Besluit 1996/391 - Maatregelen om voor de ontwikkeling van de transeuropese netwerken in de energiesector een gunstiger klimaat te creëren

Inhoudsopgave

  1. Wettekst
  2. 31996D0391

1.

Wettekst

Avis juridique important

|

2.

31996D0391

96/391/EG: Beschikking van de Raad van 28 maart 1996 inzake maatregelen om voor de ontwikkeling van de transeuropese netwerken in de energiesector een gunstiger klimaat te creëren

Publicatieblad Nr. L 161 van 29/06/1996 blz. 0154 - 0155

BESCHIKKING VAN DE RAAD van 28 maart 1996 inzake maatregelen om voor de ontwikkeling van de transeuropese netwerken in de energiesector een gunstiger klimaat te creëren (96/391/EG)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 129 D, derde alinea,

Gezien het voorstel van de Commissie (1),

Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité (2),

Gezien het advies van het Comité van de Regio's (3),

Volgens de procedure van artikel 189 C van het Verdrag (4),

Overwegende dat het creëren van een gunstiger klimaat voor de ontwikkeling van de transeuropese energienetwerken een onderdeel vormt van de grote lijnen in de zin van artikel 129 C van het Verdrag en is voorzien in Beschikking nr. 1254/96/EG van het Europees Parlement en van de Raad van 5 juni 1996 tot opstelling van richtsnoeren voor transeuropese netwerken in de energiesector (5);

Overwegende dat de voltooiing van de interne energiemarkt vereist dat initiatieven worden ingebed in het kader van een algemene energiestrategie die niet alleen de voornaamste criteria en doelstellingen van de Europese Gemeenschap op dit gebied vastlegt, maar ook en meer in het bijzonder de voorwaarden voor de liberalisering van de markt voor energieprodukten omschrijft;

Overwegende dat de totstandbrenging en de ontwikkeling van transeuropese netwerken in de energiesector moeten bijdragen tot een verlaging van de kosten van de energievoorziening en daardoor tot het herstel van de economische groei, de ontwikkeling van de werkgelegenheid en de verbetering van het concurrentievermogen van de Europese industrie;

Overwegende dat het creëren van dit gunstiger klimaat hoofdzakelijk moet zijn gericht op stimulering van de technische samenwerking tussen de voor de netwerken verantwoordelijke instanties, en op een gemakkelijker afwikkeling van de in de Lid-Staten geldende vergunningsprocedures voor netwerkprojecten, teneinde de duur daarvan te bekorten;

Overwegende dat, met het oog op een versnelde verwezenlijking van de projecten van gemeenschappelijk belang die in Beschikking nr. 1254/96/EG zijn aangegeven, in de mogelijkheid moet worden voorzien dat de Gemeenschap uit de financiële middelen die specifiek voor de transeuropese netwerken zijn bestemd, de financiële inspanningen van de Lid-Staten ten behoeve van deze projecten ondersteunt overeenkomstig de bepalingen van de verordening van de Raad tot vaststelling van de algemene regels voor het verlenen van financiële bijstand van de Gemeenschap op het gebied van transeuropese netwerken;

Overwegende dat de overige financiële instrumenten van de Gemeenschap, zoals de Structuurfondsen, het Europese Investeringsfonds, de interventies van de Europese Investeringsbank en de programma's ten gunste van derde landen, een - in bepaalde gevallen beslissende - bijdrage zouden kunnen leveren voor de verwezenlijking van projecten van gemeenschappelijk belang die in Beschikking nr. 1254/96/EG zijn aangegeven,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING VASTGESTELD:

Artikel 1

Deze beschikking geeft de acties aan die een gunstiger klimaat moeten scheppen voor de verwezenlijking van de projecten van gemeenschappelijk belang op het gebied van transeuropese energienetwerken en voor de interoperabiliteit daarvan op Gemeenschapsschaal.

Artikel 2

  • 1. 
    Teneinde bij te dragen tot het creëren van een gunstiger klimaat ten behoeve van de ontwikkeling van transeuropese energienetwerken, hecht de Gemeenschap het grootste belang aan en bevordert zij, voor zover dit nodig is:
  • de uitvoering van projecten voor technische samenwerking tussen de voor de transeuropese energienetwerken verantwoordelijke instanties die deel hebben in de goede werking van de Europese netwerkverbindingen in de zin van artikel 2 van Beschikking nr. 1254/96/EG;
  • de samenwerking tussen de Lid-Staten door middel van wederzijds overleg om de vergunningsprocedures voor projecten op het gebied van transeuropese energienetwerken gemakkelijker te laten verlopen, teneinde de duur ervan te bekorten.
  • 2. 
    De Commissie neemt in nauwe samenwerking met de betrokken Lid-Staten alle dienstige initiatieven om de coördinatie van de in lid 1 genoemde activiteiten te bevorderen.

Artikel 3

Teneinde bij te dragen tot het creëren van een gunstiger financieel klimaat voor de ontwikkeling van transeuropese energienetwerken:

  • 1. 
    kan de Gemeenschap uit hoofde van het beleid inzake transeuropese energienetwerken financiële steun verlenen. Deze maatregelen worden door de Commissie vastgesteld in overeenstemming met de verordening van de Raad tot vaststelling van de algemene regels voor het verlenen van financiële bijstand van de Gemeenschap op het gebied van transeuropese netwerken;
  • 2. 
    houdt de Gemeenschap bij de steunverlening via haar Fondsen, financiële instrumenten en programma's die op deze netwerken van toepassing zijn, rekening met de projecten van gemeenschappelijk belang die in Beschikking nr. 1254/96/EG zijn aangegeven, met inachtneming van de daaraan eigen bepalingen en doelstellingen.

Artikel 4

Voor de uitvoering van de in artikel 2 bedoelde acties wordt de Commissie bijgestaan door het bij artikel 9, lid 1, van Beschikking nr. 1254/96/EG ingestelde Comité volgens de procedure van de leden 2 en 3 van dat artikel.

Artikel 5

De Commissie stelt over de uitvoering van deze beschikking om de twee jaar een verslag op dat zij aan het Europees Parlement, de Raad, het Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's voorlegt.

Artikel 6

Deze beschikking is gericht tot de Lid-Staten.

Gedaan te Brussel, 28 maart 1996.

Voor de Raad

De Voorzitter

  • A. 
    CLO
  • (1) 
    PB nr. C 72 van 10. 3. 1994, blz. 15.
  • (2) 
    PB nr. C 195 van 18. 7. 1994, blz. 33.
  • (3) 
    PB nr. C 217 van 6. 8. 1994, blz. 26.
  • (4) 
    Advies van het Europees Parlement van 18 mei 1995 (PB nr. C 151 van 19. 6. 1995, blz. 232), gemeenschappelijk standpunt van de Raad van 29 juni 1995 (PB nr. C 216 van 21. 8. 1995, blz. 38) en besluit van het Europees Parlement van 26 oktober 1995 (nog niet verschenen in het Publikatieblad).
  • (5) 
    Zie bladzijde 147 van dit Publikatieblad.

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.