Verordening 1986/360 - Bepalingen voor de toepassing van kwantitatieve beperkingen door Spanje en Portugal in de sector visserijprodukten

Inhoudsopgave

  1. Wettekst
  2. 31986R0360

1.

Wettekst

Avis juridique important

|

2.

31986R0360

Verordening (EEG) nr. 360/86 van de Raad van 17 februari 1986 tot vaststelling van de bepalingen voor de toepassing van kwantitatieve beperkingen door Spanje en Portugal in de sector visserijprodukten

Publicatieblad Nr. L 043 van 20/02/1986 blz. 0008 - 0009

*****

VERORDENING (EEG) Nr. 360/86 VAN DE RAAD

van 17 februari 1986

tot vaststelling van de bepalingen voor de toepassing van kwantitatieve beperkingen door Spanje en Portugal in de sector visserijprodukten

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,

Gelet op de Akte betreffende de toetreding van Spanje en Portugal, inzonderheid op de artikelen 176 en 363,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Overwegende dat in de Toetredingsakte is bepaald dat Spanje en Portugal gedurende een bepaalde periode kwantitatieve beperkingen mogen handhaven ten aanzien van de invoer van bepaalde visserijprodukten van herkomst uit derde landen;

Overwegende dat het, in het kader van de communautaire algemene regeling, dienstig is vast te stellen binnen welke grenzen en volgens welke regels deze kwantitatieve beperkingen in Spanje en Portugal kunnen worden gehandhaafd;

Overwegende dat met het oog op de toepassing van deze kwantitatieve beperkingen een jaarlijks invoercontingent voor elk betrokken produkt dient te worden vastgesteld; dat het, gezien de ongelijke spreiding van de invoer van de betrokken produkten in de loop van een jaar, wenselijk is het jaarlijks invoercontingent voor de betrokken produkten te verdelen in driemaandelijkse gedeelten, die in voorkomend geval kunnen worden herzien;

Overwegende dat het toezicht op de betrokken invoer kan worden vergemakkelijkt wanneer elk van de nieuwe Lid-Staten een van zekerheidsstelling vergezeld certificaat afgeeft vóór elke feitelijke invoer op zijn grondgebied; dat ten einde rekening te houden met de ervaring die de nieuwe Lid-Staten hebben opgedaan met het beheer van de regeling inzake invoercertificaten voor visserijprodukten, aan deze Lid-Staten de bevoegdheid dient te worden gelaten om bepaalde bijzondere bepalingen voor de afgifte van deze certificaten vast te stellen;

Overwegende dat het voor een rationeel beheer van de in elk kwartaal ingevoerde hoeveelheden dienstig is de maatregelen vast te stellen die moeten worden genomen wanneer de totale hoeveelheid die is ingevoerd of waarvoor een certificaat wordt aangevraagd, niet in overeenstemming is met het vóór het betrokken kwartaal vastgestelde gedeelte van het contingent,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING

VASTGESTELD:

Artikel 1

Bij deze verordening worden de bepalingen vastgesteld voor de toepassing van kwantitatieve beperkingen bedoeld in de artikelen 176 en 363 van de Toetredingsakte.

Artikel 2

  • 1. 
    Met het oog op de toepassing van de in artikel 1 bedoelde kwantitatieve beperkingen worden voor het begin van elk visseizoen volgens de procedure van artikel 33 van Verordening (EEG) nr. 3796/81 van de Raad van 29 december 1981 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector visserijprodukten (1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 3655/84 (2), jaarlijkse invoercontingenten vastgesteld. Deze contingenten worden bij de vaststelling verdeeld in vier driemaandelijkse gedeelten.
  • 2. 
    De contingenten worden voor elk van de nieuwe Lid-Staten en voor elk betrokken produkt vastgesteld met inachtneming van:
  • het gemiddelde van de invoer van het betrokken produkt in Spanje en in Portugal tijdens de laatste drie jaren waarvoor statistische gegevens beschikbaar zijn,
  • de algemene marktsituatie voor het betrokken produkt,
  • de geleidelijke openstelling van deze markten die met name voortvloeit uit de onderhandelingen met derde landen.
  • 3. 
    De omvang van de contingenten en de verdeling ervan in driemaandelijkse gedeelten kunnen in de loop van het jaar worden herzien volgens de in lid 1 bedoelde procedure.

Artikel 3

  • 1. 
    Telkens wanneer in artikel 176, lid 1, en artikel 363, lid 1, van de Toetredingsakte bedoelde produkten in Spanje en in Portugal worden ingevoerd, moet een invoercertificaat worden overgelegd dat vooraf door de bevoegde instantie van de Lid-Staat van invoer is afgegeven voor elk van de in artikel 2, lid 1, bedoelde kwartalen. Per transactie wordt slechts één certificaat afgegeven.

Het certificaat wordt op verzoek van de importeur afgegeven binnen vijf werkdagen volgende op de dag van indiening van de aanvraag.

Het certificaat is niet overdraagbaar.

  • 2. 
    De afgifte van het invoercertificaat is afhankelijk van het stellen van een waarborg, als garantie dat zal worden voldaan aan de verplichting tot invoer tijdens de geldigheidsduur van het certificaat; deze waarborg wordt geheel of gedeeltelijk verbeurd indien de transactie niet of slechts ten dele binnen deze termijn plaatsvindt. De uitvoeringsbepalingen van dit lid worden vastgesteld volgens de procedure van artikel 2, lid 1.
  • 3. 
    Het invoercertificaat geldt alleen voor de produkten waarvoor het is afgegeven en verleent het recht om binnen de geldigheidsduur en uit hoofde van het certificaat de aangegeven nettohoeveelheid van het produkt, uit het op het certificaat vermelde land of uit de op het certificaat vermelde groep van landen, in te voeren overeenkomstig het bepaalde in lid 5.
  • 4. 
    Het invoercertificaat geldt voor een termijn van 60 dagen die aanvangt op de dag van afgifte.
  • 5. 
    De Lid-Staat van invoer stelt de bijzondere bepalingen voor de afgifte van invoercertificaten vast, en inzonderheid de maximumhoeveelheid waarvoor elk certificaat geldt; deze hoeveelheid mag, voor contingenten van meer dan 10 ton per kwartaal, in geen geval 5 % van de omvang van de contingenten overschrijden.

De in lid 1 bedoelde aanvraag voor een certificaat moet evenwel ten minste de volgende gegevens bevatten, die ook op het certificaat moeten worden vermeld:

  • a) 
    naam en adres van de importeur;
  • b) 
    nauwkeurige omschrijving van het produkt, inzonderheid:
  • gebruikelijke handelsbenaming,
  • omschrijving volgens het gemeenschappelijk douanetarief,
  • land van oorsprong;
  • c) 
    hoeveelheid van het produkt, in ton;
  • d) 
    waarde van het produkt, uitgedrukt in cif-prijs;
  • e) 
    vermoedelijke datum en plaats van invoer.
  • 6. 
    De betrokken Lid-Staten delen de Commissie de bepalingen mede die zij voornemens zijn vast te stellen krachtens lid 5. Bij ontstentenis van opmerkingen van de Commissie binnen een maand, worden de voorgestelde bepalingen als aanvaard beschouwd.

Artikel 4

  • 1. 
    Indien voor een bepaald produkt de tijdens een kwartaal werkelijk ingevoerde hoeveelheden kleiner zijn dan het voor dat kwartaal vastgestelde gedeelte van het contingent, worden de niet benutte hoeveelheden overgedragen naar het volgende kwartaal van hetzelfde jaar.
  • 2. 
    Indien voor een bepaald produkt de certificaataanvragen voor een kwartaal groter zijn dan het voor dat kwartaal vastgestelde gedeelte van het contingent, moeten de betrokken Lid-Staten de afgifte van invoercertificaten schorsen voor alle hoeveelheden die het voor het betrokken kwartaal vastgestelde gedeelte van het contingent overschrijden. De geweigerde certificaten kunnen evenwel worden afgegeven voor het volgende kwartaal van hetzelfde jaar.

Artikel 5

  • 1. 
    Bij het in het vrije verkeer brengen van de produkten wordt het invoercertificaat geviseerd door de bevoegde douanedienst, die op het certificaat de uit hoofde van het certificaat werkelijk ingevoerde nettohoeveelheid vermeldt of certificeert.
  • 2. 
    Met het oog op de controle op de ingevoerde hoeveelheden moet de importeur onverwijld een kopie van het in lid 1 bedoelde certificaat toezenden aan de bevoegde instantie die het certificaat heeft afgegeven.
  • 3. 
    De Lid-Staat van invoer deelt de Commissie binnen de tien dagen volgende op het einde van elk kwartaal per produkt en per land van herkomst, de volgende gegevens mede:
  • de totale hoeveelheid en waarde van de produkten waarvoor in het afgelopen kwartaal een aanvraag voor een invoercertificaat is ingediend,
  • de hoeveelheid en de waarde van de in het afgelopen kwartaal werkelijk ingevoerde produkten.

Artikel 6

Deze verordening is van toepassing op alle invoer van herkomst uit derde landen die plaatsvindt in Spanje en in Portugal, onverminderd de overeenkomstig artikel 179, lid 1, en artikel 366, lid 1, van de Toetredingsakte te sluiten protocollen met preferentiële derde landen of, bij gebreke daarvan, de in de artikelen 180 en 367 van de Akte bedoelde autonome overgangsmaatregelen.

Artikel 7

Wanneer kwantitatieve beperkingen gedurende een geheel kalenderjaar niet van toepassing zijn, worden bijzondere bepalingen voor de eventuele vermindering van het aanvankelijk contingent vastgesteld volgens dezelfde procedure als die bedoeld in artikel 2, lid 1.

Artikel 8

Deze verordening treedt in werking op 1 maart 1986.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

Gedaan te Luxemburg, 17 februari 1986.

Voor de Raad

De Voorzitter

  • H. 
    van den BROEK
  • (1) 
    PB nr. L 379 van 31. 12. 1981, blz. 1.
  • (2) 
    PB nr. L 340 van 28. 12. 1984, blz. 1.

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.