Verordening 2004/1891 - Uitvoeringsbepalingen van Verordening 1383/2003 inzake het optreden van de douaneautoriteiten ten aanzien van goederen waarvan wordt vermoed dat zij inbreuk maken op bepaalde intellectuele-eigendomsrechten en inzake de maatregelen ten aanzien van goederen waarvan is vastgesteld dat zij inbreuk maken op dergelijke rechten - Hoofdinhoud
30.10.2004 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 328/16 |
VERORDENING (EG) Nr. 1891/2004 VAN DE COMMISSIE
van 21 oktober 2004
tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1383/2003 van de Raad inzake het optreden van de douaneautoriteiten ten aanzien van goederen waarvan wordt vermoed dat zij inbreuk maken op bepaalde intellectuele-eigendomsrechten en inzake de maatregelen ten aanzien van goederen waarvan is vastgesteld dat zij inbreuk maken op dergelijke rechten
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 1383/2003 van de Raad van 22 juli 2003 inzake het optreden van de douaneautoriteiten ten aanzien van goederen waarvan wordt vermoed dat zij inbreuk maken op bepaalde intellectuele-eigendomsrechten en inzake de maatregelen ten aanzien van goederen waarvan is vastgesteld dat zij inbreuk maken op dergelijke rechten (1), en met name op artikel 20,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Verordening (EG) nr. 1383/2003 heeft gemeenschappelijke regels ingevoerd die ten doel hebben een verbod in te stellen op het binnenbrengen, het in het vrije verkeer brengen, het verlaten van het douanegebied, de uitvoer, de wederuitvoer en het plaatsen onder een schorsingsregeling, in een vrije zone of in een vrij entrepot, van namaakgoederen of door piraterij verkregen goederen en de onwettige handel in deze goederen tegen te gaan zonder de vrijheid van het wettige handelsverkeer te hinderen. |
(2) |
Daar Verordening (EG) nr. 1383/2003 Verordening (EG) nr. 3295/94 van de Raad van 22 december 1994 houdende vaststelling van een aantal maatregelen betreffende het binnenbrengen in de Gemeenschap alsmede de uitvoer en wederuitvoer uit de Gemeenschap, van goederen die inbreuk maken op bepaalde intellectuele eigendomsrechten (2), heeft vervangen, dient Verordening (EG) nr. 1367/95 van de Commissie (3), waarbij de uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 3295/94 zijn vastgesteld, ook te worden vervangen. |
(3) |
Afhankelijk van de verschillende soorten intellectuele-eigendomsrechten dient een definitie te worden vastgesteld van de natuurlijke of rechtspersonen die vertegenwoordiger kunnen zijn van de houder van het recht of van elke persoon die gemachtigd is dit recht te gebruiken. |
(4) |
De in artikel 5, lid 5, tweede alinea, van Verordening (EG) nr. 1383/2003 voorgeschreven middelen tot bewijs van het intellectuele-eigendomsrecht dienen te worden vastgesteld. |
(5) |
Om te zorgen voor harmonisering en eenvormigheid van de inhoud en vorm van de formulieren voor de verzoeken om optreden en van de gegevens in deze formulieren zoals bepaald in het kader van artikel 5, leden 1 en 4, van Verordening (EG) nr. 1383/2003, dient een modelformulier te worden vastgesteld. Tevens moet de taalregeling die geldt voor het in artikel 5, lid 4, van genoemde verordening bedoelde verzoek om optreden worden vastgelegd. |
(6) |
Het soort gegevens dat het verzoek om optreden moet bevatten moet worden vastgelegd, zodat de douanediensten goederen die inbreuk op een intellectuele-eigendomsrecht kunnen maken, gemakkelijker kunnen herkennen. |
(7) |
Het soort verklaring moet worden omschreven waarmee de houder van het recht de aansprakelijkheid aanvaardt en die verplicht bij het verzoek om optreden moet worden gevoegd. |
(8) |
Ten behoeve van de rechtszekerheid moet de aanvang van de in artikel 13 van Verordening (EG) nr. 1383/2003 bedoelde termijnen worden vastgesteld. |
(9) |
Om enerzijds de Commissie in staat te stellen de daadwerkelijke toepassing van de bij Verordening (EG) nr. 1383/2003 vastgestelde procedure te volgen, het in artikel 23 van die verordening bedoelde verslag op te stellen en de fraudegevallen te kwantificeren en te kwalificeren, en anderzijds de lidstaten in staat te stellen een passende risicoanalyse in te voeren, moeten regels inzake gegevensuitwisseling tussen de lidstaten en de Commissie worden vastgesteld. |
(10) |
Deze verordening dient van toepassing te zijn met ingang van dezelfde datum als Verordening (EG) nr. 1383/2003. |
(11) |
De in deze verordening vervatte bepalingen zijn in overeenstemming met het advies van het comité douanewetboek, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Als vertegenwoordiger van de houder van het recht of van elke persoon die gemachtigd is dit recht te gebruiken in de zin van artikel 2, lid 2, onder b), van Verordening (EG) nr. 1383/2003, hierna „de basisverordening”, genoemd, kunnen natuurlijke personen en rechtspersonen optreden.
Tot de in de eerste alinea bedoelde personen behoren maatschappijen voor collectief beheer waarvan het enige doel of een van de voornaamste doelen het beheren of administreren van auteursrechten of naburige rechten van het auteursrecht is, groeperingen of hun vertegenwoordigers die een verzoek tot registratie van een beschermde benaming van oorsprong of een beschermde geografische aanduiding hebben ingediend, alsmede kwekers.
Artikel 2
-
1.Wanneer de houder van het recht zelf een verzoek om optreden in de zin van artikel 5, lid 1, van de basisverordening indient, is het in artikel 5, lid 5, tweede alinea, van de basisverordening bedoelde bewijs:
a) |
voor rechten die worden geregistreerd of gedeponeerd, een bewijs van registratie door het betrokken kantoor of van het depot; |
b) |
voor auteursrechten, naburige rechten of rechten inzake tekeningen of modellen die niet zijn geregistreerd of niet zijn gedeponeerd, elk bewijsmiddel waaruit de hoedanigheid van auteur of oorspronkelijke houder blijkt. |
Als in de eerste alinea, onder a), bedoeld bewijs kan een afschrift van registratie in een gegevensbank van nationale of internationale kantoren worden beschouwd.
Voor de beschermde benamingen van oorsprong en beschermde geografische aanduidingen bevat het in de eerste alinea, onder a), bedoelde bewijs bovendien het bewijs dat de houder van het recht de producent of de groepering is en het bewijs dat de benaming of aanduiding geregistreerd is. De onderhavige alinea is van overeenkomstige toepassing op wijn en gedistilleerde dranken.
-
2.Wanneer het verzoek om optreden wordt ingediend door elke andere persoon die gemachtigd is de in artikel 2, lid 1, van de basisverordening bedoelde rechten te gebruiken, is het bewijs, behoudens de in lid 1 van dit artikel bedoelde bewijzen, de titel krachtens welke die persoon gemachtigd is het betrokken recht te gebruiken.
-
3.Wanneer het verzoek om optreden wordt ingediend door een vertegenwoordiger van de houder van het recht of van elke andere persoon die gemachtigd is één van de in artikel 2, lid 2, van de basisverordening bedoelde rechten te gebruiken, is het bewijs, behoudens de in lid 1, van dit artikel bedoelde bewijzen, een bewijs van zijn handelingsbevoegdheid.
De in de eerste alinea bedoelde vertegenwoordiger moet de in artikel 6 van de basisverordening voorgeschreven verklaring overleggen die door de in de leden 1 en 2 van het onderhavige artikel bedoelde personen is ondertekend, of een stuk volgens hetwelk hij gemachtigd is overeenkomstig artikel 6 van de basisverordening alle kosten te betalen die uit een douaneoptreden in hun naam voortvloeien.
Artikel 3
-
1.De documenten waarop de in artikel 5, leden 1 en 4, van de basisverordening bedoelde verzoeken om optreden zijn gesteld, de in de leden 7 en 8 van genoemd artikel bedoelde besluiten en de in artikel 6 van de basisverordening voorgeschreven verklaring dienen met de in de bijlagen bij de onderhavige verordening opgenomen formulieren in overeenstemming te zijn.
De formulieren worden met behulp van elektronische of mechanische middelen ingevuld of, op duidelijk leesbare wijze, met de hand; in laatstgenoemd geval moeten zij met inkt en in drukletters worden ingevuld. Ongeacht de gebruikte werkwijze mogen daarin geen doorhalingen, verbeteringen of andere wijzigingen voorkomen. Indien het formulier elektronisch wordt ingevuld, dient het de verzoeker elektronisch ter beschikking te worden gesteld op één of meer voor het publiek rechtstreeks toegankelijke sites. Het formulier kan vervolgens met behulp van particuliere afdrukmiddelen worden vermenigvuldigd.
Wanneer stukken worden bijgevoegd als bedoeld in de vakken 8, 9, 10 en 11 van het formulier waarop het in artikel 5, lid 1, van de basisverordening bedoelde verzoek om optreden wordt gesteld of als bedoeld in de vakken 7, 8, 9 en 10 van het formulier waarop het in artikel 5, lid 4, van de basisverordening bedoelde verzoek om optreden wordt gesteld, worden deze stukken geacht deel uit te maken van het formulier.
-
2.De formulieren betreffende het in artikel 5, lid 4, bedoelde verzoek om optreden worden gedrukt en ingevuld in een van de officiële talen van de Gemeenschap, die wordt aangewezen door de bevoegde autoriteiten van de lidstaat waarin het verzoek om optreden moet worden ingediend, en gaan eventueel vergezeld van een vertaling.
-
3.Het formulier bestaat uit twee exemplaren:
a) |
een exemplaar met het nummer 1 voor de lidstaat waarin het verzoek wordt ingediend, |
b) |
een exemplaar met het nummer 2 voor de houder van het recht. |
Het formulier wordt, naar behoren ingevuld en ondertekend en vergezeld van het aantal uittreksels dat overeenkomt met het aantal in vak 6 van het formulier genoemde lidstaten, alsmede van de in de vakken 8, 9 en 10 bedoelde bewijsstukken, bij de bevoegde douaneautoriteit ingediend en wordt door deze dienst nadat hij het heeft aanvaard, gedurende ten minste een jaar na het verstrijken van de wettelijke geldigheidsduur bewaard.
Alleen in het geval waarin het uittreksel van een besluit waarbij een verzoek om optreden wordt ingewilligd, gericht is tot een lidstaat of tot lidstaten die overeenkomstig artikel 5, lid 4, van de basisverordening moet of moeten optreden, dient de lidstaat die dit uittreksel ontvangt terstond het deel „ontvangstbewijs”, in te vullen door vermelding van de datum van ontvangst en een kopie van dit uittreksel terug te zenden aan de in vak 2 van het formulier vermelde bevoegde autoriteit.
De houder van het recht kan gedurende de geldigheidsduur van zijn verzoek om communautair optreden, bij de lidstaat waarin dit verzoek is ingediend, om een optreden in een nieuwe, nog niet eerder genoemde lidstaat verzoeken. In dat geval is de geldigheidsduur van het nieuwe verzoek de overblijvende duur van het aanvankelijke verzoek en kan deze geldigheidsduur, op de voor het laatstgenoemde verzoek geldende voorwaarden, worden verlengd.
Artikel 4
Voor de toepassing van artikel 5, lid 6, van de basisverordening kunnen de plaats van vervaardiging of productie, het distributienet of de naam van licentiehouders en andere gegevens worden opgevraagd door de dienst die de verzoeken om optreden ontvangt en behandelt, teneinde het technische onderzoek van de goederen te vergemakkelijken.
Artikel 5
Wanneer een verzoek om optreden overeenkomstig artikel 4, lid 1, van de basisverordening binnen de termijn van drie werkdagen is ingediend, beginnen de in de artikelen 11 en 13 van de basisverordening genoemde termijnen pas te lopen op de dag volgende op die van de aanvaarding van dit verzoek door de hiertoe aangewezen douaneautoriteit.
Wanneer de douaneautoriteit overeenkomstig artikel 4, lid 1, van de basisverordening de aangever of de houder in kennis stelt van de opschorting van de vrijgave of van het vasthouden van de goederen waarvan wordt vermoed dat zij inbreuk op een intellectuele-eigendomsrecht maken, doet alleen de kennisgeving aan de houder van het recht de termijn van drie werkdagen ingaan.
Artikel 6
Wanneer het verzoek om optreden betrekking heeft op aan bederf onderhevige goederen, wordt de procedure voor de opschorting van de vrijgave of voor het vasthouden van de goederen bij voorrang ingeleid ten aanzien van goederen waarvoor vooraf een verzoek om optreden is ingediend.
Artikel 7
-
1.Bij toepassing van artikel 11, lid 2, van de basisverordening stelt de houder van het recht de douaneautoriteit ervan in kennis, dat een procedure is ingeleid om te bepalen of volgens nationaal recht een intellectuele-eigendomsrecht is geschonden. Tenzij het gaat om aan bederf onderhevige goederen, kan, wanneer het resterende deel van de in artikel 13, lid 1, eerste alinea, van de basisverordening bepaalde termijn niet voldoende is voor het verzoeken om een dergelijke procedure, deze termijn op grond van artikel 13, lid 1, tweede alinea, worden verlengd.
-
2.Wanneer op grond van artikel 11 van de basisverordening tevoren reeds een verlenging van tien werkdagen is toegekend, kan op grond van artikel 13 van die verordening geen verlenging meer worden toegekend.
Artikel 8
-
1.Elke lidstaat deelt de Commissie zo spoedig mogelijk de gegevens mede over de in artikel 5, lid 2, van de basisverordening bedoelde douanedienst die bevoegd is de verzoeken om optreden van houders van rechten in ontvangst te nemen en te behandelen.
-
2.Aan het einde van elk kalenderjaar doet elke lidstaat de Commissie de lijst toekomen van alle in artikel 5, leden 1 en 4, van de basisverordening bedoelde schriftelijke verzoeken, onder opgave van de naam en het adres van de houder van het recht, het soort recht waarvoor het verzoek is ingediend alsmede een beknopte omschrijving van de betrokken goederen. Niet aanvaarde verzoeken moeten eveneens worden vermeld.
-
3.In de maand volgende op het einde van elk kwartaal doen de lidstaten de Commissie een lijst voor elke soort goederen toekomen met nauwkeurige gegevens over de gevallen waarin de vrijgave van de goederen is opgeschort of goederen zijn vastgehouden. Deze gegevens omvatten:
a) |
de naam van de houder van het recht, de omschrijving van de goederen en indien bekend, de oorsprong, de plaats van verzending en de bestemming van de goederen alsook de naam van het intellectuele-eigendomsrecht waarop inbreuk is gemaakt; |
b) |
de hoeveelheid per stuk van de goederen waarvan de vrijgave is opgeschort of die zijn vastgehouden, de douanesituatie ervan, het soort intellectuele-eigendomsrecht waarop inbreuk is gemaakt en het gebruikte vervoermiddel; |
c) |
of het een handelszending dan wel een zending van een particuliere reiziger betreft en of het een procedure betreft die na een verzoek om optreden dan wel ambtshalve is ingeleid. |
-
4.De lidstaten kunnen de Commissie, wanneer zij dit wensen, ook gegevens doen toekomen over de werkelijke of veronderstelde waarde van de goederen waarvan de vrijgave is opgeschort of die zijn vastgehouden.
-
5.De Commissie deelt de lidstaten aan het einde van elk jaar de gegevens mede die zij op grond van de leden 1 tot en met 4 heeft ontvangen.
-
6.De Commissie maakt in de C-reeks van het Publicatieblad van de Europese Unie de lijst van de in artikel 5, lid 2, van de basisverordening bedoelde douanediensten bekend.
Artikel 9
Vóór 1 juli 2004 ingediende verzoeken om optreden blijven geldig tot hun wettige vervaldatum en kunnen niet worden verlengd. Zij moeten evenwel worden vervolledigd door de in artikel 6 van de basisverordening bedoelde verklaring waarvan het model in de bijlagen bij de onderhavige verordening is opgenomen. Op grond van deze verklaring kan de eventueel gestelde zekerheid worden vrijgegeven.
Wanneer de bevoegde autoriteit voor 1 juli 2004 is aangezocht om ten gronde te beslissen en de procedure op die datum nog steeds aanhangig is, wordt de zekerheid eerst na de beëindiging van de procedure vrijgegeven.
Artikel 10
Verordening (EG) nr. 1367/95 wordt ingetrokken. Verwijzingen naar de ingetrokken verordening gelden als verwijzingen naar de onderhavige verordening.
Artikel 11
Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Zij is van toepassing met ingang van 1 juli 2004.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 21 oktober 2004.
Voor de Commissie
Frederik BOLKESTEIN
Lid van de Commissie
-
PB L 341 van 30.12.1994, blz. 8. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 806/2003 (PB L 122 van 16.5.2003, blz. 1).
-
PB L 133 van 17.6.1995, blz. 2. Verordening laatstelijk gewijzigd bij de Toetredingsakte van 2003.
BIJLAGE I
BIJLAGE I-A
AANWIJZINGEN VOOR HET INVULLEN VAN HET FORMULIER
-
I.VERPLICHTE INFORMATIE OVER HET RECHT EN DE HANDELINGSBEVOEGDHEID
a) |
bij een verzoek dat wordt ingediend door de houder van het recht:
|
b) |
bij een verzoek dat wordt ingediend door een andere, in artikel 2, lid 2, onder b), bedoelde persoon die gemachtigd is één van de in artikel 2, lid 1, onder a), b), of c), van de basisverordening genoemde rechten te gebruiken: behalve het bewijs dat is vereist volgens punt a) hierboven, het document waarbij deze persoon wordt gemachtigd het recht te gebruiken. |
c) |
bij een verzoek dat wordt ingediend door een vertegenwoordiger van de houder van het recht of door een vertegenwoordiger van een in artikel 2, lid 2, onder a) of b), bedoelde persoon die gemachtigd is één van de in artikel 2, lid 1, onder a), b) of c), van de basisverordening genoemde rechten te gebruiken: behalve de bewijzen die zijn vereist volgens de punten a) en b) hierboven, het bewijs van de handelingsbevoegdheid van de vertegenwoordiger. De natuurlijke persoon of rechtspersoon die vak 3 invult, moet dezelfde persoon zijn als die welke de in vak 11 bedoelde verklaring afgeeft |
d) |
Vak 5 bevat alle geografische aanduidingen. Met beschermde oorsprongsbenaming en beschermde geografische aanduiding worden de officiële benaming en aanduiding bedoeld overeenkomstig Verordening (EEG) nr. 2081/92 van de Raad (PB L 208 van 24.7.1992, blz. 1), Verordening (EG) nr. 1107/96 van de Commissie (PB L 148 van 21.6.1996, blz. 1) en Verordening (EG) nr. 2400/96 van de Commissie (PB L 327 van 18.12.1996, blz. 11). Met „geografische benaming voor gedistilleerde dranken” is de officiële benaming bedoeld overeenkomstig Verordening (EEG) nr. 1576/89. Zowel individuele producenten als groepen, of hun vertegenwoordigers, kunnen een verzoek indienen. |
e) |
Wanneer het verzoek betrekking heeft op een beschermde oorsprongsbenaming of een beschermde geografische aanduiding moet deze zijn geregistreerd en zijn nadere gegevens vereist. |
II. WAT MOET HET VERZOEK OM OPTREDEN BEVATTEN?
Een verzoek om optreden kan door de houder van het recht — kosteloos — worden gebruikt hetzij als preventieve maatregel hetzij omdat hij redenen heeft om aan te nemen dat zijn intellectuele-eigendomsrecht wordt of waarschijnlijk zal worden geschonden. Het verzoek moet alle gegevens bevatten die nodig zijn om de betrokken goederen voor de douane gemakkelijk herkenbaar te maken, met name:
— |
een nauwkeurige technische beschrijving van de goederen, |
— |
indien beschikbaar, gegevens over het soort fraude of het fraudepatroon, |
— |
naam en adres van de door de houder van het recht aangewezen contactpersoon, |
— |
de verklaring van de indiener van het verzoek, als bedoeld in artikel 6 van de basisverordening, en het bewijs dat de indiener van het verzoek houder is van het recht ten aanzien van de betrokken goederen. |
— |
Onmiddellijk na ontvangst van de kennisgeving die de douane hem overeenkomstig artikel 4 (ambtshalve) of artikel 9 heeft toegezonden, moet de houder van het recht het ontvangstbewijs terugzenden. De wettelijke termijnen (3-10 werkdagen) gaan in op de dag van ontvangst van de kennisgeving. De houder van het recht moet de ontvangst van de kennisgeving onmiddellijk bevestigen zodra de douane contact met hem heeft opgenomen. |
— |
„Werkdagen” in de zin van de basisverordening (zie Verordening (EEG, Euratom) nr. 1182/71 van de Raad (PB L 124 van 8.6.1971, blz. 1) zijn alle dagen die geen feestdagen, zaterdagen of zondagen zijn. Bij de berekening van de werkdagen overeenkomstig artikel 4 en artikel 13 wordt de dag van ontvangst van de kennisgeving niet meegerekend. De termijnen gaan derhalve in op de dag na ontvangst van de kennisgeving. |
Het verzoek om optreden kan elektronisch worden ingediend indien een systeem voor elektronische gegevensuitwisseling beschikbaar is. In alle andere gevallen moet het formulier machinaal, of op leesbare wijze met de hand, zonder doorhalingen of overschrijvingen, worden ingevuld.
III. HOE MOET EEN VERZOEK OM OPTREDEN WORDEN INGEDIEND?
De houder van het recht moet het verzoek om optreden indienen bij de instantie die in vak 2 van het formulier is vermeld. Deze neemt het verzoek in behandeling en deelt de indiener van het verzoek binnen 30 werkdagen schriftelijk haar besluit mede. Een afwijzend besluit moet met redenen zijn omkleed en de indiener van het verzoek kan hiertegen in beroep gaan. De periode gedurende welke de douane optreedt bedraagt één jaar, welke periode jaarlijks kan worden verlengd.
IV. UITLEG BIJ DE VOORNAAMSTE IN TE VULLEN VAKKEN
Vak 3: Naam, adres en hoedanigheid van de indiener van het verzoek. De indiener van het verzoek in de zin van artikel 2, lid 2, kan de houder van het recht zelf zijn, een persoon die gemachtigd is het intellectuele-eigendomsrecht te gebruiken of een vertegenwoordiger.
Vak 4: Hoedanigheid van de verzoeker. Aankruisen wat van toepassing is.
Vak 5: Soort recht waarop het verzoek betrekking heeft. Aankruisen wat van toepassing is.
Vakken 6 en 7: Gegevens over de contactpersoon die zich bezighoudt met de administratieve aspecten moeten in vak 6 worden ingevuld. Vak 7 is bestemd voor de gegevens over de persoon waarmee de douane in contact kan treden om de technische gegevens van de vastgehouden goederen te bespreken. De betrokken personen moeten gemakkelijk bereikbaar zijn.
Vak 8, 9, 12: Vak 8 is bestemd voor nauwkeurige gegevens aan de hand waarvan de douane de authentieke goederen kan identificeren alsmede voor gegevens over het soort fraude of het fraudepatroon (documenten, foto’s, enz.) waarover de houder van het recht beschikt.
De gegevens moeten zo gedetailleerd mogelijk zijn zodat de douane verdachte zendingen met behulp van risicoanalysetechnieken op eenvoudige en doeltreffende wijze kan identificeren.
Aan de hand van de gegevens die in deze vakken worden gevraagd moet de douane meer inzicht kunnen verkrijgen in verdachte goederen en in de illegale handel. Er kunnen ook andere gegevens worden verstrekt ter ondersteuning van de gevraagde gegevens, zoals waarde, exclusief belastingen, van de authentieke goederen, de plaats waar de verdachte goederen zich bevinden of waarheen zij zullen worden vervoerd, de kenmerken van de zending of van de colli, de voorziene datum van aankomst of vertrek van de goederen, de gebruikte vervoermiddelen, de importeur, exporteur of houder van de goederen.
Vak 11: De natuurlijke persoon of rechtspersoon die vak 3 invult moet dezelfde persoon zijn als die welke de in vak 11 bedoelde verklaring afgeeft.
Vak 13: Door het plaatsen van zijn handtekening in dit vak, aanvaardt de houder van het recht de voorwaarden van de verordening en zijn verplichtingen.
BIJLAGE I-B
VERKLARING OVEREENKOMSTIG ARTIKEL 6 VAN VERORDENING (EG) Nr. 1383/2003 VAN DE RAAD
Ondergetekende …
zoals uit bijgevoegde documenten blijkt houder van een intellectuele-eigendomsrecht in de zin van artikel 2, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1383/2003, hierna „de basisverordening” genoemd, aanvaardt hierbij overeenkomstig artikel 6 van die verordening de aansprakelijkheid jegens personen die betrokken zijn bij een in artikel 1, lid 1, van de basisverordening bedoelde situatie wanneer de overeenkomstig de basisverordening ingeleide procedure niet wordt voortgezet ingevolge een handeling of verzuim van hemzelf of wanneer achteraf wordt vastgesteld dat de betrokken goederen geen inbreuk maken op een intellectuele-eigendomsrecht.
— |
De ondergetekende stemt er eveneens mee in alle kosten te betalen die overeenkomstig de basisverordening voortvloeien uit het douanetoezicht uit hoofde van artikel 9 en, indien van toepassing, artikel 11, met inbegrip van de kosten die voortvloeien uit het vernietigen van goederen waarvan is vastgesteld dat zij inbreuk maken op een intellectuele-eigendomsrecht overeenkomstig artikel 17. |
— |
De ondergetekende bevestigt kennis te hebben genomen van artikel 12 van de basisverordening en verbindt zich ertoe de in artikel 5, lid 2, bedoelde douanedienst in kennis te stellen van de wijziging of het verlies van zijn intellectuele-eigendomsrecht. |
Gedaan te … op …/…/20…
…
(Handtekening)
BIJLAGE I-C
NAAM EN ADRES VAN DIENSTEN WAARBIJ VERZOEKEN OM OPTREDEN KUNNEN WORDEN INGEDIEND
BELGIË
Monsieur le Directeur général des douanes et accises |
Service „Gestion des Groupes cibles” — Direction 1 (Contrefaçon-Piraterie) |
Boîte 37 Boulevard du Jardin Botanique 50 |
B-1010 Bruxelles |
Téléphone (32-2) 210 31 38 |
Télécopieur (32-2) 210 32 13 |
Courrier électronique: org.contr.reg.div@minfin.fed.be |
De heer Directeur-generaal van de Administratie der Douane en Accijnzen Dienst |
Diverse regelingen |
Directie 1 „Namaak en Piraterij” |
Rijksadministratief Centrum |
Financietoren bus 37 Kruidtuinlaan 50 |
B-1010 Brussel |
Tel.: (32-2) 210 31 38 |
Fax: (32-2) 210 32 13 |
E-mail: org.contr.reg.div@minfin.fed.be |
DENEMARKEN
Central Customs and Tax Administration |
Customs Control |
Østbanegade 123 |
DK-2100 Copenhagen |
Tel. +45 72379000 |
Fax: +45 72372917 |
E-mail: toldskat@toldskat.dk |
Internet: www.erhverv.toldskat.dk |
DUITSLAND
Oberfinanzdirektion Nürnberg Zentralstelle Gewerblicher Rechtsschutz |
Sophienstraße 6 |
D-80333 München |
Tel.: (49-89) 59 95 (23 49) |
Fax: (49-89) 59 95 23 17 |
E-mail: zgr@ofdm.bfinv.de |
Internet: www.zoll.de/e0_downloads/b0_vordrucke/e0_vub/index.html |
SPANJE
Departamento de Aduanas e Impuestos Especiales |
Subdirección General de Gestión Aduanera |
Avenida del Llano Castellano 17 |
E-28071 Madrid |
Tel.: (34) 917 28 98 54 |
Fax: (34) 917 29 12 00 |
FRANKRIJK
Direction générale des douanes |
Bureau E4 — Section de la propriété intellectuelle |
8 rue de la Tour des dames |
F-75436 Paris Cedex 09 |
Téléphone (33-1) 55 07 48 60 |
Télécopieur (33-1) 55 07 48 66 |
IERLAND
Office of the Revenue Commissioners |
Customs Branch |
Unit 2 |
Government Offices |
Nenagh |
Co Tipperary |
Ireland |
Tel.: (353 67 63238) |
Fax: (353 67 32381) |
E-mail: tariff@revenue.ie |
Internet: www.revenue.ie |
ITALIË
Agenzia Delle Dogane |
Ufficio Antifrode |
Via Mario Carucci, 71 |
I-00144 Roma |
Tel.: (39-6) 50 24 20 81 — 50 24 65 96 |
Fax: (39-6) 50 95 73 00 — 50 24 20 21 |
E-mail: dogane.antifrode@agenziadogane.it |
LUXEMBURG
Direction des douanes et accises |
Division „Attributions Sécuritaires” |
Boîte postale 1605 |
L-1016 Luxembourg |
Téléphone (352) 29 01 91 |
Télécopieur (352) 49 87 90 |
NEDERLAND
Douane-Noord/kantoor Groningen, afdeling IER |
P.O. Box 380 |
9700 AJ Groningen |
Nederland |
Tel. +31 50 5232175 |
Fax: +31 50 5232176 |
E-mail: Douane.hier@tiscalimail.nl |
Internet: www.douane.nl |
OSTENRIJK
Zollamt Villach |
Competence Center Gewerblicher Rechtsschutz |
Ackerweg 19 |
A-9500 Villach |
Tel.: (43) 42 42 30 28-(39, 41 o 52) |
Fax: (43) 42 42 30 28-71 oder 73 |
E-mail: post.425-pdp.zaktn@bmf.gv.at |
PORTUGAL
Ministério das Finanças |
Direcção-Geral das Alfândegas e dos Impostos |
Especiais sobre o Consumo |
Direcção de Servicos de Regulação Aduaneira |
Rua da Alfândega, n.o 5 R/C |
P-1149-006 Lisboa |
Tel.: +351 21 881 3890 |
Fax: +351 21 881 3984 |
E-mail: dsra@dgaiec.min-financas.pt |
Internet: www.dgaiec.min-financas.pt |
FINLAND
Tullihallitus |
Valvontaosasto |
PL 512 |
FI-00101 Helsinki |
Tel.: (358) 20 492 27 48 |
Fax: (358) 20 492 26 69 |
Enforcement Department |
National Board of Customs |
Box 512 |
FI-00101 Helsinki |
ZWEDEN
Tullverkets huvudkontor |
Handelsenheten |
Box 12854 |
S-112 98 Stockholm |
Tel.: (46) 771 520 520 |
Fax: (46-8) 405 05 50 |
Vanaf juli 2004 is het adres:
Tullverket |
Kc Ombud |
Specialistenheten |
Box 850 |
S-201 80 Malmö |
Tel.: (46) 771 520 520 |
Fax: (46-40) 661 30 13 |
Internet: www.tullverket.se |
VERENIGD KONINKRIJK
HM Customs & Excise |
CITOPS 1st Floor West |
Alexander House |
21 Victoria Avenue |
Southend-on-Sea |
Essex SS99 IAA |
United Kingdom |
Tel.: +44 1702 367221 |
Fax: +44 1702 366825 |
Internet: www.hmce.gov.uk |
GRIEKENLAND
ATTIKA CUSTOMS DISTRICT |
Pl. Ag. Nikolaou |
GR-18510 Pireas |
Tel.: (+30 210) 4282461, 4515587 |
Fax: (+30 210) 451 10 09 |
Internet: www.e-oikonomia.gr |
SLOWAKIJE
Customs Directorate of the Slovak Republic |
Mierova 23 |
SK-815 11 Bratislava |
Tel.: +421 2 48273101 |
Fax: +421 2 43336448 |
Internet: www.colnasprava.sk |
ESTLAND
Maksu- ja Tolliamet |
Narva mnt 9j |
EE-15176 Tallinn |
Tel.: +372 683 5700 |
Fax: +372 683 5709 |
E-mail: toll@customs.ee |
LITOUWEN
Customs Department under the Ministry of Finance of the Republic of Lithuania |
|
LT-2600 Vilnius |
Tel.: +370 5 2666111 |
Fax: +370 5 2666005 |
TSJECHISCHE REPUBLIEK
CUSTOMS DIRECTORATE HRADEC KRALOVE |
ul. Bohuslava Martinu 1672/8a |
P.O.BOX 88 |
CZ-501 01 HRADEC KRALOVE |
Tel: 00420 49 5756 111, 00420 495756214, 00420 495756267 |
Fax: 00420 49 5756 200 |
E-mail: posta0601@cs.mfcr.cz |
Internet: www.cs.mfcr.cz |
ΜΑLTA
Director General of Customs |
Customs House |
Lascaris Wharf Valletta, |
Tel.: +356 25685101 |
Fax: +356 25685243 |
E-mail: carmel.v.portelli@gov.mt |
Internet: www.customs.business-line.com/ |
SLOVENIË
Customs Administration of Republic of Slovenia |
General Customs Directorate |
Šmartinska 55 |
SLO-1523 Ljubljana |
Tel.: +386 1 478 38 00 |
Fax: +386 1 478 39 04 |
E-mail: ipr.curs@gov.si |
CYPRUS
Customs Headquarters |
Address: M. Karaoli |
1096 Nicosia |
Cyprus |
Postal address: |
Customs Headquarters |
1440 Nicosia |
Cyprus |
Tel.: 00357-22-601652, 00357-22-601858 |
Fax: 00357-22-602769 |
E-mail: headquarters@customs.mof.gov.cy |
LETLAND
Intellectual Property Rights Subdivision |
Enforcement Division |
National Customs Board |
State Revenue Service |
Republic of Latvia |
Kr. Valdemara Street 1a |
LV-1841 Riga |
Tel.: +371 7047442, +371 7047400 |
Fax: +371 7047440 |
E-mail: customs@dep.vid.gov.lv |
Internet: www.vid.gov.lv |
HONGARIJE
|
Dirección: H-1143, Budapest |
Hungária krt. 112-114. |
Dirección postal: |
H-1591 Budapest |
Pf. 310. |
Tel.: +361 470-42-60 +361 470-42-61 |
Fax: +361 470-42-78 +361 470-42-79 |
E-mail: vh17000@mail.vpop.hu |
POLEN
The Customs Chamber in Warsaw |
Str. Modlińska 4 |
PL-03 216 Warsaw |
Tel.: +48 22 5104611 |
Fax: +48 22 8115745 |
BIJLAGE II
BIJLAGE II-A
AANWIJZINGEN VOOR HET INVULLEN VAN HET FORMULIER
-
I.VERPLICHTE INFORMATIE OVER HET RECHT EN DE HANDELINGSBEVOEGDHEID
a) |
bij een verzoek dat wordt ingediend door de houder van het recht:
|
b) |
bij een verzoek dat wordt ingediend door een andere, in artikel 2, lid 2, onder b), bedoelde persoon die gemachtigd is één van de in artikel 2, lid 1, onder a), b), of c), van de basisverordening genoemde rechten te gebruiken: behalve het bewijs dat is vereist volgens punt a) hierboven, het document waarbij deze persoon wordt gemachtigd het recht te gebruiken. |
c) |
bij een verzoek dat wordt ingediend door een vertegenwoordiger van de houder van het recht of door een vertegenwoordiger van een in artikel 2, lid 2, onder a) of b), bedoelde persoon die gemachtigd is één van de in artikel 2, lid 1, onder a), b) of c), van de basisverordening genoemde rechten te gebruiken: behalve de bewijzen die zijn vereist volgens de punten a) en b) hierboven, het bewijs van de handelingsbevoegdheid van de vertegenwoordiger. De natuurlijke persoon of rechtspersoon die vak 3 invult moet dezelfde persoon zijn als die welke de in vak 10 bedoelde verklaring afgeeft |
d) |
Vak 5 bevat alle geografische aanduidingen. Met beschermde oorsprongsbenaming en beschermde geografische aanduiding worden de officiële benaming en aanduiding bedoeld overeenkomstig Verordening (EEG) nr. 2081/92, Verordening (EG) nr. 1107/96 en Verordening (EG) nr. 2400/96. Onder „geografische aanduidingen voor wijnen” wordt verstaan de officiële termen volgens Verordening (EG) nr. 1493/1999. Met „geografische benaming voor gedistilleerde dranken” is de officiële benaming bedoeld overeenkomstig Verordening (EEG) nr. 1576/89. Zowel individuele producenten als groepen, of hun vertegenwoordigers, kunnen een verzoek indienen. |
e) |
Wanneer het verzoek betrekking heeft op een beschermde oorsprongsbenaming of een beschermde geografische aanduiding moet deze zijn geregistreerd en zijn nadere gegevens vereist. |
II. WAT MOET HET VERZOEK OM OPTREDEN BEVATTEN?
(Art. 5, lid 4: „Wanneer de verzoeker houder is van een Gemeenschapsmerk, een Gemeenschapsrecht inzake tekeningen of modellen, een communautair kwekersrecht, een communautaire oorsprongsbenaming, een geografische aanduiding of benaming, kan hij naast het optreden van de douaneautoriteiten van de lidstaat waar het verzoek wordt ingediend, om het optreden van de douaneautoriteiten van een of meer andere lidstaten verzoeken”.).
Een verzoek om optreden kan door de houder van het recht — kosteloos — worden gebruikt hetzij als preventieve maatregel hetzij omdat hij redenen heeft om aan te nemen dat zijn intellectuele-eigendomsrecht wordt of waarschijnlijk zal worden geschonden. Het verzoek moet alle gegevens bevatten die nodig zijn om de betrokken goederen voor de douane gemakkelijk herkenbaar te maken, met name:
— |
een nauwkeurige technische beschrijving van de goederen, |
— |
indien beschikbaar, gegevens over het soort fraude of het fraudepatroon, |
— |
naam en adres van de door de houder van het recht aangewezen contactpersoon, |
— |
de verklaring van de indiener van het verzoek, als bedoeld in artikel 6 van de basisverordening, en het bewijs dat de indiener van het verzoek houder is van het recht ten aanzien van de betrokken goederen. |
Het verzoek om optreden kan elektronisch worden ingediend indien een systeem voor elektronische gegevensuitwisseling beschikbaar is. In alle andere gevallen moet het formulier machinaal, of op leesbare wijze met de hand, zonder doorhalingen of overschrijvingen, worden ingevuld.
— |
Onmiddellijk na ontvangst van de kennisgeving die de douane hem overeenkomstig artikel 4 (ambtshalve) of artikel 9 heeft toegezonden, moet de houder van het recht het ontvangstbewijs terugzenden. De wettelijke termijnen (3 werkdagen — 10 werkdagen) gaan in op de dag van ontvangst van de kennisgeving. De houder van het recht moet de ontvangst van de kennisgeving onmiddellijk bevestigen zodra de douane contact met hem heeft opgenomen. |
— |
„Werkdagen” in de zin van de basisverordening (zie Verordening (EEG) nr. 1182/71) zijn alle dagen die geen feestdagen, zaterdagen of zondagen zijn. Bij de berekening van de werkdagen overeenkomstig artikel 4 en artikel 13 wordt de dag van ontvangst van de kennisgeving niet meegerekend. De termijnen gaan derhalve in op de dag na ontvangst van de kennisgeving. |
III. HOE MOET EEN VERZOEK OM OPTREDEN WORDEN INGEDIEND?
De houder van het recht moet het verzoek om optreden indienen bij de instantie die in vak 2 van het formulier is vermeld. Deze neemt het verzoek in behandeling en deelt de indiener van het verzoek binnen 30 werkdagen schriftelijk haar besluit mede. Een afwijzend besluit moet met redenen zijn omkleed en de indiener van het verzoek kan hiertegen in beroep gaan. De periode gedurende welke de douane optreedt bedraagt één jaar, welke periode jaarlijks kan worden verlengd.
IV. UITLEG BIJ DE VOORNAAMSTE IN TE VULLEN VAKKEN
Vak 3: Naam, adres en hoedanigheid van de indiener van het verzoek. De indiener van het verzoek in de zin van artikel 2, lid 2, kan de houder van het recht zelf zijn, een persoon die gemachtigd is het intellectuele-eigendomsrecht te gebruiken of een vertegenwoordiger.
De natuurlijke persoon of rechtspersoon die vak 3 invult moet dezelfde persoon zijn als die welke de in vak 11 bedoelde verklaring afgeeft
Vak 4: Hoedanigheid van de verzoeker. Aankruisen wat van toepassing is.
Vak 5: Soort recht waarop het verzoek betrekking heeft. Aankruisen wat van toepassing is.
Vak 6: De lidsta(a)t(en) aankruisen waarvoor om een optreden door de douane wordt verzocht. Aangeraden wordt een verzoek om optreden in de dienen in elke lidstaat.
Vakken 7, 8 en 9: Deze vakken zijn zeer belangrijk. Er moeten nauwkeurige, praktische gegevens worden verstrekt (foto’s, documenten enz.) aan de hand waarvan de douane de vastgehouden goederen snel kan identificeren.
Concrete gegevens over het soort fraude of het fraudepatroon zullen een risicoanalyse vergemakkelijken.
De gegevens dienen zo nauwkeurig mogelijk te zijn zodat de douane verdachte zendingen met behulp van de risicoanalyse op eenvoudige en doeltreffende wijze kan identificeren. Aan de hand van de gegevens die in deze vakken worden gevraagd moet de douane meer inzicht kunnen verkrijgen in de illegale handel. Er kunnen ook andere gegevens worden verstrekt ter ondersteuning van de gevraagde gegevens, zoals waarde, exclusief belastingen, van de authentieke goederen, de plaats waar de verdachte goederen zich bevinden of waarheen zij zullen worden vervoerd, de kenmerken van de zending of van de colli, de voorziene datum van aankomst of vertrek van de goederen, de gebruikte vervoermiddelen, de importeur, exporteur of houder van de goederen.
Vakken 11 en 12: Gegevens over de contactpersoon van de indiener van het verzoek die zich bezighoudt met de administratieve en technische aspecten moeten in vak 11 respectievelijk 12 worden ingevuld. Vak 12 is bestemd voor de gegevens over de persoon waarmee de douane in contact kan treden om de technische gegevens van de vastgehouden goederen te bespreken. De betrokken persoon moeten gemakkelijk bereikbaar zijn.
Vak 14: Door het plaatsen van zijn handtekening in dit vak, aanvaardt de houder van het recht de voorwaarden van de verordening en zijn verplichtingen.
Vak 15: Het ingevulde en ondertekende formulier dient, tezamen met zoveel kopieën als het aantal in vak 6 genoemde lidstaten, te worden ingediend bij de douanedienst als bedoeld in artikel 5, lid 2, van de basisverordening. Er kan een vertaling worden gevraagd in de taal van de lidstaten waar het verzoek moet worden ingediend.
Voor nadere inlichtingen kunt u contact opnemen met de in bijlage II-C vermelde douanediensten.
BIJLAGE II-B
VERKLARING OVEREENKOMSTIG ARTIKEL 6 VAN VERORDENING (EG) Nr. 1383/2003
Ondergetekende …
zoals uit bijgevoegde documenten blijkt houder van een intellectuele-eigendomsrecht in de zin van artikel 2, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1383/2003, hierna „de basisverordening” genoemd, aanvaardt hierbij overeenkomstig artikel 6 van die verordening de aansprakelijkheid jegens personen die betrokken zijn bij een in artikel 1, lid 1, van de basisverordening bedoelde situatie wanneer de overeenkomstig de basisverordening ingeleide procedure niet wordt voortgezet ingevolge een handeling of verzuim van hemzelf of wanneer achteraf wordt vastgesteld dat de betrokken goederen geen inbreuk maken op een intellectuele-eigendomsrecht.
— |
De ondergetekende verbindt zich ertoe alle kosten te betalen die overeenkomstig de basisverordening voortvloeien uit het douanetoezicht uit hoofde van artikel 9 en, indien van toepassing, artikel 11, met inbegrip van de kosten die voortvloeien uit het vernietigen van goederen waarvan is vastgesteld dat zij inbreuk maken op een intellectuele-eigendomsrecht overeenkomstig artikel 17. |
— |
De ondergetekende verklaart dat deze verbintenis geldt voor elke lidstaat waar het besluit waarbij het verzoek wordt ingewilligd van toepassing is. Voorts verklaart hij eventuele vertaalkosten voor zijn rekening te nemen. |
— |
De ondergetekende bevestigt kennis te hebben genomen van artikel 12 van de basisverordening en verbindt zich ertoe de in artikel 5, lid 2, bedoelde douanedienst in kennis te stellen van de wijziging of het verlies van zijn intellectuele-eigendomsrecht. |
Gedaan te … op …/…/20…
…
(Handtekening)
BIJLAGE II-C
NAAM EN ADRES VAN DE DIENSTEN WAARBIJ EEN VERZOEK OM OPTREDEN KAN WORDEN INGEDIEND
BELGIË
|
DENEMARKEN
|
DUITSLAND
|
SPANJE
|
FRANKRIJK
|
IERLAND
|
ITALIË
|
LUXEMBURG
|
NEDERLAND
|
OOSTENRIJK
|
PORTUGAL
|
FINLAND
|
ZWEDEN
Vanaf juli 2004 is het adres:
|
VERENIGD KONINKRIJK
|
GRIEKENLAND
|
SLOWAKIJE
|
ESTLAND
|
LITOUWEN
|
TSJECHISCHE REPUBLIEK
|
MALTA
|
SLOVENIË
|
CYPRUS
|
LETLAND
|
HONGARIJE
|
POLEN
|
Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.