtarwe die in het bezit is van het Franse en het Duitse interventiebureau

Publicatieblad Nr. L 138 van 27/05/1983 blz. 0063 - 0064

*****

VERORDENING (EEG) Nr. 1322/83 VAN DE RAAD

van 26 mei 1983

betreffende de overdracht van 550 000 ton zachte broodtarwe die in het bezit is van het Franse en het Duitse interventiebureau

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 2727/75 van de Raad van 29 oktober 1975 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector granen (1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 1451/82 (2), inzonderheid op artikel 8, lid 3,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 729/70 van de Raad van 21 april 1970 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (3), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 3509/80 (4), inzonderheid op artikel 3, lid 2,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 1146/76 van de Raad van 17 mei 1976 inzake bijzondere en speciale interventiemaatregelen in de sector granen (5), inzonderheid op artikel 3, lid 3,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Overwegende dat er ten gevolge van de grote graanproduktie in de Gemeenschap in 1982 en de vermindering van de afzetmogelijkheden op de wereldmarkt, aan het einde van het verkoopseizoen 1982/1983 een aanzienlijke stijging van de voorraden zachte tarwe in de belangrijkste producerende Lid-Staten van de Gemeenschap wordt verwacht; dat deze situatie aanleiding kan geven tot moeilijkheden bij het binnenhalen van de graanoogst 1983/1984 en tot een blokkering van de interventieregeling door een tekort aan beschikbare opslagcapaciteit in de betrokken Lid-Staten; dat, ten einde de nefaste gevolgen van deze situatie voor het marktevenwicht te voorkomen, passende maatregelen moeten worden genomen om een gedeelte van de voorraden zo vlug mogelijk weg te werken;

Overwegende dat de Italiaanse Republiek, het Verenigd Koninkrijk en Ierland wegens het tekort aan voedergraan in sommige gebieden van deze landen de Commissie hebben gevraagd om graan uit de Lid-Staten met een overschot over te brengen naar de gebieden met een tekort op hun grondgebied; dat, rekening houdend met bovenbedoelde situatie, zachte tarwe die in het bezit is van het Franse en het Duitse interventiebureau, moet worden overgedragen om in de betrokken gebieden bij de diervoeding te worden gebruikt;

Overwegende dat het dienstig is later een aantal voorschriften vast te stellen voor de overneming van het produkt en de overdracht van de aansprakelijkheid hiervoor;

Overwegende dat de voorschriften met betrekking tot de financiering van deze maatregel moeten worden vastgesteld overeenkomstig het bepaalde in Verordening (EEG) nr. 1883/78 van de Raad van 2 augustus 1978 betreffende de algemene regels voor de financiering van de interventies door het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw, afdeling Garantie (6), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 1262/82 (7),

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING

VASTGESTELD:

Artikel 1

  • 1. 
    Het Franse interventiebureau stelt 450 000 ton zachte tarwe ter beschikking van het Italiaanse interventiebureau.
  • 2. 
    Het Duitse interventiebureau stelt 50 000 ton zachte tarwe ter beschikking van het Britse interventiebureau en 50 000 ton ter beschikking van het Ierse interventiebureau.
  • 3. 
    Het Italiaanse, het Britse en het Ierse interventiebureau nemen de zachte tarwe over vóór 1 juli 1983 en zorgen ervoor dat deze vóór 1 augustus 1983 naar de overeenkomstig lid 6 bepaalde gebieden wordt vervoerd. Zij nemen de nodige maatregelen opdat de tarwe vóór 1 augustus 1984 bij de diervoeding wordt gebruikt.

De zachte tarwe moet voldoen aan de in Verordening (EEG) nr. 2062/81 (8) gestelde eisen.

  • 4. 
    Onverminderd bijzondere, overeenkomstig de procedure van artikel 26 van Verordening (EEG) nr. 2727/75 vastgestelde bepalingen, wordt het in lid 1 bedoelde produkt verkocht overeenkomstig Verordening (EEG) nr. 1836/82 van de Commissie van 7 juli 1982 tot vaststelling van de procedure en de voorwaarden voor de verkoop van graan door de interventiebureaus (9).
  • 5. 
    Voor het vervoer wordt een inschrijving gehouden. De beschikbaarstelling moet tegen de gunstigste vervoersvoorwaarden geschieden.
  • 6. 
    De uitvoeringsbepalingen van deze verordening, met name die inzake het vervoer en de kwaliteitscontrole van het produkt, worden vastgesteld volgens de procedure van artikel 26 van Verordening (EEG) nr. 2727/75.

Artikel 2

  • 1. 
    Het Franse en het Duitse interventiebureau boeken de afgestane hoeveelheden zachte tarwe tegen nulwaarde af op de rekening bedoeld in artikel 4 van Verordening (EEG) nr. 1883/78.
  • 2. 
    Het Italiaanse, het Britse en het Ierse interventiebureau boeken de overgenomen hoeveelheden zachte tarwe tegen nulwaarde bij op de in lid 1 bedoelde rekening en valoriseren deze bij het einde van elke maand tegen de prijs die overeenkomstig artikel 8 van Verordening (EEG) nr. 1883/78 is vastgesteld voor de naar het betrokken begrotingsjaar overgedragen voorraden.
  • 3. 
    De kosten van het vervoer van de in artikel 1 bedoelde hoeveelheden zachte tarwe worden op de in lid 1 genoemde rekening geboekt.

Artikel 3

Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

Gedaan te Brussel, 26 mei 1983.

Voor de Raad

De Voorzitter

  • I. 
    KIECHLE
  • (1) 
    PB nr. L 281 van 1. 11. 1975, blz. 1.
  • (2) 
    PB nr. L 164 van 14. 6. 1982, blz. 1.
  • (3) 
    PB nr. L 94 van 28. 4. 1970, blz. 13.
  • (4) 
    PB nr. L 367 van 31. 12. 1980, blz. 87.
  • (5) 
    PB nr. L 130 van 19. 5. 1976, blz. 9.
  • (6) 
    PB nr. L 216 van 5. 8. 1978, blz. 1.
  • (7) 
    PB nr. L 148 van 27. 5. 1982, blz. 1.
  • (8) 
    PB nr. L 201 van 22. 7. 1981, blz. 6.
  • (9) 
    PB nr. L 202 van 9. 7. 1982, blz. 23.

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.