Verordening 1983/2026 - Wijziging van Verordening (EEG) nr. 565/80 betreffende de vooruitbetaling van de uitvoerrestituties voor landbouwprodukten

Inhoudsopgave

  1. Wettekst
  2. 31983R2026

1.

Wettekst

Avis juridique important

|

2.

31983R2026

Verordening (EEG) nr. 2026/83 van de Raad van 18 juli 1983 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 565/80 betreffende de vooruitbetaling van de uitvoerrestituties voor landbouwprodukten

Publicatieblad Nr. L 199 van 22/07/1983 blz. 0012 - 0013

Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 3 Deel 16 blz. 0155

Bijzondere uitgave in het Spaans: Hoofdstuk 03 Deel 28 blz. 0132

Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 3 Deel 16 blz. 0155

Bijzondere uitgave in het Portugees: Hoofdstuk 03 Deel 28 blz. 0132

*****

VERORDENING (EEG) Nr. 2026/83 VAN DE RAAD

van 18 juli 1983

tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 565/80 betreffende de vooruitbetaling van de uitvoerrestituties voor landbouwprodukten

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 2727/75 van de Raad van 29 oktober 1975 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector granen (1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 1451/82 (2), inzonderheid op artikel 16, lid 5, en op de overeenkomstige bepalingen van de andere verordeningen houdende een gemeenschappelijke marktordening voor landbouwprodukten,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Overwegende dat bij artikel 2 van Verordening (EEG) nr. 565/80 (3) basisprodukten worden omschreven als produkten die onder de marktordening vallen en die bestemd zijn om na verwerking te worden uitgevoerd; dat basisprodukten in aanmerking kunnen komen voor vooruitbetaling van de uitvoerrestituties;

Overwegende dat de goederen die onder Verordening (EEG) nr. 3035/80 (4), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 764/82 (5), vallen, niet gedekt worden door de huidige omschrijving van basisprodukten;

Overwegende dat deze goederen in die omschrijving dienen te worden opgenomen ten einde te garanderen dat ze op dezelfde manier worden behandeld als de produkten die onder de marktordening vallen;

Overwegende dat in artikel 4, lid 3, van Verordening (EEG) nr. 565/80 is bepaald dat het opbrengstpercentage voor de verwerking het percentage is dat geldt in het kader van de actieve veredeling; dat restituties worden betaald op de grondslag van de theoretische hoeveelheden van produkten die worden gebruikt voor de vervaardiging van de in bijlage C van Verordening (EEG) nr. 3035/80 vermelde goederen; dat deze theoretische hoeveelheden moeten worden gebruikt als opbrengstpercentage voor deze goederen,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING

VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EEG) nr. 565/80 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1. 
    artikel 2 wordt als volgt gelezen:

»Artikel 2

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a) 
    - produkten: de produkten bedoeld in artikel 1,
  • basisprodukten: produkten die bestemd zijn om na verwerking tot verwerkte produkten of goederen te worden uitgevoerd; goederen die bestemd zijn om na verwerking te worden uitgevoerd, worden eveneens beschouwd als basisprodukten;
  • b) 
    verwerkte produkten:
  • produkten die zijn verkregen door de verwerking van basisprodukten,

en

  • produkten waarvoor een restitutie bij uitvoer geldt;
  • c) 
    goederen: de goederen vermeld in bijlage B en bijlage C bij Verordening (EEG) nr. 3035/80.";
  • 2. 
    artikel 4, lid 3, wordt als volgt gelezen:

»3. Ten aanzien van de controleregelingen en het opbrengstpercentage gelden voor de basisprodukten dezelfde regels als die welke in het kader van de actieve veredeling voor produkten van dezelfde aard gelden.

De opbrengstpercentages die moeten worden toegepast voor basisprodukten die worden gebruikt bij de vervaardiging van de in bijlage C bij Verordening (EEG) nr. 3035/80 vermelde goederen zijn echter die welke in die bijlage zijn aangegeven.".

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 1 oktober 1983.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

Gedaan te Brussel, 18 juli 1983.

Voor de Raad

De Voorzitter

  • C. 
    SIMITIS
  • (1) 
    PB nr. L 281 van 1. 11. 1975, blz. 1.
  • (2) 
    PB nr. L 164 van 14. 6. 1982, blz. 1.
  • (3) 
    PB nr. L 62 van 7. 3. 1980, blz. 5.
  • (4) 
    PB nr. L 323 van 29. 11. 1980, blz. 27.
  • (5) 
    PB nr. L 87 van 1. 4. 1982, blz. 4.

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.