Richtlijn 1984/378 - Wijziging van de bijlagen van Richtlijn 77/93/EEG betreffende de beschermende maatregelen tegen het binnenbrengen op het grondgebied van de lidstaten van voor planten of plantaardige produkten schadelijke organismen

Inhoudsopgave

  1. Wettekst
  2. 31984L0378

1.

Wettekst

Avis juridique important

|

2.

31984L0378

Richtlijn 84/378/EEG van de Raad van 28 juni 1984 tot wijziging van de bijlagen van Richtlijn 77/93/EEG betreffende de beschermende maatregelen tegen het binnenbrengen op het grondgebied van de Lid-Staten van voor planten of plantaardige produkten schadelijke organismen

Publicatieblad Nr. L 207 van 02/08/1984 blz. 0001 - 0010

Bijzondere uitgave in het Spaans: Hoofdstuk 03 Deel 31 blz. 0220

Bijzondere uitgave in het Portugees: Hoofdstuk 03 Deel 31 blz. 0220

Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 3 Deel 17 blz. 0240

Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 3 Deel 17 blz. 0240

++++

RICHTLIJN VAN DE RAAD

van 28 juni 1984

tot wijziging van de bijlagen van Richtlijn 77/93/EEG betreffende de beschermende maatregelen tegen het binnenbrengen op het grondgebied van de Lid-Staten van voor planten of plantaardige produkten schadelijke organismen

( 84/378/EEG )

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN ,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap ,

Gelet op Richtlijn 77/93/EEG ( 1 ) , laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 81/7/EEG ( 2 ) , inzonderheid on artikel 13 ,

Gezien het voorstel van de Commissie ,

Overwegende dat in de communautaire regeling op fytosanitair gebied voorschriften dienen te worden opgenomen inzake beschermende maatregelen tegen schadelijke organismen als Amauromyza , Liriomyza en Radopholus ;

Overwegende dat de voorschriften inzake beschermende maatregelen tegen schadelijke organismen als Erwinia amylovora , Leptinotarsa decemlineata en Quadraspidiotus perniciosus dienen te worden verbeterd en met name dienen te worden aangepast aan de huidige situatie ten aanzien van hun verspreiding ;

Overwegende dat voorts enkele bepalingen van de bijlage dienen te worden verduidelijkt en dat rekening dient te worden gehouden met een aantal methoden voor de teelt , de oogst en de behandeling , alsmede met andere ervaring in verband met aardappelen , zaaizaad van luzerne , zaad van tomaten , naaldhout en grond of planten met aanhangend groeimedium ,

HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD :

Artikel 1

Bijlage I van Richtlijn 77/93/EEG wordt als volgt gewijzigd :

1 . in deel A , sub a ) , wordt voor punt 1 het volgende ingevoegd :

" 01 . Amauromyza maculosa ( Malloch ) " ;

2 . in deel A , sub a ) , worden de volgende punten ingevoegd :

" 7 bis . Liriomyza huidobrensis ( Blanchard )

7 ter . Liriomyza sativae ( Blanchard ) " ;

3 . in deel A , sub a ) , worden de punten 17 , 18 en 19 respectievelijk de punten 02 , 8 bis en 8 ter ;

4 . in deel A , sub e ) 2 , vervalt punt a ) ;

5 . deel A , sub e ) , punt 4 , wordt als volgt gelezen :

" 4 . Potato spindle tuber viroide " ;

6 . in deel B , sub a ) , wordt het volgende punt ingevoegd :

" 10 . bis . Liriomyza trifolii ( Burgess ) * Denemarken , Griekenland , Ierland , Verenigd Koninkrijk ; andere Lid-Staten die krachtens de procedure van artikel 16 vrij zijn verklaard van Liriomyza trifolii " . *

Artikel 2

Bijlage II bij Richtlijn 77/93/EEG wordt als volgt gewijzigd :

in deel A , sub a ) , worden de volgende punten ingevoegd :

" 6 bis . Liriomyza trifolii ( Burgess ) * Planten van Apium graveolens L . , Capsicum annuum L . , Chrysanthemum L . , Dendranthema ( DC . ) Des . Moul . , Dianthus caryophyllus , Gerbera Cass . , Gypsophila L . , Solanum lycopersicum L . , bestemd voor opplant , met uitzondering van zaden *

7 bis . Radopholus citrophilus ( Huettel , Dickson en Kaplan ) * Planten van Araceae , Citrus L . , Fortunella Swingle , Maranthaceae , Musaceae , Persea americana P . Mill . , Poncirus Raf . , Strelitziaceae , beworteld of met aanhangend of bijgevoegd groeimedium *

7 ter . Radopholus similis ( Cobb ) Thorne ( sensu stricto ) * Planten van Araceae , Maranthaceae , Musaceae , Persea , Strelitziaceae , beworteld of met aanhangend of bijgevoegd groeimedium " . *

Artikel 3

Bijlage III bij Richtlijn 77/93/EEG wordt als volgt gewijzigd :

1 . deel A , punt 8 , vervalt ;

2 . in deel A wordt het volgende punt ingevoegd :

" 9 bis . Aardappelknollen ( Solanum tuberosum L . ) , met uitzondering van de knollen die officieel worden aangeduid als pootaardappelen , overeenkomstig Richtlijn 66/403/EEG * Onverminderd de speciale eisen die in bijlage IV , deel A , worden gesteld aan aardappelknollen : Turkije , USSR ; andere niet tot continentaal Eurpa behorende derde landen dan de volgende landen : *

  • - Algerije *
  • - Cyprus *
  • - Egypte *
  • - Israël *
  • - Libië *
  • - Malta *
  • - Marokko *
  • - Syrië *
  • - Tunesië ; *

3 . in deel A worden de volgende punten toegevoegd :

" 11 . Planten van Citrus L . , Fortunella Swingle , Poncirus Raf . , met uitzondering van vruchten , zaden en delen van planten bestemd voor sierdoeleinden * Verenigde Staten van Amerika ( Florida , Louisiana , Hawaï ) *

12 . Groeimedium , als omschreven in bijlage V , punt 5 a ) * Turkije , USSR ; andere niet tot continentaal Europa behorende derde landen dan de volgende landen : *

  • - Algerije *
  • - Cyprus *
  • - Israël *
  • - Malta *
  • - Marokko *
  • - Tunesië " ; *

4 . in deel B , punt 1 , wordt " ( Citrus L . ) " vervangen door " ( Citrus L . , Fortunella Swingle , Poncirus Raf . ) " ;

5 . in deel B worden de volgende punten toegevoegd :

" 8 . Van 16 april tot en met 30 september voor planten van oorsprong uit het noordelijk halfrond en van 16 oktober tot en met 31 maart voor planten van oorsprong uit het zuidelijk halfrond , planten van Chaenomeles Lindl . , Cornus L . , Cotoneaster ( B . Ehrh . ) Med . , Crataegus L . , Cydonia Mill . , Malus Mill . , Mespilus L . , Prunus L . , Pyrus L . , Ribes L . , Sorbus L . , Symphoricarpos Duham , met uitzondering van vruchten , zaden en delen van planten bestemd voor sierdoeleinden , van oorsprong of van herkomst uit andere landen , of met betrekking tot sommige Lid-Staten , uit andere streken dan de landen of streken die overeenkomstig de procedure van artikel 16 vrij zijn verklaard van Quadraspidiotus perniciosus * België , Denemarken , Ierland , Luxemburg , Nederland , Verenigd Koninkrijk *

9 . Planten van Cotoneaster ( B . Ehrh . ) Med . , Crataegus L . , Sorbus aria L . , Stranvaesia davidiana Deche . en andere geslachten , soorten of rassen die als zeer gevoelig voor Erwinia amylovora worden beschouwd volgens de procedure van artikel 16 * Griekenland , Ierland , Italië , Verenigd Koninkrijk ( Noord-Ierland ) ; andere Lid-Staten die officiële maatregelen hebben genomen om de opplant van deze planten te beperken *

10 . Onverminderd de verboden die krachtens punt 9 van 16 april tot en met 31 oktober gelden voor planten van oorsprong uit het noordelijk halfrond en van 1 november tot en met 15 april voor planten van oorsprong uit het zuidelijk halfrond , planten van Chaenomeles Lindl . , Cotoneaster ( B . Ehrh . ) Med . , Crataegus L . , Cydonia Mill . , Malus Mill . , Pyracantha M.J . Roem , Pyrus L . , Sorbus L . andere dan Sorbus intermedia L . , Stranvaesia Lindl . , met uitzondering van vruchten en zaden van oorsprong uit andere landen of streken dan de landen of streken die overeenkomstig de procedure van artikel 16 vrij zijn verklaard van Erwinia amylovora * Griekenland , Frankrijk , Ierland , Italië , Luxemburg , Verenigd Koninkrijk ( Noord-Ierland ) , voor zover en zolang deze landen , gezien een eventuele verspreiding van Erwinia amylovora , niet in deze kolom zijn geschrapt volgens de procedure van artikel 16 " . *

Artikel 4

Bijlage IV bij Richtlijn 77/93/EEG wordt als volgt gewijzigd :

1 . in deel A , punt 1 , wordt de rechterkolom als volgt gelezen :

" Het hout moet van de bast zijn ontdaan of uit het merkteken " Kiln-dried " , " K.D . " of een ander internationaal erkend merkteken dat overeenkomstig de gangbare handelsgebruiken op het hout of de verpakking ervan is aangebracht , moet blijken dat het hout volgens een passend tijd - en temperatuurschema kunstmatig is gedroogd tot een vochtgehalte van minder dan 20 % , berekend op de droge stof , op het tijdstip van deze bewerking " ;

2 . in deel A worden de volgende punten ingevoegd :

" 14 bis . Planten van Chaenomeles , Cornus , Cotoneaster , Crataegus , Cydonia , Malus , Mespilus , Prunus , Pyrus , Ribes , Sorbus , Symphoricarpus , met uitzondering van vruchten , zaden en delen van planten bestemd voor sierdoeleinden , van oorsprong of van herkomst uit landen waar Quadraspidiotus perniciosus voorkomt * Onverminderd de krachtens bijlage III , deel B , punt 8 , voor de planten geldende verbodsbepalingen : *

  • a ) officiële constatering dat *
  • - of wel de bepalingen van Richtlijn 69/466/EEG of - voor derde landen - overeenkomstig de procedure van artikel 16 als evenwaardig erkende maatregelen worden toegepast , en *
  • - de planten van oorsprong zijn uit streken die overeenkomstig de procedure van artikel 16 vrij zijn verklaard van Quadraspidiotus perniciosus en sedert het begin van de laatste twee volledige vegetatieperioden geen Quadraspidiotus perniciosus is waargenomen op het terrein waar zij zijn gegroeid of in de onmiddellijke omgeving daarvan , *
  • - of wel sedert het begin van de laatste twee volledige vegetatieperioden geen Quadraspidiotus perniciosus is waargenomen op het terrein waar zij zijn gegroeid of in de onmiddellijke omgeving daarvan , en de planten , op het juiste tijdstip in de groeiperiode , met rook of anderszins op passende wijze tegen dat schadelijke organisme zijn behandeld , welke behandelingsmethode is goedgekeurd overeenkomstig de procedure van artikel 16 of - indien dit niet het geval is - overeenkomstig de voorschriften van de Lid-Staat waar de planten worden binnengebracht ; *
  • b ) wanneer de behandeling met rook of een andere behandeling niet is uitgevoerd overeenkomstig punt a ) , derde streepje , hebben de planten een dergelijke behandeling met rook of een dergelijke behandeling ondergaan in een plaats die is goedgekeurd door de officiële diensten voor plantenbescherming van de betrokken landen *

14 ter . Planten van Amelanchier , Cercidiphyllum , Euonymus , Fagus , Juglans , Ligustrum , Lonicera , Populus , Ptelea , Pyracantha , Rosa , Salix , Spiraea , Syringa , Tilia , Ulmus , met uitzondering van vruchten , zaden en delen van planten bestemd voor sierdoeleinden , van oorsprong of van herkomst uit landen waar Quadraspidiotus perniciosus voorkomt * Officiële constatering dat de bepalingen van Richtlijn 69/466/EEG van de Raad of - voor derde landen - overeenkomstig de procedure van artikel 16 als evenwaardig erkende maatregelen worden toegepast , en officiële constatering dat *

  • - sedert het begin van de laatste twee volledige vegetatieperioden geen Quadraspidiotus perniciosus is waargenomen op het terrein waar zij zijn gegroeid of in de onmiddellijke omgeving daarvan , *
  • - of wel , in het geval van Rosa , de planten een behandeling met rook of een andere passende behandeling tegen dat schadelijke organisme hebben ondergaan , indien daarin is voorzien in een overeenkomst tussen de officiële diensten voor plantenbescherming van de betrokken landen , overeenkomstig een methode en op een plaats , die in een dergelijke overeenkomst zijn bepaald " ; *

3 . deel A , punt 15 , wordt als volgt gelezen :

" 15 . Planten van Chaenomeles , Cotoneaster , Crataegus , Cydonia , Malus , Pyracantha , Pyrus , Sorbus andere dan Sorbus intermedia , Stranvaesia , bestemd voor opplant , met uitzondering van zaden * Officiële constatering dat : *

  • - of wel de planten van oorsprong zijn uit landen of streken die overeenkomstig de procedure van artikel 16 vrij zijn verklaard van Erwinia amylovora , *
  • - of wel sedert het begin van de laatste volledige vegetatieperiode geen verschrijnselen van Erwinia amylovora zijn waargenomen op het terrein waar de planten zijn gegroeid of in de onmiddellijke omgeving daarvan " ; *

4 . in deel A worden de volgende punten ingevoegd :

" 15 bis . Planten van Araceae , Citrus , Fortunella , Maranthaceae , Musaceae , Persea , Poncirus en Strelitziaceae , beworteld of met aanhangend of bijgevoegd groeimedium , van oorsprong of van herkomst uit derde landen * Onverminderd de krachtens bijlage III , deel A , punt 11 , en bijlage III , deel B , punt 1 , ten aanzien van deze planten geldende verbodsbepalingen : *

  • officiële constatering dat : *
  • - of wel de planten van oorsprong en van herkomst zijn uit landen die bekend staan als vrij van Radopholus citrophilus en Radopholus similis , *
  • - of wel sedert het begin van de laatste volledige vegetatieperiode op representatieve monsters van grond en wortels van het terrein waar de planten zijn gegroeid , officieel nematologisch onderzoek is verricht op de aanwezigheid van ten minste Radopholus citrophilus en Radopholus similis , en dat daarbij is gebleken dat het onderzochte materiaal vrij is van die schadelijke organismen *

15 ter . Planten van Araceae , Maranthaceae , Musaceae en Strelitziaceae , beworteld of met aanhangend of bijgevoegd groeimedium , van oorsprong en van herkomst uit een Lid-Staat * Officiële constatering dat : *

  • - of wel sedert het begin van de laatste volledige vegetatieperiode geen Radopholus similis is waargenomen op het terrein waar de planten zijn gegroeid , *
  • - of wel sedert het begin van de laatste volledige vegetatieperiode op grond en wortels van verdachte planten officieel nematologisch onderzoek is verricht op de aanwezigheid van ten minste Radopholus similis , en dat daarbij is gebleken dat het onderzochte materiaal vrij is van dat schadelijke organisme " ; *

5 . in deel A worden de volgende punten ingevoegd : *

" 33 bis . Planten van Apium graveolens , Capsicum annuum , Chrysanthemum , Dendranthema , Dianthus caryophyllus , Gerbera , Gypsophila , Solanum lycopersicum , bestemd voor opplant , met uitzondering van zaden , van oorsprong uit een Lid-Staat of uit een van de derde landen waar overeenkomstig de procedure van artikel 16 is geconstateerd dat * Officiële constatering dat *

  • - of wel bij officiële keuringen die in de laatste drie maanden voor het oogsten ten minste één keer per maand zijn verricht , op het terrein waar zij zijn gegroeid , geen Liriomyza trifolii is waargenomen , *
  • - of wel voor de planten , of indien het stekken betreft , voor de moederplanten officieel goedgekeurde en gecontroleerde maatregelen hebben gegolden , met inbegrip van een passende behandeling , met het doel Liriomyza trifolii op planten uit te roeien *
  • Amauromyza maculosa * *
  • Liriomyza huidobrensis * *
  • Liriomyza sativae * *
  • Liriomyza trifolii * *

er niet voorkomen , of dat er , indien Liriomyza trifolii er wel voorkomt , maatregelen worden toegepast die gelijkwaardig zijn bevonden aan die in de Gemeenschap * *

33 ter . Planten van Apium graveolens , Capsicum annuum , Chrysanthemum , Dendranthema , Dianthus caryophyllus , Gerbera , Gypsophyla , Solanum lycopersicum , bestemd voor opplant , met uitzondering van zaden , van oorsprong uit Amerikaanse landen of uit andere dan de in punt 33 bis bedoelde derde landen * Officiële constatering dat bij officiële keuringen , die in de laatste drie maanden voor het oogsten ten minste één keer per maand zijn verricht op het terrein waar zij zijn gegroeid , geen Amauromyza maculosa of Liriomyza huidobrensis , Liriomyza sativae of Liriomyza trifolii zijn waargenomen " ; *

6 . deel A , punt 35 , wordt als volgt gelezen :

" 35 . Groeimedium als omschreven in bijlage V , punt 5 , sub b ) * Officiële constatering dat *

  • a ) het groeimedium op het tijdstip van het planten *
  • - of wel vrij van grond en organische bestanddelen was , *
  • - of wel vrij van insecten en schadelijke aaltjes was bevonden en op passende wijze was onderzocht of behandeld zodat het vrij was van andere schadelijke organismen , *
  • - of wel een passende behandeling had ondergaan zodat het vrij was van schadelijke organismen *
  • en *
  • b ) sedert het planten *
  • - of wel passende maatregelen zijn genomen om te garanderen dat het groeimedium vrij is gebleven van schadelijke organismen , *
  • - of wel de planten binnen twee weken voor de verzending van het groeimedium zijn losgeschud , waarbij alleen nog een minimumhoeveelheid bleef aanhangen , nodig voor het behoud van de levenskracht tijdens het vervoer , en , indien herplant , het daartoe gebruikte groeimedium voldeed aan de eisen gesteld sub a ) " ; *

7 . deel A , punt 36 , vervalt ;

8 . deel A , punt 39 , rechterkolom , tweede streepje , wordt als volgt gelezen :

" - dat

  • het gewas behoort tot een ras dat als sterk resistent tegen Corynebacterium insidiosum is erkend , of
  • het gewas zich op het tijdstip waarop het zaad werd geoogst , nog niet in de vierde volledige vegetatieperiode na de inzaaiing bevond en dat voordien ten hoogste één keer zaad van het gewas is geoogst , of
  • het gehalte aan inerte stoffen in het zaaizaad , bepaald aan de hand van de voorschriften die gelden voor certificering van zaad dat in de Gemeenschap in de handel wordt gebracht , ten hoogste 0,1 gewichtspercent bedraagt " ;

9 . deel A , punt 41 , rechterkolom , wordt als volgt gelezen :

" Officiële constatering ,

1 . dat het zaad is verkregen met behulp van een passende zuurextractiemethode of een overeenkomstig de procedure van artikel 16 vastgestelde gelijkwaardige methode en

2 . a ) of wel het zaad van oorsprong is uit streken waar , voor zover bekend , Corynebacterium michiganense , Xanthomonas vesicatoria of Potato spindle tuber viroid niet voorkomen ,

b ) of wel sedert het begin van de laatste volledige vegetatieperiode geen symptomen van door deze schadelijke organismen veroorzaakte ziekten zijn waargenomen bij planten op het terrein waar zij zijn gegroeid ,

c ) of wel het zaad is onderworpen aan een officiële toetsing betreffende tenminste de bovenbedoelde schadelijke organismen , uitgevoerd op een representatief monster en met gebruikmaking van passende methoden , en bij die toetsing vrij is bevonden van de betrokken schadelijke organismen " ;

10 . in deel B wordt het volgende punt toegevoegd :

" 7 bis . Planten van Chaenomeles , Cotoneaster , Crataegus , Cydonia , Malus , Pyracantha , Pyrus , Sorbus andere dan Sorbus intermedia , Stranvaesia , met uitzondering van vruchten en zaden * Onverminderd * Griekenland , Frankrijk , Ierland , Italië , Luxemburg , Verenigd Koninkrijk ( Noord-Ierland ) , voor zover en zolang deze landen , gezien een eventuele verspreiding van Erwinia amylovora , niet in deze kolom zijn geschrapt volgens de procedure van artikel 16 " ; *

  • - de krachtens bijlage III , deel B , punt 9 of punt 10 , ten aanzien van deze planten geldende verbodsbepalingen * *
  • of wel * *
  • - de vrijstellingen van sommige onderstaande eisen , die aan de Lid-Staten kunnen worden verleend overeenkomstig de procedure van artikel 16 , wanneer gelijkwaardige garanties kunnen worden gegeven : * *
  • A . officiële constatering dat : * *
  • 1 . of wel de planten van oorsprong zijn uit hetzij Griekenland , Ierland , Italië of het Verenigd Koninkrijk ( Noord-Ierland ) , hetzij andere landen of streken die overeenkomstig de procedure van artikel 16 vrij zijn verklaard van Erwinia amylovora , indien deze landen of streken doeltreffend zijn beschermd tegen het binnenbrengen van Erwinia amylovora , en zijn gegroeid in kwekerijen waar uitsluitend gebruik wordt gemaakt van in dergelijke landen of streken geteeld materieel , * *
  • 2 . of wel de planten * *
  • a ) zijn gegroeid op een veld * *
  • i ) dat gelegen is in een officieel " beschermd gebied " van ten minste 50 km2 , dat wil zeggen een gebied waar voor de gastheerplanten tenminste een officieel goedgekeurde en gecontroleerde bestrijdingsregeling geldt ten einde het risico zoveel mogelijk te verkleinen dat Erwinia amylovora zich vanaf de aldaar geteelde planten verspreidt , * *
  • ii ) dat voor het begin van de laatste volledige vegetatieperiode officieel is goedgekeurd voor de teelt van planten onder de sub a ) en b ) bedoelde voorwaarden , waarbij deze goedkeuring voor juli aan de Commissie wordt medegedeeld met vermelding van de ligging van het veld , de soort en het geschatte aantal planten die daar worden geteeld , en van de datum van goedkeuring , * *
  • iii ) dat , samen met de andere omliggende delen van het " beschermde gebied " , sedert het begin van de laatste volledige vegetatieperiode vrij is gebleken van Erwinia amylovora bij : * *
  • - officiële keuringen die ten minste twee keer worden verricht op het veld en tot op een afstand van ten minste 250 m rond dat veld , namelijk één keer in juli/augustus , en één keer in september/oktober voor het noordelijk halfrond en één keer in januari/februari en één keer in maart/april voor het zuidelijk halfrond , en * *
  • - officiële steekproefcontroles in een gebied van ten minste 1 km rond het veld , die ten minste één keer worden verricht op uitgekozen passende plaatsen - met name waar de juiste indicatorplanten worden geteeld - tussen juli en oktober voor het noordelijk halfrond en tussen januari en april voor het zuidelijk halfrond , en * *
  • - officiële toetsingen die sedert het begin van de laatste volledige vegetatieperiode overeenkomstig passende laboratoriummethoden zijn verricht op onder officieel toezicht genomen monsters van planten waarbij symptomen van Erwinia amylovora zijn gevonden en die groeiden op het veld of in de overige delen van het " beschermde gebied " , * *
  • en * *
  • iv ) waarvan , evenmin als van de andere delen van het " beschermde gebied " , geen enkele waardplant die symptomen van Erwinia amylovora vertoont , is verwijderd zonder voorafgaand officieel onderzoek of voorafgaande officiële goedkeuring * *
  • en * *
  • b ) aan passende administratieve regelingen zijn onderworpen om hun identiteit te garanderen , in het geval van fruitbomen het aanbrengen van een merkteken op het veld , of andere handelingen met vergelijkbaar effect ; * *
  • B . de planten zijn verpakt en de verpakkingen zijn officieel voorzien van een merkteken , waardoor de zending kan worden geïdentificeerd en dat ook op het in artikel 7 bedoelde certificaat is aangebracht " ; * *

11 . in deel B , punt 14 , linkerkolom , wordt het woord " Apium " ingevoegd voor het woord " Beta " , en wordt in plaats van " en Lactuca " gelezen : " Lactuca , Petroselinum en Spinacea " ;

12 . in deel B , punt 14 , middelste kolom , eerste streepje , wordt het volgende toegevoegd :

" met name wanneer aardappelen of aubergines in de onmiddellijke omgeving van het produktieveld staan , of op het produktieveld wanneer vroeger aardappelen of aubergines zijn geteeld , tenzij bij officiële keuringen die sedert het begin van de laatste volledige vegetatieperiode ten minste twee keer zijn verricht , geen besmetting met Leptinotarsa decemlineata is waargenomen " .

Artikel 5

Bijlage V bij Richtlijn 77/93/EEG wordt als volgt gewijzigd :

1 . in punt 2 , sub a ) , wordt na het woord " Chrysanthemum " het woord " Dendranthema " , en na het woord " Gladiolus " het woord " Gypsophila " ingevoegd ;

2 . punt 5 wordt als volgt gelezen :

" 5 . a ) Groeimedium als zodanig , geheel of gedeeltelijk bestaande uit grond of vaste organische stoffen zoals plantedelen , turf of schors bevattende humus , doch niet uitsluitend bestaande uit turf ,

b ) aan planten aanhangend of daarbij gevoegd groeimedium , geheel of gedeeltelijk bestaande uit het sub 5 a ) omschreven materiaal of geheel bestaande uit turf of vaste anorganische stof bestemd om de levenskracht van de planten , van oorsprong uit landen waarop bijlage III , punt 1 of punt 12 , van toepassing is , te handhaven . " .

Artikel 6

Bijlage VI vervalt .

Artikel 7

De Lid-Staten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk op 1 juli 1985 aan deze richtlijn te voldoen .

De Lid-Staten stellen de Commissie onverwijld in kennis van alle wettelijke of bestuursrechtelijke bepalingen die zij uit hoofde van deze richtlijn hebben vastgesteld . De Commissie brengt de andere Lid-Staten hiervan op de hoogte .

Artikel 8

Deze richtlijn is gericht tot de Lid-Staten .

Gedaan te Luxemburg , 28 juni 1984 .

Voor de Raad

De Voorzitter

H . BOUCHARDEAU

( 1 ) PB nr . L 26 van 31 . 1 . 1977 , blz . 20 .

( 2 ) PB nr . L 14 van 16 . 1 . 1981 , blz . 23 .

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.