Verordening 1986/2126 - Wijziging van de aanpassingscoëfficiënten die van toepassing zijn op de bezoldigingen en de pensioenen van de ambtenaren en andere personeelsleden van de EG

Inhoudsopgave

  1. Wettekst
  2. 31986R2126

1.

Wettekst

Avis juridique important

|

2.

31986R2126

Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 2126/86 van de Raad van 7 juli 1986 tot wijziging van de aanpassingscoëfficiënten die van toepassing zijn op de bezoldigingen en de pensioenen van de ambtenaren en andere personeelsleden van de Europese Gemeenschappen

Publicatieblad Nr. L 187 van 09/07/1986 blz. 0001 - 0002

*****

VERORDENING (EEG, EURATOM, EGKS) Nr. 2126/86 VAN DE RAAD

van 7 juli 1986

tot wijziging van de aanpassingscoëfficiënten die van toepassing zijn op de bezoldigingen en de pensioenen van de ambtenaren en andere personeelsleden van de Europese Gemeenschappen

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot instelling van één Raad en één Commissie welke de Europese Gemeenschappen gemeen hebben,

Gelet op het Statuut van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen en de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van deze Gemeenschappen, vastgesteld bij Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 259/68 (1) en laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EGKS, EEG, Euratom) nr. 3580/85 (2), inzonderheid op de artikelen 63, 64, 65 en 82 van het Statuut, alsmede op artikel 20, eerste alinea, en artikel 64 van de Regeling,

Gelet op Besluit 81/1061/Euratom, EGKS, EEG van de Raad van 15 december 1981 tot wijziging van de methode voor de aanpassing van de bezoldigingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden van de Gemeenschappen (3),

Gezien het voorstel van de Commissie,

Overwegende dat in verband met de aanzienlijke stijging van de kosten van levensonderhoud die zich in verschillende landen van tewerkstelling van de ambtenaren en andere personeelsleden van de Europese Gemeenschappen in de loop van het tweede halfjaar 1985 heeft voorgedaan, de aanpassingscoëfficiënten die krachtens Verordening (EGKS, EEG, Euratom) nr. 3580/85 van toepassing zijn op de bezoldigingen en pensioenen van deze ambtenaren en andere personeelsleden dienen te worden aangepast met ingang van 1 januari 1986, alsmede met ingang van 1 november 1985 en van 16 november 1985, voor enkele landen van tewerkstelling waar de stijging van de kosten van levensonderhoud bijzonder sterk is geweest;

Overwegende dat de aanpassingscoëfficiënten voor Algerije, Brazilië, Egypte, Libanon en Zwitserland overeenkomstig de momenteel beschikbare statistische gegevens voor deze landen, met terugwerkende kracht dienen te worden aangepast,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING

VASTGESTELD:

Artikel 1

  • 1. 
    De aanpassingscoëfficiënt die van toepassing is op de bezoldiging van de ambtenaren en andere personeelsleden die in hierna genoemd land werkzaam zijn, bedraagt met ingang van 1 januari 1985:

Algerije 201,3.

  • 2. 
    De aanpassingscoëfficiënt die van toepassing is op de bezoldiging van de ambtenaren en andere personeelsleden die in hierna genoemd land werkzaam zijn, bedraagt met ingang van 1 mei 1985:

Brazilië 256,0.

  • 3. 
    De aanpassingscoëfficiënten die van toepassing zijn op de bezoldiging van de ambtenaren en andere personeelsleden die in één van de hierna genoemde landen werkzaam zijn, bedragen met ingang van 1 juli 1985:

Brazilië 75,6

Zwitserland 142,1

Algerije 202,6

Egypte 354,2

Libanon 70,8.

  • 4. 
    De aanpassingscoëfficiënten die van toepassing zijn op de bezoldiging van de ambtenaren en andere personeelsleden die in één van de hierna genoemde landen werkzaam zijn, bedragen met ingang van 1 november 1985:

Griekenland 106,3

Brazilië 118,1

Libanon 80,4

Israël 191,2

Turkije 102,6

Joegoslavië 120,3.

  • 5. 
    De aanpassingscoëfficiënt die van toepassing is op de bezoldiging van de ambtenaren en andere personeelsleden die in hierna genoemd land werkzaam zijn, bedraagt met ingang van 16 november 1985:

Chili 136,2.

  • 6. 
    De aanpassingscoëfficiënten die van toepassing zijn op de bezoldiging van de ambtenaren en andere personeelsleden die in één van de hierna genoemde landen werkzaam zijn, bedragen met ingang van 1 januari 1986:

Italië (uitgezonderd Varese) 101,5

Spanje 105,7

Portugal 88,8

Venezuela 103,4

Australië 141,0

India 152,9

Marokko 108,4

Tunesië 122,0

Syrië 192,2.

  • 7. 
    De aanpassingscoëfficiënten die van toepassing zijn op het pensioen worden overeenkomstig artikel 82, lid 1, van het Statuut vastgesteld.

Artikel 2

  • 1. 
    De aanpassingscoëfficiënt die van toepassing is op het pensioen en op de vergoedingen van de in artikel 2 van Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 160/80 (1) bedoelde personen, bedraagt met ingang van 1 januari 1986:

Italië 159,0.

  • 2. 
    Met ingang van 27 januari 1986 is deze bepaling niet meer van kracht.

Artikel 3

Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

Gedaan te Brussel, 7 juli 1986.

Voor de Raad

De Voorzitter

  • N. 
    LAWSON
  • (1) 
    PB nr. L 56 van 4. 3. 1968, blz. 1.
  • (2) 
    PB nr. L 343 van 20. 12. 1985, blz. 1.
  • (3) 
    PB nr. L 386 van 31. 12. 1981, blz. 6.
  • (1) 
    PB nr. L 20 van 26. 1. 1980, blz. 1.

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.