Verordening 1988/3982 - Aanpassing van de bezoldigingen en de pensioenen van de ambtenaren en andere personeelsleden der Europese Gemeenschappen, alsmede van de aanpassingscoëfficiënten welke van toepassing zijn op deze bezoldigingen en pensioenen

Inhoudsopgave

  1. Wettekst
  2. 31988R3982

1.

Wettekst

Avis juridique important

|

2.

31988R3982

Verordening (EGKS, EEG, Euratom) nr. 3982/88 van de Raad van 19 december 1988 houdende aanpassing van de bezoldigingen en de pensioenen van de ambtenaren en andere personeelsleden der Europese Gemeenschappen, alsmede van de aanpassingscoëfficiënten welke van toepassing zijn op deze bezoldigingen en pensioenen

Publicatieblad Nr. L 354 van 22/12/1988 blz. 0001 - 0004

VERORDENING ( EGKS, EEG, EURATOM ) Nr . 3982/88 VAN DE RAAD van 19 december 1988 houdende aanpassing van de bezoldigingen en de pensioenen van de ambtenaren en andere personeelsleden der Europese Gemeenschappen, alsmede van de aanpassingscoëfficiënten welke van toepassing zijn op deze bezoldigingen en pensioenen

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot instelling van één Raad en één Commissie welke de Europese Gemeenschappen gemeen hebben,

Gelet op het Protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Europese Gemeenschappen, inzonderheid op artikel 13,

Gelet op het Statuut van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen en de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van deze Gemeenschappen, vastgesteld bij Verordening ( EEG, Euratom, EGKS ) nr . 259/68 ( 1 ), laatstelijk gewijzigd bij Verordening ( Euratom, EGKS, EEG ) nr . 2339/88 ( 2 ), inzonderheid op de artikelen 63, 64, 65 en 82 van het Statuut, alsmede op artikel 20, eerste alinea, en artikel 64 van de Regeling,

Gelet op Besluit 81/1061/Euratom, EGKS, EEG van de Raad van 15 december 1981 tot wijziging van de methode voor de aanpassing van de bezoldigingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden van de Gemeenschappen ( 3 ), laatstelijk gewijzigd bij Besluit 87/530/Euratom, EGKS, EEG ( 4 ),

Gezien het voorstel van de Commissie,

Overwegende dat het, na een onderzoek naar het bezoldigingspeil van de ambtenaren en andere personeelsleden aan de hand van het door de Commissie opgestelde rapport, wenselijk is gebleken de bezoldigingen en de pensioenen van de ambtenaren en andere personeelsleden van de Gemeenschappen uit hoofde van het jaarlijks onderzoek 1988 aan te passen,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD :

Artikel 1 Met ingang van 1 juli 1988 wordt :

a ) de in artikel 66 van het Statuut opgenomen tabel van de maandelijkse basissalarissen vervangen door de hierna volgende tabel :

Rang Salaristrap 1 2 3 4 5 6 7 8 A 1 338 457 356 438 374 419 392 400 410 381 428 362 A 2 300 358 317 515 334 672 351 829 368 986 386 143 A 3 / LA 3 248 755 263 761 278 767 293 773 308 779 323 785 338 791 353 797 A 4 / LA 4 208 977 220 690 232 403 244 116 255 829 267 542 279 255 290 968 A 5 / LA 5 172 292 182 499 192 706 202 913 213 120 223 327 233 534 243 741 A 6 / LA 6 148 889 157 013 165 137 173 261 181 385 189 509 197 633 205 757 A 7 / LA 7 128 161 134 539 140 917 147 295 153 673 160 051 A 8 / LA 8 113 351 117 920 B 1 148 889 157 013 165 137 173 261 181 385 189 509 197 633 205 757 B 2 129 005 135 052 141 099 147 146 153 193 159 240 165 287 171 334 B 3 108 204 113 234 118 264 123 294 128 324 133 354 138 384 143 414 B 4 93 589 97 950 102 311 106 672 111 033 115 394 119 755 124 116 B 5 83 655 87 186 90 717 94 248 C 1 95 459 99 307 103 155 107 003 110 851 114 699 118 547 122 395 C 2 83 027 86 555 90 083 93 611 97 139 100 667 104 195 107 723 C 3 77 451 80 473 83 495 86 517 89 539 92 561 95 583 98 605 C 4 69 978 72 814 75 650 78 486 81 322 84 158 86 994 89 830 C 5 64 533 67 175 69 817 72 459 D 1 72 927 76 115 79 303 82 491 85 679 88 867 92 055 95 243 D 2 66 494 69 325 72 156 74 987 77 818 80 649 83 480 86 311 D 3 61 890 64 538 67 186 69 834 72 482 75 130 77 778 80 426 D 4 58 353 60 746 63 139 65 532 b ) - in artikel 1, lid 1, van bijlage VII van het Statuut het bedrag van 4 954 Bfr . vervangen door 5 122 Bfr .;

  • in artikel 2, lid 1, van bijlage VII van het Statuut het bedrag van 6 381 Bfr . vervangen door 6 598 Bfr .;
  • in artikel 69, tweede zin, van het Statuut en artikel 4, lid 1, tweede alinea, van bijlage VII daarvan het bedrag van 11 397 Bfr . vervangen door 11 784 Bfr .;
  • in artikel 3, eerste alinea, van bijlage VII van het Statuut het bedrag van 5 701 Bfr . vervangen door 5 895 Bfr .

Artikel 2 Met ingang van 1 juli 1988 wordt de in artikel 63 van de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden opgenomen tabel van de maandelijkse basissalarissen vervangen door de hierna volgende tabel :

Categorie Groep Klasse 1 2 3 4 I 158 907 178 592 198 277 217 962 A II 115 331 126 569 137 807 149 045 III 96 919 101 237 105 555 109 873 B IV 93 107 102 220 111 333 120 446 V 73 134 77 953 82 772 87 591 C VI 69 553 73 648 77 743 81 838 VII 62 254 64 372 66 490 68 608 D VIII 56 267 59 580 62 893 66 206 IX 54 185 54 941 55 697 56 453 Artikel 3 De vaste vergoeding, bedoeld in artikel 4 bis van bijlage VII van het Statuut, wordt met ingang van 1 juli 1988 vastgesteld op :

  • 3 075 Bfr . per maand voor ambtenaren die zijn ingedeeld in de rang C 4 of C 5;
  • 4 713 Bfr . per maand voor ambtenaren die zijn ingedeeld in de rang C 1, C 2 of C 3 .

Artikel 4 De pensioenen waarop op 1 juli 1988 recht bestaat, worden met ingang van die datum berekend aan de hand van de in artikel 66 van het Statuut opgenomen tabel der maandelijkse basissalarissen, zoals gewijzigd bij artikel 1, onder a ), van deze verordening .

Artikel 5 Met ingang van 1 juli 1988 wordt de in artikel 63, tweede alinea, van het Statuut vermelde datum van 1 juli 1987 vervangen door 1 juli 1988 .

Artikel 6 1 . De aanpassingscoëfficiënten welke van toepassing zijn op de bezoldiging van de in een van de hierna vermelde landen werkzame ambtenaren en andere personeelsleden bedragen met ingang van 1 juli 1988 :

België 100,0 Denemarken 131,7 Duitsland ( behalve Berlijn ) 100,2 Berlijn 109,9 Frankrijk 110,0 Griekenland 70,5 Ierland 96,6 Italië ( behalve Varese ) 99,9 Varese 101,8 Luxemburg 100,0 Nederland 91,0 Verenigd Koninkrijk ( behalve Culham ) 102,4 Culham 98,0 Spanje 86,1 ( 1 ) Portugal 72,6 . 2 . De aanpassingscoëfficiënten voor de pensioenen worden vastgesteld overeenkomstig artikel 82, lid 1, van het Statuut .

Artikel 7 Met ingang van 1 juli 1988 wordt de in artikel 10, lid 1, van bijlage VII van het Statuut opgenomen tabel vervangen door de hierna volgende tabel :

Voor de ambtenaar die recht heeft op de kostwinnerstoelage Voor de ambtenaar die geen recht heeft op de kostwinnerstoelage Van de eerste tot en met de 15e dag Vanaf de 16e dag Van de eerste tot en met de 15e dag Vanaf de 16e dag Bfr . per kalenderdag A 1 t/m A 3 en LA 3 1 998 941 1 373 788 A 4 t/m A 8, LA 4 t/m LA 8 en categorie B 1 939 879 1 315 687 Overige rangen 1 759 819 1 132 566 Artikel 8 Met ingang van 1 juli 1988 worden de bedragen van de toeslagen voor continu - of ploegendienst bedoeld in artikel 1 van Verordening ( EGKS, EEG, Euratom ) nr . 300/76 ( 1 ) vastgesteld op 8 911 Bfr ., 14 705 Bfr . en 20 049 Bfr .

Artikel 9 Met ingang van 1 juli 1988 wordt op de in artikel 4 van Verordening ( EEG, Euratom, EGKS ) nr . 260/68 ( 2 ) genoemde bedragen een coëfficiënt toegepast van 3,188816 .

Artikel 10 Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen .

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat .

Gedaan te Brussel, 19 december 1988 .

Voor de Raad De Voorzitter Th . PANGALOS ( 1 ) PB nr . L 56 van 4 . 3 . 1968, blz . 1 .

( 2 ) PB nr . L 204 van 29 . 7 . 1988, blz . 5 .

( 3 ) PB nr . L 386 van 31 . 12 . 1981, blz . 6 .

( 4 ) PB nr . L 307 van 29. 10 . 1987, blz . 40 .

( 5 ) Voorlopig cijfer .

( 6 ) PB nr . L 38 van 13 . 2 . 1976, blz . 1 .

( 7 ) PB nr . L 56 van 4 . 3 . 1968, blz . 8 .

56 267

59 580

62 893

66 206 //

IX

54 185

54 941

55 697

56 453 // // // // // //

ARTIKEL 3

DE VASTE VERGOEDING, BEDOELD IN ARTIKEL 4 BIS VAN BIJLAGE VII VAN HET STATUUT, WORDT MET INGANG VAN 1 JULI 1988 VASTGESTELD OP :

_ 3 075 BFR . PER MAAND VOOR AMBTENAREN DIE ZIJN INGEDEELD IN DE RANG C 4 OF C 5;

_ 4 713 BFR . PER MAAND VOOR AMBTENAREN DIE ZIJN INGEDEELD IN DE RANG C 1, C 2 OF C 3 .

ARTIKEL 4

DE PENSIOENEN WAAROP OP 1 JULI 1988 RECHT BESTAAT, WORDEN MET INGANG VAN DIE DATUM BEREKEND AAN DE HAND VAN DE IN ARTIKEL 66 VAN HET STATUUT OPGENOMEN TABEL DER MAANDELIJKSE BASISSALARISSEN, ZOALS GEWIJZIGD BIJ ARTIKEL 1, ONDER A ), VAN DEZE VERORDENING .

ARTIKEL 5

MET INGANG VAN 1 JULI 1988 WORDT DE IN ARTIKEL 63, TWEEDE ALINEA, VAN HET STATUUT VERMELDE DATUM VAN 1 JULI 1987 VERVANGEN DOOR 1 JULI 1988 .

ARTIKEL 6

1 . DE AANPASSINGSCOEFFICIENTEN WELKE VAN TOEPASSING ZIJN OP DE BEZOLDIGING VAN DE IN EEN VAN DE HIERNA VERMELDE LANDEN WERKZAME AMBTENAREN EN ANDERE PERSONEELSLEDEN BEDRAGEN MET INGANG VAN 1 JULI 1988 :

BELGIE 100,0

DENEMARKEN 131,7

DUITSLAND ( BEHALVE BERLIJN ) 100,2

BERLIJN 109,9

FRANKRIJK 110,0

GRIEKENLAND 70,5

IERLAND 96,6

ITALIE ( BEHALVE VARESE ) 99,9

VARESE 101,8

LUXEMBURG 100,0

NEDERLAND 91,0

VERENIGD KONINKRIJK ( BEHALVE CULHAM ) 102,4

CULHAM 98,0

SPANJE 86,1 ( 1 )

PORTUGAL 72,6 .

2 . DE AANPASSINGSCOEFFICIENTEN VOOR DE PENSIOENEN WORDEN VASTGESTELD OVEREENKOMSTIG ARTIKEL 82, LID 1, VAN HET STATUUT .

ARTIKEL 7

MET INGANG VAN 1 JULI 1988 WORDT DE IN ARTIKEL 10, LID 1, VAN BIJLAGE VII VAN HET STATUUT OPGENOMEN TABEL VERVANGEN DOOR DE HIERNA VOLGENDE TABEL :

1.2,3.4,5VOOR DE AMBTENAAR DIE RECHT HEEFT OP DE KOSTWINNERSTOELAGE

VOOR DE AMBTENAAR DIE GEEN RECHT HEEFT OP DE KOSTWINNERSTOELAGE

1.2.3.4.5 //

VAN DE EERSTE TOT EN MET DE 15E DAG

VANAF DE 16E DAG

VAN DE EERSTE TOT EN MET DE 15E DAG

VANAF DE 16E DAG // // // // //

1.2,5 //

BFR . PER KALENDERDAG // //

1.2.3.4.5A 1 T/M A 3 EN LA 3

1 998

941

1 373

788

A 4 T/M A 8, LA 4 T/M LA 8 EN CATEGORIE B

1 939

879

1 315

687

OVERIGE RANGEN

1 759

819

1 132

( 1 ) VOORLOPIG CIJFER .

ARTIKEL 8

MET INGANG VAN 1 JULI 1988 WORDEN DE BEDRAGEN VAN DE TOESLAGEN VOOR CONTINU - OF PLOEGENDIENST BEDOELD IN ARTIKEL 1 VAN VERORDENING ( EGKS, EEG, EURATOM ) NR . 300/76 ( 1 ) VASTGESTELD OP 8 911 BFR ., 14 705 BFR . EN 20 049 BFR .

ARTIKEL 9

MET INGANG VAN 1 JULI 1988 WORDT OP DE IN ARTIKEL 4 VAN VERORDENING ( EEG, EURATOM, EGKS ) NR . 260/68 ( 2 ) GENOEMDE BEDRAGEN EEN COEFFICIENT TOEGEPAST VAN 3,188816 .

ARTIKEL 10

DEZE VERORDENING TREEDT IN WERKING OP DE DAG VOLGENDE OP DIE VAN HAAR BEKENDMAKING IN HET PUBLIKATIEBLAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN .

DEZE VERORDENING IS VERBINDEND IN AL HAAR ONDERDELEN EN IS RECHTSTREEKS TOEPASSELIJK IN ELKE LID-STAAT .

GEDAAN TE BRUSSEL, 19 DECEMBER 1988 .

VOOR DE RAAD

DE VOORZITTER

TH . PANGALOS

( 1 ) PB NR . L 56 VAN 4 . 3 . 1968, BLZ . 1 .

( 2 ) PB NR . L 204 VAN 29 . 7 . 1988, BLZ . 5 .

( 3 ) PB NR . L 386 VAN 31 . 12 . 1981, BLZ . 6 .

( 4 ) PB NR . L 307 VAN 29 . 10 . 1987, BLZ . 40 .

566 // // // // //

( 1 ) PB NR . L 38 VAN 13 . 2 . 1976, BLZ . 1 .

( 2 ) PB NR . L 56 VAN 4 . 3 . 1968, BLZ . 8 .

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.