Besluit 1998/386 - 98/386/EG, EGKS: Besluit van de Raad en de Commissie van 29 mei 1998 inzake de sluiting van de Overeenkomst met de Regering van de VS betreffende de toepassing van de beginselen van positieve internationale courtoisie bij de handhaving van hun mededingingswetgeving - Hoofdinhoud
Inhoudsopgave
|
98/386/EG, EGKS: Besluit van de Raad en de Commissie van 29 mei 1998 inzake de sluiting van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en de Regering van de Verenigde Staten van Amerika betreffende de toepassing van de beginselen van positieve internationale courtoisie bij de handhaving van hun mededingingswetgeving
Publicatieblad Nr. L 173 van 18/06/1998 blz. 0026 - 0027
BESLUIT VAN DE RAAD EN DE COMMISSIE van 29 mei 1998 inzake de sluiting van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en de Regering van de Verenigde Staten van Amerika betreffende de toepassing van de beginselen van positieve internationale courtoisie bij de handhaving van hun mededingingswetgeving (98/386/EG, EGKS)
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 87, in samenhang met artikel 228, lid 3, eerste alinea,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal, inzonderheid op de artikelen 65 en 66,
Gezien het voorstel van de Commissie,
Gezien het advies van het Europees Parlement (1),
Overwegende dat de Overeenkomst van 23 september 1991 tussen de Europese Gemeenschappen en de regering van de Verenigde Staten van Amerika betreffende de toepassing van hun mededingingsregels en de uitgewisselde interpretatieve brieven van 31 mei en 31 juli 1995 betreffende die overeenkomst, hierna tezamen "de Overeenkomst van 1991" genoemd, die bij het Besluit 95/145/EG, EGKS van de Raad en de Commissie (2) zijn gevoegd, hebben bijgedragen tot coördinatie, samenwerking en voorkoming van geschillen bij de handhaving van de mededingingswetgeving;
Overwegende dat in artikel V van de Overeenkomst van 1991, gemeenlijk het artikel inzake "positieve internationale courtoisie" genoemd, in samenwerking is voorzien met betrekking tot concurrentieverstorende activiteiten die op het grondgebied van een partij geschieden en de belangen van de andere partij schaden;
Overwegende dat nadere uitwerking van de beginselen van positieve internationale courtoisie en tenuitvoerlegging van deze beginselen de doelmatigheid van de Overeenkomst van 1991 ten aanzien van een dergelijk gedrag zouden verbeteren;
Overwegende dat de Commissie te dien einde met de regering van de Verenigde Staten van Amerika onderhandelingen heeft gevoerd en overeenstemming heeft bereikt over een overeenkomst betreffende de toepassing van de beginselen van positieve internationale courtoisie bij de handhaving van de mededingingswetgeving van de Europese Gemeenschappen en van de Verenigde Staten van Amerika;
Overwegende dat de overeenkomst dient te worden goedgekeurd,
BESLUITEN:
Artikel 1
De Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en de regering van de Verenigde Staten betreffende de toepassing van de beginselen van positieve internationale courtoisie bij de handhaving van hun mededingingswetgeving wordt namens de Europese Gemeenschap en de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal goedgekeurd.
De tekst van de overeenkomst, gesteld in de Engelse taal, is aan dit besluit gehecht.
Artikel 2
De voorzitter van de Raad is gemachtigd de perso(o)n(en) aan te wijzen die bevoegd is (zijn) de overeenkomst namens de Europese Gemeenschap te ondertekenen.
De voorzitter van de Commissie is gemachtigd de perso(o)n(en) aan te wijzen die bevoegd is (zijn) de overeenkomst namens de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal te ondertekenen.
Gedaan te Brussel, 29 mei 1998.
Voor de Raad
De Voorzitter
-
J.STRAW
Voor de Commissie
De Voorzitter
-
J.SANTER
-
(1)PB C 138 van 4. 5. 1998.
-
(2)PB L 95 van 27. 4. 1995, blz. 45. Besluit gerectificeerd in PB L 131 van 15. 6. 1995, blz. 38.
Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.