Verordening 2006/768 - Uitvoering van Richtlijn 2004/36/EG met betrekking tot de verzameling en uitwisseling van informatie over de veiligheid van luchtvaartuigen uit derde landen die gebruik maken van luchthavens in de EG en het beheer van het informatiesysteem

1.

Wettekst

20.5.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 134/16

 

VERORDENING (EG) Nr. 768/2006 VAN DE COMMISSIE

van 19 mei 2006

tot uitvoering van Richtlijn 2004/36/EG van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot de verzameling en uitwisseling van informatie over de veiligheid van luchtvaartuigen uit derde landen die gebruik maken van luchthavens in de Gemeenschap en het beheer van het informatiesysteem

(Voor de EER relevante tekst)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Richtlijn 2004/36/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 april 2004 inzake de veiligheid van luchtvaartuigen uit derde landen die gebruik maken van luchthavens in de Gemeenschap (1), en met name op artikel 8, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Richtlijn 2004/36/EG beoogt de invoering van een geharmoniseerde aanpak voor de effectieve handhaving van internationale veiligheidsnormen binnen de Gemeenschap. Hiervoor moeten de voorschriften en procedures voor platforminspecties van luchtvaartuigen uit derde landen die in de lidstaten gelegen luchthavens aandoen, worden geharmoniseerd. De lidstaten moeten platforminspecties uitvoeren van luchtvaartuigen uit derde landen die ervan verdacht worden niet aan de internationale veiligheidsnormen te voldoen wanneer deze luchtvaartuigen landen op één van hun luchthavens die ingevolge een geharmoniseerde procedure zijn opengesteld voor internationaal luchtverkeer, en moeten deelnemen aan de verzameling en uitwisseling van informatie over de uitgevoerde platforminspecties.

 

(2)

De lidstaten kunnen zich grotendeels kwijten van de verplichtingen waaraan zij uit hoofde van Richtlijn 2004/36/EG onderhevig zijn door deel te nemen aan het programma voor veiligheidsevaluatie van buitenlandse vliegtuigen (Safety Assessment of Foreign Aircraft, SAFA), dat in 1996 door de Europese Burgerluchtvaartconferentie (European Civil Aviation Conference, ECAC) is opgezet en waarvan het beheer aan de Gezamenlijke Luchtvaartautoriteiten (Joint Aviation Authorities, JAA) is toevertrouwd. De JAA beheren de SAFA-gegevensbank, vergemakkelijken de geharmoniseerde opleiding van de inspecteurs en het personeel die aan het programma deelnemen en zien toe op de ontwikkeling van procedures en voorstellen ter verbetering van het programma en de instrumenten ervan en op de rapportering van de verzamelde informatie.

 

(3)

Het bij Richtlijn 2004/36/EG opgezette systeem voor de verzameling en uitwisseling van informatie, waarbij één gespecialiseerd deskundig orgaan verantwoordelijk wordt gesteld voor het beheer van het SAFA-systeem in de Gemeenschap, moet worden verbeterd.

 

(4)

Bij Verordening (EG) nr. 1592/2002 van het Europees Parlement en de Raad (2) is een Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart opgericht; dit is een gespecialiseerd deskundig orgaan dat tot taak heeft bijstand te verlenen aan de Commissie en de nodige maatregelen te nemen binnen de bevoegdheden die het krachtens die verordening of andere Gemeenschapswetgeving heeft gekregen.

 

(5)

In het kader van de huidige overgang van het JAA-systeem naar het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart moeten de taken in verband met het SAFA-programma, die tot dusver door de JAA werden uitgevoerd, aan het Agentschap worden toevertrouwd. Deze overdracht moet het programma versterken en de voortzetting ervan garanderen.

 

(6)

Om het SAFA-programma te kunnen voortzetten en accurate informatie te kunnen uitwisselen over de veiligheid van luchtvaartuigen die gebruik maken van luchthavens in de Gemeenschap, moet zoveel mogelijk informatie in het communautaire SAFA-systeem worden ingevoerd, inclusief de verslagen over platforminspecties die niet vereist zijn krachtens Richtlijn 2004/36/EG maar die zijn uitgevoerd in overeenstemming met de in bijlage II van Richtlijn 2004/36/EG vastgestelde procedure.

 

(7)

Het communautaire SAFA-systeem moet garanderen dat de toegevoegde waarde van de operationele en technische samenwerking met internationale organisaties behouden blijft.

 

(8)

Het communautaire SAFA-systeem moet ook worden aangevuld met passende activiteiten die erop gericht zijn gemeenschappelijke normen voor de uitvoering van platforminspecties tot stand te brengen, zoals het behoud van de handleiding voor platforminspecties en de voortzetting van de door de JAA ontwikkelde opleidingsactiviteiten.

 

(9)

Algemeen wordt erkend dat de betrokkenheid van derde landen verder moet worden nagestreefd om de verbetering van de veiligheid van de burgerluchtvaart in heel Europa te vergemakkelijken. Om de overgang naadloos te laten verlopen moet de deelname van derde landen aan het communautaire SAFA-systeem, overeenkomstig de relevante overeenkomsten, worden aangemoedigd en bevorderd.

 

(10)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het bij artikel 12 van Verordening (EEG) nr. 3922/1991 (3) van de Raad opgerichte comité,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

In deze verordening wordt onder „communautair SAFA-systeem” verstaan: het bij Richtlijn 2004/36/EG en de onderhavige verordening opgezette systeem voor de verzameling, uitwisseling en analyse van informatie over de veiligheid van luchtvaartuigen en luchtvaartexploitanten.

Artikel 2

  • 1. 
    Het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart beheert en exploiteert de instrumenten en procedures die nodig zijn voor de verzameling en uitwisseling van:
 

1)

de in de artikelen 3, 4 en 5 van Richtlijn 2004/36/EG vermelde informatie,

 

2)

de informatie die verstrekt is door derde landen of internationale organisaties waarmee passende overeenkomsten zijn gesloten door de Gemeenschap of door organisaties waarmee EASA passende overeenkomsten heeft gesloten overeenkomstig artikel 18, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1592/2002.

  • 2. 
    Het beheer omvat de volgende taken:
 

1)

het verzamelen van gegevens van de lidstaten die relevant zijn voor de veiligheidsinformatie over luchtvaartuigen die gebruik maken van in de Gemeenschap gelegen luchthavens;

 

2)

het ontwikkelen, bijhouden en voortdurend bijwerken van een gecentraliseerde gegevensbank met:

 

a)

alle informatie die de lidstaten moeten verzamelen en beschikbaar stellen overeenkomstig de artikelen 3, 4 en 5 van Richtlijn 2004/36/EG,

 

b)

alle andere relevante informatie over de veiligheid van luchtvaartuigen en luchtvaartexploitanten;

 

3)

het aanbrengen van de nodige wijzigingen en verbeteringen aan de gegevensbanktoepassing;

 

4)

het analyseren van de informatie in de gecentraliseerde gegevensbank en de andere relevante informatie over de veiligheid van luchtvaartuigen en luchtvaartexploitanten, en op basis daarvan:

 

a)

advies verstrekken aan de Commissie en de bevoegde instanties van de lidstaten over onmiddellijk te nemen maatregelen of follow-upbeleid;

 

b)

verslag uitbrengen aan de Commissie en de bevoegde instanties van de lidstaten over mogelijke veiligheidsproblemen;

 

c)

gecoördineerde acties voorstellen aan de Commissie en de bevoegde instanties van de lidstaten wanneer dit om veiligheidsredenen nodig is en zorgen voor de technische coördinatie van dergelijke acties;

 

5)

het onderhouden van contacten met andere Europese instellingen en organen, internationale organisaties en nationale luchtvaartautoriteiten met het oog op informatie-uitwisseling;

 

6)

het adviseren van de Commissie over de toekomstige ontwikkeling en strategie van het communautaire SAFA-systeem.

Artikel 3

  • 1. 
    De lidstaten voeren onverwijld de volgende informatie in de gecentraliseerde gegevensbank in:
 

1)

de in artikel 4, lid 4, van Richtlijn 2004/36/EG bedoelde verslagen van platforminspecties,

 

2)

de platforminspecties die niet vereist zijn krachtens Richtlijn 2004/36/EG maar die zijn uitgevoerd in overeenstemming met de in bijlage II van Richtlijn 2004/36/EG vastgestelde procedure.

  • 2. 
    De lidstaten delen het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart alle informatie mee die nuttig is voor de toepassing van Richtlijn 2004/36/EG en die het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart in staat stelt alle hem krachtens deze verordening toegewezen taken uit te voeren, inclusief de in artikel 3 van Richtlijn 2004/36/EG vermelde informatie.

Artikel 4

Het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart:

 

1)

dient bij de Commissie een voorstel in voor een handleiding voor platforminspectieprocedures en, indien nodig, voor de verdere ontwikkeling en bijwerking van de handleiding en van de bijlagen bij Richtlijn 2004/36/EG;

 

2)

ontwikkelt opleidingsprogramma's en bevordert de organisatie en uitvoering van cursussen en workshops voor inspecteurs, zodat deze het communautaire SAFA-systeem beter begrijpen en een gemeenschappelijke norm voor de uitvoering van platforminspecties tot stand kunnen brengen;

 

3)

stimuleert en coördineert een uitwisselingsprogramma dat inspecteurs in staat stelt praktische ervaring op te doen en dat bijdraagt tot de harmonisering van de procedures.

Artikel 5

  • 1. 
    Het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart stelt jaarlijks de volgende documenten op en verstuurt deze naar de Commissie:
 

1)

een verslag over het communautaire SAFA-systeem, met minstens de volgende informatie:

 

a)

de stand van zaken met betrekking tot de voortgang van het systeem, inclusief de verwezenlijkingen op het gebied van de verzameling en uitwisseling van informatie, de gegevensbank, de handleiding voor platforminspecties en de opleidingsacties;

 

b)

de stand van zaken met betrekking tot de in de loop van het jaar uitgevoerde inspecties;

 

c)

een analyse van de inspectieresultaten, met een indicatie van de categorieën bevindingen;

 

d)

in de loop van het jaar uitgevoerde acties; en

 

e)

bijlagen met lijsten van de uitgevoerde inspecties, geordend volgens de staat van het toestel, het type luchtvaartuig, de exploitant en het aantal vastgestelde problemen per geïnspecteerd punt;

 

2)

een voorstel voor een openbaar informatieverslag met een analyse van alle informatie die overeenkomstig artikel 5 van Richtlijn 2004/36/EG is ontvangen.

  • 2. 
    Overeenkomstig de procedure van artikel 10, lid 5, van Richtlijn 2004/36/EG raadpleegt de Commissie het comité inzake veiligheid van de luchtvaart met betrekking tot het in lid 1 vermelde verslag over het communautaire SAFA-systeem.

Artikel 6

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

De artikelen 1 tot en met 5 zijn van toepassing met ingang van 1 januari 2007.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 19 mei 2006.

Voor de Commissie

Jacques BARROT

Vice-voorzitter

 

 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.