Verordening 1983/3682 - Tijdelijke regeling voor de visserijactiviteiten in de onder de soevereiniteit of de jurisdictie van de lidstaten vallende wateren, met uitzondering van de haringvisserij in de Noordzee, in afwachting van de vaststelling van de totaal toegestane vangsten (TAC' s) en quota voor 1984

Inhoudsopgave

  1. Wettekst
  2. 31983R3682

1.

Wettekst

Avis juridique important

|

2.

31983R3682

Verordening (EEG) nr. 3682/83 van de Raad van 22 december 1983 betreffende een tijdelijke regeling voor de visserijactiviteiten in de onder de soevereiniteit of de jurisdictie van de Lid-Staten vallende wateren, met uitzondering van de haringvisserij in de Noordzee, in afwachting van de vaststelling van de totaal toegestane vangsten (TAC' s) en quota voor 1984

Publicatieblad Nr. L 368 van 29/12/1983 blz. 0005 - 0005

*****

VERORDENING (EEG) Nr. 3682/83 VAN DE RAAD

van 22 december 1983

betreffende een tijdelijke regeling voor de visserijactiviteiten in de onder de soevereiniteit of de jurisdictie van de Lid-Staten vallende wateren, met uitzondering van de haringvisserij in de Noordzee, in afwachting van de vaststelling van de totaal toegestane vangsten (TAC's) en quota voor 1984

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 170/83 van de Raad van 25 januari 1983 tot instelling van een communautaire regeling voor de instandhouding en het beheer van de visbestanden (1), inzonderheid op de artikelen 3, 4 en 11,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Overwegende dat de Raad bij Verordening (EEG) nr. 3624/83 (2), op 20 december 1983 de totaal toegestane vangsten (TAC's) en de quota voor 1983 heeft vastgesteld;

Overwegende dat, in afwachting van het besluit van de Raad over de voorstellen van de Commissie inzake de TAC's en quota voor 1984, de verdere uitoefening van de visserijactiviteiten door vaartuigen van de Lid-Staten moet worden gewaarborgd tot en met 31 januari 1984 op basis van de voor 1983 vastgestelde hoeveelheden en de resultaten van de besprekingen met Noorwegen voor 1984 en met inachtneming van de doelstellingen inzake de instandhouding van de bestanden;

Overwegende dat bij Verordening (EEG) nr. 3624/83 geen TAC's of quota voor de haring in de Noordzee werden vastgesteld,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING

VASTGESTELD:

Artikel 1

  • 1. 
    De vaartuigen die de vlag van de Lid-Staten voeren oefenen voorlopig hun visserijactiviteiten uit met inachtneming van de gebruikelijke seizoencycli, overeenkomstig Verordening (EEG) nr. 3624/83 en in overeenstemming met de resultaten van de besprekingen met Noorwegen voor 1984.
  • 2. 
    Deze verordening geldt niet voor de visserij op de haringbestanden die zich in de Noordzee en in het oostelijk gedeelte van het Kanaal bevinden.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Zij is van toepassing van 1 januari tot en met 31 januari 1984.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

Gedaan te Brussel, 22 december 1983.

Voor de Raad

De Voorzitter

  • C. 
    VAITSOS
  • (1) 
    PB nr. L 24 van 27. 1. 1983, blz. 1.
  • (2) 
    PB nr. L 365 van 27. 12. 1983, blz. 1.

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.