Verordening 1983/3137 - Opening, de verdeling en de wijze van beheer van een gemeenschappelijk tariefcontingent voor bepaalde wijnen met een benaming van oorsprong van post ex 22.05 C van het gemeenschappelijk douanetarief, uit Joegoslavië (1983)

Inhoudsopgave

  1. Wettekst
  2. 31983R3137

1.

Wettekst

Avis juridique important

|

2.

31983R3137

Verordening (EEG) nr. 3137/83 van de Raad van 4 november 1983 betreffende de opening, de verdeling en de wijze van beheer van een communautair tariefcontingent voor bepaalde wijnen met een benaming van oorsprong van post ex 22.05 C van het gemeenschappelijk douanetarief, van oorsprong uit Joegoslavië (1983)

Publicatieblad Nr. L 307 van 09/11/1983 blz. 0001 - 0006

*****

VERORDENING (EEG) Nr. 3137/83 VAN DE RAAD

van 4 november 1983

betreffende de opening, de verdeling en de wijze van beheer van een communautair tariefcontingent voor bepaalde wijnen met een benaming van oorsprong van post ex 22.05 C van het gemeenschappelijk douanetarief, van oorsprong uit Joegoslavië (1983)

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, inzonderheid op artikel 113,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Overwegende dat volgens artikel 22 van de Samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Socialistische Federatieve Republiek Joegoslavië (1) bepaalde wijnen met een benaming van oorsprong van post ex 22.05 C van het gemeenschappelijk douanetarief, van oorsprong uit Joegoslavië, zoals nader omschreven in de overeenkomst in de vorm van een briefwisseling van 18 juli 1983, in de Gemeenschap kunnen worden ingevoerd binnen de grenzen van een jaarlijks communautair tariefcontingent van 12 000 hectoliter tegen een invoerrecht dat gelijk is aan 70 % van de rechten van het gemeenschappelijk douanetarief; dat deze wijnen moeten worden aangeboden in verpakkingen inhoudende 2 liter of minder en vergezeld dienen te gaan van een certificaat van benaming van oorsprong overeenkomstig het aan deze verordening gehechte model; dat evenwel, volgens een verklaring die is gehecht aan de Slotakte van de Samenwerkingsovereenkomst, deze maatregel »pro rata temporis" dient te worden toegepast vanaf de inwerkingtreding van het akkoord; dat derhalve een communautair tariefcontingent van 9 000 hectoliter moet worden geopend voor het tijdvak tot en met 31 december 1983;

Overwegende dat voor de betrokken wijnen de referentieprijzen franco grens in acht genomen moeten worden; dat deze wijnen alleen voor dit tariefcontingent in aanmerking kunnen komen als artikel 18 van Verordening (EEG) nr. 337/79 (2), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 1595/83 (3), in acht wordt genomen;

Overwegende dat met name gewaarborgd moet worden dat alle importeurs van de Gemeenschap te allen tijde en in gelijke mate gebruik kunnen maken van genoemd contingent en voorts dat in de Lid-Staten de op het genoemde contingent toe te passen rechten ononderbroken worden toegepast op alle invoer van de betrokken produkten tot op het moment dat het contingent is uitgeput; dat een systeem voor de benutting van het communautaire tariefcontingent, gebaseerd op een verdeling over de Lid-Staten, in overeenstemming schijnt te zijn met het communautaire karakter van het genoemde contingent in het licht van de hierboven uiteengezette beginselen; dat deze verdeling, om zo goed mogelijk de werkelijke ontwikkeling van de markt van de betrokken produkten weer te geven, toegepast moet worden naar verhouding van de behoeften der Lid-Staten, berekend enerzijds op grond van de statistische gegevens betreffende de invoer van de genoemde produkten uit Joegoslavië over een representatieve referentieperiode en anderzijds op grond van de economische vooruitzichten voor de betrokken contingentsperiode;

Overwegende dat van de invoer in de Gemeenschap van de betrokken produkten uit Joegoslavië gedurende de laatste drie jaren waarover statistische gegevens beschikbaar zijn, de afzonderlijke Lid-Staten de hierna genoemde percentages voor hun rekening namen:

1.2.3.4 // // // // // Lid-Staten // 1980 // 1981 // 1982 // // // // // Benelux // 42,5 // 7,6 // 8,8 // Denemarken // 18,7 // 20,1 // 39,1 // Duitsland // 6,5 // 50,0 // 42,4 // Griekenland // - // - // - // Frankrijk // 3,0 // 3,8 // 3,5 // Ierland // 1,6 // 0,5 // 0,4 // Italië // 0,7 // 1,7 // 1,5 // Verenigd Koninkrijk // 27,0 // 16,3 // 4,3 // // // //

Overwegende dat, rekening houdende met deze gegevens alsmede de te verwachten ontwikkeling van de markt van de genoemde produkten en met name de ramingen van bepaalde Lid-Staten, de percentages voor de eerste verdeling van het contingent bij benadering als volgt kunnen worden vastgesteld:

Benelux 15,6

Denemarken 26,3

Duitsland 36,4

Griekenland 1,4

Frankrijk 3,5

Ierland 1,4

Italië 1,4

Verenigd Koninkrijk 14,0

Overwegende dat, ten einde rekening te houden met de ontwikkeling van de invoer van de betrokken produkten in de verschillende Lid-Staten, het contingent in twee gedeelten moet worden gesplitst, waarvan het eerste gedeelte over de Lid-Staten wordt verdeeld, terwijl het tweede gedeelte een reserve vormt ter voorziening in de verdere behoeften van de Lid-Staten die hun aanvankelijke quotum hebben opgebruikt; dat, ten einde aan de importeurs van elke Lid-Staat een zekere waarborg te geven, het eerste gedeelte van het communautaire contingent zou moeten worden vastgesteld op een niveau dat in het onderhavige geval 80 % van het volume van het contingent zou kunnen bedragen;

Overwegende dat de aanvankelijke quota van de Lid-Staten meer of minder spoedig kunnen zijn opgebruikt; dat het, ten einde daarmee rekening te houden en elke onderbreking te voorkomen, van belang is dat iedere Lid-Staat die zijn aanvankelijke quotum nagenoeg geheel heeft benut, een extra quotum uit de reserve opneemt; dat deze opneming door elke Lid-Staat moet worden verricht wanneer elk van zijn extra quota vrijwel geheel is benut, en wel zo vaak als de reserve dat toelaat; dat de aanvankelijke en de extra quota moeten gelden tot aan het einde van de contingentsperiode; dat deze wijze van beheer een nauwe samenwerking vereist tussen de Lid-Staten en de Commissie, die met name de uitputtingsgraad van het contingent moet kunnen volgen en de Lid-Staat daarover moet kunnen inlichten;

Overwegende dat het noodzakelijk is dat een Lid-Staat, die op een bepaald tijdstip van de contingentsperiode een belangrijk overschot van het aanvankelijke quotum heeft, daarvan een aanmerkelijk percentage in de reserve terugstort, ten einde te voorkomen dat een gedeelte van het communautaire contingent in een Lid-Staat onbenut blijft, terwijl andere Lid-Staten er gebruik van zouden kunnen maken;

Overwegende dat, aangezien het Koninkrijk België, het Koninkrijk der Nederlanden en het Groothertogdom Luxemburg verenigd zijn in en vertegenwoordigd worden door de Benelux Economische Unie, elke handeling met betrekking tot het beheer van de aan de genoemde Economische Unie toegewezen quota kan worden verricht door één van haar leden,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING

VASTGESTELD:

Artikel 1

  • 1. 
    Tot en met 31 december 1983 worden de rechten van het gemeenschappelijk douanetarief voor de onderstaande produkten, van oorsprong uit Joegoslavië, in het kader van een communautair tariefcontingent van 9 000 hectoliter, geschorst tot de niveaus die voor elk van deze produkten zijn vermeld:

1.2.3 // // // // Nr. van het gemeen- schappelijk douanetarief // Omschrijving // Rechten // // // // // // // 22.05 // Wijn van verse druiven; druivemost, waarvan de gisting door toevoegen van alcohol is gestuit (mistella daaronder begrepen): // // // C. andere: // // // 1. met een effectief alcohol-volumegehalte van 13 % vol of minder, in verpakkingen inhoudende: // // // ex a) twee liter of minder: // // // - wijnen met benaming van oorsprong die volgende namen dragen: // // // - Ljutomersko - Ormo sko gorice, L a ski Rizling // // // - Ohrid, Merlot // // // - Herzégovina - Mostar: // // // - Z ilavka // // // - Blatina // // // - Fru ska Gora, Talijanski Rizling // // // - Oplenac, Lipovac // // // - Istra, Merlot // // // - Tikves: // // // - Krater // // // - Krato sija // // // - Srednja i ju zna dalmacija: // // // - Dinga c // // // - K astelet // // // - Crna Gora, Vranac // 10,1 Ecu/hl // // // // Nr. van het gemeen- schappelijk douanetarief // Omschrijving // Rechten // // // // // 22.05 (vervolg) // 2. Met een effectief alcohol-volumegehalte van meer dan 13 % vol doch niet meer dan 15 % vol, in verpakkingen inhoudende: // // // ex a) twee liter of minder: // // // - wijnen met benaming van oorsprong die volgende namen dragen: // // // - Ljutomersko - Ormo sko gorice, L a ski Rizling // // // - Ohrid, Merlot // // // - Herzégovina - Mostar: // // // - Z ilavka // // // - Blatina // // // - Fru ska Gora, Talijanski Rizling // // // - Oplenac, Lipovac // // // - Istra, Merlot // // // - Tikves: // // // - Krater // // // - Krato sija // // // - Srednja i ju zna dalmacija: // // // - Dinga c // // // - K astelet // // // - Crna Gora, Vranac // 11,8 Ecu/hl // // //

  • 2. 
    Binnen de grenzen van dit tariefcontingent past de Helleense Republiek de rechten toe, berekend overeenkomstig de bepalingen ter zake van de Toetredingsakte van 1979 en van Verordening (EEG) nr. 287/82 (1).
  • 3. 
    Voor de betrokken wijnen moeten de referentieprijzen franco grens in acht worden genomen. Deze wijnen komen alleen voor dit tariefcontingent in aanmerking als artikel 18 van Verordening (EEG) nr. 337/79, laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 1595/83, in acht wordt genomen.
  • 4. 
    Bij de invoer moet elk van deze wijnen vergezeld zijn van een certificaat van benaming van oorsprong, afgegeven door de bevoegde Joegoslavische overheidsinstantie, conform het aan deze verordening gehechte model.

Artikel 2

  • 1. 
    Het in artikel 1 genoemde tariefcontingent wordt in twee gedeelten gesplitst.
  • 2. 
    Een eerste gedeelte van 7 200 hectoliter wordt over de Lid-Staten verdeeld; de quota die, onder voorbehoud van artikel 5, tot en met 31 december 1983 gelden, bedragen volgende hoeveelheden:

1.2 // // (in hectoliter) // Benelux // 1 120 // Denemarken // 1 890 // Duitsland // 2 630 // Griekenland // 100 // Frankrijk // 250 // Ierland // 100 // Italië // 100 // Verenigd Koninkrijk // 1 010

  • 3. 
    Het tweede gedeelte van het contingent ter grootte van 1 800 hectoliter vormt de reserve.

Artikel 3

  • 1. 
    Indien het aanvankelijke quotum van een Lid-Staat zoals vastgesteld in artikel 2, lid 2, dan wel dat zelfde quotum, verminderd met het bij toepassing van artikel 5 in de reserve teruggestorte gedeelte, voor 90 % of meer is benut, gaat deze Lid-Staat, door middel van een kennisgeving aan de Commissie, onverwijld over tot opneming, voor zover in de reserve nog een voldoende hoeveelheid aanwezig is, van een tweede quotum gelijk aan 15 % van zijn aanvankelijke quotum, eventueel afgerond op de volgende eenheid naar boven.
  • 2. 
    Indien een Lid-Staat, na volledige benutting van zijn aanvankelijke quotum, het door hem opgenomen tweede quotum voor 90 % of meer heeft aangewend, gaat hij, op de wijze als bepaald in lid 1, over tot opneming van een derde quotum, gelijk aan 7,5 % van zijn aanvankelijke quotum.
  • 3. 
    Indien een Lid-Staat, na volledige benutting van zijn tweede quotum, het door hem opgenomen derde quotum voor 90 % of meer heeft aangewend, gaat hij, op de wijze als bepaald in lid 1, over tot opneming van een vierde quotum, dat gelijk is aan het derde.

Deze procedure wordt toegepast totdat de reserve is uitgeput.

  • 4. 
    In afwijking van het bepaalde in de leden 1 tot en met 3 kunnen de Lid-Staten overgaan tot opneming van geringere hoeveelheden dan de in die leden vastgestelde quota, wanneer er gronden zijn om aan te nemen dat deze quota wellicht niet geheel zullen worden benut. Zij delen aan de Commissie de redenen mede die tot toepassing van het onderhavige lid hebben geleid.

Artikel 4

De overeenkomstig artikel 3 opgenomen extra quota gelden tot en met 31 december 1983.

Artikel 5

De Lid-Staten storten uiterlijk op 1 december 1983 het niet benutte gedeelte van hun aanvankelijke quotum in de reserve terug, dat op 15 november 1983 20 % van het aanvankelijke quotum te boven gaat. Zij kunnen een grotere hoeveelheid terugstorten indien er gronden zijn om aan te nemen dat deze wellicht onbenut zal blijven.

De Lid-Staten geven de Commissie uiterlijk op 1 december 1983 kennis van de totale invoer van de betrokken produkten, die tot 15 november 1983 heeft plaatsgevonden en op het communautaire contingent is afgeboekt, alsmede eventueel van het gedeelte van hun aanvankelijke quotum dat zij in de reserve terugstorten.

Artikel 6

De Commissie houdt boek van de hoeveelheden van de door de Lid-Staten overeenkomstig de artikelen 2 en 3 geopende quota, en brengt, onmiddellijk na ontvangst van de opgaven, elke Lid-Staat op de hoogte van de uitputtingsgraad van de reserve.

Zij stelt de Lid-Staten uiterlijk op 5 december 1983 in kennis van de stand van de reserve na de overeenkomstig artikel 5 verrichte terugstortingen.

Zij ziet erop toe dat de opneming waardoor de reserve volledig wordt uitgeput tot het nog beschikbare overschot beperkt blijft en deelt te dien einde aan de Lid-Staat die deze laatste opneming verricht mede hoeveel dit overschot bedraagt.

Artikel 7

  • 1. 
    De Lid-Staten treffen alle dienstige maatregelen opdat door opening van de met toepassing van artikel 3 door hen opgenomen extra quota, de door hen ingevoerde hoeveelheden zonder onderbreking kunnen worden afgeboekt op hun gecumuleerd aandeel in het communautaire tariefcontingent.
  • 2. 
    De Lid-Staten waarborgen de importeurs van de betrokken produkten vrije toegang tot de hun toegekende quota.
  • 3. 
    De Lid-Staten boeken de ingevoerde hoeveelheden van de betrokken produkten op hun quota af naargelang de produkten bij de douane ten invoer in het vrije verkeer worden aangegeven.
  • 4. 
    De uitputtingsgraad van de quota van de Lid-Staten wordt vastgesteld op grond van de ingevoerde hoeveelheden die onder de in lid 3 bepaalde voorwaarden worden afgeboekt.

Artikel 8

Op verzoek van de Commissie stellen de Lid-Staten haar op de hoogte van de invoer die daadwerkelijk op hun quota is afgeboekt.

Artikel 9

De Lid-Staten en de Commissie werken nauw samen om te bereiken dat deze verordening wordt nagekomen.

Artikel 10

Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgend op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

Gedaan te Brussel, 4 november 1983.

Voor de Raad

De Voorzitter

  • C. 
    VAITSOS
  • (1) 
    PB nr. L 41 van 14. 2. 1983, blz. 2.
  • (2) 
    PB nr. L 54 van 5. 3. 1979, blz. 1.
  • (3) 
    PB nr. L 163 van 22. 6. 1983, blz. 48.
  • (1) 
    PB nr. L 30 van 6. 2. 1982, blz. 1.

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.