Besluit 1990/255 - Criteria voor de inschrijving van raszuivere fokschapen en -geiten in de stamboeken

1.

Wettekst

8.6.1990   

NL

Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen

L 145/32

 

BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE

van 10 mei 1990

tot vaststelling van de criteria voor de inschrijving van raszuivere fokschapen en -geiten in de stamboeken

(90/255/EEG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,

Gelet op Richtlijn 89/361/EEG van de Raad van 30 mei 1989 betreffende raszuivere fokschapen en -geiten (1), en met name op artikel 4, tweede streepje,

Overwegende dat de stamboeken in alle Lid-Staten door fokkersorganisaties, fokkersverenigingen of officiële diensten worden bijgehouden of ingesteld ;

Overwegende dat daarom de criteria voor de inschrijving van raszuivere fokschapen en -geiten in de stamboeken moeten worden vastgesteld ;

Overwegende dat aan welomschreven voorwaarden ten aanzien van afstamming en identificatie moet worden voldaan alvorens tot inschrijving in het stamboek kan worden overgegaan ;

Overwegende dat moet worden toegestaan dat het stamboek in verschillende klassen wordt ingedeeld om te voorkomen dat bepaalde diertypen worden uitgesloten ;

Overwegende dat de in deze beschikking vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Permanent Zoötechnisch Comité,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN :

Artikel 1

Om in de hoofdafdeling van een stamboek van het betrokken ras te kunnen worden ingeschreven, moet een raszuiver fokschaap of een raszuivere fokgeit :

 

afstammen van ouders en grootouders die ook in een stamboek van hetzelfde ras zijn ingeschreven,

 

na de geboorte volgens de voorschriften van dat stamboek zijn geïdentificeerd,

 

een afstamming hebben die overeenkomstig de voorschriften van dat stamboek is vastgesteld.

Artikel 2

De hoofdafdeling van het stamboek mag naar gelang van de eigenschappen van de dieren in verscheidene klassen worden ingedeeld ; slechts aan de in artikel 1 genoemde voorwaarden beantwoordende raszuivere fokschapen en -geiten mogen in een van deze klassen worden ingeschreven.

Artikel 3

  • 1. 
    Een organisatie of vereniging van fokkers die een stamboek bijhoudt, mag beslissen dat een vrouwelijk dier dat niet aan de in artikel 1 genoemde voorwaarden voldoet, in een aanvullende afdeling van het stamboek mag worden ingeschreven. Dit vrouwelijke dier moet :
 

na de geboorte volgens de voorschriften van het stamboek zijn geïdentificeerd,

 

aan de exterieureisen voldoen,

 

overeenkomstig de voorschriften van het stamboek aan minimumnormen voldoen.

  • 2. 
    Een vrouwelijk dier waarvan de moeder en de moedersmoeder in de in lid 1 bedoelde aanvullende afdeling van het stamboek zijn ingeschreven en waarvan de vader en de twee grootvaders in de hoofdafdeling van het stamboek zijn ingeschreven overeenkomstig de voorwaarden van artikel 1, wordt als raszuiver vrouwelijk dier beschouwd en in de hoofdafdeling van het stamboek overeenkomstig artikel 1 opgenomen.
  • 3. 
    De in lid 1, tweede en derde streepje, vastgestelde voorwaarden kunnen worden aangepast naar gelang het vrouwelijke dier, ook al is het van onbekende afkomst, tot het betrokken ras behoort, dan wel voortkomt uit een kruisingsprogramma dat door de organisatie of vereniging van fokkers die het stamboek beheert, is goedgekeurd.

Artikel 4

Een organisatie of vereniging van fokkers die een stamboek bijhoudt, mag beslissen dat een mannelijk dier dat niet aan de in artikel 1 genoemde voorwaarden voldoet, in een aanvullende afdeling van het stamboek kan worden ingeschreven. Dit mannelijke dier moet:

 

na de geboorte volgens de voorschriften van het stamboek zijn geïdentificeerd,

 

aan de exterieureisen voldoen,

 

aan de minimumnormen van het stamboek voldoen,

 

aan de in de bijlage vastgestelde voorwaarden voldoen.

Artikel 5

Wanneer een stamboek verscheidene klassen omvat, moeten uit een ander stamboek van hetzelfde ras afkomstige raszuivere fokschapen of -geiten die specifieke kenmerken hebben waardoor zij verschillen van de schapen- of geitenstapel van hetzelfde ras die in het stamboek van bestemming is opgenomen, worden ingeschreven in de stamboekklasse die de kenmerken behelst waaraan zij beantwoorden.

Artikel 6

Deze beschikking is gericht tot de Lid-Staten.

Gedaan te Brussel, 10 mei 1990.

Voor de Commissie

Ray MAC SHARRY

Lid van de Commissie

 

 

BIJLAGE

Voorwaarden als bedoeld in artikel 4, vierde streepje

Het mannelijke dier moet behoren tot een landras dat in beginsel niet bestemd is voor de melkproduktie, en tot een van de volgende rassen:

 
 

Alacarrena

 
 

Appenninica

 
 

Bergamasca

 
 

Biellese

 
 

Blackface

 
 

Campanica

 
 

Cheviot

 
 

Churra Algarvia

 
 

Churra de Terra Quente

 
 

Dalesbred

 
 

Dartmoor

 
 

Derbyshire Gritstone

 
 

Exmoor Horn

 
 

Eppynt Hill and Beulah Speckled Face

 
 

Galega Bragancana

 
 

Gallega

 
 

Gentile di Puglia

 
 

Gotland

 
 

Hardwick

 
 

Lonk

 
 

Merina

 
 

Merino Beira Baixa

 
 

Merino Branco

 
 

Montesina

 
 

North Country Cheviot

 
 

Ojalada

 
 

Resa Aragonesa

 
 

Ripollesa

 
 

Ronaldsay

 
 

Rough Fell

 
 

Segurena

 
 

Shetland

 
 

Soay

 
 

Sopravissana

 
 

St Kilda

 
 

Swaledale

 
 

Talaverana

 
 

Welsh Mountain

 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.