Verordening 1988/3294 - Rectificatie van de aanpassingscoëfficiënten welke in Denemarken, Duitsland, Griekenland, Frankrijk, Ierland, Italië, Nederland en het Verenigd Koninkrijk van toepassing zijn op de bezoldigingen en de pensioenen van de ambtenaren en de andere personeelsleden van de EG

Inhoudsopgave

  1. Wettekst
  2. 31988R3294

1.

Wettekst

Avis juridique important

|

2.

31988R3294

Verordening (EGKS, EEG, Euratom) nr. 3294/88 van de Raad van 24 oktober 1988 tot rectificatie van de aanpassingscoëfficiënten welke in Denemarken, Duitsland, Griekenland, Frankrijk, Ierland, Italië, Nederland en het Verenigd Koninkrijk van toepassing zijn op de bezoldigingen en de pensioenen van de ambtenaren en de andere personeelsleden van de Europese Gemeenschappen

Publicatieblad Nr. L 293 van 27/10/1988 blz. 0001 - 0004

*****

VERORDENING (EGKS, EEG, EURATOM) Nr. 3294/88 VAN DE RAAD

van 24 oktober 1988

tot rectificatie van de aanpassingscoëfficiënten welke in Denemarken, Duitsland, Griekenland, Frankrijk, Ierland, Italië, Nederland en het Verenigd Koninkrijk van toepassing zijn op de bezoldigingen en de pensioenen van de ambtenaren en de andere personeelsleden van de Europese Gemeenschappen

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,

Gelet op het Statuut van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen en de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van deze Gemeenschappen, vastgesteld bij Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 259/68 (1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EGKS, EEG, Euratom) nr. 2339/88 (2), inzonderheid op de artikelen 64 en 82 van het Statuut, alsmede op artikel 20, eerste alinea, en artikel 64 van de Regeling,

Gelet op Besluit 81/1061/Euratom, EGKS, EEG van de Raad van 15 december 1981 tot wijziging van de methode voor de aanpassing van de bezoldigingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden van de Gemeenschappen (3), inzonderheid op punt II.1.1, tweede alinea, van de bijlage,

Gezien het voorstel van de Commissie, aan de Raad voorgelegd op 23 december 1985 en herhaald op 5 juli 1988,

Overwegende dat de Raad ter zake Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 3619/86 (4) had vastgesteld; dat die verordening door het Hof van Justitie bij arrest van 28 juni 1988 (zaak 7/87 - Commissie/Raad) is nietig verklaard, waarbij het Hof echter heeft bepaald dat de gevolgen van de nietigverklaarde verordening dienden te worden gehandhaafd tot op het moment waarop de Raad de maatregelen zou hebben uitgevaardigd, die hij diende te nemen ter uitvoering van het arrest;

Overwegende dat de maatregelen ter uitvoering van genoemd arrest genomen dienen te worden;

Overwegende dat het Bureau voor de Statistiek van de Europese Gemeenschappen in de loop van de jaren 1980 en 1985 de aanpassingscoëfficiënten van alle Lid-Staten is nagegaan overeenkomstig de methode voor de aanpassing van de bezoldigingen van de ambtenaren en andere personeelsleden van de Europese Gemeenschappen;

Overwegende dat deze controle belangrijke verschillen aan het licht heeft gebracht tussen de aanpassingscoëfficiënten welke in bepaalde landen van tewerkstelling van toepassing zijn en die welke het resultaat zijn van de controle;

Overwegende dat overeenkomstig artikel 64 van het Statuut de gelijkwaardigheid van de koopkracht in de verschillende plaatsen van tewerkstelling moet worden verzekerd;

Overwegende dat derhalve de verordeningen moeten worden gewijzigd waarbij met ingang van 1 januari 1981 de aanpassingscoëfficiënten zijn vastgesteld die van toepassing zijn in Denemarken, Duitsland, Griekenland, Frankrijk, Ierland, Italië, Nederland en het Verenigd Koninkrijk,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING

VASTGESTELD:

Artikel 1

  • 1. 
    De aanpassingscoëfficiënten die van toepassing zijn op de bezoldiging van de in een van de hierna genoemde landen of in de hierna genoemde plaats werkzame ambtenaren en andere personeelsleden bedragen met ingang van 1 januari 1981:

Denemarken 122,4

Duitsland 99,7

Griekenland 80,7

Frankrijk 114,3

Ierland 91,3

Italië (behalve Varese) 84,1

Varese 87,1

Nederland 98,5

Verenigd Koninkrijk 103,1.

  • 2. 
    De aanpassingscoëfficiënten die van toepassing zijn op de bezoldiging van de in een van de hierna genoemde landen of in de hierna genoemde plaats werkzame ambtenaren en andere personeelsleden bedragen met ingang van 16 mei 1981:

Denemarken 133,2

Griekenland 91,6

Ierland 101,8

Italië (behalve Varese) 93,4

Varese 97,3.

  • 3. 
    De aanpassingscoëfficiënten die van toepassing zijn op de bezoldiging van de in een van de hierna genoemde landen of in de hierna genoemde plaats werkzame ambtenaren en andere personeelsleden bedragen met ingang van 1 juli 1981:

Denemarken 125,5

Duitsland 100,0

Griekenland 87,8

Frankrijk 113,8

Ierland 94,4

Italië (behalve Varese) 85,4

Varese 88,9

Nederland 96,8

Verenigd Koninkrijk 116,9.

  • 4. 
    De aanpassingscoëfficiënten die van toepassing zijn op de bezoldiging van de in een van de hierna genoemde landen of in de hierna genoemde plaats werkzame ambtenaren en andere personeelsleden bedragen met ingang van 16 november 1981:

Griekenland 95,4

Frankrijk 119,7

Ierland 103,8

Italië (behalve Varese) 90,9

Varese 92,6.

  • 5. 
    De aanpassingscoëfficiënten die van toepassing zijn op de bezoldiging van de in een van de hierna genoemde landen werkzame ambtenaren en andere personeelsleden bedragen met ingang van 1 januari 1982:

Denemarken 128,9

Duitsland 100,8

Nederland 98,6

Verenigd Koninkrijk 120,2.

  • 6. 
    De aanpassingscoëfficiënten die van toepassing zijn op de bezoldiging van de in een van de hierna genoemde landen werkzame ambtenaren en andere personeelsleden bedragen met ingang van 16 mei 1982:

Griekenland 103,6

Ierland 109,5.

  • 7. 
    De aanpassingscoëfficiënten die van toepassing zijn op de bezoldiging van de in een van de hierna genoemde landen of in de hierna genoemde plaats werkzame ambtenaren en andere personeelsleden bedragen met ingang van 1 juli 1982:

Denemarken 131,2

Duitsland 111,5

Griekenland 99,0

Frankrijk 116,4

Ierland 113,7

Italië (behalve Varese) 91,6

Varese 93,8

Nederland 108,0

Verenigd Koninkrijk 124,6.

  • 8. 
    De aanpassingscoëfficiënten die van toepassing zijn op de bezoldiging van de in een van de hierna genoemde landen of in de hierna genoemde plaats werkzame ambtenaren en andere personeelsleden bedragen met ingang van 16 november 1982:

Griekenland 104,7

Italië (behalve Varese) 99,5

Varese 100,0.

  • 9. 
    De aanpassingscoëfficiënten die van toepassing zijn op de bezoldiging van de in een van de hierna genoemde landen werkzame ambtenaren en andere personeelsleden bedragen met ingang van 1 januari 1983:

Denemarken 135,2

Duitsland 111,8

Frankrijk 119,7

Ierland 116,9

Nederland 108,4

Verenigd Koninkrijk 124,6.

  • 10. 
    De aanpassingscoëfficiënt die van toepassing is op de bezoldiging van de in het hierna genoemde land werkzame ambtenaren en andere personeelsleden bedraagt met ingang van 1 mei 1983:

Griekenland 118,5.

  • 11. 
    De aanpassingscoëfficiënten die van toepassing zijn op de bezoldiging van de in het hierna genoemde land of de hierna genoemde plaats werkzame ambtenaren en andere personeelsleden bedragen met ingang van 16 mei 1983:

Italië (behalve Varese) 106,7

Varese 110,0.

  • 12. 
    De aanpassingscoëfficiënten die van toepassing zijn op de bezoldiging van de in een van de hierna genoemde landen of in de hierna genoemde plaats werkzame ambtenaren en andere personeelsleden bedragen met ingang van 1 juli 1983:

Denemarken 131,5

Duitsland 111,1

Griekenland 97,0

Frankrijk 114,1

Ierland 110,5

Italië (behalve Varese) 98,1

Varese 101,1

Nederland 105,9

Verenigd Koninkrijk 114,3.

  • 13. 
    De aanpassingscoëfficiënt die van toepassing is op de bezoldiging van de in het hierna genoemde land werkzame ambtenaren en andere personeelsleden bedraagt met ingang van 16 november 1983:

Griekenland 103,9.

  • 14. 
    De aanpassingscoëfficiënten die van toepassing zijn op de bezoldiging van de in een van de hierna genoemde landen of in de hierna genoemde plaats werkzame ambtenaren en andere personeelsleden bedragen met ingang van 1 januari 1984:

Denemarken 134,8

Duitsland 112,0

Frankrijk 118,5

Ierland 115,1

Italië (behalve Varese) 103,8

Varese 106,0

Nederland 107,7

Verenigd Koninkrijk 116,6. 15. De aanpassingscoëfficiënten die van toepassing zijn op de bezoldiging van de in een van de hierna genoemde landen of in de hierna genoemde plaats werkzame ambtenaren en andere personeelsleden bedragen met ingang van 16 mei 1984:

Griekenland 114,8

Italië (behalve Varese) 103,8

Varese 112,1.

  • 16. 
    De aanpassingscoëfficiënten die van toepassing zijn op de bezoldiging van de in een van de hierna genoemde landen of in de hierna genoemde plaats werkzame ambtenaren en andere personeelsleden bedragen met ingang van 1 juli 1984:

Denemarken 131,6

Duitsland 109,0

Griekenland 93,1

Frankrijk 115,4

Ierland 112,6

Italië (behalve Varese) 100,9

Varese 103,8

Nederland 104,1

Verenigd Koninkrijk 111,0.

  • 17. 
    De aanpassingscoëfficiënt die van toepassing is op de bezoldiging van de in het hierna genoemde land werkzame ambtenaren en andere personeelsleden bedraagt met ingang van 16 november 1984:

Griekenland 98,9.

  • 18. 
    De aanpassingscoëfficiënten die van toepassing zijn op de bezoldiging van de in een van de hierna genoemde landen of in de hierna genoemde plaats werkzame ambtenaren en andere personeelsleden bedragen met ingang van 1 januari 1985:

Frankrijk 118,6

Italië (behalve Varese) 105,0

Varese 107,3.

  • 19. 
    De aanpassingscoëfficiënt die van toepassing is op de bezoldiging van de in het hierna genoemde land werkzame ambtenaren en andere personeelsleden bedraagt met ingang van 16 mei 1985:

Griekenland 107,8.

  • 20. 
    De aanpassingscoëfficiënten die van toepassing zijn op de bezoldiging van de in een van de hierna genoemde landen of in de hierna genoemde plaats werkzame ambtenaren en andere personeelsleden bedragen met ingang van 1 juli 1985:

Denemarken 131,6

Duitsland 104,2

Griekenland 90,2

Frankrijk 115,5

Ierland 113,1

Italië (behalve Varese) 99,8

Varese 102,6

Nederland 99,4

Verenigd Koninkrijk 116,8.

Artikel 2

  • 1. 
    De aanpassingscoëfficiënten die overeenkomstig artikel 82, lid 1, tweede alinea, van het Statuut van toepassing zijn op het pensioen, bedragen met ingang van 1 januari 1981 voor de hierna genoemde landen:

Denemarken 122,4

Duitsland 99,7

Griekenland 80,7

Frankrijk 114,3

Ierland 91,3

Italië 84,1

Nederland 98,5

Verenigd Koninkrijk 103,1.

  • 2. 
    De aanpassingscoëfficiënten die overeenkomstig artikel 82, lid 1, tweede alinea, van het Statuut van toepassing zijn op het pensioen, bedragen met ingang van 16 mei 1981 voor de hierna genoemde landen:

Denemarken 133,2

Griekenland 91,6

Ierland 101,8

Italië 93,4.

  • 3. 
    De aanpassingscoëfficiënten die overeenkomstig artikel 82, lid 1, tweede alinea, van het Statuut van toepassing zijn op het pensioen, bedragen met ingang van 1 juli 1981 voor de hierna genoemde landen:

Denemarken 125,5

Duitsland 100,0

Griekenland 87,8

Frankrijk 113,8

Ierland 94,4

Italië 85,4

Nederland 96,8

Verenigd Koninkrijk 116,9.

  • 4. 
    De aanpassingscoëfficiënten die overeenkomstig artikel 82, lid 1, tweede alinea, van het Statuut van toepassing zijn op het pensioen, bedragen met ingang van 16 november 1981 voor de hierna genoemde landen:

Griekenland 95,4

Frankrijk 119,7

Ierland 103,8

Italië 90,9.

  • 5. 
    De aanpassingscoëfficiënten die overeenkomstig artikel 82, lid 1, tweede alinea, van het Statuut van toepassing zijn op het pensioen, bedragen met ingang van 1 januari 1982 voor de hierna genoemde landen:

Denemarken 128,9

Duitsland 100,8

Nederland 98,6

Verenigd Koninkrijk 120,2.

  • 6. 
    De aanpassingscoëfficiënten die overeenkomstig artikel 82, lid 1, tweede alinea, van het Statuut van toepassing zijn op het pensioen, bedragen met ingang van 16 mei 1982 voor de hierna genoemde landen:

Griekenland 103,6

Ierland 109,5. 7. De aanpassingscoëfficiënten die overeenkomstig artikel 82, lid 1, tweede alinea, van het Statuut van toepassing zijn op het pensioen, bedragen met ingang van 1 juli 1982 voor de hierna genoemde landen:

Denemarken 131,2

Duitsland 111,5

Griekenland 99,0

Frankrijk 116,4

Ierland 113,7

Italië 91,6

Nederland 108,0

Verenigd Koninkrijk 124,6.

  • 8. 
    De aanpassingscoëfficiënten die overeenkomstig artikel 82, lid 1, tweede alinea, van het Statuut van toepassing zijn op het pensioen, bedragen met ingang van 16 november 1982 voor de hierna genoemde landen:

Griekenland 104,7

Italië 99,5.

  • 9. 
    De aanpassingscoëfficiënten die overeenkomstig artikel 82, lid 1, tweede alinea, van het Statuut van toepassing zijn op het pensioen, bedragen met ingang van 1 januari 1983 voor de hierna genoemde landen:

Denemarken 135,2

Duitsland 111,8

Frankrijk 119,7

Ierland 116,9

Nederland 108,4

Verenigd Koninkrijk 124,6.

  • 10. 
    De aanpassingscoëfficiënt die overeenkomstig artikel 82, lid 1, tweede alinea, van het Statuut van toepassing is op het pensioen, bedraagt met ingang van 1 mei 1983 voor het hierna genoemde land:

Griekenland 118,5.

  • 11. 
    De aanpassingscoëfficiënt die overeenkomstig artikel 82, lid 1, tweede alinea, van het Statuut van toepassing is op het pensioen, bedraagt met ingang van 16 mei 1983 voor het hierna genoemde land:

Italië 106,7.

  • 12. 
    De aanpassingscoëfficiënten die van toepassing zijn op het pensioen worden met ingang van 1 juli 1983 vastgesteld overeenkomstig artikel 82, lid 1, tweede alinea, van het Statuut.

Artikel 3

Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

Gedaan te Luxemburg, 24 oktober 1988.

Voor de Raad

De Voorzitter

Th. PANGALOS

  • (1) 
    PB nr. L 56 van 4. 3. 1968, blz. 1.
  • (2) 
    PB nr. L 204 van 29. 7. 1988, blz. 5.
  • (3) 
    PB nr. L 386 van 31. 12. 1981, blz. 6.
  • (4) 
    PB nr. L 336 van 29. 11. 1986, blz. 1.

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.