Besluit 2005/50 - Harmonisatie van de 24 GHz-radiospectrumband voor in de tijd beperkt gebruik door kortbereikradarapparatuur voor motorvoertuigen in de EG - Hoofdinhoud
25.1.2005 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 21/15 |
BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE
van 17 januari 2005
inzake de harmonisatie van de 24 GHz-radiospectrumband voor in de tijd beperkt gebruik door kortbereikradarapparatuur voor motorvoertuigen in de Gemeenschap
(Kennisgeving geschied onder nummer C(2005) 34)
(Voor de EER relevante tekst)
(2005/50/EG)
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Beschikking nr. 676/2002/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 maart 2002 inzake een regelgevingskader voor het radiospectrumbeleid in de Europese Gemeenschap (Radiospectrumbeschikking) (1), en met name op artikel 4, lid 3,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
De mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement van 2 juni 2003„Europees actieprogramma voor verkeersveiligheid — Terugdringing van het aantal verkeersslachtoffers in de Europese Unie met de helft in de periode tot 2010: een gedeelde verantwoordelijkheid” (2) voorziet in een coherente benadering van de verkeersveiligheid in de Europese Unie. Voorts heeft de Commissie in haar mededeling aan de Raad en het Europees Parlement van 15 september 2003, „Informatie- en communicatietechnologie voor veilige en intelligente voertuigen” (3) aangekondigd voornemens te zijn de verkeersveiligheid in Europa te verbeteren, het zogenaamde eSafety-initiatief, door gebruik te maken van nieuwe informatie- en communicatietechnologieën en intelligente verkeersveiligheidssystemen, zoals kortbereikradarapparatuur voor motorvoertuigen. Ook heeft de Raad in zijn conclusies van 5 december 2003 met betrekking tot de verkeersveiligheid (4) het verzoek gedaan de verkeersveiligheid te verbeteren door de bevordering van nieuwe technologieën zoals elektronische veiligheidssystemen. |
(2) |
De snelle en gecoördineerde ontwikkeling en introductie van kortbereikradar voor motorvoertuigen in de Gemeenschap vereisen dat voor deze toepassing in de Gemeenschap onverwijld en op stabiele basis een geharmoniseerde radiofrequentieband beschikbaar is, zodat de industrie het vertrouwen krijgt dat nodig is om de noodzakelijke investeringen te doen. |
(3) |
Met het oog op een dergelijke harmonisatie heeft de Commissie op 5 augustus 2003 de Europese Conferentie van PTT-administraties (CEPT) uit hoofde van artikel 4, lid 2, van Beschikking nr. 676/2002/EG een mandaat gegeven voor de harmonisatie van radiospectrum en ter bevordering van de gecoördineerde introductie van kortbereikradar voor motorvoertuigen. |
(4) |
Naar aanleiding van dat mandaat heeft de CEPT vastgesteld dat de 79 GHz-band de meest geschikte band is voor de ontwikkeling en introductie van kortbereikradar voor motorvoertuigen op lange termijn en uiterlijk januari 2005 ter beschikking moet staan. De Commissie heeft derhalve Beschikking 2004/545/EG van 8 juli 2004 inzake de harmonisatie van het radiospectrum in de 79 GHz-band voor gebruik door kortbereikradarapparatuur voor motorvoertuigen in de Gemeenschap (5) aangenomen. |
(5) |
De kortbereikradartechnologie in de 79 GHz-band is evenwel nog in ontwikkeling en op kosteneffectieve basis niet onmiddellijk beschikbaar, hoewel ervan wordt uitgegaan dat de industrie de ontwikkeling van deze technologie zal promoten om deze zo vroeg mogelijk beschikbaar te maken. |
(6) |
In haar rapport van 9 juli 2004 aan de Commissie krachtens het mandaat van 5 augustus 2003 heeft de CEPT vastgesteld dat de 24 GHz-band een tijdelijke oplossing is die vroege introductie van kortbereikradar voor motorvoertuigen in de Gemeenschap mogelijk zou maken teneinde te voldoen aan de doelstellingen van het eSafety-initiatief, aangezien de technologie als voldoende ontwikkeld wordt beschouwd om gebruikt te worden in die band. De lidstaten moeten derhalve op basis van hun specifieke nationale radiospectrumsituatie de nodige maatregelen nemen om op geharmoniseerde basis voldoende radiospectrum beschikbaar te stellen in de 24 GHz-band (21,65-26,65 GHz) en daarbij bestaande diensten in deze band te beschermen tegen schadelijke interferentie. |
(7) |
Volgens voetnoot 5.340 van het radioreglement van de Internationale Telecommunicatie-Unie (ITU) zijn alle uitzendingen in de 23,6-24,0 GHz-band verboden teneinde het gebruik op primaire basis van deze band door de passieve radioastronomie-, aardexploratiesatelliet- en ruimteonderzoeksdiensten te beschermen. Dit verbod is gerechtvaardigd wegens het feit dat schadelijke interferentie voor deze diensten door uitzendingen in de band ontoelaatbaar is. |
(8) |
Voetnoot 5.340 is onderworpen aan nationale uitvoering en kan worden toegepast in samenhang met artikel 4.4 van het radioreglement, ingevolge waarvan aan een station geen frequentie mag worden toegewezen in afwijking van het radioreglement, behalve op de uitdrukkelijke voorwaarde dat een dergelijk station bij gebruikmaking van een dergelijke frequentietoewijzing geen schadelijke interferentie veroorzaakt voor een station dat opereert in overeenstemming met de bepalingen van de ITU-regels. Derhalve heeft de CEPT er in haar rapport aan de Commissie op gewezen dat voetnoot 5.340 overheidsinstanties niet strikt belet gebruik te maken van onder de voetnoot vallende banden, mits zij geen diensten van andere overheidsinstanties beïnvloeden noch proberen in het kader van de ITU internationale erkenning te verkrijgen van een dergelijk gebruik. |
(9) |
De 23,6-24,0 GHz-frequentieband is van primair belang voor de wetenschappelijke en meteorologische gemeenschappen om het waterdampgehalte te meten, essentieel bij temperatuurmetingen voor de aardexploratiesatellietdienst. Met name speelt deze frequentie een belangrijke rol in het Global Monitoring for Environment and Security (GMES)-initiatief, dat de realisatie van een operationeel Europees waarschuwingssysteem beoogt. De 22,21-24,00 GHz-frequentieband is ook nodig voor het meten van spectraallijnen van ammoniak en water en continuumwaarnemingen voor de radioastronomiedienst. |
(10) |
De 21,2-23,6 GHz- en 24,5-26,5 GHz-banden zijn in het ITU-radioreglement op primaire basis toegewezen aan de vaste dienst en worden door vaste verbindingen extensief gebruikt om te voldoen aan de infrastructuurbehoefte van bestaande 2G- en 3G-mobiele netwerken en om vaste draadloze breedbandnetwerken te ontwikkelen. |
(11) |
Op basis van studies betreffende de compatibiliteit van kortbereikradar voor motorvoertuigen en vaste diensten, aardexploratiesatellietdiensten en radioastronomiediensten heeft de CEPT geconcludeerd dat een ongelimiteerde introductie van kortbereikradarsystemen voor motorvoertuigen in de 24 GHz-band tot onaanvaardbare schadelijke interferentie zal leiden voor bestaande radiotoepassingen in deze band. Gezien het ITU-radioreglement en het belang van deze diensten kan kortbereikradar voor motorvoertuigen in de 24 GHz-band enkel worden ingevoerd op voorwaarde dat deze diensten in de band voldoende worden beschermd. In dit verband is het, hoewel het signaal van kortbereikradarapparatuur voor motorvoertuigen in het grootste deel van het 24 GHz-frequentiebereik uitermate zwak is, belangrijk rekening te houden met het cumulatieve effect van het gebruik van veel apparaten die individueel mogelijk geen schadelijke interferentie veroorzaken. |
(12) |
Volgens de CEPT zouden bestaande toepassingen in of in de buurt van de 24 GHz-band in toenemende mate nadeel ondervinden van significante niveaus van schadelijke interferentie indien een bepaald penetratieniveau van voertuigen die voor kortbereikradar van de 24 GHz-band gebruikmaken, zou worden overschreden. De CEPT heeft met name geconcludeerd dat gedeeld gebruik door aardexploratiesatellietdiensten en kortbereikradar voor motorvoertuigen op tijdelijke basis enkel doenbaar zou zijn indien het aantal met 24 GHz-kortbereikradar uitgeruste voertuigen op elke nationale markt tot 7,0 % beperkt zou blijven. Terwijl dit percentage is berekend op basis van Earth Exploration Satellite Service (EESS)-pixels, worden de nationale markten gebruikt als berekeningsreferentie voor de drempel, aangezien dit de meest effectieve manier is om deze monitoring uit te voeren. |
(13) |
Verder wordt in het CEPT-rapport geconcludeerd dat, om de beschermingseisen van de vaste dienst in stand te houden, gedeeld gebruik met kortbereikradar voor motorvoertuigen op tijdelijke basis enkel doenbaar zou zijn indien het aantal met kortbereikradar uitgeruste voertuigen binnen het ontvangstveld van een vastedienstontvanger tot minder dan 10 % beperkt zou blijven. |
(14) |
Op basis van de door de CEPT uitgevoerde werkzaamheden wordt derhalve aangenomen dat geen schadelijke interferentie voor andere gebruikers van de band wordt veroorzaakt voorzover het totale aantal met 24 GHz-kortbereikradar uitgeruste geregistreerde, op de markt gebrachte of in dienst gestelde voertuigen niet meer bedraagt dan 7 % van het totale aantal in elke lidstaat in het verkeer zijnde voertuigen. |
(15) |
Momenteel wordt niet verwacht dat deze drempel zal worden bereikt vóór de referentiedatum van 30 juni 2013. |
(16) |
Verschillende lidstaten gebruiken de 24 GHz-band eveneens voor radarsnelheidscontroles die bijdragen tot de verkeersveiligheid. In navolging van compatibiliteitsstudies tussen kortbereikradarsystemen en een aantal van deze radarcontroletoestellen, werkzaam in Europa, heeft de CEPT besloten dat er compatibiliteit mogelijk is onder bepaalde voorwaarden, hoofdzakelijk door de centerfrequenties van beide systemen met minstens 25 MHz te ontkoppelen, en dat het risico op schadelijke interferentie klein is en geen valse snelheidsmetingen zal veroorzaken. Fabrikanten van voertuigen die gebruikmaken van kortbereikradarsystemen, hebben zich bereid verklaard om verder de nodige stappen te ondernemen om het risico op interferentie bij radarsnelheidscontrolesystemen te minimaliseren. |
(17) |
Sommige lidstaten zullen in de toekomst gebruikmaken van de 21,4–22.0 GHz-band voor de Broadcast Satellite Service (omroepsatellietdienst) in de richting ruimte-aarde. Naar aanleiding van compatibiliteitsstudies hebben relevante nationale overheidsinstanties geconcludeerd dat geen compatibiliteitsproblemen bestaan indien de uitzendingen van kortbereikradar voor motorvoertuigen beperkt worden tot -61,3 dBm/MHz voor frequenties beneden 22 GHz. |
(18) |
De genoemde aannames en voorzorgsmaatregelen moeten door de Commissie met hulp van de lidstaten voortdurend op hun objectiviteit en evenredigheid worden getoetst teneinde op basis van concrete feiten te beoordelen of op een van de nationale markten de drempel van 7 % vóór de referentiedatum wordt overschreden, of door het overschrijden van de drempel van 7 % op een van de nationale markten op korte termijn voor andere gebruikers van de band schadelijke interferentie is veroorzaakt of kan worden veroorzaakt, dan wel of zelfs onder de drempel schadelijke interferentie is veroorzaakt voor andere gebruikers van de band. |
(19) |
Derhalve kunnen, als gevolg van informatie die beschikbaar komt als onderdeel van het evaluatieproces, wijzigingen van deze beschikking noodzakelijk blijken, met name om ervoor te zorgen dat geen schadelijke interferentie wordt veroorzaakt voor andere gebruikers van de band. |
(20) |
Dienovereenkomstig kan niet worden verwacht dat de 24 GHz-band tot de referentiedatum voor kortbereikradar voor motorvoertuigen beschikbaar zal blijven indien te eniger tijd mocht komen vast te staan dat een van de genoemde aannames ongegrond was. |
(21) |
Teneinde het toezicht op het gebruik van de 24 GHz-band en het evaluatieproces effectiever te maken, kunnen de lidstaten besluiten voor in verband met het evaluatieproces vereiste informatie een directer beroep te doen op de fabrikanten en invoerders. |
(22) |
Zoals door de CEPT gerapporteerd, zou gedeeld gebruik tussen kortbereikradar voor motorvoertuigen en de radioastronomiedienst binnen de 22,21-24,00 GHz-band voor deze laatste dienst kunnen leiden tot schadelijke interferentie indien met kortbereikradar uitgeruste voertuigen ongehinderd binnen een bepaalde afstand van elk radioastronomiestation zouden mogen opereren. Derhalve moeten, mede gelet op het feit dat Richtlijn 1999/5/EG van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 1999 betreffende radioapparatuur en telecommunicatie-eindapparatuur en de wederzijdse erkenning van hun conformiteit (6) vereist dat radioapparatuur zodanig moet zijn gebouwd dat schadelijke interferentie wordt vermeden en kortbereikradarsystemen voor motorvoertuigen die in de 22,21-24,00 GHz-band werken, gedeactiveerd worden wanneer zij zich binnen deze gebieden bewegen. De relevante radioastronomiestations en desbetreffende uitsluitingszones moeten door de nationale overheidsinstanties worden gedefinieerd en verantwoord. |
(23) |
Teneinde effectief en betrouwbaar te zijn kan een dergelijke deactivering het best automatisch plaatsvinden. Echter, om een vroege implementatie van kortbereikradar voor motorvoertuigen in de 24 GHz-band mogelijk te maken, kan een beperkt aantal zenders met manuele deactiveringsfunctie worden toegelaten; met dergelijke beperkte introductie wordt verwacht dat de waarschijnlijkheid van schadelijke interferentie voor de radioastronomiedienst laag blijft. |
(24) |
De tijdelijke invoering van kortbereikradar voor motorvoertuigen in de 24 GHz-band heeft een exceptioneel karakter en moet niet worden beschouwd als een precedent voor mogelijke invoering van andere toepassingen in de banden waarop voetnoot 5.340 van het radioreglement van de ITU van toepassing is, zij het voor tijdelijk of voor permanent gebruik. Bovendien moet kortbereikradar voor motorvoertuigen niet worden beschouwd als een safety-of-life-dienst (dienst ter beveiliging van mensenlevens) in de zin van het ITU-radioreglement en moet deze op interferentievrije en onbeschermde basis werken. Voorts moet kortbereikradar voor motorvoertuigen niet de toekomstige ontwikkeling in het gebruik van de 24 GHz-band van toepassingen die beschermd worden door voetnoot 5.340, inperken. |
(25) |
Het op de markt brengen en de werking van 24 GHz-kortbereikradarapparatuur voor voertuigonafhankelijk gebruik of inbouw in voertuigen die al op de markt zijn, zouden niet verenigbaar zijn met de doelstelling van vermijding van schadelijke interferentie voor bestaande radiotoepassingen in deze band, aangezien een en ander zou kunnen leiden tot ongecontroleerde proliferatie van dergelijke apparatuur. Het is juist gemakkelijker het gebruik te controleren van kortbereikradarsystemen voor voertuigen in de 24 GHz-band wanneer deze uitsluitend als onderdeel van een complex geïntegreerd geheel van elektrische uitrusting, voertuigontwerp en softwaresysteem origineel in nieuwe voertuigen of ter vervanging van origineel in het voertuig gemonteerde kortbereikradarappartuur worden ingebouwd. |
(26) |
Deze beschikking is van toepassing rekening houdend met en onverminderd Richtlijn 70/156/EEG van de Raad van 6 februari 1970 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten betreffende de goedkeuring van motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan (7) en Richtlijn 1999/5/EG. |
(27) |
De in deze beschikking vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Radiospectrumcomité, |
HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:
Artikel 1
Het doel van deze beschikking is de harmonisatie van de voorwaarden betreffende de beschikbaarheid en het efficiënte gebruik van de 24 GHz-band van het radiospectrum ten behoeve van kortbereikradarapparatuur voor motorvoertuigen.
Artikel 2
In deze beschikking wordt verstaan onder:
1. |
„24 GHz-band van het radiospectrum”: de 24,15 +/- 2,50 GHz frequentieband; |
2. |
„kortbereikradarapparatuur voor motorvoertuigen”: in motorvoertuigen aangebrachte apparatuur waarmee radartoepassingen worden gerealiseerd ter vermindering van de gevolgen van botsingen en ter verhoging van de verkeersveiligheid; |
3. |
„in de Gemeenschap in dienst gestelde kortbereikradarapparatuur voor motorvoertuigen”: kortbereikradarapparatuur voor motorvoertuigen die origineel is geïnstalleerd of origineel geïnstalleerde kortbereikradarapparatuur voor motorvoertuigen vervangt in een voertuig dat in de Gemeenschap is of zal worden geregistreerd, op de markt gebracht of in dienst gesteld; |
4. |
„op interferentievrije en onbeschermde basis”: het feit dat er geen schadelijke interferentie voor andere gebruikers van de band mag worden veroorzaakt en er geen aanspraak kan worden gemaakt op bescherming tegen schadelijke interferentie die door andere systemen of diensten in dezelfde band wordt veroorzaakt; |
5. |
„referentiedatum”: 30 juni 2013; |
6. |
„overgangsdatum”: 30 juni 2007; |
7. |
„voertuig”: elk voertuig zoals gedefinieerd bij artikel 2 van Richtlijn 70/156/EG; |
8. |
„deactivering”: de beëindiging van uitzendingen door kortbereikradarapparatuur voor motorvoertuigen; |
9. |
„uitsluitingszone”: het gebied rond een radioastronomiestation gedefinieerd door een straal gelijk aan een specifieke afstand vanaf het station; |
10. |
„activiteitscyclus”: ratio van de tijd gedurende eender welke periode van een uur, tijdens dewelke het toestel actief uitzendt. |
Artikel 3
De 24 GHz-band van het radiospectrum wordt zo spoedig mogelijk en uiterlijk op 1 juli 2005 op interferentievrije en onbeschermde basis aangewezen en beschikbaar gesteld voor in de Gemeenschap in dienst gestelde kortbereikradarapparatuur voor motorvoertuigen die voldoet aan de voorwaarden in artikel 4 en artikel 6.
De 24 GHz-band van het radiospectrum blijft aldus beschikbaar tot de referentiedatum, in overeenstemming met artikel 5.
Na die datum is de 24 GHz-band van het radiospectrum niet langer beschikbaar voor in enig voertuig gemonteerde kortbereikradarapparatuur behalve voorzover die apparatuur origineel was geïnstalleerd of origineel geïnstalleerde apparatuur vervangt in een vóór die datum in de Gemeenschap geregistreerd, op de markt gebracht, of in dienst gesteld voertuig.
Artikel 4
De 24 GHz-band van het radiospectrum wordt beschikbaar gesteld voor het ultrabreedbanddeel van kortbereikradarapparatuur voor motorvoertuigen met een maximale gemiddelde vermogensdichtheid van -41,3 dBm/MHz effectief isotroop uitgestraald vermogen (e.i.r.p.) en een piekvermogensdichtheid van 0 dBm/50MHz e.i.r.p., behalve voor frequenties onder 22 GHz waar de maximale gemiddelde vermogensdichtheid tot -61,3 dBm/MHz e.i.r.p. beperkt zal blijven.
De 24,05-24,25 GHz-band van het radiospectrum wordt toegewezen aan de smalbandzendmodus/component, die kan bestaan uit een ongemoduleerde draaggolf, met een maximaal piekvermogen van 20 dBm e.i.r.p. en een activiteitscyclus beperkt tot 10 % voor piekuitzendingen hoger dan -10 dBm e.i.r.p..
Uitzendingen binnen de 23,6-24,0 GHz-band van het radiospectrum die 30o of meer boven het horizontale vlak verschijnen, worden bij vóór 2010 op de markt gebrachte kortbereikradarapparatuur met ten minste 25 dB en daarna met ten minste 30 dB gedempt.
Artikel 5
-
1.De voortgezette beschikbaarheid van de 24 GHz-band van het radiospectrum voor kortbereikradartoepassingen voor motorvoertuigen wordt aan actief en nauwlettend toezicht onderworpen om ervoor te zorgen dat er geen schadelijke interferentie wordt veroorzaakt voor andere gebruikers van de band, met name door tijdig:
a) |
het totale aantal geregistreerde, op de markt gebrachte of in dienst gestelde met 24 GHz-kortbereikradar uitgeruste voertuigen in elke lidstaat te controleren en na te gaan of dit aantal niet meer bedraagt dan 7 % van het totale aantal in elke lidstaat in het verkeer zijnde voertuigen; |
b) |
te controleren of door de lidstaten of fabrikanten en importeurs betreffende het aantal met 24 GHz-kortbereikradar uitgeruste voertuigen adequate informatie beschikbaar is gesteld met het oog op een effectief toezicht op het gebruik van de 24 GHz-band door kortbereikradarapparatuur voor motorvoertuigen; |
c) |
te controleren of het individuele of cumulatieve gebruik van 24 GHz-kortbereikradar voor motorvoertuigen op korte termijn in ten minste één lidstaat schadelijke interferentie veroorzaakt of kan veroorzaken voor andere gebruikers in de 24 GHz-band of in aangrenzende banden en of de in a) bedoelde drempel al dan niet is bereikt; |
d) |
te controleren of de referentiedatum nog steeds adequaat is. |
-
2.Naast het evaluatieproces in lid 1 wordt uiterlijk op 31 december 2009 een fundamentele evaluatie uitgevoerd om na te gaan of de initiële aannames betreffende de werking van kortbereikradar voor motorvoertuigen in de 24 GHz-band nog steeds relevant zijn en om na te gaan of de kortbereikradartechnologie voor motorvoertuigen in de 79 GHz-band zich dusdanig ontwikkelt dat kortbereikradartoepassingen voor motorvoertuigen in deze band van het radiospectrum gemakkelijk verkrijgbaar zullen zijn op 1 juli 2013.
-
3.De fundamentele evaluatie kan in gang worden gezet door een gemotiveerd verzoek van een lid van het Radiospectrumcomité of op initiatief van de Commissie.
-
4.De lidstaten helpen de Commissie bij het uitvoeren van de in de leden 1 en 2 bedoelde evaluaties door ervoor te zorgen dat de nodige informatie, met name de informatie bedoeld in de bijlage, tijdig wordt verzameld en aan de Commissie wordt verstrekt.
Artikel 6
-
1.In voertuigen gemonteerde kortbereikradarapparatuur voor motorvoertuigen mag enkel in werking zijn wanneer het voertuig actief is.
-
2.In de Gemeenschap in dienst gestelde kortbereikradarapparatuur voor motorvoertuigen dient de bescherming te waarborgen van de radioastronomiestations in de radiospectrumband 22,21-24,00 GHz via automatische deactivering in een gedefinieerde uitsluitingszone of via een andere methode die equivalente bescherming biedt voor deze stations zonder tussenkomst van de bestuurder.
-
3.In afwijking van lid 2 is manuele deactivering toegestaan voor kortbereikradarapparatuur voor motorvoertuigen in de 24 GHz-band van het radiospectrum die vóór de overgangsdatum in de Gemeenschap in dienst is gesteld.
Artikel 7
Elke lidstaat bepaalt welke relevante nationale radioastronomiestations op zijn grondgebied moeten worden beschermd ingevolge artikel 6, lid 2, en de kenmerken van de uitsluitingszones betreffende elk station. Deze informatie, voorzien van de nodige toelichting, wordt aan de Commissie genotificeerd binnen zes maanden na vaststelling van deze beschikking, en bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Artikel 8
Deze beschikking is gericht tot de lidstaten.
Gedaan te Brussel, 17 januari 2005.
Voor de Commissie
Viviane REDING
Lid van de Commissie
-
COM(2003) 311.
-
COM(2003) 542.
-
Conclusies van de Raad van de Europese Unie met betrekking tot de verkeersveiligheid (15058/03 TRANS 307).
-
PB L 91 van 7.4.1999, blz. 10. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1882/2003 (PB L 284 van 31.10.2003, blz. 1).
-
PB L 42 van 23.2.1970, blz. 1. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2004/104/EG van de Commissie (PB L 337 van 13.11.2004, blz. 13).
BIJLAGE
Vereiste informatie met het oog op het toezicht op het gebruik van de 24 GHz-radiospectrumband door kortbereikradar voor motorvoertuigen
Deze bijlage bepaalt welke gegevens vereist zijn voor het vaststellen van de penetratiegraad van met kortbereikradar uitgeruste motorvoertuigen in elke lidstaat van de Europese Unie in overeenstemming met artikel 5. Deze gegevens zullen worden gebruikt om te berekenen welk percentage van het totale aantal in elke lidstaat in het verkeer zijnde voertuigen is uitgerust met kortbereikradar die gebruikmaakt van de 24 GHz-band.
De volgende gegevens worden verzameld op jaarbasis:
1. |
Het aantal met kortbereikradar die gebruikmaakt van de 24 GHz-band, uitgeruste voertuigen dat gedurende het referentiejaar in de Gemeenschap is geproduceerd en/of op de markt is gebracht en/of voor het eerst is geregistreerd. |
2. |
Het aantal met kortbereikradar die gebruikmaakt van de 24 GHz-band, uitgeruste voertuigen dat gedurende het referentiejaar van buiten de Gemeenschap is geïmporteerd. |
3. |
Het totale aantal voertuigen in het verkeer gedurende het referentiejaar. |
Alle gegevens moeten vergezeld gaan van een onzekerheidsanalyse.
Naast de bovenbedoelde gegevens wordt tijdig inzage gegeven in alle andere relevante informatie die de Commissie kan helpen bij het houden van adequaat toezicht op het voortgezette gebruik van de 24 GHz-band door kortbereikradarapparatuur voor motorvoertuigen, inclusief informatie betreffende:
— |
huidige en toekomstige markttrends, zowel binnen als buiten de Gemeenschap; |
— |
verkoop op de secundaire markt en montage achteraf van apparatuur; |
— |
de stand van ontwikkeling van alternatieve technologieën en toepassingen, met name kortbereikradar voor motorvoertuigen in de 79 GHz-band overeenkomstig Beschikking 2004/545/EG. |
Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.