Verordening 1991/3687 - Gemeenschappelijke marktordening in de sector visserijprodukten

Inhoudsopgave

  1. Wettekst
  2. 31991R3687

1.

Wettekst

Avis juridique important

|

2.

31991R3687

VERORDENING (EEG) Nr. 3687/91 VAN DE RAAD van 28 november 1991 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector visserijprodukten

Publicatieblad Nr. L 354 van 23/12/1991 blz. 0001 - 0038

VERORDENING (EEG) Nr. 3687/91 VAN DE RAAD van 28 november 1991 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector visserijprodukten

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, inzonderheid op de artikelen 42 en 43,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien het advies van het Europese Parlement (1),

Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité (2),

Overwegende dat Verordening (EEG) nr. 3796/81 van de Raad van 29 december 1981 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector visserijprodukten (3), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 3571/90 (4), herhaaldelijk en ingrijpend is gewijzigd; dat die verordening ter wille van de rationaliteit en duidelijkheid dient te worden gecodificeerd;

Overwegende dat de werking en de ontwikkeling van de gemeenschappelijke markt voor landbouwprodukten gepaard moeten gaan met de totstandbrenging van een gemeenschappelijk landbouwbeleid en dat dit beleid met name een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten dient te omvatten die verschillende vormen kan aannemen naar gelang van de produkten;

Overwegende dat de visserij voor de landbouweconomie van bepaalde kustgebieden van de Gemeenschap van bijzondere betekenis is; dat de opbrengst van deze produktie voor de vissers in deze gebieden een overwegend deel van hun inkomsten vormt; dat de stabiliteit van de markt derhalve door middel van passende maatregelen dient te worden gewaarborgd;

Overwegende dat één der maatregelen die voor de tenuitvoerlegging van de gemeenschappelijke ordening van de markten moet worden getroffen, bestaat in de toepassing van gemeenschappelijke handelsnormen voor de betrokken produkten; dat de toepassing van deze normen tot gevolg moet hebben dat produkten van onbevredigende kwaliteit van de markt verdwijnen en dat de handelsbetrekkingen worden vergemakkelijkt op basis van eerlijke mededinging, waardoor zal worden bijgedragen tot verbetering van de rentabiliteit van de produktie;

Overwegende dat de toepassing van deze normen controle noodzakelijk maakt van de produkten waarvoor de normen gelden; dat derhalve maatregelen ter regeling van deze controle dienen te worden getroffen;

Overwegende dat het in het kader van de regels inzake de werking van de markten nodig is bepalingen vast te stellen waardoor het aanbod aan de eisen van de markt kan worden aangepast en de producenten voor zover mogelijk een redelijk inkomen kan worden gewaarborgd; dat, gelet op de kenmerken van de markt voor visserijprodukten, de oprichting van producentenorganisaties waarvan de leden verplicht zijn bepaalde regels, met name ten aanzien van produktie en afzet, in acht te nemen, tot de verwezenlijking van deze doeleinden bijdraagt;

Overwegende dat bepalingen dienen te worden vastgesteld waardoor de oprichting en de werking van deze organisaties, alsmede de aan de toepassing van hun gemeenschappelijke regels verbonden investeringen, kunnen worden vergemakkelijkt; dat te dien einde aan de Lid-Staten dient te worden toegestaan aan deze organisaties steun te verlenen, waarvan de financiering ten dele ten laste van de Gemeenschap komt; dat het evenwel van belang is het bedrag van deze steun te beperken en deze een voorbijgaand en aflopend karakter te verlenen, zodat de financiële verantwoordelijkheid van de producenten geleidelijk toeneemt;

Overwegende dat, ten einde de actie van deze organisaties te ondersteunen en aldus een grotere stabiliteit van de markt te bevorderen, moet worden bepaald dat de Lid-Staten onder bepaalde voorwaarden de regels die de producentenorganisatie van een bepaald gebied voor haar leden heeft vastgesteld, en met name de regels ten aanzien van het op de markt brengen van produkten, ook verbindend mogen verklaren voor alle niet-aangeslotenen die hun produkten in dat gebied in de handel brengen;

Overwegende dat de toepassing van de hierboven bedoelde regeling kosten meebrengt voor de organisatie waarvan de regels ook voor niet-aangeslotenen verbindend zijn verklaard; dat het daarom wenselijk is de niet-aangeslotenen te laten bijdragen in deze kosten; dat bovendien moet worden bepaald dat de betrokken Lid-Staat niet-aangeslotenen een vergoeding kan toekennen voor produkten die wel aan de handelsnormen voldoen, maar die niet konden worden verkocht en die uit de markt zijn genomen;

Overwegende dat in elk geval bepalingen moeten worden vastgesteld om ervoor te zorgen dat de producentenorganisaties geen machtspositie innemen in de Gemeenschap;

Overwegende dat het noodzakelijk is, ten einde voor bepaalde visserijprodukten die van bijzonder belang zijn voor het inkomen van de producenten het hoofd te bieden aan marktsituaties die kunnen leiden tot prijzen die verstoringen op de markt van de Gemeenschap kunnen veroorzaken, voor elk van deze produkten een voor de produktiegebieden van de Gemeenschap representatieve oriëntatieprijs vast te stellen, die dient voor de vaststelling van het prijspeil voor de interventies op de markt;

Overwegende dat het ter stabilisatie van de prijzen gewenst is dat de producentenorganisaties op de markt kunnen interveniëren, in het bijzonder door bij toepassing van de ophoudprijs binnen bepaalde marges te blijven ten einde rekening te houden met de seizoenschommelingen van de marktprijzen;

Overwegende dat het in bepaalde gevallen en onder bepaalde omstandigheden dienstig is de actie van de producentenorganisaties te ondersteunen door deze organisaties financiële compensaties voor de uit de markt genomen hoeveelheden toe te kennen;

Overwegende dat de ervaring leert dat de aan de genoemde organisaties toegekende financiële compensatie in bepaalde gevallen niet hoog genoeg is om vissers ertoe te brengen zich bij deze organisaties aan te sluiten; dat de financiële compensatie daarom moet worden verhoogd;

Overwegende dat uit ervaring is gebleken dat enige soepelheid bij de toepassing van de interventieregeling mogelijk moet worden gemaakt door de gemeenschappelijke ophoudprijzen zodanig vast te stellen dat de organisaties binnen zekere grenzen produkten uit de markt kunnen nemen naar gelang van de op de markt geconstateerde schommelingen;

Overwegende dat de financiële compensatie naar gelang van de uit de markt genomen hoeveelheid moet worden gedifferentieerd om de vissers ertoe aan te zetten hun aanbod af te stemmen op de behoeften van de markt;

Overwegende dat het, met name gezien de schaarste aan bepaalde soorten, wenselijk is destructie van uit de markt genomen vis met een hoge commerciële waarde zoveel mogelijk te voorkomen; dat te dien einde voor bepaalde hoeveelheden verse produkten die uit de markt genomen zijn, steun moet worden verleend voor de verwerking en de opslag voor menselijke consumptie;

Overwegende dat, om een grotere stabiliteit van de markt te bevorderen en tegelijk met de kenmerken van de betrokken produkten en met hun onderscheiden produktie- en afzetvoorwaarden rekening te houden, bepaalde van deze soorten dienen te worden opgenomen in een communautaire regeling ter ondersteuning van de prijzen;

Overwegende dat evenwel de regionale prijsverschillen voor deze soorten het onmogelijk maken om hen op korte termijn in de huidige regeling van de aan de producentenorganisaties verleende financiële compensaties op te nemen;

Overwegende dat het dan ook dienstig lijkt een interventieregeling in te stellen die berust op de toepassing van een door de producentenorganisaties autonoom vastgestelde ophoudprijs; dat daarom dient te worden voorzien in de mogelijkheid om, op bepaalde voorwaarden, voor de produkten waarvoor autonome interventies hebben plaatsgevonden, aan deze organisaties forfaitaire steun te verlenen;

Overwegende dat het dienstig is om, ten einde de producentenorganisaties ertoe aan te zetten hun aanbod beter aan de eisen van de markt aan te passen, te voorzien in een passende financiële medeverantwoordelijkheid van deze organisaties en de hoeveelheid produkten die voor forfaitaire steun in aanmerking komen, te beperken;

Overwegende dat, om zoveel mogelijk te voorkomen dat uit de markt genomen vis moet worden vernietigd, dient te worden voorzien in de mogelijkheid om forfaitaire steun te verlenen voor de verwerking en de opslag voor menselijke consumptie van bepaalde hoeveelheden uit de markt genomen produkten;

Overwegende dat drie soorten tonijn, namelijk witte tonijn, blauwvintonijn en grootoogtonijn, in nagenoeg dezelfde omstandigheden op de markt worden gebracht als de andere soorten waarvoor forfaitaire steun wordt verleend en dat zij derhalve eveneens in de regeling dienen te worden opgenomen;

Overwegende dat de verlening van forfaitaire steun afhankelijk dient te worden gesteld van de inachtneming van gemeenschappelijke handelsnormen;

Overwegende dat de ontwikkeling van de marktprijzen het noodzakelijk zou kunnen maken passende maatregelen te nemen om de prijzen binnen de Gemeenschap dichter bij elkaar te brengen; dat daarom dient te worden voorzien in de mogelijkheid om de verlening van forfaitaire steun afhankelijk te stellen van de voorwaarde dat de autonome ophoudprijzen niet hoger zijn dan een maximumpeil;

Overwegende dat, wanneer de toepassing van deze forfaitaire steunregeling leidt tot een toenadering van de prijzen als gevolg van de ontwikkeling van de produktie- en afzetvoorwaarden van de betrokken soorten, deze soorten in het stelsel van financiële compensatie dienen te worden opgenomen;

Overwegende dat, in geval van een duidelijke neerwaartse tendens van de prijzen voor bepaalde bevroren produkten, dient te worden voorzien in de mogelijkheid om de producentenorganisaties steun bij de particuliere opslag van deze produkten van communautaire oorsprong toe te kennen;

Overwegende dat de ervaring heeft geleerd dat het noodzakelijk is de voorwaarden voor de verlening van de forfaitaire steun voor bepaalde, aan boord bevroren produkten nader te bepalen en de betrokken regeling dienovereenkomstig aan te passen aan de algemene beginselen van de andere communautaire interventieregelingen;

Overwegende dat een daling van de invoerprijzen voor tonijn, bestemd voor de conservenindustrie, het inkomenspeil van de producenten in de Gemeenschap in gevaar kan brengen; dat derhalve dient te worden bepaald dat, voor zover nodig, aan deze producenten compenserende vergoedingen worden toegekend;

Overwegende dat wat de tonijnmarkt betreft, om de afzet van een homogene produktie te rationaliseren, dient te worden bepaald dat de compenserende vergoeding, onder bepaalde voorwaarden, alleen aan producentenorganisaties wordt verleend;

Overwegende dat, om te kunnen beoordelen of op de markt van de Gemeenschap een situatie bestaat die voortvloeit uit de ontwikkeling van het prijspeil op de wereldmarkt voor tonijn en die de uitkering van een compenserende vergoeding rechtvaardigt, dient te worden nagegaan of de prijsdaling op de markt van de Gemeenschap een gevolg is van de daling van de invoerprijzen;

Overwegende dat het, ten einde geen abnormale ontwikkeling van de tonijnproduktie te bevorderen, dienstig is de grenzen vast te stellen waarbinnen deze vergoeding kan worden toegekend aan de producentenorganisaties aan de hand van de op de markt van de Gemeenschap geconstateerde bevoorradingssituatie;

Overwegende dat het, om de traditionele handelsstromen niet te verstoren, dienstig is te bepalen dat de producentenorganisaties aan de financiering van de interventies op de markt van de Gemeenschap deelnemen indien hun produktie van op deze markt afgezette tonijn toeneemt;

Overwegende dat, ten einde het inkomenspeil van zalm- en kreeftproducenten veilig te stellen, in de mogelijkheid dient te worden voorzien aan deze producenten onder bepaalde voorwaarden compenserende vergoedingen toe te kennen;

Overwegende dat het evenwel in het belang van de Gemeenschap is dat de toepassing van de rechten van het gemeenschappelijk douanetarief voor bepaalde produkten geheel wordt geschorst; dat namelijk, aangezien de tonijnproduktie van de Gemeenschap ontoereikend is, voor de verwerkende industrieën die deze produkten gebruiken voorwaarden ten aanzien van de voorziening dienen te worden gehandhaafd, die vergelijkbaar zijn met die welke voor exporterende derde landen gelden, ten einde hun ontwikkeling in het kader van de internationale concurrentieverhoudingen niet te belemmeren; dat de nadelen die deze regeling voor de tonijnproducenten in de Gemeenschap kan meebrengen, kunnen worden gecompenseerd door toekenning van vergoedingen waarin te dien einde is voorzien;

Overwegende dat de tariefnomenclatuur die uit de toepassing van deze verordening voortvloeit, in het gemeenschappelijk douanetarief is opgenomen; dat in deze verordering de wijzigingen moeten worden opgenomen die in het gemeenschappelijk douanetarief zijn aangebracht;

Overwegende dat de ervaring uitwijst dat het soms noodzakelijk is om zeer snel tariefmaatregelen te nemen ten einde de voorziening van de markt van de Gemeenschap veilig te stellen en de naleving van de internationale verplichtingen van de Gemeenschap te waarborgen; dat, ten einde de Gemeenschap in staat te stellen onverwijld het hoofd te bieden aan dergelijke situaties, moet worden voorzien in een procedure om snel de nodige maatregelen te nemen;

Overwegende dat voor bepaalde produkten maatregelen met betrekking tot de invoer uit derde landen tegen abnormaal lage prijzen dienen te worden genomen ten einde verstoringen op de markten van de Gemeenschap te voorkomen; dat, om deze maatregelen doeltreffender te doen zijn, er voor dient te worden gezorgd dat de regeling voor de constatering van de invoerprijzen wordt verbeterd en dat de lijst van de produkten die aan de regeling inzake referentieprijzen kunnen worden onderworpen, wordt uitgebreid;

Overwegende dat de hier bedoelde regeling het mogelijk maakt voor de meeste produkten af te zien van alle kwantitatieve beperkingen aan de buitengrenzen van de Gemeenschap en slechts de daadwerkelijk geheven rechten van het gemeenschappelijk douanetarief toe te passen;

Overwegende dat het nog niet mogelijk is voor enkele produkten een communautaire invoerregeling vast te stellen; dat het onder die omstandigheden noodzakelijk is de Lid-Staten toe te staan voor deze produkten de kwantitatieve beperkingen die uit hun nationale regeling voortvloeien te handhaven;

Overwegende dat de vrijwaringsregeling in uitzonderlijke omstandigheden te kort kan schieten; dat, ten einde de markt van de Gemeenschap in dergelijke gevallen niet zonder bescherming te laten tegen de verstoringen die zich zouden kunnen voordoen, de Gemeenschap in staat dient gesteld te worden de vereiste maatregelen te nemen;

Overwegende dat ter aanvulling van de hierboven bedoelde regeling, voor zover zulks voor een goede werking ervan is vereist, moet worden voorzien in de mogelijkheid om de toepassing van de regeling "actieve veredeling" als bedoeld in Verordening (EEG) nr. 1999/85 (5), en voor zover de markttoestand het noodzakelijk maakt, geheel of gedeeltelijk te verbieden; dat het voorts dienstig is de restituties zodanig vast te stellen dat de uit de Gemeenschap afkomstige grondstoffen die door de verwerkende industrie in de Gemeenschap worden verwerkt met het oog op de uitvoer, niet worden benadeeld door "actieve veredeling" die de verwerkende industrie aanleiding zou geven de voorkeur te geven aan de invoer van grondstoffen uit derde landen;

Overwegende dat moet worden vermeden dat de concurrentie tussen de ondernemingen van de Gemeenschap op de markten van derde landen wordt vervalst; dat derhalve gelijke mededingingsvoorwaarden tot stand dienen te worden gebracht door middel van een gemeenschappelijke regeling die voorziet in de mogelijkheid tot toekenning van restituties bij de uitvoer van visserijprodukten naar derde landen, voor zover zulks noodzakelijk is om de deelneming van de Gemeenschap aan de internationale handel in de betrokken produkten, en met name in de produkten waarvoor het aanbod in de Gemeenschap groot genoeg is, veilig te stellen in de gevallen waarin deze uitvoer economisch belangrijk is;

Overwegende dat in het handelsverkeer binnen de Gemeenschap de toepassing van enig douanerecht of enige heffing van gelijke werking en de toepassing van enige kwantitatieve beperking of maatregel van gelijke werking krachtens het Verdrag rechtstreeks zijn verboden;

Overwegende dat de totstandbrenging van een grote interne markt die op een stelsel van gemeenschappelijke prijzen berust door de toepassing van bepaalde steunmaatregelen in gevaar zou worden gebracht; dat het derhalve dienstig is dat de bepalingen van het Verdrag die het mogelijk maken de door de Lid-Staten verleende steun te beoordelen en steunmaatregelen welke onverenigbaar zijn met de gemeenschappelijke markt te verbieden, van toepassing worden verklaard op de sector visserijprodukten;

Overwegende dat bij de gemeenschappelijke ordening van de markten in de sector visserijprodukten gelijkelijk en op passende wijze rekening moet worden gehouden met de in de artikelen 39 en 110 van het Verdrag gestelde doeleinden;

Overwegende dat bij de tenuitvoerlegging van deze gemeenschappelijke ordening ook rekening dient te worden gehouden met het belang voor de Gemeenschap om de visstand zo goed mogelijk in stand te houden; dat derhalve geen maatregelen dienen te worden gefinancierd die betrekking hebben op hoeveelheden welke groter zijn dan de aan de Lid-Staten eventueel toegewezen hoeveelheden;

Overwegende dat, om de uitvoering van de voorgenomen maatregelen te vergemakkelijken, dient te worden voorzien in een procedure waarbij in het kader van een comité van beheer een nauwe samenwerking tussen de Lid-Staten en de Commissie tot stand wordt gebracht;

Overwegende dat de uitgaven die de Lid-Staten verrichten op grond van de verplichtingen die uit de toepassing van deze verordening voortvloeien, overeenkomstig de artikelen 2 en 3 van Verordening (EEG) nr. 729/70 van de Raad van 21 april 1970 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (6), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 2048/88 (7), voor rekening van de Gemeenschap komen,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

  • 1. 
    In de sector visserijprodukten wordt een gemeenschappelijke marktordening tot stand gebracht die een prijsregeling en een regeling van het handelsverkeer omvat, alsmede gemeenschappelijke regels ter zake van de mededinging.
  • 2. 
    De marktordening geldt voor de volgende produkten:

GN-code

Omschrijving

a)

0301

Levende vis

0302

Vis, vers of gekoeld, andere dan visfilets en ander visvlees bedoeld bij post 0304

0303

Bevroren vis, andere dan visfilets en ander visvlees bedoeld bij post 0304

0304

Visfilets en ander visvlees (ook indien fijngemaakt), vers, gekoeld of bevroren

b)

0305

Vis, gedroogd, gezouten of gepekeld; gerookte vis, ook indien voor of tijdens het roken gekookt; vismeel, geschikt voor menselijke consumptie

c)

0306

Schaaldieren, ook indien ontdaan van de schaal, levend, vers, gekoeld, bevroren, gedroogd, gezouten of gepekeld; schaaldieren in de schaal, gestoomd of in water gekookt, ook indien gekoeld, bevroren, gedroogd, gezouten of gepekeld

0307

Weekdieren, ook indien ontdaan van de schelp, levend, vers, gekoeld, bevroren, gedroogd, gezouten of gepekeld; ongewervelde waterdieren, andere dan schaal- en weekdieren, levend, vers, gekoeld, bevroren, gedroogd, gezouten of gepekeld

d)

Produkten van dierlijke oorsprong, elders genoemd noch elders onder begrepen; dode dieren van de soorten bedoeld bij hoofdstuk 1 of 3, niet geschikt voor menselijke consumptie:

-andere:

--produkten van vis, van schaaldieren, van weekdieren van andere ongewervelde waterdieren; dode dieren van de soorten bedoeld bij hoofdstuk 3:

0511 91 10

---visafvallen

0511 91 90

---andere

e)

1604

Bereidingen en conserven van vis; kaviaar en kaviaarsurrogaten bereid uit kuit

f)

1605

Bereidingen en conserven van schaaldieren, van weekdieren of van andere ongewervelde waterdieren

g)

Deegwaren, ook indien gekookt of gevuld (met vlees of andere zelfstandigheden) dan wel op andere wijze bereid, zoals spaghetti, macaroni, noedels, lasagne, gnocchi, ravioli en cannelloni; koeskoes, ook indien bereid:

1902 20 10

-bevattende meer dan 20 gewichtspercenten vis, schaal- of weekdieren of andere ongewervelde waterdieren

h)

Meel, poeder en pellets van vlees, van slachtvallen, van vis, van schaaldieren, van weekdieren of van andere ongewervelde waterdieren, ongeschikt voor menselijke consumptie; kanen:

2301 20 00

-meel, poeder en pellets, van vis, van schaaldieren, van weekdieren of van andere ongewervelde waterdieren

TITEL I Handelsnormen

Artikel 2

  • 1. 
    Voor de in artikel 1 genoemde produkten of voor groepen van deze produkten kunnen gemeenschappelijke handelsnormen en het toepassingsgebied van deze normen worden vastgesteld; deze normen kunnen met name betrekking hebben op de indeling naar kwaliteits-, grootte- of gewichtsklassen, de verpakking, de aanbiedingsvorm alsmede de etikettering.
  • 2. 
    Wanneer handelsnormen zijn vastgesteld, mogen de produkten waarvoor zij gelden slechts ten verkoop worden uitgestald, voor verkoop worden aangeboden, verkocht of anderszins verhandeld, indien zij in overeenstemming zijn met genoemde normen, behoudens de bijzondere voorschriften die voor het handelsverkeer met derde landen kunnen worden vastgesteld.
  • 3. 
    De Raad stelt, op voorstel van de Commissie, met gekwalificeerde meerderheid van stemmen de handelsnormen en de algemene uitvoeringsbepalingen daarvan, daaronder begrepen de in lid 2 bedoelde bijzondere voorschriften, vast.

Artikel 3

De beslissingen ter zake van de wijzigingen die in de gemeenschappelijke handelsnormen moeten worden aangebracht, ten einde rekening te houden met de ontwikkeling van produktie en verkoop, worden genomen volgens de procedure van artikel 36.

Artikel 4

  • 1. 
    De Lid-Staten controleren of de produkten waarvoor gemeenschappelijke handelsnormen zijn vastgesteld, met deze normen in overeenstemming zijn.

Deze controle kan in alle handelsstadia alsmede tijdens het vervoer plaatsvinden.

  • 2. 
    De Lid-Staten treffen alle dienstige maatregelen om de overtredingen van artikel 2 te bestraffen.
  • 3. 
    De Lid-Staten stellen de andere Lid-Staten en de Commissie uiterlijk één maand na het van kracht worden van elke handelsnorm in kennis van de naam en het adres van de organen die belast zijn met de controle voor het produkt of de groep van produkten waarvoor de norm werd vastgesteld.
  • 4. 
    De wijze van toepassing van lid 1 wordt, in voorkomend geval, vastgesteld volgens de procedure van artikel 36, met name rekening houdend met de noodzaak de werkzaamheden van de controleorganen te cooerdineren alsmede voor een uniforme interpretatie en toepassing van de gemeenschappelijke handelsnormen te zorgen.

TITEL II Producentenorganisaties

Artikel 5

  • 1. 
    Onder "producentenorganisatie" in de zin van deze verordening wordt verstaan elke erkende organisatie of vereniging van dergelijke organisaties die op initiatief van de producenten is opgericht met het doel maatregelen ten gunste van een rationele beoefening van de visserij en ter verbetering van de voorwaarden voor de verkoop van hun produkten te treffen.

Deze maatregelen, die met name dienen ter bevordering van de tenuitvoerlegging van vangstprogramma's, de concentratie van het aanbod en de regularisering van de prijzen, moeten voor de aangeslotenen de verplichting inhouden

  • de gehele produktie van het produkt of de produkten waarvoor zij zich hebben aangesloten, door bemiddeling van de organisatie af te zetten; de organisatie kan beslissen dat bovengenoemde verplichting niet geldt voor zover de afzet plaatsvindt volgens van tevoren vastgestelde gemeenschappelijke regels;
  • ten aanzien van produktie en verhandeling de regels na te leven die door de producentenorganisaties zijn vastgesteld, met name met het oog op de verbetering van de kwaliteit van de produkten en de aanpassing van de aangeboden hoeveelheden aan de eisen van de markt.
  • 2. 
    De producentenorganisaties mogen geen machtspositie innemen op de gemeenschappelijke markt, tenzij dit nodig is voor het bereiken van de doelstellingen van artikel 39 van het Verdrag.
  • 3. 
    De Raad stelt, op voorstel van de Commissie, met gekwalificeerde meerderheid van stemmen de algemene uitvoeringsbepalingen van dit artikel vast.

Artikel 6

  • 1. 
    Om de oprichting van producentenorganisaties te bevorderen en de werking ervan te vergemakkelijken, kunnen de Lid-Staten steun toekennen aan producentenorganisaties die na 1 januari 1982 zijn of worden opgericht.
  • 2. 
    De steun wordt toegekend gedurende de drie jaren na de datum van de erkenning. Het bedrag van deze steun mag voor het eerste, het tweede en het derde jaar niet meer bedragen dan respectievelijk 3 %, 2 % en 1 % van de waarde van de verhandelde produkten waarop de werkzaamheden van de producentenorganisatie betrekking hebben. Deze steun mag echter tijdens het eerste jaar niet meer dan 60 %, tijdens het tweede jaar niet meer dan 40 % en tijdens het derde jaar niet meer dan 20 % bedragen van de beheerskosten van de producentenorganisatie.

Het steunbedrag wordt uitgekeerd gedurende de periode van vijf jaar na de datum van de erkenning.

  • 3. 
    Voor elk jaar wordt de waarde van de verhandelde produkten forfaitair vastgelegd op basis van
  • de gemiddelde produktie die door de aangesloten producenten is verhandeld gedurende de drie kalenderjaren die aan dat van hun toetreding zijn voorafgegaan,
  • de gemiddelde prijzen die tijdens hetzelfde tijdvak door deze producenten voor de produktie zijn verkregen.
  • 4. 
    Gedurende de vijf jaren na de vorming van de in artikel 9 bedoelde interventiefondsen kunnen de Lid-Staten de producentenorganisaties rechtstreeks of via kredietinstellingen steun verlenen in de vorm van leningen op bijzondere voorwaarden, die bestemd zijn als dekking van een gedeelte van de te verwachten kosten in verband met de in artikel 9 bedoelde marktinterventies.
  • 5. 
    De in lid 2 bedoelde steun wordt ter kennis van de Commissie gebracht door middel van een verslag dat de Lid-Staten haar aan het einde van elk begrotingsjaar doen toekomen.

De in lid 4 bedoelde steun wordt aan de Commissie meegedeeld zodra hij wordt verleend.

  • 6. 
    De Raad stelt, op voorstel van de Commissie, met gekwalificeerde meerderheid van stemmen de algemene uitvoeringsbepalingen van dit artikel vast.

Artikel 7

  • 1. 
    Ingeval een producentenorganisatie representatief wordt geacht voor de produktie en de afzet in een kustgedeelte of in een of meer in dat kustgedeelte gelegen aanvoerplaatsen, kan de betrokken Lid-Staat voor degenen die niet bij die organisatie zijn aangesloten en die in het kustgedeelte of in een of meer betrokken aanvoerplaatsen een of meer van de in artikel 1, lid 2, genoemde produkten verhandelen, verbindend verklaren:
  • a) 
    de in artikel 5, lid 1, tweede alinea, tweede streepje, bedoelde regels ten aanzien van de verhandeling,

b)

de door de organisatie aangenomen regels betreffende het uit de markt nemen van de in bijlage I, punten A en D, opgenomen produkten voor zover de ophoudprijs gelijk is aan de overeenkomstig artikel 12 vastgestelde prijs.

De door de organisatie aangenomen regels inzake ophoudprijzen voor de in artikel 1, lid 2, onder a) en c), bedoelde verse of gekoelde produkten, andere dan die opgenomen in bijlage I, punten A en D, mogen echter worden uitgebreid tot degenen die niet bij de organisaties zijn aangesloten en zijn gevestigd in de zones bedoeld in de eerste alinea. Er kan worden besloten dat de bovengenoemde regels niet van toepassing zijn voor bepaalde verkoopcategorieën.

  • 2. 
    De Lid-Staten mogen lid 1 slechts toepassen in kustgedeelten met homogene produktie- en afzetvoorwaarden.
  • 3. 
    De Lid-Staten delen aan de Commissie mee welke regels zij voornemens zijn krachtens lid 1 verbindend te verklaren.

Binnen twee maanden na die mededeling kan de Commissie

a)

besluiten dat de medegedeelde regels niet verbindend kunnen verklaard worden, of

b)

het door de Lid-Staat genomen besluit tot uitbreiding van de regels nietig verklaren, met name wanneer zij overeenkomstig artikel 2 van Verordening nr. 26 (8) constateert dat artikel 85, lid 1, van het Verdrag van toepassing is op de overeenkomst, het besluit of de gedraging waarbij de betrokken regels worden vastgesteld of ten uitvoer gelegd. In dat geval is het door de Commissie genomen besluit ten aanzien van die overeenkomst, dat besluit of die gedraging eerst van toepassing vanaf de datum van de constatering.

  • 4. 
    De Lid-Staten nemen alle dienstige maatregelen
  • om op de naleving van de in lid 1 bedoelde regels controle uit te oefenen,
  • om overtredingen van die regels te bestraffen.

Zij brengen die maatregelen onmiddellijk ter kennis van de Commissie.

  • 5. 
    In geval van toepassing van lid 1 kan de betrokken Lid-Staat besluiten dat de niet-aangeslotenen de door de aangesloten producenten betaalde bijdragen geheel of gedeeltelijk verschuldigd zijn aan de organisatie, voor zover die bijdragen bestemd zijn om de administratiekosten te dekken die uit de toepassing van de in lid 1 bedoelde regeling voortvloeien.
  • 6. 
    In geval van toepassing van lid 1 dragen de Lid-Staten er zorg voor, in voorkomend geval door bemiddeling van de producentenorganisaties, dat de produkten die niet aan de handelsnormen voldoen of niet konden worden verkocht tegen een prijs die ten minste gelijk is aan de ophoudprijs, uit de markt worden genomen.
  • 7. 
    De Raad stelt, op voorstel van de Commissie, met gekwalificeerde meerderheid van stemmen de algemene uitvoeringsbepalingen van dit artikel vast.
  • 8. 
    De lijst van de in lid 1 bedoelde gebieden en de andere bepalingen betreffende de wijze van toepassing van dit artikel worden vastgesteld volgens de procedure van artikel 36.

Artikel 8

  • 1. 
    In geval van toepassing van artikel 7, lid 1, kan de Lid-Staat aan de betrokken niet-aangeslotenen die in de Gemeenschap zijn gevestigd, een vergoeding toekennen voor de hoeveelheden produkten
  • die krachtens artikel 7, lid 1, onder a), niet kunnen worden verhandeld, of
  • die op grond van artikel 7, lid 1, onder b), uit de markt werden genomen.

Deze vergoeding wordt toegekend zonder enig onderscheid naar nationaliteit of plaats van vestiging van de begunstigden; zij mag niet meer bedragen dan 60 % van het bedrag dat voortvloeit uit de toepassing van de op grond van artikel 12 vastgestelde ophoudprijs op de uit de markt genomen hoeveelheden.

  • 2. 
    De kosten in verband met de toekenning van de in lid 1 bedoelde vergoeding komen ten laste van de betrokken Lid-Staat.

TITEL III Prijsregeling

Artikel 9

  • 1. 
    Voor de in artikel 1 bedoelde produkten kunnen de producentenorganisaties een ophoudprijs vaststellen waaronder zij de produkten die door de bij hen aangesloten producenten zijn aangevoerd, niet verkopen.

In dit geval:

  • kennen de producentenorganisaties voor de uit de markt genomen hoeveelheden, wanneer het in bijlage I, punten A en D, en in bijlage VI genoemde produkten betreft die voldoen aan de overeenkomstig artikel 2 vastgestelde normen, aan de aangesloten producenten een vergoeding toe;
  • kunnen de producentenorganisaties voor de uit de markt genomen hoeveelheden, wanneer het de overige in artikel 1 bedoelde produkten betreft die in bijlage I, punten A en D, noch in bijlage VI zijn genoemd, aan de aangesloten producenten een vergoeding toekennen.

Voor elk van de in artikel 1 genoemde produkten kan volgens het bepaalde in lid 5 een maximumbedrag voor de ophoudprijs worden vastgesteld.

  • 2. 
    De bestemming van de aldus uit de markt genomen produkten moet door de producentenorganisatie op zodanige wijze worden geregeld, dat de normale afzet van de betrokken produkten niet wordt belemmerd.
  • 3. 
    Voor de financiering van deze maatregelen richten de producentenorganisaties interventiefondsen op, die worden gevormd uit bijdragen welke zijn gebaseerd op de in de handel gebrachte hoeveelheden, of passen zij een vereveningsstelsel toe.
  • 4. 
    De onderstaande gegevens worden door de producentenorganisaties aan de nationale overheid meegedeeld en door deze ter kennis van de Commissie gebracht:
  • de lijst van de produkten waarvoor zij voornemens zijn het in lid 1 bedoelde stelsel toe te passen,
  • de periode waarin de ophoudprijzen van toepassing zijn,
  • het peil van de overwogen en de toegepaste ophoudprijzen.
  • 5. 
    De wijze van toepassing van dit artikel wordt vastgesteld volgens de procedure van artikel 36.

Artikel 10

  • 1. 
    Voor elk van de in bijlage I, punten A, D en E, genoemde produkten wordt vóór de aanvang van het visseizoen een oriëntatieprijs vastgesteld.

Deze prijzen gelden voor de gehele Gemeenschap en worden vastgesteld voor elk visseizoen of voor elk van de perioden waarin het visseizoen wordt onderverdeeld.

  • 2. 
    De oriëntatieprijs wordt vastgesteld
  • op basis van het gemiddelde van de prijzen die tijdens de laatste drie aan het visseizoen waarvoor deze prijs wordt vastgesteld voorafgaande visseizoenen op de representatieve groothandelsmarkten of in de representatieve havens voor een belangrijk gedeelte van de communautaire produktie zijn geconstateerd voor een produkt waarvan de handelskenmerken nauwkeurig zijn omschreven;
  • met inaanmerkingneming van de vooruitzichten voor de ontwikkeling van de produktie en van de vraag.

Bij deze vaststelling wordt ook rekening gehouden met de noodzaak om

  • voor stabiele marktprijzen te zorgen en de vorming van overschotten in de Gemeenschap te voorkomen;
  • het inkomen van de producenten te ondersteunen;
  • de belangen van de consumenten in aanmerking te nemen.
  • 3. 
    De Raad stelt, op voorstel van de Commissie, met gekwalificeerde meerderheid van stemmen het peil van de in lid 1 bedoelde oriëntatieprijzen vast.

Artikel 11

  • 1. 
    Gedurende het gehele tijdvak waarin de oriëntatieprijs van toepassing is, delen de Lid-Staten aan de Commissie de prijzen mee die op de representatieve groothandelsmarkten of in de representatieve havens worden geconstateerd voor de produkten met de kenmerken die voor de vaststelling van de oriëntatieprijs zijn gekozen.
  • 2. 
    Als representatief in de zin van lid 1 moeten worden beschouwd de markten en de havens van de Lid-Staten, waar voor een bepaald produkt een belangrijk gedeelte van de communautaire produktie wordt verhandeld.
  • 3. 
    De Lid-Staten stellen de Commissie elk kwartaal in kennis van de verkoopprijzen die in de loop van het voorafgaande kwartaal bij de groothandel gelden voor de in bijlage IV, punt B, bedoelde produkten die aan boord en aan de wal zijn ingevroren.
  • 4. 
    De wijze van toepassing van dit artikel en de lijst van de in lid 2 bedoelde representatieve markten en havens worden vastgesteld volgens de procedure van artikel 36.

Artikel 12

  • 1. 
    Er wordt voor elk van de produkten:
  • die voorkomen in bijlage I, punten A en D, een communautaire ophoudprijs,
  • en die voorkomen in bijlage I, punt E, een communautaire verkoopprijs

vastgesteld, naar gelang van versheid, grootte of gewicht en aanbiedingsvorm van het produkt, hierna te noemen "produktklasse", zulks door de aanpassingscoëfficiënt voor de betrokken produktklasse toe te passen op een bedrag van ten minste 70 % en ten hoogste 90 % van de oriëntatieprijs. Deze coëfficiënten geven de prijsverhouding weer tussen de betrokken produktklasse en de produktklasse waarvan is uitgegaan voor de vaststelling van de oriëntatieprijs. De communautaire ophoudprijs en de communautaire verkoopprijs mogen in geen geval hoger zijn dan 90 % van de oriëntatieprijs.

  • 2. 
    Ten einde aan de producenten in de aanvoergebieden die ver van de voornaamste verbruikscentra van de Gemeenschap gelegen zijn, bevredigende voorwaarden voor de toegang tot de markten te verlenen, kunnen voor die gebieden op de in lid 1 bedoelde prijzen aanpassingscoëfficiënten worden toegepast.
  • 3. 
    De wijze van toepassing van dit artikel, inzonderheid de bepaling van het percentage van de oriëntatieprijs waarvan wordt uitgegaan bij de berekening van de communautaire ophoudprijs en verkoopprijs en de bepaling van de in lid 2 bedoelde aanvoergebieden en prijzen, wordt vastgesteld volgens de procedure van artikel 36.

Artikel 13

  • 1. 
    Voor de in bijlage I, punten A en D, genoemde produkten kennen de Lid-Staten aan de producentenorganisaties die in het kader van artikel 9 interveniëren, een financiële vergoeding toe, op voorwaarde
  • a) 
    dat door deze organisaties de overeenkomstig artikel 12 vastgestelde communautaire ophoudprijs wordt toegepast; een tolerantie tussen 10 % onder en 10 % boven deze prijs is evenwel toegestaan om met name rekening te houden met de seizoenschommelingen van de marktprijzen;

b)

dat de uit de markt genomen produkten in overeenstemming zijn met de overeenkomstig artikel 2 vastgestelde normen;

c)

dat de vergoeding die voor de uit de markt genomen hoeveelheden aan de aangesloten producenten wordt toegekend,

  • niet meer bedraagt dan het bedrag dat voortvloeit uit de toepassing op deze hoeveelheden van de overeenkomstig artikel 12 vastgestelde ophoudprijs, en
  • voor de verschillende tranches van de uit de markt genomen hoeveelheden ten minste gelijk is aan het percentage van de ophoudprijs bedoeld in lid 3, verhoogd met 2,5;

d)

dat een ophoudprijs die ten minste gelijk is aan de in artikel 12 bedoelde prijs wordt toegepast voor elke klasse van het betrokken produkt. Een producentenorganisatie die in het kader van de in artikel 5, lid 1, bedoelde maatregelen de verkoop van bepaalde produktklassen verbiedt, hoeft de op deze produktklassen betrekking hebbende communautaire ophoudprijs echter niet toe te passen.

  • 2. 
    De financiële vergoeding wordt slechts toegekend op voorwaarde dat de uit de markt genomen produkten voor andere doeleinden dan menselijke consumptie worden gebruikt, dan wel op zodanige wijze worden afgezet dat zij geen belemmering vormen voor de normale afzet van de in artikel 12 bedoelde produkten.

De vergoeding wordt evenwel niet toegekend indien de gedurende één dag uit de markt genomen produkten niet een vast te stellen minimumhoeveelheid of minimumwaarde bereiken.

  • 3. 
    Het bedrag van de financiële vergoeding is gelijk aan
  • 85 % van de ophoudprijs voor de door de betrokken producentenorganisatie uit de markt genomen hoeveelheden van niet meer dan 5 %,
  • 70 % van de ophoudprijs voor de door de betrokken producentenorganisatie uit de markt genomen hoeveelheden van meer dan 5 % en niet meer dan 10 %,
  • 55 % van de ophoudprijs voor de door de betrokken producentenorganisatie uit de markt genomen hoeveelheden van meer dan 10 % en niet meer dan 15 %,
  • 40 % van de ophoudprijs voor de door de betrokken producentenorganisatie uit de markt genomen hoeveelheden van meer dan 15 % en niet meer dan 20 %,
  • 0 % van de ophoudprijs voor de door de betrokken producentenorganisatie uit de markt genomen hoeveelheden van meer dan 20 %

van de hoeveelheden van het betrokken produkt die jaarlijks overeenkomstig artikel 5, lid 1, voor verkoop worden aangeboden. De uit de markt genomen hoeveelheden komen naar chronologische volgorde van het uit de markt nemen voor de financiële vergoeding in aanmerking.

  • 4. 
    De produktie van de leden van een organisatie, die door deze of door een andere organisatie overeenkomstig artikel 7 uit de markt wordt genomen, wordt in aanmerking genomen voor de berekening van het bedrag van de financiële vergoeding die moet worden toegekend aan de organisatie waarbij de betrokken producenten zijn aangesloten.

De hoeveelheden waarvoor de in artikel 14 bedoelde premie wordt toegekend, worden voor 80 % in aanmerking genomen voor de berekening van de financiële vergoeding.

  • 5. 
    Het bedrag van de financiële vergoeding wordt verminderd met de forfaitair vastgestelde waarde van het voor andere doeleinden dan menselijke consumptie bestemde produkt of met de netto-ontvangsten verkregen uit de afzet, overeenkomstig het bepaalde in lid 2, van de voor menselijke consumptie bestemde produkten. Bovenbedoelde waarde wordt vastgesteld aan het begin van het visseizoen; het niveau ervan wordt evenwel gewijzigd wanneer op de markten van de Gemeenschap belangrijke en duurzame veranderingen in de prijzen worden geconstateerd.
  • 6. 
    De Raad stelt, op voorstel van de Commissie, met gekwalificeerde meerderheid van stemmen de algemene uitvoeringsbepalingen van dit artikel vast.
  • 7. 
    De wijze van toepassing van dit artikel wordt vastgesteld volgens de procedure van artikel 36.

Artikel 14

  • 1. 
    Voor bepaalde in bijlage I, punten A en B, genoemde produkten die tegen de in artikel 12 bedoelde ophoudprijs uit de markt zijn genomen, wordt een uitstelpremie toegekend, voor zover deze produkten
  • door een aangesloten producent zijn aangevoerd,
  • aan bepaalde voorschriften inzake kwaliteit, grootte en aanbiedingsvorm voldoen,
  • een of verscheidene van de in lid 3 genoemde be- of verwerkingen ondergaan,
  • gedurende een nader te bepalen periode worden opgeslagen.
  • 2. 
    De premie wordt slechts toegekend voor hoeveelheden die niet groter zijn dan 15 % van de hoeveelheid van het betrokken produkt die jaarlijks overeenkomstig artikel 5, lid 1, voor verkoop wordt aangeboden.

Het bedrag van de premie mag niet hoger zijn dan de kosten van technische aard voor de be- of verwerking en de opslag, en mag ook niet hoger zijn dan 50 % van de communautaire ophoudprijs voor het verse produkt.

  • 3. 
    De in dit artikel bedoelde be- en verwerkingen zijn:
  • a) 
    - invriezen,
  • zouten,
  • drogen;

b)

fileren of in moten snijden, voor zover dit gepaard gaat met een van de onder a) genoemde be- en verwerkingen.

  • 4. 
    De Raad stelt, op voorstel van de Commissie, met gekwalificeerde meerderheid van stemmen de algemene uitvoeringsbepalingen van dit artikel en de lijst van produkten waarvoor een uitstelpremie wordt toegekend, vast.
  • 5. 
    De wijze van toepassing van dit artikel wordt vastgesteld volgens de procedure van artikel 36.

Artikel 15

  • 1. 
    De Lid-Staten verlenen een opslagpremie aan producentenorganisaties die gedurende het hele visseizoen de in bijlage I, punt E, bedoelde produkten niet verkopen onder de overeenkomstig artikel 12 vastgestelde communautaire verkoopprijs, met dien verstande dat een tolerantie tussen 10 % onder en 10 % boven deze prijs is toegestaan om met name rekening te houden met de seizoenschommelingen van de marktprijzen.
  • 2. 
    Als hoeveelheden die in aanmerking kunnen komen voor een opslagpremie, worden alleen die hoeveelheden beschouwd welke
  • door een aangesloten producent zijn aangevoerd,
  • aan bepaalde eisen inzake kwaliteit en aanbiedingsvorm voldoen,
  • ten verkoop zijn aangeboden, waarbij is vastgesteld dat er geen koper tegen de communautaire verkoopprijs kon worden gevonden,
  • zijn verwerkt om te worden bevroren en opgeslagen dan wel verduurzaamd onder nader te bepalen voorwaarden.
  • 3. 
    Produkten die niet zijn verkocht onder de in lid 2, derde streepje, bedoelde voorwaarden en evenmin zijn bestemd voor de in lid 2, vierde streepje, bedoelde bewerkingen, worden zodanig afgezet dat de normale afzet van de betrokken produktie niet wordt belemmerd.
  • 4. 
    Voor elk van de betrokken produkten wordt de opslagpremie slechts toegekend voor hoeveelheden die niet meer bedragen dan 20 % van de jaarlijkse hoeveelheid die ten verkoop is aangeboden overeenkomstig artikel 5, lid 1.

Het bedrag van deze premie kan niet meer bedragen dan het bedrag van de technische en financiële kosten van de verrichtingen die noodzakelijk zijn voor stabilisatie en opslag.

  • 5. 
    De uitvoeringsbepalingen van dit artikel worden vastgesteld volgens de procedure van artikel 36.

Artikel 16

  • 1. 
    Voor de in bijlage VI genoemde produkten verlenen de Lid-Staten forfaitaire steun aan de producentenorganisaties die interventies verrichten in het kader van artikel 9, op voorwaarde dat
  • a) 
    deze producentenorganisaties vóór het begin van het visseizoen een ophoudprijs, hierna "autonome ophoudprijs" genoemd, vaststellen; deze prijs wordt gedurende het gehele visseizoen door de producentenorganisaties toegepast, met een tolerantie van 10 % onder tot 5 % boven de vastgestelde prijs; de ophoudprijs mag evenwel niet hoger zijn dan 80 % van het gewogen gemiddelde van de prijs tijdens de drie voorafgaande visseizoenen voor de betrokken produktklassen in het gebied waar de desbetreffende producentenorganisaties hun activiteiten uitoefenen;

b)

de uit de markt genomen produkten voldoen aan de overeenkomstig artikel 2 vastgestelde normen;

c)

de vergoeding die aan de aangesloten producenten voor de uit de markt genomen hoeveelheden wordt verleend, gelijk is aan de autonome ophoudprijs.

  • 2. 
    De forfaitaire steun wordt slechts toegekend voor de uit de markt genomen hoeveelheden die
  • a) 
    te koop zijn aangeboden overeenkomstig artikel 5, lid 1;

b)

tegen nader te bepalen voorwaarden te koop zijn aangeboden voordat zij uit de markt zijn genomen;

c)

  • op zodanige wijze worden afgezet dat de normale afzet van de betrokken produkten er niet door wordt belemmerd,

of

  • worden onderworpen aan een regeling tot be- of verwerking en opslag. De be- of verwerking in de zin van dit artikel omvat het bevriezen en het fileren of versnijden, voor zover de aldus verkregen produkten daarna ook worden bevroren.
  • 3. 
    De forfaitaire steun wordt slechts verleend voor hoeveelheden die 10 % van de in een gegeven jaar overeenkomstig artikel 5, lid 1, te koop aangeboden hoeveelheden niet overschrijden.

Het verlenen van de forfaitaire steun kan worden onderworpen aan de voorwaarde dat de autonome ophoudprijs niet hoger is dan een maximumniveau dat volgens de procedure van artikel 36 wordt vastgesteld.

  • 4. 
    Het bedrag van de forfaitaire steun voor de hoeveelheden waarop

a)

de in lid 2, onder c), eerste streepje, bedoelde regeling is toegepast, bedraagt 75 % van de tijdens het visseizoen toegepaste ophoudprijs;

b)

de in lid 2, onder c), tweede streepje, bedoelde regeling is toegepast, mag niet hoger zijn dan 50 % van het in lid 1, onder a), bedoelde maximumpeil, noch hoger dan het bedrag van de in het voorafgaande visseizoen geconstateerde technische kosten voor be- of verwerking en opslag, waarbij evenwel geen rekening wordt gehouden met de hoogste kosten.

  • 5. 
    Het bedrag van de forfaitaire steun wordt verminderd met de forfaitair vastgestelde waarde van het in de zin van artikel 2, onder c), eerste streepje, afgezette produkt.
  • 6. 
    De betrokken Lid-Staten voeren een controlestelsel in dat het mogelijk maakt vast te stellen of de produkten, waarvoor de forfaitaire steun is aangevraagd, daarop recht hebben.

De begunstigden van de forfaitaire steun voeren met het oog op de controle een voorraadadministratie die aan nader te bepalen criteria voldoet. De Lid-Staten doen de Commissie op nader te bepalen tijdstippen een overzicht toekomen waarin per produkt en per produktklasse de op de representatieve groothandelsmarkten of in de representatieve havens geconstateerde gemiddelde prijzen worden vermeld.

  • 7. 
    De Raad beslist met gekwalificeerde meerderheid van stemmen, op voorstel van de Commissie, naar gelang van de toenadering van de prijzen van de in dit artikel bedoelde soorten over opneming van deze soorten in de lijst van produkten van bijlage I, punt A.
  • 8. 
    De uitvoeringsbepalingen van dit artikel worden vastgesteld volgens de procedure van artikel 36.
  • 9. 
    Dit artikel is van toepassing tijdens een periode van vijf jaar vanaf 13 november 1988.

Een jaar vóór het einde van deze periode legt de Commissie de Raad een verslag voor over de werking van de regeling en met name over de ontwikkeling van de prijzen voor de produkten van bijlage VI. De Raad stelt vóór het verstrijken van de periode van vijf jaar met gekwalificeerde meerderheid van stemmen, op voorstel van de Commissie, de passende maatregelen vast.

Artikel 17

  • 1. 
    Voor elk van de in bijlage II genoemde produkten of groepen van produkten wordt jaarlijks een oriëntatieprijs vastgesteld die gedurende het gehele jaar voor de Gemeenschap geldt en overeenkomstig artikel 10, lid 2, wordt bepaald.
  • 2. 
    De Lid-Staten delen de Commissie de prijzen mee die op de representatieve groothandelsmarkten of in de representatieve havens worden geconstateerd voor de produkten of groepen van produkten met de kenmerken die voor de vaststelling van de in lid 1 bedoelde oriëntatieprijs zijn gekozen.
  • 3. 
    Als representatief in de zin van lid 2 moeten worden beschouwd de markten en havens van de Lid-Staten, waar voor een bepaald produkt een belangrijk gedeelte van de communautaire produktie wordt verhandeld.
  • 4. 
    De Raad stelt, op voorstel van de Commissie, met gekwalificeerde meerderheid van stemmen de in lid 1 bedoelde oriëntatieprijs vast.
  • 5. 
    De wijze van toepassing van dit artikel en de lijst van de in lid 3 bedoelde representatieve markten en havens worden vastgesteld volgens de procedure van artikel 36.

Artikel 18

  • 1. 
    Voor de in de bijlagen II en III opgesomde produkten mag steun voor particuliere opslag worden verleend aan producentenorganisaties die tijdens het lopende visseizoen voor produktie en afzet lid 1 toepassen, wanneer
  • a) 
    de gemiddelde prijzen die zijn verkregen voor een door de producentenorganisaties te koop aangeboden produkt gedurende een nader te bepalen significante periode lager zijn dan
  • 85 % van de in artikel 17, lid 1, bedoelde oriëntatieprijs voor de produkten van bijlage II,
  • 95 % van de in artikel 19, lid 1, bedoelde communautaire produktieprijs voor de produkten van bijlage III, en

b)

de geconstateerde prijssituatie vermoedelijk zal aanhouden.

  • 2. 
    Steun voor particuliere opslag mag slechts worden verleend voor produkten
  • die zijn gevangen, aan boord zijn bevroren en in de Gemeenschap zijn aangevoerd door een bij de betrokken producentenorganisatie aangesloten producent;
  • waarvan de hoeveelheden niet groter zijn dan 20 % van de gemiddelde hoeveelheden van het betrokken produkt die in de loop van dezelfde periode van de laatste drie visseizoenen die voorafgaan aan dat waarin de steun wordt verleend, overeenkomstig artikel 5 in de Gemeenschap te koop zijn aangeboden. De hoeveelheden waarvoor steun mag worden verleend, mogen evenwel niet groter zijn dan 20 % van de tijdens de lopende periode te koop aangeboden hoeveelheden;
  • waarvoor op nader te bepalen voorwaarden is vastgesteld dat het om communautaire produkten gaat;
  • die worden opgeslagen gedurende een minimumperiode en daarna opnieuw op de markt worden gebracht.
  • 3. 
    Het bedrag van de steun voor particuliere opslag mag niet hoger zijn dan het bedrag van de technische opslagkosten en de intresten voor een periode van ten hoogste drie maanden. Dit bedrag wordt elke maand op degressieve wijze vastgesteld.
  • 4. 
    De uitvoeringsbepalingen van dit artikel, met name het bedrag en de voorwaarden voor het verlenen van de steun voor particuliere opslag, worden vastgesteld volgens de procedure van artikel 36.
  • 5. 
    In afwijking van de leden 1 en 2, wordt tot en met 31 december 1991 de steun eveneens verleend aan in Griekenland gevestigde producenten die niet bij een producentenorganisatie zijn aangesloten.

Artikel 19

  • 1. 
    Voor de in bijlage III genoemde produkten wordt vóór het begin van het visseizoen een communautaire produktieprijs vastgesteld.

Deze prijs is in de gehele Gemeenschap van toepassing en wordt voor elk visseizoen vastgesteld.

  • 2. 
    De communautaire produktieprijs wordt vastgesteld
  • op basis van het gemiddelde van de prijzen die tijdens de laatste drie aan het visseizoen waarvoor deze prijs wordt vastgesteld voorafgaande visseizoenen op de representatieve groothandelsmarkten of in de representatieve havens voor een belangrijk gedeelte van de communautaire produktie zijn geconstateerd voor een produkt waarvan de handelskenmerken nauwkeurig omschreven zijn;
  • met inaanmerkingneming van de vooruitzichten voor de ontwikkeling van de produktie en van de vraag.

Bij deze vaststelling wordt ook rekening gehouden met de noodzaak

  • de handelsstromen ter voorziening van de communautaire conservenindustrie in aanmerking te nemen;
  • bij te dragen tot de ondersteuning van het inkomen van de producenten;
  • het ontstaan van overschotten in de Gemeenschap te voorkomen.
  • 3. 
    Vóór het begin van elk visseizoen stelt de Raad, met gekwalificeerde meerderheid van stemmen, op voorstel van de Commissie, het peil van de in lid 1 bedoelde communautaire produktieprijs vast.
  • 4. 
    De Lid-Staten doen de Commissie mededeling van de gemiddelde maandelijkse prijzen die voor de in lid 1 bedoelde produkten van oorsprong uit de Gemeenschap waarvan de handelskenmerken zijn omschreven op de representatieve groothandelsmarkten of in de representatieve havens zijn geconstateerd.
  • 5. 
    Als representatief in de zin van lid 4 moeten worden beschouwd de markten en havens van de Lid-Staten waar een significant gedeelte van de communautaire produktie van tonijn wordt verhandeld.
  • 6. 
    De wijze van toepassing van dit artikel, met name de vaststelling van de aanpassingscoëfficiënten voor de verschillende soorten, grootten en aanbiedingsvormen van tonijn, alsmede de lijst van de in lid 4 bedoelde representatieve markten en havens, worden vastgesteld volgens de procedure van artikel 36.

Artikel 20

  • 1. 
    Voor de in bijlage III opgesomde produkten wordt binnen de in lid 4 gestelde grenzen een vergoeding toegekend aan de producentenorganisaties wanneer voor een kalenderkwartaal wordt geconstateerd dat tegelijkertijd
  • de op de markt van de Gemeenschap geconstateerde gemiddelde verkoopprijs en
  • de in artikel 24 bedoelde prijs franco grens, in voorkomend geval vermeerderd met de compenserende heffing die erop is toegepast,

lager zijn dan een interventiedrempel die gelijk is aan 93 % van de communautaire produktieprijs voor het betrokken produkt.

  • 2. 
    De vergoeding wordt onder de voorwaarden en binnen de grenzen van dit artikel aan de producentenorganisaties toegekend voor de door hun leden gevangen hoeveelheden van het betrokken produkt die tijdens het betrokken kwartaal aan de op het douanegebied van de Gemeenschap gevestigde conservenindustrie zijn verkocht en geleverd.
  • 3. 
    Het bedrag van de vergoeding mag niet groter zijn dan
  • het verschil tussen de interventiedrempel en de gemiddelde verkoopprijs van het betrokken produkt op de markt van de Gemeenschap;
  • een forfaitair bedrag gelijk aan 12 % van deze drempel;
  • voor elke producentenorganisatie, het verschil tussen deze drempel en de gemiddelde verkoopprijs die door deze producentenorganisatie is verkregen.
  • 4. 
    Het totaal van de hoeveelheden die voor de vergoeding in aanmerking kunnen komen, mag voor het kwartaal waarvoor deze vergoeding wordt toegekend, in geen geval groter zijn dan
  • 62,8 % van de hoeveelheden tonijn die tijdens dat zelfde kwartaal door de communautaire conservenindustrie zijn gebruikt;
  • het gemiddelde van de hoeveelheden die onder de in lid 2 bedoelde voorwaarden zijn verkocht en geleverd tijdens hetzelfde kwartaal van de drie visseizoenen voorafgaand aan het seizoen waarvoor de vergoeding wordt uitgekeerd;
  • 110 % van het gemiddelde van de hoeveelheden die onder de in lid 2 bedoelde voorwaarden zijn verkocht en geleverd tijdens hetzelfde kwartaal van de visseizoenen 1984 tot en met 1986.
  • 5. 
    In het licht van de geconstateerde ontwikkeling van de communautaire produktie en van de situatie met betrekking tot de voorziening van de communautaire conservenindustrie bepaalt de Raad met gekwalificeerde meerderheid van stemmen, op voorstel van de Commissie, vóór 1 januari 1993 welke aanpassingen eventueel moeten worden aangebracht in de in lid 4 vastgestelde percentages en referentieperiode.
  • 6. 
    Binnen de in lid 4 gestelde grenzen is het bedrag van de aan elke producentenorganisatie toegekende vergoeding gelijk aan
  • het in lid 3 omschreven bedrag voor de overeenkomstig lid 2 afgezette hoeveelheden van het betrokken produkt die niet groter zijn dan het gemiddelde van de hoeveelheden die onder dezelfde voorwaarden gedurende hetzelfde kwartaal van de referentievisseizoenen 1984 tot en met 1986 door haar leden zijn verkocht en geleverd;
  • 95 % van het in lid 3 omschreven bedrag voor de hoeveelheden van het betrokken produkt die groter zijn dan het gemiddelde van de in het eerste streepje bedoelde hoeveelheden, maar niet meer dan 110 % van deze hoeveelheden bedragen;
  • 90 % van het in lid 3 omschreven bedrag voor de hoeveelheden van het betrokken produkt die groter zijn dan de in het tweede streepje omschreven hoeveelheden, welke gelijk zijn aan het restant van de hoeveelheden voortvloeiende uit een verdeling van de uit hoofde van lid 4 in aanmerking komende hoeveelheden tussen de producentenorganisaties.

De verdeling tussen de betrokken producentenorganisaties geschiedt naar verhouding van hun respectieve produktie tijdens hetzelfde kwartaal van de verkoopseizoenen 1984 tot en met 1986.

  • 7. 
    De producentenorganisaties verdelen de aan hun leden uitgekeerde steun naar rata van de door hen geproduceerde hoeveelheden die zijn verkocht en geleverd overeenkomstig de in lid 2 vervatte voorwaarden.

De door de producentenorganisatie aan de aangesloten producenten uitgekeerde vergoeding wordt verhoogd met een compenserende vergoeding die gelijk is aan

  • 2,5 % van het in lid 3 omschreven bedrag, wanneer het aan de producentenorganisatie betaalde bedrag gelijk is aan dat bedrag;
  • 5 % van het in lid 3 omschreven bedrag, wanneer het aan de producentenorganisatie betaalde bedrag gelijk is aan 95 % van dat bedrag;
  • 10 % van het in lid 3 omschreven bedrag, wanneer het aan de producentenorganisatie betaalde bedrag gelijk is aan 90 % van dat bedrag.

Deze compenserende vergoeding wordt gefinancierd uit een overeenkomstig artikel 9, lid 3, ingesteld fonds.

  • 8. 
    De uit hoofde van artikel 18 verleende steun voor particuliere opslag wordt afgetrokken van de compenserende vergoeding voor de hoeveelheden waarvoor de steun is toegekend.
  • 9. 
    De Raad stelt, op voorstel van de Commissie, met gekwalificeerde meerderheid van stemmen, de algemene voorschriften voor de toekenning van deze vergoeding vast.
  • 10. 
    De wijze van toepassing van dit artikel, en met name het bedrag, alsmede de voorwaarden voor het verlenen van de steun worden vastgesteld volgens de procedure van artikel 36.

Artikel 21

  • 1. 
    Aan de producenten in de Gemeenschap van in bijlage IV, punt A, onder 2, genoemde produkten wordt zo nodig een compenserende vergoeding voor die produkten toegekend.
  • 2. 
    De Raad stelt, op voorstel van de Commissie, met gekwalificeerde meerderheid van stemmen de algemene voorschriften voor de toekenning van de vergoeding vast.
  • 3. 
    De wijze van toepassing van dit artikel wordt vastgesteld volgens de procedure van artikel 36.

TITEL IV Regeling inzake het handelsverkeer met derde landen

Artikel 22

  • 1. 
    Het gemeenschappelijk douanetarief wordt overeenkomstig bijlage VII gewijzigd.
  • 2. 
    De algemene bepalingen voor de uitlegging en de bijzondere regels voor de toepassing van het gemeenschappelijk douanetarief zijn van toepassing voor de indeling van de produkten die onder deze verordening vallen; de tariefnomenclatuur die voortvloeit uit de toepassing van deze verordening, wordt in het gemeenschappelijk douanetarief opgenomen.
  • 3. 
    Behoudens andersluidende bepalingen in deze verordening of afwijkingen waartoe de Raad, op voorstel van de Commissie, met gekwalificeerde meerderheid van stemmen besluit, zijn verboden:
  • de toepassing van enige heffing van gelijke werking als een douanerecht,
  • de toepassing van enige kwantitatieve beperking.
  • 4. 
    Tot het tijdstip waarop een communautaire regeling bij de invoer van de in bijlage IV, punt C, genoemde produkten van toepassing wordt, kunnen de Lid-Staten voor deze produkten ten aanzien van derde landen de kwantitatieve beperkingen handhaven die bij de inwerkingtreding van deze verordening gelden.

Artikel 23

  • 1. 
    De rechten van het gemeenschappelijk douanetarief voor de in bijlage III genoemde produkten worden volledig geschorst.
  • 2. 
    Indien spoed is vereist in verband met
  • moeilijkheden bij de voorziening van de communautaire markt, of
  • de nakoming van internationale verbintenissen,

wordt volgens de procedure van artikel 36 besloten de rechten van het gemeenschappelijk douanetarief voor de in artikel 1 bedoelde produkten geheel of gedeeltelijk te schorsen.

  • 3. 
    De Commissie stelt het Europese Parlement en de Raad in kennis van elk op grond van lid 2 genomen besluit.

Artikel 24

  • 1. 
    Ten einde te voorkomen dat zich verstoringen voordoen als gevolg van aanbiedingen uit derde landen tegen abnormale prijzen of onder zodanige voorwaarden dat de in artikel 12, 13, 14, 15, 18 of 19 bedoelde stabiliserende maatregelen in gevaar worden gebracht, worden jaarlijks voor de in de bijlagen I, II, III, bijlage IV, punt B, en bijlage V genoemde produkten per produktklasse voor de Gemeenschap geldende referentieprijzen vastgesteld.
  • 2. 
    Voor de in bijlage I, punten A en D, genoemde produkten is de referentieprijs gelijk aan de overeenkomstig artikel 12, lid 1, vastgestelde ophoudprijs. Voor de in bijlage I, punt C, genoemde produkten wordt de referentieprijs vastgesteld op basis van de referentieprijs voor de in bijlage I, punt A, genoemde produkten en met inachtneming van de be- en verwerkingskosten en de noodzaak een prijsverhouding in overeenstemming met de marktsituatie te verzekeren.

Voor de produkten die zijn vermeld in bijlage I, punt E, is de referentieprijs gelijk aan de communautaire verkoopprijs die is vastgesteld overeenkomstig artikel 12, lid 1.

Voor de in bijlage I, punt B, bijlage IV, punt B, en bijlage V genoemde produkten wordt de referentieprijs bepaald op basis van het gemiddelde van de referentieprijzen voor het verse produkt en met inachtneming van de be- en verwerkingskosten en de noodzaak een prijsverhouding in overeenstemming met de marktsituatie te verzekeren. Wanneer er voor een vers produkt geen referentieprijs is, wordt deze prijs bepaald op basis van de referentieprijs die geldt voor een in commercieel opzicht overeenkomstig vers produkt.

Voor de in bijlage II genoemde produkten wordt de referentieprijs afgeleid van de in artikel 17, lid 1, bedoelde oriëntatieprijs aan de hand van het in artikel 18, lid 1, bedoelde peil, waarop het mogelijk wordt de aldaar bedoelde interventiemaatregelen toe te passen, en vastgesteld met inachtneming van de marktsituatie van deze produkten.

Voor de in bijlage III genoemde tonijn, bestemd voor de conservenindustrie, wordt de referentieprijs bepaald op basis van het gewogen gemiddelde van de prijzen franco grens die op de meest representatieve invoermarkten of in de meest representatieve invoerhavens van de Lid-Staten zijn geconstateerd tijdens de drie jaren welke voorafgaan aan de datum waarop de referentieprijs wordt vastgesteld, verminderd met een bedrag dat gelijk is aan de douanerechten en heffingen die eventueel op deze produkten zijn toegepast, alsmede met de kosten van het lossen en het vervoer van de plaatsen waar de grens van de Gemeenschap wordt overschreden, naar deze markten of havens.

Voor de onderscheiden soorten tonijn en de verschillende aanbiedingsvormen worden de volgens de procedure van artikel 19, lid 6, vastgestelde coëfficiënten toegepast.

  • 3. 
    Voor de in bijlage I, punten A, D en E, genoemde produkten wordt een prijs franco grens vastgesteld op basis van de prijzen die door de Lid-Staten voor de verschillende produktklassen van het ingevoerde produkt in een bepaald handelsstadium zijn geconstateerd op de representatieve invoermarkten of in de representatieve invoerhavens, verminderd met een bedrag dat overeenkomt met het daadwerkelijk geheven douanerecht van het gemeenschappelijk douanetarief, en met het bedrag van de op deze produkten toegepaste heffingen, alsmede met de kosten van het lossen en van het vervoer van de plaatsen waar de grens van de Gemeenschap wordt overschreden, naar deze markten of havens.

Voor de in de bijlage I, punten B en C, bijlagen II en III, bijlage IV, punt B, en bijlage V genoemde produkten wordt een prijs franco grens vastgesteld op basis van de door elke Lid-Staat geconstateerde prijs voor de gebruikelijke in de Gemeenschap ingevoerde handelspartijen, verminderd met een bedrag dat overeenkomt met het daadwerkelijk geheven douanerecht van het gemeenschappelijk douanetarief, en met het bedrag van de op deze produkten toegepaste heffingen, alsmede met de kosten van het lossen en van het vervoer.

De Lid-Staten stellen de Commissie regelmatig in kennis van

  • de op de representatieve markten of in de representatieve havens geconstateerde prijzen van de in de eerste alinea bedoelde produkten,
  • de prijzen van de in de tweede alinea bedoelde produkten.
  • 4. 
    Indien de prijs franco grens van een bepaald produkt dat uit derde landen wordt ingevoerd, gedurende ten minste drie opeenvolgende marktdagen lager blijft dan de referentieprijs en indien belangrijke hoeveelheden van dit produkt worden ingevoerd,
  • a) 
    kan worden afgezien van de toepassing van de autonome schorsing van de rechten van het gemeenschappelijk douanetarief voor de invoer waarvan de prijs franco grens lager blijkt te zijn dan de referentieprijs;

b)

kan voor de produkten die worden genoemd in bijlage I, punt A (uitgezonderd het onder 3 bedoelde produkt), alsmede voor de produkten genoemd in bijlage I, punten C, D en E, bijlage II, bijlage IV, punt B, en bijlage V, de invoer afhankelijk worden gesteld van de voorwaarde dat de overeenkomstig lid 3 bepaalde prijs franco grens ten minste gelijk is aan de referentieprijs;

  • c) 
    kan, voor de in bijlage I, punt A, onder 3, en punt B, alsmede in bijlage III genoemde produkten, de invoer worden onderworpen aan een compenserende heffing, met inachtneming van de voorwaarden van de consolidatie in de GATT (Algemene Overeenkomst betreffende Tarieven en Handel). Indien de invoer tegen lagere invoerprijzen dan de referentieprijs evenwel slechts uit bepaalde landen plaatsvindt of slechts bepaalde soorten betreft, dan heeft de compenserende heffing slechts betrekking op de invoer uit deze landen of van deze soorten.

Het bedrag van de compenserende heffing is gelijk aan het verschil tussen de referentieprijs en de prijs franco grens. Deze heffing, waarvan het bedrag voor alle Lid-Staten gelijk is, wordt bij de douanerechten opgeteld.

  • 5. 
    De in lid 4, onder c), bedoelde maatregelen zijn echter niet van toepassing op derde landen die zich ertoe verbinden om, onder bepaalde voorwaarden, te garanderen dat hun produkten zullen worden aangeboden tegen overeenkomstig lid 3 ten minste op het peil van de referentieprijs te bepalen prijzen en die deze prijs bij hun leveringen met bestemming naar de Gemeenschap daadwerkelijk in acht nemen.
  • 6. 
    De toepassingsbepalingen van dit artikel, en met name het peil van de referentieprijs, worden vastgesteld volgens de procedure van artikel 36. Volgens dezelfde procedure wordt besloten tot toepassing en intrekking van de in lid 4 bedoelde maatregelen.

In de tijdruimte tussen de periodieke vergaderingen van het comité van beheer worden deze maatregelen evenwel vastgesteld door de Commissie. In dat geval gelden zij tot de inwerkingtreding van eventuele volgens de procedure van artikel 36 getroffen maatregelen.

Artikel 25

  • 1. 
    Ten einde verstoringen ten gevolge van aanbiedingen uit derde landen tegen abnormaal lage prijzen te voorkomen, kunnen vóór het begin van elk verkoopseizoen referentieprijzen voor de in bijlage IV, punt A, onder 1, bedoelde produkten worden vastgesteld. Deze prijzen kunnen worden gedifferentieerd voor binnen elk verkoopseizoen aan de hand van de seizoengebonden ontwikkeling van de prijzen vast te stellen perioden.
  • 2. 
    De in lid 1 bedoelde referentieprijzen worden vastgesteld op de basis van het gemiddelde van de producentenprijzen die gedurende de laatste drie jaren voorafgaande aan de datum van de vaststelling van de referentieprijs in de representatieve produktiegebieden van de Gemeenschap zijn geconstateerd voor een produkt waarvan de handelskenmerken zijn omschreven.
  • 3. 
    Indien de prijs franco grens voor een gebruikelijke handelspartij van de in lid 1 bedoelde produkten van een bepaalde herkomst lager is dan de referentieprijs, kan op de invoer van deze produkten uit het desbetreffende derde land, met inachtneming van de voorwaarden van de consolidatie in de GATT, een compenserende heffing worden gelegd die gelijk is aan het verschil tussen de referentieprijs en de prijs franco grens, vermeerderd met de invloed van het daadwerkelijk geheven douanerecht van het gemeenschappelijk douanetarief. De Commissie volgt regelmatig de ontwikkeling van de prijzen franco grens van de ingevoerde produkten van elke herkomst.
  • 4. 
    De in lid 3 bedoelde compenserende heffing wordt evenwel niet toegepast ten opzichte van derde landen die bereid en in staat zijn te waarborgen dat bij invoer in de Gemeenschap van de in lid 1 bedoelde produkten van oorsprong en herkomst uit hun grondgebied de toegepaste prijs, vermeerderd met het daadwerkelijk geheven douanerecht van het gemeenschappelijk douanetarief, niet lager zal zijn dan de referentieprijs, en dat elke verlegging van het handelsverkeer zal worden voorkomen.
  • 5. 
    De uitvoeringsbepalingen van dit artikel, met name wat het peil van de referentieprijzen betreft, worden vastgesteld volgens de procedure van artikel 36. De instelling, de wijziging en de afschaffing van de compenserende heffing, alsook de aanwijzing van de derde landen die in aanmerking komen voor de in lid 4 bedoelde regeling, geschieden volgens deze zelfde procedure.

Artikel 26

  • 1. 
    Voor zover dat nodig is voor de goede werking van de gemeenschappelijke ordening van de markten van visserijprodukten, kan de Raad, op voorstel van de Commissie, met gekwalificeerde meerderheid van stemmen in bijzondere gevallen geheel of gedeeltelijk de mogelijkheid uitsluiten dat gebruik wordt gemaakt van de regeling "actieve veredeling" voor de produkten, genoemd in artikel 1, lid 2, onder a), b) en c), die bestemd zijn voor de vervaardiging van goederen die in genoemd lid worden vermeld onder b), c), e) en f).
  • 2. 
    De hoeveelheid grondstoffen die in het kader van de regeling "actieve veredeling" niet aan douanerechten of heffingen van gelijke werking zijn onderworpen, moet in overeenstemming zijn met de werkelijke omstandigheden waaronder de betrokken veredelingsverrichting plaatsvindt.

Artikel 27

  • 1. 
    Indien in de Gemeenschap de markt voor een of meer van de in artikel 1, lid 2, genoemde produkten als gevolg van invoer of uitvoer ernstige verstoringen ondergaat of dreigt te ondergaan, die de doeleinden van artikel 39 van het Verdrag in gevaar kunnen brengen, kunnen in het handelsverkeer met derde landen passende maatregelen worden toegepast totdat deze verstoring opgeheven of het gevaar daarvoor is geweken.

De Raad stelt, op voorstel van de Commissie, met gekwalificeerde meerderheid van stemmen de wijze van toepassing van dit lid vast en bepaalt in welke gevallen en binnen welke grenzen de Lid-Staten conservatoire maatregelen kunnen treffen.

  • 2. 
    Indien de in lid 1 bedoelde situatie zich voordoet, neemt de Commissie op verzoek van een Lid-Staat of op eigen initiatief de noodzakelijke maatregelen, die aan de Lid-Staten worden meegedeeld en die onmiddellijk van toepassing zijn. Indien bij de Commissie een dergelijk verzoek van een Lid-Staat wordt ingediend, beslist zij hierover binnen 24 uur na ontvangst van het verzoek.
  • 3. 
    Iedere Lid-Staat kan de maatregel van de Commissie binnen drie werkdagen volgende op de dag van de mededeling ervan aan de Raad voorleggen. De Raad komt onverwijld bijeen. Hij kan de betreffende maatregel met gekwalificeerde meerderheid van stemmen wijzigen of vernietigen.

Artikel 28

  • 1. 
    Voor zover het nodig is om een uit economisch oogpunt belangrijke uitvoer van de in artikel 1, lid 2, genoemde produkten tegen de voor deze produkten geldende wereldmarktprijzen mogelijk te maken, kan het verschil tussen deze prijzen en de prijzen in de Gemeenschap worden overbrugd door een restitutie bij de uitvoer. Deze bepaling betreft met name produkten waarvoor in de Gemeenschap voldoende aanbod bestaat en waarvoor door het toekennen van een restitutie aanpassing aan de op de wereldmarkt geldende bijzondere voorwaarden mogelijk wordt gemaakt.
  • 2. 
    De restitutie is gelijk voor de gehele Gemeenschap. Zij kan naar gelang van de bestemming worden gedifferentieerd.

De vastgestelde restitutie wordt toegekend op verzoek van de belanghebbende.

Bij de vaststelling van de restitutie wordt in het bijzonder rekening gehouden met de noodzaak een evenwicht tot stand te brengen tussen het gebruik van de basisprodukten uit de Gemeenschap met het oog op de uitvoer van verwerkte goederen naar derde landen en het gebruik van de tot het actieve veredelingsverkeer toegelaten produkten van deze landen.

De vaststelling van de restituties geschiedt periodiek volgens de procedure van artikel 36.

Zo nodig kan de Commissie de restituties tussentijds wijzigen op verzoek van een Lid-Staat of op eigen initiatief.

  • 3. 
    Het bedrag van de restitutie bij uitvoer van de in artikel 1, lid 2, bedoelde produkten, is het bedrag dat op de dag van uitvoer geldt.
  • 4. 
    De Raad stelt, op voorstel van de Commissie, met gekwalificeerde meerderheid van stemmen de algemene voorschriften vast voor de toekenning van de restitutie bij uitvoer, alsook de criteria voor de vaststelling van het bedrag van die restituties.
  • 5. 
    De wijze van toepassing van dit artikel wordt vastgesteld volgens de procedure van artikel 36.

TITEL V Algemene bepalingen

Artikel 29

  • 1. 
    De steun die de Lid-Staten overeenkomstig artikel 6, leden 1 en 2, toekennen, wordt voor 50 % vergoed door het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw, afdeling Oriëntatie.
  • 2. 
    Interventiemaatregelen voor produkten uit een bestand of een groep bestanden mogen slechts overeenkomstig de artikelen 8, 13, 14, 15, 16, 18, 20 en 21 worden gefinancierd binnen de grens van de hoeveelheden die in voorkomend geval aan de betrokken Lid-Staat zijn toegewezen op basis van het totale vangstvolume dat voor dat bestand of die groep bestanden is toegestaan.
  • 3. 
    De Raad stelt, op voorstel van de Commissie, met gekwalificeerde meerderheid van stemmen de wijze van toepassing van dit artikel vast.

Artikel 30

  • 1. 
    De in artikel 1 bedoelde goederen waarin produkten welke noch in artikel 9, lid 2, noch in artikel 10, lid 1, van het Verdrag zijn bedoeld, verwerkt zijn, of die uit zodanige produkten zijn verkregen, worden niet toegelaten tot het vrije verkeer binnen de Gemeenschap.
  • 2. 
    Onverminderd andere communautaire bepalingen, treffen de Lid-Staten de nodige maatregelen om aan alle vissersvaartuigen die onder de vlag van één van de Lid-Staten varen, gelijke voorwaarden te verzekeren ten aanzien van de toegang tot de havens en het gebruik van de inrichtingen waar de produkten in eerste aanleg worden verhandeld, alsmede van alle uitrustingen en alle technische installaties die daartoe behoren.

Artikel 31

Behoudens andersluidende bepalingen, vastgesteld op grond van de artikelen 42 en 43 van het Verdrag, zijn de artikelen 92, 93 en 94 van het Verdrag van toepassing op de produktie van en de handel in de in artikel 1 bedoelde produkten.

Artikel 32

Wanneer op de markt van de Gemeenschap een prijsstijging wordt geconstateerd waardoor één van de in artikel 10, lid 1, en in artikel 17, lid 1, bedoelde oriëntatieprijzen of de in artikel 19, lid 4, bedoelde communautaire produktieprijs met meer dan een nader te bepalen percentage wordt overschreden en deze situatie kan voortduren, zodat de markt wordt of dreigt te worden verstoord, kunnen de nodige maatregelen worden getroffen ten einde de toestand te verbeteren.

De Raad stelt, op voorstel van de Commissie, met gekwalificeerde meerderheid van stemmen de algemene uitvoeringsbepalingen van dit artikel vast.

Artikel 33

De bijlagen en de in de artikelen 12 en 18 bedoelde percentages kunnen door de Raad, op voorstel van de Commissie, met gekwalificeerde meerderheid van stemmen worden gewijzigd.

Artikel 34

De Lid-Staten en de Commissie verstrekken elkaar de voor de toepassing van deze verordening benodigde gegevens. De wijze waarop deze gegevens worden meegedeeld en verspreid, wordt vastgesteld volgens de procedure van artikel 36.

Artikel 35

Er wordt een Comité van beheer voor visserijprodukten ingesteld, hierna "Comité" genoemd, dat is samengesteld uit vertegenwoordigers van de Lid-Staten en wordt voorgezeten door de vertegenwoordiger van de Commissie.

Artikel 36

  • 1. 
    In de gevallen waarin naar de in dit artikel omschreven procedure wordt verwezen, leidt de voorzitter deze procedure bij het Comité in, hetzij op eigen initiatief, hetzij op verzoek van de vertegenwoordiger van een Lid-Staat.
  • 2. 
    De vertegenwoordiger van de Commissie legt het Comité een ontwerp voor van de te nemen maatregelen. Het Comité brengt advies uit over dit ontwerp binnen een termijn die de voorzitter kan vaststellen naar gelang van de urgentie van de materie. Het Comité spreekt zich uit met de meerderheid van stemmen die in artikel 148, lid 2, van het Verdrag is voorgeschreven voor de aanneming van de besluiten de de Raad op voorstel van de Commissie dient te nemen. Bij stemming in het Comité worden de stemmen van de vertegenwoordigers van de Lid-Staten gewogen overeenkomstig genoemd artikel. De voorzitter neemt niet aan de stemming deel.

De Commissie stelt maatregelen vast die onmiddellijk van toepassing zijn. Indien deze maatregelen echter niet in overeenstemming zijn met het advies dat het Comité heeft uitgebracht, worden zij onverwijld door de Commissie ter kennis van de Raad gebracht. In dat geval kan de Commissie de toepassing van de maatregelen waartoe zij heeft besloten voor ten hoogste één maand na deze kennisgeving uitstellen.

De Raad kan binnen de in de voorgaande alinea genoemde termijn met een gekwalificeerde meerderheid van stemmen een andersluidend besluit nemen.

Artikel 37

Het Comité kan elk ander vraagstuk onderzoeken dat door zijn voorzitter, hetzij op diens initiatief, hetzij op verzoek van de vertegenwoordiger van een Lid-Staat, aan de orde wordt gesteld.

Artikel 38

Deze verordening moet zodanig worden toegepast dat gelijktijdig en op passende wijze rekening wordt gehouden met de in de artikelen 39 en 110 van het Verdrag gestelde doeleinden.

Artikel 39

  • 1. 
    Verordening (EEG) nr. 3796/81 wordt ingetrokken.
  • 2. 
    Verwijzingen naar de ingetrokken verordening gelden als verwijzingen naar de onderhavige verordening en worden gelezen volgens de in bijlage VIII opgenomen concordantietabel.

Artikel 40

Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

Gedaan te Brussel, 28 november 1991.

Voor de Raad

De Voorzitter

  • J. 
    PRONK
  • (1) 
    PB nr. C 183 van 15. 7. 1991, blz. 359.(2) PB nr. C 269 van 14. 10. 1991, blz. 39.(3) PB nr. L 379 van 31. 12. 1981, blz. 1.(4) PB nr. L 353 van 17. 12. 1990, blz. 10.(5) PB nr. L 188 van 20. 7. 1985, blz. 1.(6) PB nr. L 94 van 28. 4. 1970, blz. 13.(7) PB nr. L 185 van 15. 7. 1988, blz. 1.(8) PB nr. 30 van 20. 4. 1962, blz. 993/62.

BIJLAGE I

GN-code

Omschrijving

A.

Verse of gekoelde produkten van post 0302:

  • 1. 
    ex 0302 22 00

Schol (Pleuronectes platessa)

  • 2. 
    ex 0302 29 10

Schartong (Lepidorhombus spp.)

  • 3. 
    ex 0302 40

Haring van de soort Clupea harengus

  • 4. 
    ex 0302 50 10

Kabeljauw van de soort Gadus morhua

  • 5. 
    ex 0302 61 10

Sardines van de soort Sardina pilchardus

  • 6. 
    ex 0302 62 00

Schelvis (Melanogrammus aeglefinus)

  • 7. 
    ex 0302 63 00

Koolvis (Pollachius virens)

  • 8. 
    ex 0302 64

Makreel van de soorten Scomber scombrus en Scomber japonicus

  • 9. 
    ex 0302 65 20 en

0302 65 50

Doornhaai en hondshaai (Squalus acanthias en Scyliorhinus spp.)

  • 10. 
    ex 0302 69 31 en

0302 69 33

Noorse schelvis (Sebastes spp.)

  • 11. 
    ex 0302 69 41

Wijting (Merlangus merlangus)

  • 12. 
    ex 0302 69 45

Leng (Molva spp.)

  • 13. 
    ex 0302 69 55

Ansjovis (Engraulis spp.)

  • 14. 
    ex 0302 69 65

Heek van de soort Merluccius merluccius

  • 15. 
    ex 0302 69 75

Braam (Brama spp.)

  • 16. 
    ex 0302 69 81

Zeeduivel (Lophius spp.)

B.

Bevroren produkten van de posten 0303 en 0304:

ex 0303 50 10

ex 0303 50 90

ex 0304 90 21 en

ex 0304 90 25

Haring van de soort Clupea harengus

C.

Visfilets en ander visvlees (ook indien fijngemaakt) van de soorten genoemd onder A hiervoor, vers of gekoeld, vallende onder een van de codes ex 0304 10 31, ex 0304 10 39, ex 0304 10 92, ex 0304 10 93 of ex 0304 10 98 van de gecombineerde nomenclatuur

D.

Levende, verse, gekoelde, gestoomde of in water gekookte produkten:

ex 0306 23 31 en

ex 0306 23 39

Garnalen van de soort Crangon crangon

E.

Levende, verse, gekoelde, gestoomde of in water gekookte produkten:

ex 0306 24 30

Noordzeekrabben (Cancer pagurus)

ex 0306 29 30

Langoestines (Nephrops norvegicus)

BIJLAGE II

GN-code

Omschrijving

A.

Bevroren produkten van post 0303:

  • 1. 
    ex 0303 71 10

Sardines van de soort Sardina pilchardus

  • 2. 
    ex 0303 79 71

Zeebrasem van de soorten Dentex dentex en Pagellus spp.

B.

Bevroren produkten van post 0307:

  • 1. 
    ex 0307 49 19

Inktvissen (Sepia officinalis, Rossia macrosoma en Sepiola rondeletti)

  • 2. 
    ex 0307 49 31

ex 0307 49 33

ex 0307 49 35 en

ex 0307 49 38

Pijlinktvissen van het geslacht Loligo

  • 3. 
    ex 0307 49 51

Pijlinktvissen van de soort Ommastrephes sagittatus

  • 4. 
    ex 0307 59 10

Achtarmige inktvissen (Octopus spp.)

  • 5. 
    ex 0307 99 11

Illex spp.

BIJLAGE III

Tonijn (van het geslacht Thunnus), boniet (Euthynnus (Katsuwonus) pelamis) en andere soorten van het geslacht Euthynnus, vers, gekoeld of bevroren, bestemd voor de industriële vervaardiging van produkten van post 1604 en vallende onder een van de onderstaande GN-codes:

Omschrijving

GN-code

Vers of gekoeld

Bevroren

Aangeboden in een andere vorm dan genoemd bij post 0304:

II. De volgende soorten:

  • a) 
    Witte tonijn (Thunnus alalunga), met uitzondering van verse of gekoelde tonijn
  • 1. 
    wegende meer dan 10 kg per stuk (*)

0303 41 11, 0303 41 13 en 0303 41 19

  • 2. 
    wegende niet meer dan 10 kg per stuk (*)

0303 41 11, 0303 41 13 en 0303 41 19

  • b) 
    Geelvintonijn (Thunnus albacares)
  • 1. 
    wegende meer dan 10 kg per stuk

0302 32 10 (*)

0303 42 12, 0303 42 32 en 0303 42 52

  • 2. 
    wegende niet meer dan 10 kg per stuk

0302 32 10 (*)

0303 42 18, 0303 42 38 en 0303 42 58

c)

Boniet (Euthynnus (Katsuwonus) pelamis)

0302 33 10

0303 43 11, 0303 43 13 en 0303 43 19

d)

Blauwvintonijn (Thunnus thynnus), met uitzondering van verse of gekoelde tonijn

ex 0303 49 11, ex 0303 49 13 en

ex 0303 49 19

e)

Andere soorten van de geslachten Thunnus en Euthynnus, met uitzondering van verse of gekoelde grootoogtonijn (Parathunnus obesus)

0302 39 10 en

0302 69 21

ex 0303 49 11, ex 0303 49 13,

ex 0303 49 19, 0303 79 21, 0303 79 23

en 0303 79 29

II.

Aangeboden in een van de volgende vormen:

  • a) 
    in gehele staat

b)

ontdaan van ingewanden en kieuwen ( "gilled and gutted")

c)

andere (bij voorbeeld "heads off")

(*) De gewichtsgegevens hebben betrekking op produkten in gehele staat.

BIJLAGE IV

  • A. 
    Levende, verse, gekoelde of bevroren produkten:

GN-code

Omschrijving

  • 1. 
    0301 91 00, 0302 11 00, 0303 21 00, 0304 10 11, ex 0304 10 91, 0304 20 11 en ex 0304 90 10

Forel (Salmo trutta, Salmo gairdneri, Salmo clarki, Salmo aguabonita, Salmo gilae)

0301 93 00, 0302 69 11, 0303 79 11, ex 0304 10 19, ex 0304 10 91, ex 0304 20 19 und ex 0304 90 10

Karper

2.

0301 99 11, 0302 12 00, 0303 10 00, 0303 22 00, 0304 10 13, ex 0304 10 91, 0304 20 13 en

ex 0304 90 10

Pacifische zalm (Oncorhynchus spp.), Atlantische zalm (Salmo salar) en Donauzalm (Hucho hucho)

0306 12 en 0306 22

Zeekreeften (Homarus spp.)

  • B. 
    Bevroren of gezouten produkten; bevroren schaaldieren: De onderstaande soorten

vallende onder een van de onderstaande GN-codes

Vis, bevroren, met

uitzondering van

visfilets en ander

visvlees bedoeld

bij post 0304

Visfilets en ander

visvlees (ook

indien fijngemaakt),

bevroren

Gezouten vis

(ook indien

gedroogd)

Filets, rauw,

enkel omgeven

door beslag of

paneermeel

(gepaneerd)

ook in olie voorgebakken

en bevroren

Bevroren schaaldieren

Koolvis (Pollachius virens)

ex 0303 73 00

ex 0304 20 31 en

ex 0304 90 41

ex 0305 30 90,

ex 0305 59 90 en

ex 0305 69 90

ex 1604 19 91

Kabeljauw van de soort Gadus morhua

ex 0303 60 11

ex 0304 20 29 en

ex 0304 90 38

ex 0305 30 19,

ex 0305 51 90 en

ex 0305 62 00

ex 1604 19 91

Doornhaai en hondshaai

(Squalus acanthias en

Scyliorhinus spp.)

ex 0303 75 20 en

ex 0303 75 50

ex 0304 20 61 en

ex 0304 90 97

ex 0305 30 90,

ex 0305 59 90 en

ex 0305 69 90

ex 1604 19 91

Schelvis

(Melanogrammus aeglefinus)

ex 0303 72 00

ex 0304 20 33 en

ex 0304 90 45

ex 0305 30 90,

ex 0305 59 90 en

ex 0305 69 90

ex 1604 19 91

Heek van de soort Merluccius merluccius

ex 0303 78 10

ex 0304 20 57 en

ex 0304 90 47

ex 0305 30 90,

ex 0305 59 90 en

ex 0305 69 90

ex 1604 19 91

Haring van de soort Clupea

harengus

ex 0303 50 10 en

ex 0303 50 90

ex 0304 20 75,

ex 0304 90 21 en

ex 0304 90 25

ex 0305 30 90,

ex 0305 59 30 en

ex 0305 61 00

ex 1604 12 10

Leng (Molva spp.)

ex 0303 79 51

ex 0304 20 43 en

ex 0304 90 97

ex 0305 30 90,

ex 0305 59 90 en

ex 0305 69 90

ex 1604 19 91

Makreel van de soorten Scomber scombrus en Scomber japonicus

ex 0303 74 11 en

ex 0303 74 19

ex 0304 20 53 en

ex 0304 90 97

ex 0305 30 90,

ex 0305 59 90 en

ex 0305 69 90

ex 1604 15 10

Schartong (Lepidorhombus

spp.)

ex 0303 39 20

ex 0304 20 79 en

ex 0304 90 51

ex 0305 30 90,

ex 0305 59 90 en

ex 0305 69 90

ex 1604 19 91

Zeeduivel (Lophius spp.)

ex 0303 79 81

ex 0304 20 83 en

ex 0304 90 57

ex 0305 30 90,

ex 0305 59 90 en

ex 0305 69 90

ex 1604 19 91

Schol (Pleuronectes platessa)

ex 0303 32 00

ex 0304 20 71 en

ex 0304 90 97

ex 0305 30 90,

ex 0305 59 90 en

ex 0305 69 90

ex 1604 19 91

De onderstaande soorten

vallende onder een van de onderstaande GN-codes

Vis, bevroren, met

uitzondering van

visfilets en ander

visvlees bedoeld

bij post 0304

Visfilets en ander

visvlees (ook

indien fijngemaakt),

bevroren

Gezouten vis

(ook indien

gedroogd)

Filets, rauw,

enkel omgeven

door beslag of

paneermeel

(gepaneerd)

ook in olie voorgebakken

en bevroren

Bevroren schaaldieren

Braam (Brama spp.)

ex 0303 79 75

ex 0304 20 81 en

ex 0304 90 55

ex 0305 30 90,

ex 0305 59 90 en

ex 0305 69 90

ex 1604 19 91

Noorse schelvis (Sebastes spp.)

ex 0303 79 35 en

ex 0303 79 37

ex 0304 20 35,

ex 0304 20 37 en

ex 0304 90 31

ex 0305 30 90,

ex 0305 59 90 en

ex 0305 69 90

ex 1604 19 91

Wijting (Merlangus merlangus)

ex 0303 79 45

ex 0304 20 41 en

ex 0304 90 97

ex 0305 30 90,

ex 0305 59 90 en

ex 0305 69 90

ex 1604 19 91

Noordzeekrabben

(Cancer pagurus)

0306 14 30

Langoestines

(Nephrops norvegicus)

0306 19 30

  • C. 
    Bereide of geconserveerde produkten:

GN-code

Omschrijving

  • 1. 
    ex 1604 13 10 en ex 1604 20 50

Sardines

2.

1604 14 10, 1604 19 30 en 1604 20 70

Tonijn (van het geslacht Thunnus), boniet

(Euthynnus (Katsuwonus) pelamis) en andere soorten van het geslacht Euthynnus

  • 3. 
    ex 1902 20 10

Gevulde deegwaren, ook indien gekookt of op andere wijze bereid, bevattende meer dan 20 gewichtspercenten van de in de punten 1 en 2 genoemde produkten

BIJLAGE V

Bevroren of gezouten produkten; bevroren of gezouten schaaldieren; schaaldieren, ontdaan van de schaal en enkel gestoomd of in water gekookt:

De onderstaande soorten

vallende onder een van de onderstaande GN-codes

Vis, bevroren, met

uitzondering van

visfilets en ander

visvlees bedoeld

bij post 0304

Visfilets en ander

visvlees (ook

indien fijngemaakt),

bevroren

Gezouten vis

(ook indien

gedroogd)

Filets, rauw,

enkel omgeven

door beslag of

paneermeel

(gepaneerd)

ook in olie

voorgebakken

en bevroren

Schaaldieren

Alaska koolvis (Theragra

chalcogramma)

ex 0303 79 55

ex 0304 20 85 en

ex 0304 90 61

ex 0305 30 90,

ex 0305 59 90 en

ex 0305 69 90

ex 1604 19 91

Vis van de soort Boreogadus saida

ex 0303 79 41

ex 0304 20 29 en

ex 0304 90 39

ex 0305 30 19,

ex 0305 59 19 en

ex 0305 69 10

ex 1604 19 91

Kabeljauw van de soorten Gadus ogac en Gadus macrocephalus

ex 0303 60 10 en

ex 0303 60 90

ex 0304 20 21,

ex 0304 20 29,

ex 0304 90 35 en

ex 0304 90 39

ex 0305 30 11,

ex 0305 30 19,

ex 0305 51 90 en

ex 0305 62 00

ex 1604 19 91

Bot (Platichthys flesus)

ex 0303 39 10

ex 0304 20 73 en

ex 0304 90 97

ex 0305 30 90,

ex 0305 59 90 en

ex 0305 69 90

ex 1604 19 91

Heek (Merluccius spp., met uitzondering van de soort Merluccius merluccius)

ex 0303 78 10

ex 0304 20 57 en

ex 0304 90 47

ex 0305 30 90,

ex 0305 59 90 en

ex 0305 69 90

ex 1604 19 91

Haring van de soort Clupea pallasii

ex 0303 50 10 en

ex 0303 50 90

ex 0304 20 75,

ex 0304 90 21 en

ex 0304 90 25

ex 0305 30 90,

ex 0305 59 30 en

ex 0305 61 00

ex 1604 12 10

Vis van de soort Orcynopsis unicolor

ex 0303 79 61 en

ex 0303 79 63

ex 0304 20 53 en

ex 0304 90 97

ex 0305 30 90,

ex 0305 59 90 en

ex 0305 69 90

ex 1604 19 50

Witte koolvis, pollack of vlaswijting (Pollachius pollachius)

ex 0303 79 55

ex 0304 20 98 en

ex 0304 90 97

ex 0305 30 90,

ex 0305 59 90 en

ex 0305 69 90

ex 1604 19 91

Garnalen, andere dan Crangon crangon

-bevroren:

ex 0306 13

-gezouten:

ex 0306 23 10,

ex 0306 23 39 en

ex 0306 23 90

-ontdaan van de schaal en enkel gestoomd of in water gekookt:

ex 1605 20 00

BIJLAGE VI

Produkten van de volgende soorten, vers of gekoeld

Vallende onder

de volgende

GN-codes

  • 1. 
    Schar (Limanda limanda)

ex 0302 29 90

2.

Tongschar (Microstomus kitt)

ex 0302 29 90

3.

Witte tonijn (Thunnus alalunga)

ex 0302 31 10

ex 0302 31 90

4.

Blauwvintonijn (Thunnus thynnus)

ex 0302 39 10

ex 0302 39 90

5.

Grootoogtonijn

(Thunnus obesus of Parathunnus obesus)

ex 0302 39 10

ex 0302 39 90

6.

Witte koolvis, pollak of vlaswijting

(Pollachius pollachius)

ex 0302 69 51

7.

Blauwe wijting

(Micromesistius poutassou of Gadus poutassou)

ex 0302 69 85

8.

Steenbolk (Trisopterus luscus)

ex 0302 69 98

9.

Bokvis (Boops boops)

ex 0302 69 98

10.

Zeeschijter (Maena smaris)

ex 0302 69 98

11.

Congeraal (Conger conger)

ex 0302 69 98

12.

Poon (Trigla spp.)

ex 0302 69 98

13.

Horsmakreel (Trachurus spp.)

ex 0302 69 98

14.

Harder (Mugil spp.)

ex 0302 69 98

15.

Rog (Raja spp.)

ex 0302 69 98 en

ex 0304 10 98

BIJLAGE VII

GN-code

Omschrijving

Invoerrecht

autonoom

(%)

of

heffing

(AGR)

conventioneel

(%)

Bijzondere

maatstaf

1

2

3

4

5

0301

Levende vis:

0301 10

-siervis:

0301 10 10

--zoetwatervis

10

vrij

-

0301 10 90

--zeevis

15

15

-

-andere levende vis:

0301 91 00

--forel (Salmo trutta, Salmo gairdneri, Salmo clarki, Salmo aguabonita, Salmo gilae)

16

12

-

0301 92 00

--paling of aal (Anguilla spp.)

10

3

-

0301 93 00

--karper

10

8

-

0301 99

--andere:

---zoetwatervis:

0301 99 11

----Pacifische zalm (Oncorhynchus spp.), Atlantische zalm (Salmo salar) en Donauzalm (Hucho hucho)

16

2

-

0301 99 19

----andere

10

8

-

0301 99 90

---zeevis

17

16

-

0302

Vis, vers of gekoeld, andere dan visfilets en ander visvlees bedoeld bij post 0304:

-zalmachtigen (Salmonidae), met uitzondering van levers, hom en kuit:

0302 11 00

--forel (Salmo trutta, Salmo gairdneri, Salmo clarki, Salmo aguabonita, Salmo gilae)

16

12

-

0302 12 00

--Pacifische zalm (Oncorhynchus spp.), Atlantische zalm (Salmo salar) en Donauzalm (Hucho hucho)

16

2

-

0302 19 00

--andere

16

8

-

-platvis (Pleuronectidae, Bothidae, Cynoglossidae, Soleidae, Scophthalmidae en Citharidae), met uitzondering van levers, hom en kuit:

0302 21

--heilbot (Reinhardtius hippoglossoides, Hippoglossus hippoglossus, Hippoglossus stenolepis):

0302 21 10

---zwarte heilbot (Reinhardtius hippoglossoides)

15

8

-

0302 21 30

---Atlantische heilbot (Hippoglossus hippoglossus)

15

8

-

0302 21 90

---Pacifische heilbot (Hippoglossus stenolepis)

15

15

-

0302 22 00

--schol (Pleuronectes platessa)

15

15

-

0302 23 00

--tong (Solea spp.)

15

15

-

0302 29

--andere:

0302 29 10

---schartong (Lepidorhombus spp.)

15

15

-

0302 29 90

---andere

15

15

-

-tonijn (van het geslacht Thunnus), en boniet (Euthynnus (Katsuwonus) pelamis), met uitzondering van levers, hom en kuit:

0302 31

--witte tonijn (Thunnus alalunga):

1

2

3

4

5

0302 31 10

---bestemd voor de industriële vervaardiging van produkten bedoeld bij post 1604 (¹)

25 (²) (³)

22 (²) (%)

-

0302 31 90

---andere

25 (²)

22 (²) (%)

-

0302 32

--geelvintonijn (Thunnus albacares):

0302 32 10

---bestemd voor de industriële vervaardiging van produkten bedoeld bij post 1604 (¹)

25 (²) (³)

22 (²) (%)

-

0302 32 90

---andere

25 (²)

22 (²) (%)

-

0302 33

--boniet:

0302 33 10

---bestemd voor de industriële vervaardiging van produkten bedoeld bij post 1604 (¹)

25 (²) (³)

22 (²) (%)

-

0302 33 90

---andere

25 (²)

22 (²) (%)

-

0302 39

--andere:

0302 39 10

---bestemd voor de industriële vervaardiging van produkten bedoeld bij post 1604 (¹)

25 (²) (³)

22 (²) (%)

-

0302 39 90

---andere

25 (²)

22 (²) (%)

-

0302 40

-haring (Clupea harengus, Clupea pallasii), met uitzondering van levers, hom en kuit:

0302 40 10

--van 15 februari tot en met 15 juni

vrij

vrij

-

0302 40 90

--van 16 juni tot en met 14 februari

20 (²)

15 (²) (¹)

-

0302 50

-kabeljauw (Gadus morhua, Gadus ogac, Gadus macrocephalus), met uitzondering van levers, hom en kuit:

0302 50 10

--van de soort Gadus morhua

15

12

-

0302 50 90

--andere

15

15

-

-andere vis, met uitzondering van levers, hom en kuit:

0302 61

--sardines (Sardina pilchardus, Sardinops spp.), sardinella's (Sardinella spp.) en sprot (Sprattus sprattus):

0302 61 10

---sardines van de soort "Sardina pilchardus"

25

23

-

0302 61 30

---sardines van het geslacht "Sardinops"; sardinella's (Sardinella spp.)

15

15

-

---sprot (Sprattus sprattus):

0302 61 91

----van15 februari tot en met 15 juni

vrij

vrij

-

0302 61 99

----van 16 juni tot en met 14 februari

20

13

-

0302 62 00

--schelvis (Melanogrammus aeglefinus)

15

15

-

0302 63 00

--koolvis (Pollachius virens)

15

15

-

0302 64

--makreel (Scomber scombrus, Scomber australasicus, Scomber japonicus):

0302 64 10

---van 15 februari tot en met 15 juni

vrij

vrij

-

0302 64 90

---van 16 juni tot en met 14 februari

20

20

-

0302 65

--haai:

0302 65 20

---doornhaai (Squalus acanthias)

15

8 (()

-

0302 65 50

---hondshaai (Scyliorhinus spp.)

15

8

-

(¹) Indeling onder deze onderverdeling is onderworpen aan de voorwaarden en bepalingen, vastgesteld bij de op dit gebied geldende communautaire bepalingen.

(²) Onder voorwaarde dat de referentieprijs in acht wordt genomen. Indien de referentieprijs niet in acht wordt genomen, kan een compenserende heffing worden toegepast.

(³) Dit invoerrecht is geschorst voor onbepaalde tijd.

(%) Vrij van invoerrecht voor tonijn en vis van de soort "Euthynnus" vallende onder de posten 0302 en 0303, bestemd voor de conservenindustrie in het kader van een jaarlijks globaal tariefcontingent van 17 250 ton, toe te kennen door de bevoegde autoriteiten onder voorwaarde dat de referentieprijs in acht wordt genomen. De toelating tot dit contingent is bovendien onderworpen aan de voorwaarden en bepalingen, vastgesteld bij de op dit gebied geldende communautaire bepalingen.

(¹) Vrij van invoerrecht voor haring vallende onder de onderverdelingen 0302 40 90, 0303 50 90, 0304 10 93, 0304 10 98 en 0304 90 25, in het kader van een jaarlijks globaal tariefcontingent van 34 000 ton, toe te kennen door de bevoegde communautaire autoriteiten onder voorwaarde dat de referentieprijs voor haring in acht wordt genomen.

(() Invoerrecht van 6 % voor doornhaai (Squalus acanthias) vallende onder de onderverdelingen 0302 65 20 en 0303 75 20, in het kader van een jaarlijks globaal tariefcontingent van 5 000 ton, toe te kennen door de bevoegde communautaire autoriteiten.

1

2

3

4

5

0302 65 90

---andere

15

8

-

0302 66 00

--paling of aal (Anguilla spp.)

10

3

-

0302 69

--andere:

---zoetwatervis:

0302 69 11

----karper

10

8

-

0302 69 19

----andere

10

8

-

---zeevis:

----vis van het geslacht "Euthynnus", andere dan boniet bedoeld bij onderverdeling 0302 33:

0302 69 21

-----bestemd voor de industriële vervaardiging van produkten bedoeld bij post 1604 (¹)

25 (²) (³)

22 (²) (%)

-

0302 69 25

-----andere

25 (²)

22 (²) (%)

-

----Noorse schelvis (Sebastes spp.):

0302 69 31

-----van de soort "Sebastes marinus"

15

8

-

0302 69 33

-----andere

15

15

-

0302 69 35

----vis van de soort "Boreogadus saida"

15

12

-

0302 69 41

----wijting (Merlangus merlangus)

15

15

-

0302 69 45

----leng (Molva spp.)

15

15

-

0302 69 51

----Alaska koolvis (Theragra chalcogramma) en witte koolvis, pollak of vlaswijting (Pollachius pollachius)

15

15

-

0302 69 55

----ansjovis (Engraulis spp.)

15

15

-

0302 69 61

----zeebrasem (Dentex dentex, Pagellus spp.)

15

15

-

0302 69 65

----heek (Merluccius spp., Urophycis spp.)

15

15 (¹)

-

0302 69 75

----braam (Brama spp.)

15

15

-

0302 69 81

----zeeduivel (Lophius spp.)

15

15

-

0302 69 85

----blauwe wijting (Micromesistius poutassou of Gadus poutassou)

15

15

-

0302 69 87

----zwaardvis (Xiphias gladius)

15

15

-

0302 69 95

----andere

15

15

-

0302 70 00

-levers, hom en kuit

14

10

-

0303

Bevroren vis, andere dan visfilets en ander visvlees bedoeld bij post 0304:

0303 10 00

-Pacifische zalm (Oncorhynchus spp.), met uitzondering van levers, hom en kuit

16

2

-

-andere zalmachtigen (Salmonidae), met uitzondering van levers, hom en kuit:

0303 21 00

--forel (Salmo trutta, Salmo gairdneri, Salmo clarki, Salmo aguabonita, Salmo gilae)

16

12

-

0303 22 00

--Atlantische zalm (Salmo salar) en Donauzalm (Hucho hucho)

16

2

-

0303 29 00

--andere

16

9

-

(¹) Indeling onder deze onderverdeling is onderworpen aan de voorwaarden en bepalingen, vastgesteld bij de op dit gebied geldende communautaire bepalingen.

(²) Onder voorwaarde dat de referentieprijs in acht wordt genomen. Indien de referentieprijs niet in acht wordt genomen, kan een compenserende heffing worden toegepast.

(³) Dit invoerrecht is geschorst voor onbepaalde tijd.

(%) Vrij van invoerrecht voor tonijn en vis van de soort "Euthynnus" vallende onder de posten 0302 en 0303, bestemd voor de conservenindustrie in het kader van een jaarlijks globaal tariefcontingent van 17 250 ton, toe te kennen door de bevoegde autoriteiten onder voorwaarde dat de referentieprijs in acht wordt genomen. De toelating tot dit contingent is bovendien onderworpen aan de voorwaarden en bepalingen, vastgesteld bij de op dit gebied geldende communautaire bepalingen.

(¹) Invoerrecht van 8 % voor zilverheek (Merluccius bilinearis) vallende onder de onderverdelingen 0302 69 65, 0303 78 10 en 0304 90 47, in het kader van een door de bevoegde communautaire autoriteiten te verlenen jaarlijks globaal tariefcontingent van 2 000 ton.

1

2

3

4

5

-platvis (Pleuronectidae, Bothidae, Cynoglossidae, Soleidae, Scophthalmidae en Citharidae), met uitzondering van levers, hom en kuit:

0303 31

--heilbot (Reinhardtius hippoglossoides, Hippoglossus hippoglossus, Hippoglossus stenolepis):

0303 31 10

---zwarte heilbot (Reinhardtius hippoglossoides)

15

8

-

0303 31 30

---Atlantische heilbot (Hippoglossus hippoglossus)

15

8

-

0303 31 90

---Pacifische heilbot (Hippoglossus stenolepis)

15

15

-

0303 32 00

--schol (Pleuronectes platessa)

15

15

-

0303 33 00

--tong (Solea spp.)

15

15

-

0303 39

--andere:

0303 39 10

---bot (Platichthys flesus)

15

15

-

0303 39 20

---schartong (Lepidorhombus spp.)

15

15

-

0303 39 90

---andere

15

15

-

-tonijn (van het geslacht Thunnus) en boniet (Euthynnus (Katsuwonus) pelamis), met uitzondering van levers, hom en kuit:

0303 41

--witte tonijn (Thunnus alalunga):

---bestemd voor de industriële vervaardiging van produkten bedoeld bij post 1604 (¹):

0303 41 11

----in gehele staat

25 (²) (³)

22 (²) (%)

-

0303 41 13

----ontdaan van ingewanden en kieuwen ( "gilled and gutted")

25 (²) (³)

22 (²) (%)

-

0303 41 19

----andere (bij voorbeeld "heads off")

25 (²) (³)

22 (²) (%)

-

0303 41 90

---andere

25 (²)

22 (²) (%)

-

0303 42

--geelvintonijn (Thunnus albacares):

---bestemd voor de industriële vervaardiging van produkten bedoeld bij post 1604 (¹):

----in gehele staat:

0303 42 12

-----wegende meer dan 10 kg per stuk

25 (²) (³)

20 (²) (%)

-

0303 42 18

-----andere

25 (²) (³)

20 (²) (%)

-

----ontdaan van ingewanden en kieuwen ( "gilled and gutted"):

0303 42 32

-----wegende meer dan 10 kg per stuk

25 (²) (³)

22 (²) (%)

-

0303 42 38

-----andere

25 (²) (³)

22 (²) (%)

-

----andere (bij voorbeeld "heads off"):

0303 42 52

-----wegende meer dan 10 kg per stuk

25 (²) (³)

22 (²) (%)

-

0303 42 58

-----andere

25 (²) (³)

22 (²) (%)

-

0303 42 90

---andere

25 (²)

22 (²) (%)

-

0303 43

--boniet:

---bestemd voor de industriële vervaardiging van produkten bedoeld bij post 1604 (¹):

0303 43 11

----in gehele staat

25 (²) (³)

22 (²) (%)

-

0303 43 13

----ontdaan van ingewanden en kieuwen ( "gilled and gutted")

25 (²) (³)

22 (²) (%)

-

(¹) Indeling onder deze onderverdeling is onderworpen aan de voorwaarden en bepalingen, vastgesteld bij de op dit gebied geldende communautaire bepalingen.

(²) Onder voorwaarde dat de referentieprijs in acht wordt genomen. Indien de referentieprijs niet in acht wordt genomen, kan een compenserende heffing worden toegepast.

(³) Dit invoerrecht is geschorst voor onbepaalde tijd.

(%) Vrij van invoerrecht voor tonijn en vis van de soort "Euthynnus" vallende onder de posten 0302 en 0303, bestemd voor de conservenindustrie in het kader van een jaarlijks globaal tariefcontingent van 17 250 ton, toe te kennen door de bevoegde autoriteiten onder voorwaarde dat de referentieprijs in acht wordt genomen. De toelating tot dit contingent is bovendien onderworpen aan de voorwaarden en bepalingen, vastgesteld bij de op dit gebied geldende communautaire bepalingen.

1

2

3

4

5

0304

Visfilets en ander visvlees (ook indien fijngemaakt), vers, gekoeld of bevroren:

0304 10

-vers of gekoeld:

--filets:

---van zoetwatervis:

0304 10 11

----van forel (Salmo trutta, Salmo gairdneri, Salmo clarki, Salmo aguabonita, Salmo gilae)

16

12

-

0304 10 13

----van Pacifische zalm (Oncorhynchus spp.), van Atlantische zalm (Salmo salar) en van Donauzalm (Hucho hucho)

16

2

-

0304 10 19

----andere

13

9

-

---andere:

0304 10 31

----van kabeljauw (Gadus morhua, Gadus ogac, Gadus macrocephalus) en van vis van de soort "Boreogadus saida"

18

18

-

0304 10 39

----andere

18

18

-

--ander visvlees, ook indien fijngemaakt:

0304 10 91

---van zoetwatervis

8

8

-

---ander:

----haringlappen:

0304 10 92

-----van 15 februari tot en met 15 juni

vrij

vrij

-

0304 10 93

-----van 16 juni tot en met 14 februari

20

15 (¹)

-

0304 10 98

----ander

18

15 (¹)

-

0304 20

-filets, bevroren:

--van zoetwatervis:

0304 20 11

---van forel (Salmo trutta, Salmo gairdneri, Salmo clarki, Salmo aguabonita, Salmo gilae)

16

12

-

0304 20 13

---van Pacifische zalm (Oncorhynchus spp.), van Atlantische zalm (Salmo salar) en van Donauzalm (Hucho hucho)

16

2

-

0304 20 19

---andere

13

9

-

--van kabeljauw (Gadus morhua, Gadus ogac, Gadus macrocephalus) en van vis van de soort "Boreogadus saida":

0304 20 21

---van kabeljauw van de soort "Gadus macrocephalus"

18

15

-

0304 20 29

---andere

18

15 (²) (³)

-

0304 20 31

--van koolvis (Pollachius virens)

18

15

-

0304 20 33

--van schelvis (Melanogrammus aeglefinus)

18

15

-

--van Noorse schelvis (Sebastes spp.):

0304 20 35

---van de soort "Sebastes marinus"

18

12

-

0304 20 37

---andere

18

15

-

0304 20 41

--van wijting (Merlangus merlangus)

18

15

-

0304 20 43

--van leng (Molva spp.)

18

15

-

0304 20 45

--van tonijn van het geslacht "Thunnus" en van vis van het geslacht "Euthynnus"

18

18

-

--van makreel (Scomber scombrus, Scomber australasicus, Scomber japonicus) en van vis van de soort "Orcynopsis unicolor":

0304 20 51

---van makreel van de soort "Scomber australasicus"

18

15

-

(¹) Vrij van invoerrecht voor haring vallende onder de onderverdelingen 0302 40 90, 0303 50 90, 0304 10 93, 0304 10 98 en 0304 90 25, in het kader van een jaarlijks globaal tariefcontingent van 34 000 ton, toe te kennen door de bevoegde communautaire autoriteiten onder voorwaarde dat de referentieprijs voor haring in acht wordt genomen.

(²) Invoerrecht van 8 % voor kabeljauw van de soort "Gadus morhua", in het kader van een door de bevoegde communautaire autoriteiten te verlenen jaarlijks globaal tariefcontingent van 10 000 ton.

(³) Onder door de bevoegde autoriteiten vast te stellen voorwaarden en begrenzingen.

1

2

3

4

5

0304 20 53

---andere

18

15

-

--van heek (Merluccius spp., Urophycis spp.):

0304 20 57

---van het geslacht "Merluccius"

18

15 (¹) (²)

-

0304 20 59

---van het geslacht "Urophycis"

18

15

-

--van haai:

0304 20 61

---van doornhaai en van hondshaai (Squalus acanthias en Scyliorhinus spp.)

18

15

-

0304 20 69

---andere

18

15

-

0304 20 71

--van schol (Pleuronectes platessa)

18

15

-

0304 20 73

--van bot (Platichthys flesus)

18

15

-

0304 20 75

--van haring (Clupea harengus, Clupea pallasii)

18

15

-

0304 20 79

--van schartong (Lepidorhombus spp.)

18

15

-

0304 20 81

--van braam (Brama spp.)

18

15

-

0304 20 83

--van zeeduivel (Lophius spp.)

18

15

-

0304 20 85

--van Alaska koolvis (Theragra chalcogramma)

18

15

-

0304 20 87

--van zwaardvis (Xiphias gladius)

18

15

-

0304 20 97

--andere

18

15

-

0304 90

-ander:

0304 90 10

--van zoetwatervis

8

8

-

--ander:

---van haring (Clupea harengus, Clupea pallasii):

0304 90 21

----van 15 februari tot en met 15 juni

vrij

vrij

-

0304 90 25

----van 16 juni tot en met 14 februari

20 (³)

15 (³) (%)

-

0304 90 31

---van Noorse schelvis (Sebastes spp.)

15

8

-

---van kabeljauw (Gadus morhua, Gadus ogac, Gadus macrocephalus) en van vis van de soort "Boreogadus saida":

0304 90 35

----van kabeljauw van de soort "Gadus macrocephalus"

15

15

-

0304 90 38

----van kabeljauw van de soort "Gadus morhua"

15

12 (¹)

-

0304 90 39

----andere

15

15 (¹)

-

0304 90 41

---van koolvis (Pollachius virens)

15

15

-

0304 90 45

---van schelvis (Melanogrammus aeglefinus)

15

15

-

---van heek (Merluccius spp., Urophycis spp.):

0304 90 47

----van het geslacht "Merluccius"

15

15 (()

-

0304 90 49

----van het geslacht "Urophycis"

15

15

-

0304 90 51

---van schartong (Lepidorhombus spp.)

15

15

-

0304 90 55

---van braam (Brama spp.)

15

15

-

0304 90 57

---van zeeduivel (Lophius spp.)

15

15

-

(¹) Onder voorwaarde dat de referentieprijs in acht wordt genomen.

(²) Invoerrecht van 10 % onder voorwaarde dat de referentieprijs in acht wordt genomen, voor bevroren filets aangeboden in industriële blokken, met graten (standaard), in het kader van een door de bevoegde communautaire autoriteiten te verlenen jaarlijks globaal tariefcontingent van 5 000 ton, voor de periode van 1 juli tot en met 31 december.

(³) Onder voorwaarde dat de referentieprijs in acht wordt genomen. Indien de referentieprijs niet in acht wordt genomen, kan een compenserende heffing worden toegepast.

(%) Vrij van invoerrecht voor haring vallende onder de onderverdelingen 0302 40 90, 0303 50 90, 0304 10 93, 0304 10 98 en 0304 90 25, in het kader van een jaarlijks globaal tariefcontingent van 34 000 ton, toe te kennen door de bevoegde communautaire autoriteiten onder voorwaarde dat de referentieprijs voor haring in acht wordt genomen.

(¹) Onder door de bevoegde autoriteiten vast te stellen voorwaarden en begrenzingen.

(() Invoerrecht van 8 % voor zilverheek (Merluccius bilinearis) vallende onder de onderverdelingen 0302 69 65, 0303 78 10 en 0304 90 47, in het kader van een door de bevoegde communautaire autoriteiten te verlenen jaarlijks globaal tariefcontingent van 2 000 ton.

1

2

3

4

5

0304 90 59

---van blauwe wijting (Micromesistius poutassou of Gadus poutassou)

15

15

-

0304 90 61

---van Alaska koolvis (Theragra chalcogramma)

15

15

-

0304 90 65

---van zwaardvis (Xiphias gladius)

15

15

-

0304 90 97

---ander

15

15

-

0305

Vis, gedroogd, gezouten of gepekeld; gerookte vis, ook indien voor of tijdens het roken gekookt; vismeel, geschikt voor menselijke consumptie:

0305 10 00

-vismeel, geschikt voor menselijke consumptie

15

13

-

0305 20 00

-vislevers, hom en kuit, gedroogd, gerookt, gezouten of gepekeld

15

11

-

0305 30

-visfilets, gedroogd, gezouten of gepekeld, doch niet gerookt:

--van kabeljauw (Gadus morhua, Gadus ogac, Gadus macrocephalus) en van vis van de soort "Boreogadus saida":

0305 30 11

---van kabeljauw van de soort "Gadus macrocephalus"

18

16

-

0305 30 19

---andere

20

20

-

0305 30 30

--van Pacifische zalm (Oncorhynchus spp.), van Atlantische zalm (Salmo salar) en van Donauzalm (Hucho hucho), gezouten of gepekeld

18

15

-

0305 30 50

--van zwarte heilbot (Reinhardtius hippoglossoides), gezouten of gepekeld

18

15

-

0305 30 90

--andere

18

16

-

-gerookte vis, filets daaronder begrepen:

0305 41 00

--Pacifische zalm (Oncorhynchus spp.), Atlantische zalm (Salmo salar) en Donauzalm (Hucho hucho)

16

13

-

0305 42 00

--haring (Clupea harengus, Clupea pallasii)

16

10

-

0305 49

--andere:

0305 49 10

---zwarte heilbot (Reinhardtius hippoglossoides)

16

15

-

0305 49 20

---Atlantische heilbot (Hippoglossus hippoglossus)

16

16

-

0305 49 30

---makreel (Scomber scombrus, Scomber australasicus, Scomber japonicus)

16

14

-

0305 49 40

---forel (Salmo trutta, Salmo gairdneri, Salmo clarki, Salmo aguabonita, Salmo gilae)

16

14

-

0305 49 50

---paling of aal (Anguilla spp.)

16

14

-

0305 49 90

---andere

16

14

-

-gedroogde vis, ook indien gezouten, doch niet gerookt:

0305 51

--kabeljauw (Gadus morhua, Gadus ogac, Gadus macrocephalus):

0305 51 10

---gedroogd, ongezouten

13

13 (¹)

-

0305 51 90

---gedroogd, gezouten

13

13 (¹)

-

0305 59

--andere:

---vis van de soort "Boreogadus saida":

0305 59 11

----gedroogd, ongezouten

13

13 (¹)

-

0305 59 19

----gedroogd, gezouten

13

13 (¹)

-

0305 59 30

---haring (Clupea harengus, Clupea pallasii)

12

12

-

0305 59 50

---ansjovis (Engraulis spp.)

15

10

-

0305 59 60

---zwarte heilbot (Reinhardtius hippoglossoides) en Pacifische heilbot (Hippoglossus stenolepis)

15

12

-

(¹) Vrij van invoerrecht voor kabeljauw van de soorten "Gadus morhua" en "Gadus ogac" vallende onder de onderverdelingen 0305 51 10, 0305 51 90 en 0305 62 00, en voor vis van de soort "Boreogadus saida" vallende onder de onderverdelingen 0305 59 11, 0305 59 19 en 0305 69 10, in het kader van een jaarlijks globaal tariefcontingent van 25 000 ton, toe te kennen door de bevoegde autoriteiten.

1

2

3

4

5

0305 59 70

---Atlantische heilbot (Hippoglossus hippoglossus)

15

-

-

0305 59 90

---andere

15

12

-

-vis, gezouten, doch niet gedroogd of gerookt, alsmede gepekelde vis:

0305 61 00

--haring (Clupea harengus, Clupea pallasii)

12

12

-

0305 62 00

--kabeljauw (Gadus morhua, Gadus ogac, Gadus macrocephalus)

13

13 (¹)

-

0305 63 00

--ansjovis (Engraulis spp.)

15

10

-

0305 69

--andere:

0305 69 10

---vis van de soort "Boreogadus saida"

13

13 (¹)

-

0305 69 20

---zwarte heilbot (Reinhardtius hippoglossoides) en Pacifische heilbot (Hippoglossus stenolepis)

15

12

-

0305 69 30

---Atlantische heilbot (Hippoglossus hippoglossus)

15

-

-

0305 69 50

---Pacifische zalm (Oncorhynchus spp.), Atlantische zalm (Salmo salar) en Donauzalm (Hucho hucho)

15

11

-

0305 69 90

---andere

15

12

-

0306

Schaaldieren, ook indien ontdaan van de schaal, levend, vers, gekoeld, bevroren, gedroogd, gezouten of gepekeld; schaaldieren in de schaal, gestoomd of in water gekookt, ook indien gekoeld, bevroren, gedroogd, gezouten of gepekeld:

-bevroren:

0306 11 00

--langoesten (Palinurus spp., Panulirus spp., Jasus spp.)

25

(²)

-

0306 12

--zeekreeften (Homarus spp.):

0306 12 10

---in gehele staat

25

8 (³)

-

0306 12 90

---andere

25

16

-

0306 13

--garnalen:

0306 13 10

---van de familie "Pandalidae"

18

12

-

0306 13 30

---van het geslacht "Crangon"

18

18

-

0306 13 90

---andere

18

18

-

0306 14

--krabben:

0306 14 10

---van de soorten "Paralithodes camchaticus" en "Callinectes sapidus" en van het geslacht "Chionoecetes"

18

8

-

0306 14 30

---Noordzeekrabben (Cancer pagurus)

18

15

-

0306 14 90

---andere

18

15

-

0306 19

--andere:

0306 19 10

---rivierkreeften

18

15

-

0306 19 30

---langoestines (Nephrops norvegicus)

14

12

-

0306 19 90

---andere

14

12

-

-niet bevroren:

0306 21 00

--langoesten (Palinurus spp., Panulirus spp., Jasus spp.)

25

(²)

-

0306 22

--zeekreeften (Homarus spp.):

0306 22 10

---levende

25

8 (³)

-

---andere:

0306 22 91

----in gehele staat

25

8 (³)

-

0306 22 99

----andere

25

20

-

(¹) Vrij van invoerrecht voor kabeljauw van de soorten "Gadus morhua" en "Gadus ogac" vallende onder de onderverdelingen 0305 51 10, 0305 51 90 en 0305 62 00, en voor vis van de soort "Boreogadus saida" vallende onder de onderverdelingen 0305 59 11, 0305 59 19 en 0305 69 10, in het kader van een jaarlijks globaal tariefcontingent van 25 000 ton, toe te kennen door de bevoegde autoriteiten.

(²) Zie bijlage van Verordening (EEG) nr. 2886/89 (GATT-concessies).

(³) Onder door de bevoegde autoriteiten vast te stellen voorwaarden en begrenzingen.

1

2

3

4

5

0306 23

--garnalen:

0306 23 10

---van de familie "Pandalidae"

18

12

-

---van het geslacht "Crangon":

0306 23 31

----vers, gekoeld, gestoomd of in water gekookt

18

18

-

0306 23 39

----andere

18

18

-

0306 23 90

---andere

18

18

-

0306 24

--krabben:

0306 24 10

---van de soorten "Paralithodes camchaticus" en "Callinectes sapidus" en van het geslacht "Chionoecetes"

18

8

-

0306 24 30

---Noordzeekrabben (Cancer pagurus)

18

15

-

0306 24 90

---andere

18

15

-

0306 29

--andere:

0306 29 10

---rivierkreeften

18

15

-

0306 29 30

---langoestines (Nephrops norvegicus)

14

12

-

0306 29 90

---andere

14

12

-

0307

Weekdieren, ook indien ontdaan van de schelp, levend, vers, gekoeld, bevroren, gedroogd, gezouten of gepekeld; ongewervelde waterdieren, andere dan schaal- en weekdieren, levend, vers, gekoeld, bevroren, gedroogd, gezouten of gepekeld:

0307 10

-oesters:

0307 10 10

--levende platte oesters (Ostrea spp.), wegende, in de schelp, niet meer dan 40 g per stuk

vrij

vrij

-

0307 10 90

--andere

18

18

-

-jakobsschelpen en andere schelpdieren van de geslachten "Pecten", "Chlamys" of "Placopecten":

0307 21 00

--levend, vers of gekoeld

8

8

-

0307 29

--andere:

0307 29 10

---jakobsschelpen (Pecten maximus), bevroren

8

8

-

0307 29 90

---andere

8

8

-

-mosselen (Mytilus spp., Perna spp.):

0307 31

--levend, vers of gekoeld:

0307 31 10

---van het geslacht "Mytilus"

10

10

-

0307 31 90

---van het geslacht "Perna"

8

8

-

0307 39

--andere:

0307 39 10

---van het geslacht "Mytilus"

10

10

-

0307 39 90

---van het geslacht "Perna"

8

8

-

-inktvissen (Sepia officinalis, Rossia macrosoma, Sepiola spp.); pijlinktvissen (Ommastrephes spp., Loligo spp., Nototodarus spp., Sepioteuthis spp.):

0307 41

--levend, vers of gekoeld:

0307 41 10

---inktvissen (Sepia officinalis, Rossia macrosoma, Sepiola spp.)

8

8

-

---pijlinktvissen (Ommastrephes spp., Loligo spp., Nototodarus spp., Sepioteuthis spp.):

0307 41 91

----van het geslacht "Loligo" en van de soort "Ommastrephes sagittatus"

8

6

-

0307 41 99

----andere

8

8

-

1

2

3

4

5

0307 49

--andere:

---bevroren:

----inktvissen (Sepia officinalis, Rossia macrosoma, Sepiola spp.):

0307 49 11

-----van het geslacht "Sepiola", andere dan van de soort "Sepiola rondeleti"

8

8

-

0307 49 19

-----andere

8

8

-

----pijlinktvissen (Ommastrephes spp., Loligo spp., Nototodarus spp., Sepioteuthis spp.):

-----van het geslacht "Loligo":

0307 49 31

------van de soort "Loligo vulgaris"

8

6

-

0307 49 33

------van de soort "Loligo pealei"

8

6

-

0307 49 35

------van de soort "Loligo patagonica"

8

6

-

0307 49 38

------andere

8

6

-

0307 49 51

-----van de soort "Ommastrephes sagittatus"

8

6

-

0307 49 59

-----andere

8

8

-

---andere:

0307 49 71

----inktvissen (Sepia officinalis, Rossia macrosoma, Sepiola spp.)

8

8

-

----pijlinktvissen (Ommastrephes spp., Loligo spp., Nototodarus spp., Sepioteuthis spp.):

0307 49 91

-----van het geslacht "Loligo" en van de soort "Ommastrephes sagittatus"

8

6

-

0307 49 99

-----andere

8

8

-

-achtarmige inktvissen (Octopus spp.):

0307 51 00

--levend, vers of gekoeld

8

8

-

0307 59

--andere:

0307 59 10

---bevroren

8

8

-

0307 59 90

---andere

8

8

-

0307 60 00

-eetbare slakken, andere dan zeeslakken

6

vrij

-

-andere:

0307 91 00

--levend, vers of gekoeld

11

11

-

0307 99

--andere:

---bevroren:

0307 99 11

----van het geslacht "Illex"

8

8

-

0307 99 13

----tapijtschelp en andere soorten van de familie "Veneridae"

8

8

-

0307 99 19

----andere ongewervelde waterdieren

14

11

-

0307 99 90

---andere

16

11

-

0511

Produkten van dierlijke oorsprong, elders genoemd noch elders onder begrepen; dode dieren van de soorten bedoeld bij hoofdstuk 1 of 3, niet geschikt voor menselijke consumptie:

0511 91

--produkten van vis, van schaaldieren, van weekdieren of van andere ongewervelde waterdieren; dode dieren van de soorten bedoeld bij hoofdstuk 3:

0511 91 10

---visafvallen

vrij

vrij

-

0511 91 90

---andere

vrij

(¹)

-

(¹) Zie bijlage van de Verordening (EEG) nr. 2886/89 (GATT-concessies).

1

2

3

4

5

1604

Bereidingen en conserven van vis; kaviaar en kaviaarsurrogaten bereid uit kuit:

-vis, geheel of in stukken, doch niet fijngemaakt:

1604 11 00

--zalm

20

5,5

-

1604 12

--haring:

1604 12 10

---filets, rauw, enkel omgeven door beslag of door paneermeel (gepaneerd), ook indien in olie voorgebakken, bevroren

18

15

-

1604 12 90

---andere

23

20

-

1604 13

--sardines, sardinella's en sprot:

1604 13 10

---sardines

25

25

-

1604 13 90

---andere

25

20

-

1604 14

--tonijn, boniet en bonito (Sarda spp.):

1604 14 10

---tonijn en boniet

25

24

-

1604 14 90

---bonito (Sarda spp.)

25

25

-

1604 15

--makreel:

1604 15 10

---van de soorten "Scomber scombrus" en "Scomber japonicus"

25

25

-

1604 15 90

---van de soort "Scomber australasicus"

25

20

-

1604 16 00

--ansjovis

25

-

-

1604 19

--andere:

1604 19 10

---zalmvissen, andere dan zalm

20

7

-

1604 19 30

---vis van het geslacht "Euthynnus" andere dan boniet (Euthynnus (Katsuwonus) pelamis)

25

24

-

1604 19 50

---vis van de soort "Orcynopsis unicolor"

25

25

-

---andere:

1604 19 91

----filets, rauw, enkel omgeven door beslag of door paneermeel (gepaneerd), ook indien in olie voorgebakken, bevroren

18

15

-

1604 19 99

----andere

25

20

-

1604 20

-andere bereidingen en conserven van vis:

1604 20 10

--van zalm

20

5,5

-

1604 20 30

--van andere zalmvissen

20

7

-

1604 20 40

--van ansjovis

25

-

-

1604 20 50

--van sardines, van bonito (Sarda spp.), van makreel van de soorten "Scomber scombrus" en "Scomber japonicus" en van vis van de soort "Orcynopsis unicolor"

25

25

-

1604 20 70

--van tonijn, van boniet en van andere vis van het geslacht "Euthynnus"

25

24

-

1604 20 90

--van andere vissoorten

25

20

-

1604 30

-kaviaar en kaviaarsurrogaten:

1604 30 10

--kaviaar (kuit van steur)

30

30

-

1604 30 90

--kaviaarsurrogaten

30

30

-

1605

Bereidingen en conserven van schaaldieren, van weekdieren of van andere ongewervelde waterdieren:

1605 10 00

-krab

20

16

-

1605 20 00

-garnaal

20

20

-

1605 30 00

-zeekreeft

20

20

-

1605 40 00

-andere schaaldieren

20

20

-

1

2

3

4

5

1605 90

-andere:

1605 90 10

--weekdieren

20

20

-

1605 90 90

--andere ongewervelde waterdieren

26

26

-

1902

Deegwaren, ook indien gekookt of gevuld (met vlees of andere zelfstandigheden) dan wel op andere wijze bereid, zoals spaghetti, macaroni, noedels, lasagne, gnocchi, ravioli en cannelloni; koeskoes, ook indien bereid:

-deegwaren, niet gekookt, noch gevuld of op andere wijze bereid

1902 20

-gevulde deegwaren (ook indien gekookt of op andere wijze bereid):

1902 20 10

--bevattende meer dan 20 gewichtspercenten vis, schaal- of weekdieren of andere ongewervelde waterdieren

17

17

-

2301

Meel, poeder en pellets van vlees, van slachtafvallen, van vis, van schaaldieren, van weekdieren of van andere ongewervelde waterdieren, ongeschikt voor menselijke consumptie; kanen:

2301 20 00

-meel, poeder en pellets, van vis, van schaaldieren, van weekdieren of van andere ongewervelde waterdieren

5

2

-

BIJLAGE VIII

CONCORDANTIETABEL

Verordening (EEG) nr. 3796/81

Onderhavige verordening

Artikel 1

Artikel 1

Artikel 2

Artikel 2

Artikel 3

Artikel 3

Artikel 4

Artikel 4

Artikel 5

Artikel 5

Artikel 6, lid 1

Artikel 6, lid 1

Artikel 6, lid 2, eerste alinea, onder a)

Artikel 6, lid 2

Artikel 6, lid 2, eerste alinea, onder b)

-

Artikel 6, lid 2, tweede alinea

-

Artikel 6, lid 2, derde alinea

-

Artikel 6, lid 2, vierde alinea

-

Artikel 6, lid 3

Artikel 6, lid 3

Artikel 6, lid 4

Artikel 6, lid 4

Artikel 6, lid 5

Artikel 6, lid 5

Artikel 6, lid 6

Artikel 6, lid 6

Artikel 7

Artikel 7

Artikel 8

Artikel 8

Artikel 9

Artikel 9

Artikel 10

Artikel 10

Artikel 11

Artikel 11

Artikel 12

Artikel 12

Artikel 13

Artikel 13

Artikel 14, lid 1

Artikel 14, lid 1

Artikel 14, lid 2

Artikel 14, lid 2

Artikel 14, lid 3

-

Artikel 14, lid 4

-

Artikel 14, lid 5, onder a), eerste streepje

Artikel 14, lid 3, onder a), eerste streepje

Artikel 14, lid 5, onder a), tweede streepje

Artikel 14, lid 3, onder a), tweede streepje

Artikel 14, lid 5, onder a), derde streepje

Artikel 14, lid 3, onder a), derde streepje

Artikel 14, lid 5, onder a), vierde streepje

-

Artikel 14, lid 5, onder b)

Artikel 14, lid 3, onder b)

Artikel 14, lid 6

Artikel 14, lid 4

Artikel 14, lid 7

Artikel 14, lid 5

Artikel 14

bis

Artikel 15

Artikel 14

ter

Artikel 16

Artikel 15

Artikel 17

Artikel 16

Artikel 18

Artikel 17

Artikel 19

Artikel 17

bis

Artikel 20

Artikel 18

Artikel 21

Artikel 19

Artikel 22

Artikel 20

Artikel 23

Artikel 21

Artikel 24

Artikel 22

Artikel 25

Artikel 23

Artikel 26

Verordening (EEG) nr. 3796/81

Onderhavige verordening

Artikel 24

Artikel 27

Artikel 25

Artikel 28

Artikel 26

Artikel 29

Artikel 27

Artikel 30

Artikel 28

Artikel 31

Artikel 29

Artikel 32

Artikel 30

Artikel 33

Artikel 31

Artikel 34

Artikel 32

Artikel 35

Artikel 33

Artikel 36

Artikel 34

Artikel 37

Artikel 35

Artikel 38

Artikel 36

Artikel 39

Artikel 37

Artikel 40

Bijlagen I-VII

Bijlagen I-VII

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.