Verordening 1989/296 - Wijziging van Verordening (EEG) nr. 4197/88 tot vaststelling, voor 1989, van bepaalde maatregelen voor de instandhouding en het beheer van de visbestanden, van toepassing op vaartuigen die de vlag van Zweden voeren

Inhoudsopgave

  1. Wettekst
  2. 31989R0296

1.

Wettekst

Avis juridique important

|

2.

31989R0296

VERORDENING (EEG) Nr. 296/89 VAN DE RAAD van 3 februari 1989 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 4197/88 tot vaststelling, voor 1989, van bepaalde maatregelen voor de instandhouding en het beheer van de visbestanden, van toepassing op vaartuigen die de vlag van Zweden voeren -

Publicatieblad Nr. L 033 van 04/02/1989 blz. 0040 - 0041

*****

VERORDENING (EEG) Nr. 296/89 VAN DE RAAD

van 3 februari 1989

tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 4197/88 tot vaststelling, voor 1989, van bepaalde maatregelen voor de instandhouding en het beheer van de visbestanden, van toepassing op vaartuigen die de vlag van Zweden voeren

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 170/83 van de Raad van 25 januari 1983 tot instelling van een communautaire regeling voor de instandhouding en het beheer van de visbestanden (1), gewijzigd bij de Akte van Toetreding van Spanje en Portugal, inzonderheid op artikel 11,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Overwegende dat bij Verordening (EEG) nr. 4197/88 (2) voor 1989 bepaalde maatregelen zijn vastgesteld voor de instandhouding en het beheer van de visbestanden, van toepassing op vaartuigen die de vlag van Zweden voeren;

Overwegende dat, volgens de procedure van artikel 2 van de Overeenkomst betreffende de visserij tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Regering van Zweden (3), de partijen verder overleg hebben gepleegd over de gevolgen van de uitbreiding van de Zweedse visserij-jurisdictie in de Oostzee;

Overwegende dat dit overleg met goed gevolg is afgesloten, zodat de bijkomende hoeveelheden toegewezen aan Zweden kunnen worden vastgesteld;

Overwegende dat het naar luid van artikel 3 van Verordening (EEG) nr. 170/83 aan de Raad is met name het totaal van de vangsten die aan derde landen zijn toegekend en de bijzondere voorwaarden die daarbij in acht moeten worden genomen, vast te stellen,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING

VASTGESTELD:

Artikel 1

Het volgende streepje wordt toegevoegd aan artikel 3, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 4197/88:

»- 5 voor het vissen op zalm in ICES-gebied III c, d.".

Artikel 2

Bijlage I van Verordening (EEG) nr. 4197/88 wordt vervangen door de bijlage van de onderhavige verordening.

Artikel 3

Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

Gedaan te Brussel, 3 februari 1989.

Voor de Raad

De Voorzitter

  • C. 
    ROMERO HERRERA
  • (1) 
    PB nr. L 24 van 27. 1. 1983, blz. 1.
  • (2) 
    PB nr. L 369 van 31. 12. 1988, blz. 47.
  • (3) 
    PB nr. L 226 van 29. 8. 1980, blz. 2.

BIJLAGE

»BIJLAGE I

Vangstquota Zweden voor 1989

1.2.3 // // // // Soort // Gebied waarin mag worden gevist // Hoeveelheid (in ton) // // // 1.2.3.4 // Kabeljauw // // ICES III c, d ICES IV // 1 500 150 (1) // Zalm // // ICES III c, d // 20 // Schelvis // // ICES IV // 400 // Wijting // // ICES IV // 20 (1) // Haring // // ICES III c, d ICES IV a, b // 4 850 4 450 // Makreel // // ICES IV a, b // 2 300 (2) // Sprot // // ICES III c, d ICES IV a, b // 2 000 2 000 // Overige // // ICES IV // 150 (3) // // // //

  • (1) 
    Deze hoeveelheden zijn onderling verwisselbaar.
  • (2) 
    Waarvan 2 000 ton te vissen ten noorden van 59° N.
  • (3) 
    Hiervan mogen ten hoogste 40 ton als garnalen (Pandalus) gevangen worden."

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.