Besluit 2003/751 - Europese ziekteverzekeringskaart ter vervanging van de formulieren die in toepassing van de Verordeningen (EEG) nr. 1408/71 en (EEG) nr. 574/72 van de Raad gebruikt worden in verband met de toekenning van verstrekkingen bij tijdelijk verblijf in een andere lidstaat dan de bevoegOf Van de woonplaats (Voor de EER en de overeenkomst EU/Zwitserland relevante tekst.)

Inhoudsopgave

  1. Wettekst
  2. 32003D0751

1.

Wettekst

Avis juridique important

|

2.

32003D0751

2003/751/EG: Besluit nr. 189 van 18 juni 2003 tot invoering van een Europese ziekteverzekeringskaart ter vervanging van de formulieren die in toepassing van de Verordeningen (EEG) nr. 1408/71 en (EEG) nr. 574/72 van de Raad gebruikt worden in verband met de toekenning van verstrekkingen bij tijdelijk verblijf in een andere lidstaat dan de bevoegde staat of de staat van de woonplaats (Voor de EER en de overeenkomst EU/Zwitserland relevante tekst.)

Publicatieblad Nr. L 276 van 27/10/2003 blz. 0001 - 0003

Besluit nr. 189

van 18 juni 2003

tot invoering van een Europese ziekteverzekeringskaart ter vervanging van de formulieren die in toepassing van de Verordeningen (EEG) nr. 1408/71 en (EEG) nr. 574/72 van de Raad gebruikt worden in verband met de toekenning van verstrekkingen bij tijdelijk verblijf in een andere lidstaat dan de bevoegde staat of de staat van de woonplaats

(Voor de EER en de overeenkomst EU/Zwitserland relevante tekst)

(2003/751/EG)

DE ADMINISTRATIEVE COMMISSIE,

Gelet op artikel 81, onder a), van Verordening (EEG) nr. 1408/71 van de Raad van 14 juni 1971 betreffende de toepassing van de socialezekerheidsregelingen op werknemers en zelfstandigen, alsmede op hun gezinsleden, die zich binnen de Gemeenschap verplaatsen(1), op grond waarvan de Administratieve Commissie tot taak heeft alle administratieve vraagstukken voortvloeiende uit de bepalingen van Verordening (EEG) nr. 1408/71 en van latere verordeningen te behandelen,

Gelet op artikel 2, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 574/72 van de Raad van 21 maart 1972 tot vaststelling van de wijze van toepassing van Verordening (EEG) nr. 1408/71, betreffende de toepassing van de sociale zekerheidsregelingen op loontrekkenden en hun gezinnen, die zich binnen de Gemeenschap verplaatsen(2), op grond waarvan zij de modellen welke voor de toepassing van de verordeningen nodig zijn, vaststelt,

Gelet op artikel 117 van diezelfde verordening waarin bepaald is dat de Administratieve Commissie gehouden is de modellen van bewijsstukken, verklaringen, aangiften, aanvragen en andere documenten alsook de verrichtingen en methoden voor doorzending van de gegevens ten behoeve van de toepassing van de verordening en de toepassingsverordening aan te passen aan de nieuwe technieken inzake informatieverwerking,

Overwegende hetgeen volgt:

  • (1) 
    In het kader van Verordening (EEG) nr. 1408/71 geven de bestaande formulieren aan de personen op wie de verordening van toepassing is, recht op de terugbetaling van de kosten van de gezondheidszorgen die hen zijn verleend gedurende een tijdelijk verblijf in een andere lidstaat dan de bevoegde staat, of als het gepensioneerden betreft of gezinsleden die niet in dezelfde lidstaat wonen als de werkende, van de zorgen die zijn verleend in een andere lidstaat dan die van de woonplaats.
  • (2) 
    De Europese Raad van Barcelona van 15 en 16 maart 2002 heeft beslist dat "een Europees ziekteverzekeringsbewijs de formulieren die momenteel nodig zijn voor medische behandeling in een andere lidstaat zal vervangen. De Commissie zal daartoe voor de voorjaarsbijeenkomst van de Europese Raad in 2003 een voorstel indienen. Dat bewijs zal de procedures vereenvoudigen, zonder de bestaande rechten en plichten te wijzigen." (punt 34).
  • (3) 
    Aangezien de situatie op het gebied van gezondheids- en ziekteverzekeringskaarten in de lidstaten zeer verschillend is, moet de Europese ziekteverzekeringskaart (hierna "Europese kaart" genoemd) in een eerste fase worden ingevoerd in een formaat waarin alle gegevens die nodig zijn voor de toekenning en de terugbetaling van de verstrekkingen, met het blote oog leesbaar zijn. Deze gegevens mogen bovendien elektronisch op de kaart worden opgeslagen. In een volgende fase van de invoering van de Europese kaart wordt het gebruik van elektronische dragers trouwens veralgemeend.
  • (4) 
    De Europese kaart moet overeenstemmen met een door de Administratieve Commissie vastgelegd eenvormig model, hetgeen enerzijds de toegang tot de zorgen dient te vergemakkelijken en anderzijds kan helpen bij het voorkomen van onregelmatig gebruik van de kaart, misbruik en fraude.
  • (5) 
    De organen van de lidstaten stellen de geldigheidsduur vast van de door hen uitgereikte Europese kaarten. Bij het vaststellen van de geldigheidsduur wordt met name rekening gehouden met de verwachte duur van de aanspraken van de verzekerde.
  • (6) 
    Wanneer uitzonderlijke omstandigheden het de betrokkene onmogelijk maken een Europese kaart voor te leggen, wordt hem in de plaats daarvan een voorlopig ziekteverzekeringsbewijs van beperkte duur uitgereikt. Voorbeelden van "uitzonderlijke" omstandigheden zijn diefstal of verlies van de Europese kaart, of een vertrek binnen zo korte termijn, dat geen Europese kaart meer kan worden opgesteld.
  • (7) 
    De Administratieve Commissie beveelt aan om ook besluiten van het Gemengd Comité van de EER en van het Gemengd Comité EU-Zwitserland voor te bereiden, om rekening te houden met het feit dat de formulieren voor de toepassing van de Verordeningen (EEG) nr. 1408/71 en (EEG) nr. 574/72 betreffende de medische verstrekkingen bij tijdelijk verblijf in een andere dan de bevoegde lidstaat of de lidstaat van wonen, vervangen worden door een Europese kaart,

BESLUIT:

Artikel 1

De Europese ziekteverzekeringskaart (hieronder: "Europese kaart") zal geleidelijk in de plaats treden van de in toepassing van de Verordeningen (EEG) nr. 1408/71 en (EEG) nr. 574/72 vastgelegde formulieren voor de terugbetaling van de gezondheidszorg bij tijdelijk verblijf in een andere lidstaat dan de bevoegde staat of de staat van de woonplaats. De verschillende fasen van de vervanging van deze formulieren worden vastgelegd in opeenvolgende besluiten van de Administratieve Commissie voor de sociale zekerheid van migrerende werknemers.

Artikel 2

  • 1. 
    De geldigheidsduur van de Europese kaart wordt vastgelegd door het uitgevend orgaan.
  • 2. 
    Het orgaan van de verblijfplaats wordt in overeenstemming met de geldende bepalingen vergoed voor de zorgen die op basis van een geldige kaart zijn verleend.

Artikel 3

De Europese kaart kan ofwel in de vorm van een specifieke kaart worden uitgegeven, ofwel op de keerzijde van de in de lidstaten bestaande ziekteverzekeringskaarten worden aangebracht.

Artikel 4

De Europese kaart staat op naam en is individueel.

Artikel 5

Als uitzonderlijke omstandigheden het de verzekerde onmogelijk maken een Europese kaart voor te leggen, wordt hem een vervangend voorlopig ziekteverzekeringsbewijs uitgereikt.

Artikel 6

  • 1. 
    De Europese kaart en het voorlopig ziekteverzekeringsbewijs worden opgesteld volgens een specifiek model en beantwoorden aan de kenmerken en specificaties die bij besluit van de Administratieve Commissie voor de sociale zekerheid van migrerende werknemers zijn vastgelegd.
  • 2. 
    De Europese kaart bevat de volgende gegevens:
  • naam en voornaam van de kaarthouder;
  • persoonlijk identificatienummer van de kaarthouder of, als dat nummer niet bestaat, het persoonlijk identificatienummer van de verzekerde persoon waarvan de rechten van de kaarthouder zijn afgeleid;
  • geboortedatum van de kaarthouder;
  • datum van het verstrijken van de geldigheidsduur;
  • ISO-code van de lidstaat die de kaart heeft uitgereikt;
  • identificatienummer en acroniem van het bevoegd orgaan;
  • volgnummer van de kaart.

Artikel 7

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie. Het is van toepassing vanaf de eerste dag van de maand volgend op die van zijn bekendmaking.

De voorzitter van de Administratieve Commissie

Theodora Tsotsorou

  • (1) 
    PB L 149 van 5.7.1971, blz. 2. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1386/2001 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 187 van 10.7.2001, blz. 1).
  • (2) 
    PB L 74 van 27.3.1971, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 410/2002 van de Commissie (PB L 62 van 5.3.2002, blz. 17).

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.