Besluit 2005/91 - Periode waarna rabiësvaccinatie als geldig wordt beschouwd

1.

Wettekst

4.2.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 31/61

 

BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE

van 2 februari 2005

tot vaststelling van de periode waarna rabiësvaccinatie als geldig wordt beschouwd

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2005) 190)

(Voor de EER relevante tekst)

(2005/91/EG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 998/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 26 mei 2003 inzake veterinairrechtelijke voorschriften voor het niet-commerciële verkeer van gezelschapsdieren en houdende wijziging van Richtlijn 92/65/EEG van de Raad (1), en met name op artikel 20,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Verordening (EG) nr. 998/2003 stelt de veterinairrechtelijke voorschriften vast voor het niet-commerciële verkeer van honden, katten en fretten en de regels voor de controle daarop.

 

(2)

Krachtens die verordening moeten gezelschapsdieren vergezeld gaan van een paspoort waaruit blijkt dat ze geldig tegen rabiës zijn gevaccineerd of gehervaccineerd overeenkomstig de aanbevelingen van het laboratorium van productie van het vaccin.

 

(3)

In de aanbevelingen van de fabrikant van het vaccin staat duidelijk wanneer de immuniteitsperiode verstrijkt en vóór welke datum de vaccinatie moet worden herhaald.

 

(4)

In Verordening (EG) nr. 998/2003 is niet bepaald welke periode nodig is om immuniteit tegen rabiës te bereiken. Voor de duidelijkheid van de communautaire wetgeving moet worden vastgesteld na welke periode rabiësvaccinatie of -hervaccinatie als geldig wordt beschouwd.

 

(5)

De in deze beschikking vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

Artikel 1

Onverminderd de artikelen 6 en 8 van Verordening (EG) nr. 998/2003 wordt rabiësvaccinatie voor de toepassing van artikel 5, lid 1, onder b, van die verordening als geldig beschouwd na 21 dagen vanaf de datum waarop het door de fabrikant voorgeschreven vaccinatieprotocol voor primovaccinatie in het land van vaccinatie is afgewerkt.

Rabiësvaccinatie wordt echter als geldig beschouwd vanaf de datum van hervaccinatie als het vaccin is toegediend binnen de geldigheidsperiode vermeld door de fabrikant van een eerder toegediend vaccin in het land waarin de eerdere vaccinatie plaatsvond. Wanneer de eerdere vaccinatie niet met een veterinair certificaat wordt aangetoond, wordt de vaccinatie als primovaccinatie beschouwd.

Artikel 2

Deze beschikking is van toepassing met ingang van 7 februari 2005.

Artikel 3

Deze beschikking is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 2 februari 2005.

Voor de Commissie

Markos KYPRIANOU

Lid van de Commissie

 

 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.