Richtlijn 2000/3 - Aanpassing aan de stand van de techniek van Richtlijn 77/541/EEG betreffende veiligheidsgordels en bevestigingssystemen in motorvoertuigen

Inhoudsopgave

  1. Wettekst
  2. 32000L0003

1.

Wettekst

Avis juridique important

|

2.

32000L0003

Richtlijn 2000/3/EG van de Commissie van 22 februari 2000 tot aanpassing aan de stand van de techniek van Richtlijn 77/541/EEG van de Raad betreffende veiligheidsgordels en bevestigingssystemen in motorvoertuigen (Voor de EER relevante tekst)

Publicatieblad Nr. L 053 van 25/02/2000 blz. 0001 - 0076

RICHTLIJN 2000/3/EG VAN DE COMMISSIE

van 22 februari 2000

tot aanpassing aan de stand van de techniek van Richtlijn 77/541/EEG van de Raad betreffende veiligheidsgordels en bevestigingssystemen in motorvoertuigen

(Voor de EER relevante tekst)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Richtlijn 70/156/EEG van de Raad van 6 februari 1970 betreffende de goedkeuring van motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan(1), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 98/91/EG van het Europees Parlement en de Raad(2),

Gelet op Richtlijn 77/541/EEG van de Raad van 28 juni 1977 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten inzake veiligheidsgordels en bevestigingssystemen in motorvoertuigen(3), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 96/36/EG van de Commissie(4), en met name op artikel 10,

Overwegende hetgeen volgt:

  • (1) 
    Richtlijn 77/541/EEG is een van de bijzondere richtlijnen van de EG-typegoedkeuringsprocedure die bij Richtlijn 70/156/EEG is ingevoerd. Bijgevolg zijn de bepalingen van Richtlijn 70/156/EEG met betrekking tot voertuigsystemen, onderdelen en technische eenheden op die richtlijn van toepassing.
  • (2) 
    Het is, gelet op de vooruitgang van de techniek, mogelijk door voor alle zitplaatsen van motorvoertuigen van categorie M1 montage van driepuntsgordels met oprolmechanisme te eisen, voor passagiers een betere bescherming te bieden.
  • (3) 
    Bij Besluit 97/836/EG van de Raad(5) is de Gemeenschap toegetreden tot de Overeenkomst van de Economische Commissie voor Europa van de Verenigde Naties (UN/ECE) betreffende het aannemen van eenvormige technische eisen voor wielvoertuigen, uitrustingsstukken en onderdelen die kunnen worden aangebracht en/of gebruikt op wielvoertuigen en de voorwaarden voor wederzijdse erkenning van goedkeuringen verleend op basis van deze eisen, gedaan te Genève op 20 maart 1958, zoals gewijzigd op 16 oktober 1995.
  • (4) 
    Met de toetreding tot de herziene overeenkomst is de Gemeenschap toegetreden tot een welbepaalde lijst van uit hoofde van die overeenkomst opgestelde reglementen. In die lijst is UN/ECE-reglement nr. 44 opgenomen betreffende de goedkeuring van beveiligingssystemen voor kinderen in motorvoertuigen (kinderbeveiligingssystemen).
  • (5) 
    Het is wenselijk voorschriften betreffende kinderbescherming in Richtlijn 77/541/EEG op te nemen en daartoe de bijlagen ervan te wijzigen door opneming daarin van op UN/ECE-reglement nr. 44 berustende specifieke eisen voor kinderbeveiligingssystemen. Omwille van de duidelijkheid dienen alle bijlagen bij genoemde richtlijn te worden vervangen.
  • (6) 
    De bepalingen van deze richtlijn zijn in overeenstemming met het advies van het bij Richtlijn 70/156/EEG ingestelde Comité voor de aanpassing aan de vooruitgang van de techniek,

HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

Artikel 1

De bijlagen bij Richtlijn 77/541/EEG worden vervangen door de teksten in de bijlage bij de onderhavige richtlijn.

Artikel 2

  • 1. 
    Met ingang van 1 oktober 2000 mogen de lidstaten om redenen die verband houden met veiligheidsgordels en bevestigingssystemen:
  • noch de EG-goedkeuring of de nationale goedkeuring voor een type motorvoertuig, veiligheidsgordel, bevestigingssysteem, of kinderbeveiligingssysteem weigeren,
  • noch de inschrijving, verkoop of ingebruikneming van voertuigen of de verkoop of ingebruikneming van veiligheidsgordels, bevestigingssystemen of kinderbeveiligingssystemen verbieden,

indien de veiligheidsgordels, bevestigingssystemen of kinderbeveiligingssystemen aan de bepalingen van Richtlijn 77/541/EEG, zoals gewijzigd bij de onderhavige richtlijn, beantwoorden.

  • 2. 
    Met ingang van 1 oktober 2001 mogen de lidstaten voor een type voertuig:
  • niet langer de EG-goedkeuring verlenen, en
  • de nationale goedkeuring weigeren,

indien aan de vereisten van Richtlijn 77/451/EEG, zoals gewijzigd bij de onderhavige richtlijn, wat kinderbeveiligingssystemen en de installatie van veiligheidsgordels betreft op alle zitplaatsen van M1-voertuigen met inbegrip van, voorzover dit is aangebracht, een geïntegreerd kinderbeveiligingssysteem, niet is voldaan.

Het vereiste van driepuntsgordels op alle zitplaatsen van M1-voertuigen is evenwel met ingang van 1 april 2002 van toepassing. Tot dat tijdstip gelden de eisen voor de aanbrenging van veiligheidsgordels in M1-voertuigen die in bijlage XV van Richtlijn 77/541/EEG zijn vervat.

  • 3. 
    Met ingang van 1 oktober 2002:
  • beschouwen de lidstaten certificaten van overeenstemming waarvan nieuwe voertuigen van categorie M1 krachtens Richtlijn 70/156/EEG vergezeld gaan, voor de toepassing van artikel 7, lid 1, van die richtlijn als niet langer geldig en weigeren zij de inschrijving, de verkoop of de ingebruikneming van nieuwe voertuigen die niet van een geldig, krachtens Richtlijn 70/156/EEG verleend certificaat van overeenstemming vergezeld gaan, tenzij beroep wordt gedaan op artikel 8, lid 2, van die richtlijn,
  • mogen de lidstaten de inschrijving, de verkoop of de ingebruikneming van nieuwe voertuigen van de categorieën N1 en M2 met een massa van ten hoogste 3,5 t wat de geïntegreerde kinderbeveiligingssystemen betreft, voorzover die systemen in die voertuigen zijn aangebracht, verbieden,

om redenen die met veiligheidsgordels en bevestigingssystemen verband houden, indien niet aan de eisen van Richtlijn 77/541/EEG, als gewijzigd bij de onderhavige richtlijn, is voldaan.

Het vereiste van driepuntsgordels bij alle zitplaatsen van M1-voertuigen is evenwel met ingang van 1 oktober 2004 van toepassing. Tot dat tijdstip gelden de eisen voor de aanbrenging van veiligheidsgordels in M1-voertuigen die in bijlage XV van Richtlijn 77/541/EEG zijn vervat.

  • 4. 
    Met ingang van 1 januari 2001 zijn de eisen van Richtlijn 77/541/EEG, zoals gewijzigd bij de onderhavige richtlijn, die op als oorspronkelijke uitrusting van een voertuig aangebrachte geïntegreerde kinderbeveiligingssystemen betrekking hebben, van toepassing voor de doeleinden van artikel 7, lid 1, van Richtlijn 70/156/EEG.

Artikel 3

  • 1. 
    De lidstaten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk op 30 september 2000 aan deze richtlijn te voldoen. Zij stellen de Commissie daarvan onverwijld in kennis.

Wanneer de lidstaten deze bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen naar de onderhavige richtlijn verwezen of wordt hiernaar verwezen bij de officiële bekendmaking van die bepalingen. De regels voor deze verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.

  • 2. 
    De lidstaten delen de Commissie de tekst van de belangrijkste bepalingen van intern recht mede die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen.

Artikel 4

Deze richtlijn treedt in werking op de twintigste dag na de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Artikel 5

Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 22 februari 2000.

Voor de Commissie

Erkki LIIKANEN

Lid van de Commissie

  • (1) 
    PB L 42 van 23.2.1970, blz. 1.
  • (2) 
    PB L 11 van 16.1.1999, blz. 25.
  • (3) 
    PB L 220 van 29.8.1977, blz. 95.
  • (4) 
    PB L 178 van 17.7.1996, blz. 15.
  • (5) 
    PB L 346 van 17.12.1997, blz. 78.

BIJLAGE

De bijlagen bij Richtlijn 77/541/EEG worden vervangen door hetgeen volgt:

"LIJST VAN BIJLAGEN

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

BIJLAGE I

TOEPASSINGSGEBIED, DEFINITIES, EG-TYPEGOEDKEURING, MONTAGEVOORSCHRIFTEN

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

BIJLAGE II

DOCUMENTATIE TYPEGOEDKEURING

Aanhangsel 1

INLICHTINGENFORMULIER NR. ...

ten behoeve van de EG-typegoedkeuring van veiligheidsgordels en bevestigingssystemen als onderdelen (Richtlijn 77/541/EEG) laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2000/.../EG

Onderstaande gegevens, voorzover van toepassing, moeten in drievoud worden verstrekt en dienen vergezeld te gaan van een inhoudsopgave. Eventuele tekeningen moeten op een passende schaal met voldoende details in formaat A4 of tot op dat formaat gevouwen worden ingediend. Op eventuele foto's moeten voldoende details zijn te zien.

Indien de systemen, onderdelen en technische eenheden elektronisch gestuurde functies hebben, dienen gegevens over de prestaties te worden verschaft.

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Datum, bestand

Aanhangsel 2

INLICHTINGENFORMULIER NR. ...

conform bijlage I van Richtlijn 70/156/EEG van de Raad(1) ten behoeve van de EG-typegoedkeuring van een voertuig wat betreft de veiligheidsgordel en bevestigingssystemen (Richtlijn 77/541/EEG), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2000/.../EG

Onderstaande gegevens, voorzover van toepassing, moeten in drievoud worden verstrekt en dienen vergezeld te gaan van een inhoudsopgave. Eventuele tekeningen moeten op een passende schaal met voldoende details in formaat A4 of tot op dat formaat gevouwen worden ingediend. Op eventuele foto's moeten voldoende details zijn te zien.

Indien de systemen, onderdelen en technische eenheden elektronisch gestuurde functies hebben, dienen gegevens over de prestaties te worden verschaft.

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Datum, bestand

  • (1) 
    De nummers van de punten en de voetnoten in dit inlichtingenformulier corresponderen met die in bijlage I bij Richtlijn 70/156/EEG. Punten die niet relevant zijn voor deze richtlijn, zijn weggelaten.

Aanhangsel 3

MODEL

[maximumformaat: A4 (210 × 297 mm)]

EG-TYPEGOEDKEURINGSFORMULIER

DIENSTSTEMPEL

Mededeling betreffende:

  • goedkeuring(1),
  • uitbreiding van de goedkeuring(2),
  • weigering van de goedkeuring(3),
  • intrekking van de goedkeuring(4),

van een type voertuig/onderdeel/technische eenheid(5) met betrekking tot Richtlijn ../.../EEG, laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn ../.../EG.

Goedkeuringsnummer:

Reden voor uitbreiding:

DEEL I

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

DEEL II

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

  • (1) 
    Doorhalen wat niet van toepassing is.
  • (2) 
    Doorhalen wat niet van toepassing is.
  • (3) 
    Doorhalen wat niet van toepassing is.
  • (4) 
    Doorhalen wat niet van toepassing is.
  • (5) 
    Doorhalen wat niet van toepassing is.

Addendum

bij EG-typegoedkeuringsformulier nr. ... met betrekking tot de typegoedkeuring van veiligheidsgordels en bevestigingssystemen als onderdelen, gelet op Richtlijn 77/541/EEG, laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2000/.../EG

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Aanhangsel 4

MODEL

(maximumformaat: A4 (210 × 297 mm))

EG-TYPEGOEDKEURINGSFORMULIER

DIENSTSTEMPEL

Mededeling betreffende:

  • goedkeuring(1),
  • uitbreiding van de goedkeuring(2),
  • weigering van de goedkeuring(3),
  • intrekking van de goedkeuring(4),

van een type voertuig/onderdeel/technische eenheid(5) met betrekking tot Richtlijn ../.../EEG, laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn ../.../EG.

Goedkeuringsnummer:

Reden voor uitbreiding:

DEEL I

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

DEEL II

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

  • (1) 
    Doorhalen wat niet van toepassing is.
  • (2) 
    Doorhalen wat niet van toepassing is.
  • (3) 
    Doorhalen wat niet van toepassing is.
  • (4) 
    Doorhalen wat niet van toepassing is.
  • (5) 
    Doorhalen wat niet van toepassing is.

Addendum

bij EG-typegoedkeuringsformulier nr. ... met betrekking tot de goedkeuring van een type voertuig gelet op Richtlijn 77/541/EEG, laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2000/.../EG

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

BIJLAGE III

EG-TYPEGOEDKEURINGSMERK

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

BIJLAGE IV

VOORBEELD VAN APPARATUUR VOOR DE BEPROEVING VAN DE DUURZAAMHEID VAN HET OPROLMECHANISME

>PIC FILE= "L_2000053NL.004002.EPS">

BIJLAGE V

VOORBEELD VAN APPARATUUR VOOR DE BEPROEVING VAN DE VERGRENDELING VAN EEN OPROLMECHANISME MET NOODVERGRENDELING

Onderstaande figuur stelt een apparaat voor dat voor deze proeven geschikt is. Het bestaat uit een motor met nok waarvan de aandrijfrol met draden verbonden is aan een wagentje dat op een geleiding is geplaatst. De aandrijfrol omvat een inrichting voor "bewegingsabsorptie" die elke beweging absorbeert wanneer de rol wordt vergrendeld voordat de volledige slag van de aandrijfrol is voltooid. De constructie van de nok en de snelheid van de motor zijn van dien aard dat de voorgeschreven versnelling wordt verkregen met een factor vermeld in punt 2.7.7.2.2 van bijlage I; de slag moet langer zijn dan de maximaal toegestane verplaatsing van de riem vóór vergrendeling.

Op het wagentje is een steun aangebracht die zodanig kan draaien dat het oprolmechanisme daarop kan worden gemonteerd in verschillende standen ten opzichte van de verplaatsingsrichting van het wagentje.

Voor proeven betreffende de gevoeligheid van oprolmechanismen voor de verplaatsing van de band, wordt het oprolmechanisme op een passende vaste steun gemonteerd en wordt de band aan het wagentje bevestigd.

Voor bovengenoemde proeven moeten de door de fabrikant of diens gemachtigde geleverde steunen of andere onderdelen in de proefinstallatie worden ingebouwd, teneinde de montage in een voertuig zo getrouw mogelijk na te bootsen.

De steunen en andere onmisbare onderdelen voor de nabootsing van de montage binnen in een voertuig moeten door de fabrikant worden bijgeleverd.

>PIC FILE= "L_2000053NL.004102.EPS">

BIJLAGE VI

VOORBEELD VAN APPARATUUR VOOR DE BEPROEVING VAN DE BESTANDHEID VAN HET OPROLMECHANISME TEGEN STOF

>PIC FILE= "L_2000053NL.004202.EPS">

BIJLAGE VII

BESCHRIJVING VAN WAGEN, ZITPLAATS, BEVESTIGINGEN EN STOPINRICHTING

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

KARAKTERISTIEKEN VAN HET ABSORBEREND MATERIAAL

(methode ASTM D 735, tenzij anders vermeld)

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Figuur 1

BEPROEVINGSWAGEN, ZITPLAATS, BEVESTIGING

>PIC FILE= "L_2000053NL.004501.EPS">

Figuur 2

STOPINRICHTING

>PIC FILE= "L_2000053NL.004601.EPS">

Figuur 3

STOPINRICHTING

(buis van polyurethaan)

>PIC FILE= "L_2000053NL.004701.EPS">

Figuur 4

STOPINRICHTING

(knop)

>PIC FILE= "L_2000053NL.004801.EPS">

BIJLAGE VIII

BESCHRIJVING VAN DE PROEFPOP

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

TABEL 1

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

TABEL 2

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Figuur 1

>PIC FILE= "L_2000053NL.005301.EPS">

Figuur 2

>PIC FILE= "L_2000053NL.005401.EPS">

Figuren 3 en 4

>PIC FILE= "L_2000053NL.005501.EPS">

Figuren 5 en 6

>PIC FILE= "L_2000053NL.005601.EPS">

Proefpop in zittende houding overeenkomstig figuur 1 van bijlage VII

G= Zwaartepunt

T= Referentiepunt van de romp (gelegen aan de achterzijde op de middellijn van de pop)

P= Referentiepunt van de heup (gelegen aan de achterzijde op de middellijn van de pop)

BIJLAGE IX

OMSCHRIJVING VAN DE VERTRAGINGSCURVE VAN DE BEPROEVINGSWAGEN ALS FUNCTIE VAN DE TIJD

(Curve voor de verificaties van de stopinrichtingen)

>PIC FILE= "L_2000053NL.005702.EPS">

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

De vertragingscurve van de voor de beproeving van veiligheidsgordels met een totale massa van 455 +- 20 kg en bij de beproeving van bevestigingssystemen met een totale massa van 910 +- 40 kg inerte massa beladen wagen (indien de nominale massa van de wagen en de voertuigconstructie 800 kg bedraagt), moet zich in het hiervoor weergegeven gearceerde veld bevinden. Zo nodig moet de nominale massa van de wagen en van de daaraan bevestigde voertuigconstructie telkens met 200 kg worden verhoogd; in dat geval wordt per 200 kg een extra inerte massa van 28 kg toegevoegd. De totale massa van wagen en voertuigconstructie en het totaal der inerte massa's mogen in geen geval bij kalibreringsproeven meer dan 40 kg van de nominale waarde verschillen. Bij de kalibrering van de stopinrichting moet de snelheid van de beproevingswagen 50 km/h +- 1 km/h en de stopafstand 400 mm +- 20 mm bedragen.

In beide hierboven geschetste gevallen moet de meetapparatuur een bij benadering lineaire responsie hebben tot 60 Hz en een coupure bij 100 Hz. De mechanische resonanties die te wijten zijn aan de montage van het opneemelement mogen geen extra vervormingen veroorzaken. Er dient rekening te worden gehouden met het effect van de lengte van de kabel en van de temperatuur op de frequentiekarakteristieken(1).

  • (1) 
    Deze voorschriften zijn in overeenstemming met ISO-aanbeveling R 6487/1980.

BIJLAGE X

GEBRUIKSAANWIJZING

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Aanhangsel 1

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

SLEUTEL

U: Geschikt voor kinderbeveiligingssystemen voor de categorie "universeel", goedgekeurd voor deze leeftijdsgroep.

UF: Geschikt voor naar voren gerichte kinderbeveiligingssystemen van de categorie "universeel", goedgekeurd voor deze leeftijdsgroep.

L: Geschikt voor bepaalde kinderbeveiligingssystemen voor kinderen die in bijgaande lijst zijn opgenomen. Deze systemen kunnen van de categorie "voertuigspecifiek", "beperkt", "semi-universeel" of "universeel" zijn.

B: Ingebouwd kinderbeveiligingssysteem, goedgekeurd voor deze leeftijdsgroep.

X: Zitplaats niet geschikt voor kinderen in deze leeftijdsgroep.

BIJLAGE XI

BEPROEVING VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE SLUITING

(bedoeld in punt 2.7.6.5 van bijlage I)

>PIC FILE= "L_2000053NL.006102.EPS">

BIJLAGE XII

SCHUUR- EN MICROSLIPPROEF

(Figuur 1)

Type 1-proef

>PIC FILE= "L_2000053NL.006202.EPS">

Voorbeelden van proefopstellingen afhankelijk van het type verstelinrichting

Figuur 2

Type 2-proef

>PIC FILE= "L_2000053NL.006301.EPS">

Figuur 3

Type 3-proef en microslipproef

>PIC FILE= "L_2000053NL.006401.EPS">

BIJLAGE XII

SCHUUR- EN MICROSLIPPROEF

(Figuur 1)

Type 1-proef

>PIC FILE= "L_2000053NL.006202.EPS">

Voorbeelden van proefopstellingen afhankelijk van het type verstelinrichting

Figuur 2

Type 2-proef

>PIC FILE= "L_2000053NL.006301.EPS">

Figuur 3

Type 3-proef en microslipproef

>PIC FILE= "L_2000053NL.006401.EPS">

BIJLAGE XIII

CORROSIEPROEF

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

BIJLAGE XIV

CHRONOLOGISCHE VOLGORDE DER PROEVEN

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

BIJLAGE XV

Overzicht van minimumeisen betreffende veiligheidsgordels en oprolmechanismen

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

BIJLAGE XVI

CONTROLE OP DE OVEREENSTEMMING VAN DE PRODUCTIE

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

BIJLAGE XVII

VOORSCHRIFTEN VOOR KINDERBEVEILIGINGSSYSTEMEN

De voorschriften voor kinderbeveiligingssystemen zijn opgenomen in de punten 2, 6, 7, 8, 9 en 14 van Reglement 44 van de Economische Commissie voor Europa van de Verenigde Naties(1), met inbegrip van de bijlagen 3-21, tot en met de derde reeks van wijzigingen (03).

(De verwijzingen in bovengenoemde punten 6, 7 en 8 naar de Reglementen 14, 16 en 21 dienen te worden gelezen als verwijzingen naar Richtlijn 76/115/EEG, deze richtlijn en Richtlijn 74/60/EEG.)

  • (1) 
    Overgenomen en gepubliceerd in het Publicatieblad.

BIJLAGE XVIII

VOORSCHRIFTEN VOOR DE INSTALLATIE VAN KINDERBEVEILIGINGSSYSTEMEN

De voorschriften voor de installatie van kinderbeveiligingssystemen zijn in bijlage 13 van de Geconsolideerde Resolutie R.E.3 van de Economische Commissie voor Europa van de Verenigde Naties, punt 5.2 en aanhangsel 2, vervat, die in het aanhangsel bij de onderhavige bijlage zijn opgenomen.

Aanhangsel 1

Onderstaande tekst verwijst naar bijlage 13 (punt 5.2 en aanhangsel 2) van de Geconsolideerde Resolutie R.E.3 (document TRANS/WP.29/78/Rev.1) van 11 augustus 1997 van de Economische Commissie voor Europa van de Verenigde Naties.

BIJLAGE 13

AANBEVELING INZAKE DE EISEN BETREFFENDE DE INSTALLATIE VAN VEILIGHEIDSGORDELS EN BEVESTIGINGSSYSTEMEN VOOR VOLWASSEN INZITTENDEN VAN MOTORVOERTUIGEN OP NAAR VOREN GERICHTE ZITPLAATSEN

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Aanhangsel 2

Eisen betreffende de installatie van kinderbeveiligingssystemen van de categorie "universeel" die met behulp van de veiligheidsgordels van het voertuig worden geïnstalleerd

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Figuur 1

Specificaties van de geleide-inrichting

>PIC FILE= "L_2000053NL.007401.EPS">

Figuur 2

Installatie van de geleide-inrichting op de voertuigzitplaats

(zie punt 2.6.1)

>PIC FILE= "L_2000053NL.007501.EPS">

Figuur 3

Compatibiliteitscontrole

(zie de punten 2.6.1 en 3.2)

>PIC FILE= "L_2000053NL.007601.EPS">"

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.