Richtlijn 1989/439 - Wijziging van Richtlijn 77/93/EEG betreffende de beschermende maatregelen tegen het binnenbrengen op het grondgebied van de lidstaten van voor planten of voor plantaardige produkten schadelijke organismen

Inhoudsopgave

  1. Wettekst
  2. 31989L0439

1.

Wettekst

Avis juridique important

|

2.

31989L0439

Richtlijn 89/439/EEG van de Raad van 26 juni 1989 tot wijziging van Richtlijn 77/93/EEG betreffende de beschermende maatregelen tegen het binnenbrengen op het grondgebied van de Lid-Staten van voor planten of voor plantaardige produkten schadelijke organismen

Publicatieblad Nr. L 212 van 22/07/1989 blz. 0106 - 0109

Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 3 Deel 30 blz. 0016

Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 3 Deel 30 blz. 0016

RICHTLIJN VAN DE RAAD van 26 juni 1989 tot wijziging van Richtlijn 77/93/EEG betreffende de beschermende maatregelen tegen het binnenbrengen op het grondgebied van de Lid-Staten van voor planten of voor plantaardige produkten schadelijke organismen (89/439/EEG )

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, inzonderheid op artikel 43,

Gezien het voorstel van de Commissie ( 1 ),

Gezien het advies van het Europese Parlement ( 2 ),

Overwegende dat de Raad in het kader van Richtlijn 77/93/EEG ( 3 ), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 89/359/EEG ( 4 ), beschermende maatregelen tegen het in de Lid-Staten binnenbrengen van voor planten of plantaardige produkten schadelijke organismen heeft vastgesteld; dat het voor een hogere produktiviteit in de landbouw, hetgeen een van de doelstellingen van het gemeenschappelijk landbouwbeleid is, beslist noodzakelijk is de gewassen tegen dergelijke organismen te beschermen;

Overwegende dat de fytosanitaire wetgeving die voor de Franse overzeese departementen geldt, niet overeenkomstig Richtlijn 77/93/EEG is geharmoniseerd; dat het thans, gezien de omvang van het handelsverkeer in planten en plantaardige produkten tussen deze departementen en de rest van de Gemeenschap, wenselijk is de bij die richtlijn ingevoerde bepalingen op deze departementen toe te passen; dat wegens de bijzondere aard van de landbouwproduktie in de Franse overzeese departementen dient te worden voorzien in aanvullende maatregelen ter bescherming van de gezondheid en het leven van de planten aldaar; dat de werkingssfeer van Richtlijn 77/93/EEG tevens moet worden uitgebreid tot de beschermende maatregelen om te voorkomen dat uit andere delen van Frankrijk schadelijke organismen in de Franse overzeese departementen worden binnengebracht;

Overwegende dat het nodig blijkt de in artikel 9, lid 1, van Richtlijn 77/93/EEG opgenomen eis dat het in artikel 7 van die richtlijn voorgeschreven officiële fytosanitaire certificaat wordt afgegeven in het land van oorsprong van de betrokken planten, plantaardige produkten of andere materialen, te verduidelijken; dat het aanbeveling verdient een meer algemene omschrijving van de uitzonderingen op deze eis te geven, zodat het niet nodig is genoemd artikel 9, lid 1, te wijzigen telkens wanneer de Commissie in bijlage IV een in dit verband ter zake doende wijziging aanbrengt;

Overwegende dat het dienstig is te bepalen dat de in artikel 12, lid 1, van voornoemde richtlijn voorgeschreven officiële inspectie van uit derde landen afkomstige planten, plantaardige produkten en andere materialen in bepaalde gevallen door de Commissie in het derde land van oorsprong wordt verricht;

( 5 ) PB nr . C 117 van 4 . 5 . 1988, blz . 11 .

( 6 ) PB nr . C 187 van 18 . 7 . 1988, blz . 213 .

(7 ) PB nr . L 26 van 31 . 1 . 1977, blz . 20 .

( 8 ) PB nr . L 153 van 6 . 6 . 1989, blz . 28 .

Overwegende dat het nodige blijkt de werking van de vrijwaringsclausule van artikel 15 van Richtlijn 77/93/EEG te verbeteren om een sneller, meer omvattend en effectiever optreden van de Gemeenschap mogelijk te maken in de gevallen waarin deze clausule wordt gebruikt en dat de Commissie ruimere bevoegdheden dient te hebben in samenhang met de vaststelling van vrijwaringsmaatregelen door de Lid-Staten;

Overwegende dat de maatregelen die worden genomen om de controles door de Lid-Staat van bestemming geleidelijk te verminderen, het nodig maken de controles door de Lid-Staat van verzending te versterken; dat daarom de fytosanitaire inspecties van de Gemeenschap moeten worden versterkt ten einde de werking van de huidige fytosanitaire regeling van de Gemeenschap te verbeteren met det doel de produktiviteit in de landbouw te verhogen en de interne markt uiterlijk eind 1992 tot stand te brengen, maar vooral met het doel het vertrouwen in alle fytosanitaire controles van planten of plantaardige produkten die bestemd zijn om binnen de Gemeenschap in de handel te worden gebracht, te vergroten;

Overwegende dat deze versterkte inspecties van de Gemeenschap dienen te worden uitgevoerd door deskundigen die in dienst van de Commissie zijn, en ook door deskundigen die in dienst van een Lid-Staat zijn en ter beschikking van de Commissie zijn gesteld;

Overwegende dat de taak van deze deskundigen dient te worden omschreven in samenhang met de werkzaamheden die in het kader van de fytosanitaire regeling van de Gemeenschap moeten worden verricht,

HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD :

Artikel 1

Richtlijn 77/93/EEG wordt als volgt gewijzigd:

1 . artikel 1 wordt als volgt gewijzigd :

a ) in lid 2 worden de woorden "de Franse overzeese departementen'' geschrapt;

b ) de volgende leden worden toegevoegd :

"3 . Deze richtlijn heeft mede betrekking op beschermende maatregelen om te voorkomen dat schadelijke organismen uit andere delen van Frankrijk in de Franse overzeese departementen en, omgekeerd, uit de Franse overzeese departementen in andere delen van Frankrijk worden binnengebracht .

4 . Onverminderd de voorwaarden die, rekening houdend met de uiteenlopende agrarische en ecologische omstandigheden, ter bescherming van de in bepaalde regio's van de Gemeenschap bestaande situatie met betrekking tot de gezondheid van de planten moeten worden vastgesteld, kunnen de in deze richtlijn bedoelde beschermende maatregelen volgens de procedure van artikel 16 bis worden aangevuld met maatregelen ter bescherming van de gezondheid en het leven van de planten in de Franse overzeese departementen .'';

2 . artikel 9, lid 1, wordt vervangen door :

"1 . In het geval van planten, plantaardige produkten of andere materialen waarop de bijzondere eisen van bijlage IV, deel A, van toepassing zijn, moet het uit hoofde van artikel 7 vereiste officiële fytosanitaire certificaat in het land van oorsproung van de planten, plantaardige produkten en andere materialen zijn afgegeven . Deze bepaling is niet van toepassing :

  • wat hout betreft, indien het krachtens de bijzondere voorschriften van bijlage IV, deel A, voldoende is dat het hout van de bast is ontdaan;
  • in de overige gevallen, voor zover ook op andere plaatsen dan de plaats van oorsprong kan worden voldaan aan de bijzondere voorschriften van bijlage IV, deel A .'';

3 . in artikel 11, lid 1, eerste zin, wordt in plaats van de woorden "bij het uit een andere Lid-Staat op hun grondgebied binnenbrengen ervan'' gelezen : "wanneer deze uit een andere Lid-Staat op hun grondgebied binnenbrengen ervan'' gelezen : "wanneer deze uit een andere Lid-Staat op hun grondgebied worden binnengebracht'';

4 . in artikel 11, lid 1, tweede zin, wordt de tekst onder b ) geschrapt;

5 . artikel 11, lid 4, wordt vervangen door :

"4 . Wanneer wordt vastgesteld dat een deel van een partij planten, plantaardige produkten of ander materiaal is aangetast door in de bijlagen I en II genoemde schadelijke organismen, is het op het grondgebied binnenbrengen van het andere gedeelte niet verboden, indien er geen enkel vermoeden bestaat dat dit gedeelte is aangetast en indien verbreiding van de schadelijke organismen uitgesloten lijkt .'';

6 . aan artikel 12 wordt het volgende lid toegevoegd :

"5 . In volgens de procedure van artikel 16 bis goed te keuren technische regelingen tussen de Commissie en de bevoegde instanties van sommige derde landen kan worden bepaald dat de in lid 1, onder a ), bedoelde inspectiewerkzaamheden op gezag van de Commissie, en overeenkomstig de ter zake dienende bepalingen van artikel 19 bis, ook kunnen worden uitgevoerd in het betrokken derde land in samenwerking met de officiële instantie voor gewasbescherming van dat land .'';

7 . in artikel 14, lid 2, tweede zin, worden na de woorden "Volgens de procedure van artikel 16 kan'' de volgende woorden ingevoegd :

"in voorkomend geval na onderzoek op gezag van de Commissie, en overeenkomstig de ter zake dienende bepalingen van artikel 19 bis, in het land van oorsprong van de betrokken planten of plantaardige produkten,'';

8 . aan artikel 14, lid 3, wordt de volgende alinea toegevoegd;

"Het gevaar wordt beoordeeld aan de hand van de beschikbare wetenschappelijke en technische gegevens: indien deze gegevens onvoldoende zijn, worden zij aangevuld door het inwinnen van nadere inlichtingen of, in voorkomend geval, door onderzoek dat op gezag van de Commissie, en overeenkomstig de ter zake dienende bepalingen van artikel 19 bis, in het land van oorsprong van de betrokken planten, plantaardige produkten of andere materialen wordt verricht .'';

9 . artikel 15, lid 2, wordt vervangen door :

"2 . In gevallen waarin lid 1 van toepassing is, onderzoekt de Commissie de situatie zo snel mogelijk in het kader van het Permanent Planteziektenkundig Comité . Op gezag van de Commissie, en overeenkomstig de ter zake dienende bepalingen van artikel 19 bis, kan ter plaatse onderzoek worden verricht . De noodzakelijke maatregelen met inbegrip van die welke een besluit kunnen inhouden om de door de Lid -Staten genomen maatregelen te herroepen of te wijzigen, kunnen worden genomen volgens de procedure van artikel 17 . De Commissie volgt de ontwikkeling van de situatie en, naar gelang van de ontwikkeling, past deze maatregelen volgens dezelfde procedure geen besluit is vastgesteld, kan de Lid-Staat de door hem getroffen maatregelen handhaven .'';

10 . het volgende artikel wordt ingevoegd :

"Artikel 16 bis

1 . In de gevallen waarin wordt verwezen naar de in dit artikel omschreven procedure, leidt de voorzitter van het Permanent Planteziektenkundig Comité, hierna het "Comité'' genoemd, deze procedure onverwijld bij het Comité in, hetzij op eigen initiatief, hetzij op verzoek van een Lid-Staat .

2 . In het Comité worden de stemmen van de Lid-Staten gewogen overeenkomstig het bepaalde in artikel 148, lid 2, van het Verdrag . De voorzitter neemt geen deel aan de stemming .

3 . De vertegenwoordiger van de Commissie dient een ontwerp in van de te nemen maatregelen . Het Comité brengt over deze maatregelen advies uit binnen een termijn die de voorzitter kan vaststellen naar gelang van de urgentie der aan een onderzoek onderworpen vraagstukken . Het Comité spreekt zich uit met een meerderheid van vierenvijftig stemmen .

4 . De Commissie stelt de maatregelen vast en legt deze onmiddellijk ten uitvoer, wanneer zij in overeenstemming zijn met het advies van het Comité . Wanneer zij hiermede niet in overeenstemming zijn of wanneer het Comité geen advies heeft uitgebracht, legt de Commissie onverwijld een voorstel voor aan de Raad betreffende de te nemen maatregelen . De Raad stelt de maatregelen vast met gekwalificeerde meerderheid van stemmen .

Indien de Raad binnen drie maanden na indiening van het voorstel geen maatregelen heeft vastgesteld, stelt de Commissie de voorgestelde maatregelen vast .'';

11 . het volgende artikel wordt ingevoegd :

"Artikel 19 bis

1 . Met het oog op een juiste en eenvormige toepassing van deze richtlijn en onverminderd de op gezag van de Lid-Staten verrichte controles, kan de Commissie in het kader van de in lid 3 opgesomde taken en overeenkomstig de bepalingen van dit artikel op haar gezag, al of niet ter plaatse, door deskundigen contoles doen uitvoeren .

Wanneer deze controles in een Lid-Staat worden uitgevoerd, moet dit geschieden in samenwerking met de officiële instantie voor gewasbescherming van die Lid-Staat, op de wijze die nader is aangegeven in de leden 4 en 5 en overeenkomstig de bepalingen van

lid 7 .

2 . De in lid 1 bedoelde deskundigen kunnen :

  • in dienst van de Comissie zijn;
  • in dienst van een Lid-Staat zijn en tijdelijk of ad hoc ter beschikking van de Commissie zijn gesteld .

Zij moeten in ten minste één Lid-Staat de voor de uitvoering en controle van officiële planteziektenkundige inspecties vereiste kwalificaties hebben verworven .

3 . De in lid 1 bedoelde controles kunnen worden uitgevoerd met betrekking tot de volgende taken :

  • het controleren van het onderzoek bedoeld in

artikel 6;

  • het controleren of in het kader van het bepaalde in lid 5, onder c ), van het onderhavige artikel in samenwerking met de Lid-Staten verrichten van het onderzoek bedoeld in artikel 12, lid 1;
  • het verrichten van de in de technische regelingen bedoeld in artikel 12, lid 5, omschreven werkzaamheden;
  • het verrichten van het in artikel 14, leden 2 en 3, en artikel 15, lid 2, bedoelde onderzoek;
  • het bijstaan van de Commissie bij de taken bedoeld in lid 6;
  • het vervullen van iedere andere taak die door de Raad op voorstel van de Commissie met gekwalificeerde meerderheid van stemmen aan de deskundigen wordt opgedragen .

4 . Met het oog op het verrichten van de in lid 3 opgesomde taken kunnen de in lid 1 bedoelde deskundigen :

  • kwekerijen, landbouwbedrijven en andere plaatsen bezoeken waar planten, plantaardige produkten of andere materialen worden of zijn geteeld, geproduceerd, verwerkt of opgeslagen;
  • de plaatsen bezoeken waar onderzoek uit hoofde van artikel 6 of artikel 12 plaatsvindt;
  • functionarissen van de officiële instanties voor gewasbescherming van de Lid-Staten raadplegen;
  • nationale inspecteurs van de Lid-Staten vergezellen wanneer deze werkzaamheden voor de toepassing van deze richtlijn verrichten .

5 . a ) In het kader van de samenwerking bedoeld in lid 1, tweede alinea, wordt de officiële instantie voor gewasbescherming van de betrokken Lid-Staat tijdig in kennis gesteld van de uit te voeren taak, zodat de nodige voorzieningen kunnen worden getroffen .

De Lid-Staten dienen alles de doen wat redelijkerwijs mogelijk is om ervoor te zorgen dat de doelstellingen en doeltreffendheid van de inspecties niet in het gedrang komen . De Lid-Staten dienen ervoor te zorgen dat de deskundigen hun taak ongehinderd kunnen vervullen en doen alles wat redelijkerwijs mogelijk is om hun, op hun verzoek, de benodigde beschikbare voorzieningen te verschaffen, met inbegrip van het materiaal en laboratoriumpersoneel . De Commissie vergoedt de uit dergelijke verzoeken voortvloeiende uitgaven binnen de grenzen van de voor dat doel op de communautaire begroting uitgetrokken middelen .

De deskundigen dienen, in alle gevallen waarin de nationale wetgeving zulks vereist, naar behoren gemachtigd te zijn door de officiële instantie voor gewasbescherming van de betrokken Lid-Staat, en zij dienen zich te houden aan de regels en gebruiken die gelden voor het personeel van deze Lid-Staat .

b ) Wanneer het gaat om het controleren van onderzoek ( lid 3, eerste streepje ) of inspecties ( lid 3, tweede streepje, eerste mogelijkheid ) of het verrichten van onderzoek ( lid 3, vierde streepje ), kunnen de beslissingen niet ter plaatse worden genomen . De deskundigen brengen van hun activiteiten en bevindingen veslag uit aan de Commissie .

c ) Wanneer het om het verrichten van inspecties uit hoofde van artikel 12, lid 1, gaat ( lid 3, tweede streepje, tweede mogelijkheid van het onderhavige artikel ), worden deze inspecties geïntegreerd in een bestaand inspectieprogramma en worden de door de betrokken Lid-Staat vastgestelde procedures in acht genomen; in geval van gezamenlijke inspectie staat de betrokken Lid-Staat het binnenbrengen van een zending in de Gemeenschap uitsluitend toe indien daarover overeenstemming bestaat tussen de instantie voor gewasbescherming van de betrokken Lid-Staat en de Commissie . Overeenkomstig de procedure van artikel 16 bis kan deze voorwaarde worden uitgebreid tot andere onherroepelijke eisen die aan zendingen worden gesteld voordat deze de Gemeenschap worden binnengebracht indien dit blijkens de ervaring noodzakelijk is . Bij gebreke van overeenstemming tussen de deskundige van de Gemeenschap en de nationale inspecteur, neemt de betrokken Lid-Staat in afwachting van een definitieve beslissing de nodige conservatoire maatregelen .

d ) In elk geval worden de nationale bepalingen op het gebied van strafvordering en administratieve sancties toegepast volgens de gebruikelijke procedures . Wanneer de deskundigen een vermoeden hebben van enige inbreuk op de bepalingen van de onderhavige richtlijn, dient dit ter kennis te worden gebracht van de bevoegde autoriteiten van de betrokken Lid-Staat .

6 . De Commissie :

  • richt een netwerk op voor de melding van de nieuwe gevallen waarin schadelijke organismen zijn aangetroffen;
  • doet aanbevelingen voor aanwijzingen die de deskundigen en de nationale inspecteurs bij het verrichten van hun werkzaamheden tot richtsnoer zullen dienen .

Om de Commissie bij het vervullen van deze laatste taak bij te staan, stellen de Lid-Staten haar in kennis van hun huidige werkwijze bij nationale inspecties op fytosanitair gebied .

7 . De Commissie stelt volgens de procedure van artikel 16 bis de uitvoeringsbepalingen van dit artikel vast, met inbegrip van de bepalingen die van toepassing zijn op de samenwerking bedoeld in lid 1, tweede alinea .

8 . De Commissie brengt uiterlijk 31 december 1994 aan de Raad verslag uit over de bij de tenuitvoerlegging van dit artikel opgedane ervaring . De Raad neemt, op voorstel van de Commissie, met gekwalificeerde meerderheid de nodige maatregelen om deze bepalingen zo nodig in het licht van deze ervaring aan te passen .''.

Artikel 2

1 . De Lid-Staten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om vóór 1 januari 1990 aan deze richtlijn te voldoen .

2 . De Lid-Staten delen de Commissie onverwijld alle bepalingen van intern recht mede die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen . De Commissie stelt de andere Lid-Staten hiervan in kennis .

Artikel 3

Deze richtlijn is gericht tot de Lid-Staten .

Gedaan te Brussel, 26 juni 1989 .

Voor de Raad

De Vorzitter

C . ROMERO HERRERA

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.