Besluit 2007/25 - Beschermende maatregelen in verband met hoogpathogene aviaire influenza en het verkeer van gezelschapsvogels die hun eigenaar vergezellen

1.

Wettekst

13.1.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 8/29

 

BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE

van 22 december 2006

tot vaststelling van bepaalde beschermende maatregelen in verband met hoogpathogene aviaire influenza en het verkeer van gezelschapsvogels die hun eigenaar vergezellen

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2006) 6958)

(Voor de EER relevante tekst)

(2007/25/EG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 998/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 26 mei 2003 inzake veterinairrechtelijke voorschriften voor het niet-commerciële verkeer van gezelschapsdieren en houdende wijziging van Richtlijn 92/65/EEG van de Raad (1), en met name op artikel 18,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Naar aanleiding van de uitbraak van aviaire influenza, veroorzaakt door een hoogpathogene virusstam, in Zuidoost-Azië in 2004 heeft de Commissie een aantal beschermende maatregelen met betrekking tot die ziekte vastgesteld. Die maatregelen omvatten met name Beschikking 2005/759/EG van de Commissie van 27 oktober 2005 tot vaststelling van bepaalde beschermende maatregelen in verband met hoogpathogene aviaire influenza in bepaalde derde landen en het verkeer uit derde landen van vogels die hun eigenaar vergezellen (2). Beschikking 2005/759/EG is thans tot en met 31 december 2006 van toepassing.

 

(2)

Door de hoogpathogene aviaire-influenzastam H5N1 veroorzaakte uitbraken van aviaire influenza worden nog steeds regelmatig geconstateerd in bepaalde landen van de Werelddiergezondheidsorganisatie (OIE), waaronder landen die daardoor vroeger niet waren getroffen. De ziekte is daarom nog niet bedwongen. Verder blijven zich in landen over de gehele wereld nog gevallen van besmetting van de mens en zelfs sterfgevallen als gevolg van nauw contact met besmette dieren voordoen.

 

(3)

Ingevolge een verzoek van de Commissie heeft het panel voor diergezondheid en dierenwelzijn van de EFSA tijdens zijn vergadering op 26/27 oktober 2006 een wetenschappelijk advies uitgebracht over de risico's voor de gezondheid en het welzijn van dieren in verband met de invoer van andere in het wild levende vogels dan pluimvee in de Gemeenschap. Dit advies wijst op de risico's van de verspreiding van virusziekten zoals aviaire influenza en de ziekte van Newcastle via de invoer van andere vogels dan pluimvee en geeft mogelijke instrumenten en opties aan voor de vermindering van de risico's voor de gezondheid van dieren in verband met de invoer van deze vogels. Verder wijst het advies erop dat het zelden mogelijk is om met zekerheid een onderscheid te maken tussen „in het wild gevangen” en „in gevangenschap gekweekte” vogels, aangezien voor de verschillende soorten vogels merkmethoden kunnen worden toegepast zonder dat het mogelijk is hen van elkaar te onderscheiden.

 

(4)

Deze conclusies gelden ook voor het verkeer van gezelschapsvogels uit derde landen. Om een duidelijk onderscheid te kunnen maken tussen in gevangenschap levende vogels die in het wild voor commerciële invoer zijn gevangen en gezelschapsvogels, moet het verkeer van levende gezelschapsvogels onderworpen blijven aan strikte voorwaarden, zonder onderscheid naar land van herkomst, om de status van de gezelschapsvogels te waarborgen en de verspreiding van die virusziekten te voorkomen. Daarom moet de geldigheidsduur van de bij Beschikking 2005/759/EG vastgestelde maatregel tot en met 31 december 2007 worden verlengd.

 

(5)

Beschikking 2005/759/EG is sinds de inwerkingtreding daarvan verscheidene keren gewijzigd. Voor de duidelijkheid van de communautaire wetgeving moet Beschikking 2005/759/EG worden ingetrokken en door deze beschikking worden vervangen.

 

(6)

De in deze beschikking vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

Artikel 1

Verkeer uit derde landen

  • 1. 
    De lidstaten staan het verkeer uit derde landen van levende gezelschapsvogels uitsluitend toe indien de zending uit niet meer dan vijf vogels bestaat en:
 

a)

de vogels komen uit een lidstaat van de OIE die ressorteert onder een in deel A van bijlage I vermelde regionale commissie, of

 

b)

de vogels komen uit een lidstaat van de OIE die ressorteert onder een in deel B van bijlage I vermelde regionale commissie, mits de vogels:

 

i)

gedurende dertig dagen vóór de uitvoer zijn geïsoleerd op de plaats van vertrek in een derde land dat is opgenomen in Beschikking 79/542/EEG van de Raad (3), of

 

ii)

gedurende dertig dagen na de invoer in de lidstaat van bestemming in quarantaine worden geplaatst in een inrichting die overeenkomstig artikel 3, lid 4, van Beschikking 2000/666/EG van de Commissie (4) is erkend, of

 

iii)

in de laatste zes maanden en uiterlijk zestig dagen vóór verzending uit het derde land zijn ingeënt en ten minste eenmaal zijn heringeënt, overeenkomstig de instructies van de fabrikant, tegen aviaire influenza met een H5-vaccin dat voor de desbetreffende diersoort is goedgekeurd, of

 

iv)

ten minste tien dagen vóór de uitvoer zijn geïsoleerd en een test hebben ondergaan om H5N1-antigeen of -genoom aan te tonen zoals beschreven in hoofdstuk 2.1.14 van het Manual of Diagnostic Tests and Vaccines for Terrestrial Animals, aan de hand van een monster dat op zijn vroegst op de derde dag van de isolatie is genomen.

  • 2. 
    Een officiële dierenarts in het derde land van verzending verklaart onder gebruikmaking van het modelcertificaat van bijlage II dat aan de voorwaarden van lid 1 is voldaan, wat de voorwaarden van lid 1, onder b), ii), betreft aan de hand van een verklaring van de eigenaar.
  • 3. 
    Het veterinaire certificaat wordt aangevuld met een verklaring van de eigenaar of de vertegenwoordiger van de eigenaar overeenkomstig bijlage III.

Artikel 2

Veterinaire controles

  • 1. 
    De lidstaten nemen de nodige maatregelen om te waarborgen dat gezelschapsvogels die uit een derde land op het grondgebied van de Gemeenschap worden binnengebracht, op de plaats van binnenkomst van de reizigers in de Gemeenschap een documentencontrole en een overeenstemmingscontrole door de bevoegde autoriteiten ondergaan.
  • 2. 
    De lidstaten wijzen de in lid 1 bedoelde autoriteiten aan die voor de bedoelde controles verantwoordelijk zijn en stellen de Commissie daar onverwijld van in kennis.
  • 3. 
    Elke lidstaat stelt een lijst op van de in lid 1 bedoelde plaatsen van binnenkomst en zendt die lijst aan de andere lidstaten en aan de Commissie.
  • 4. 
    Indien uit de bedoelde controles blijkt dat de dieren niet aan de eisen van deze beschikking voldoen, is artikel 14, derde alinea, van Verordening (EG) nr. 998/2003 van toepassing.

Artikel 3

Deze beschikking is niet van toepassing op het verkeer van vogels die hun eigenaar vergezellen uit Andorra, de Faeröer, Groenland, IJsland, Kroatië, Liechtenstein, Monaco, Noorwegen, San Marino, Vaticaanstad en Zwitserland naar het grondgebied van de Gemeenschap.

Artikel 4

De lidstaten nemen onmiddellijk de nodige maatregelen om aan deze beschikking te voldoen en zij maken die maatregelen bekend. Zij stellen de Commissie daarvan onverwijld in kennis.

Artikel 5

Beschikking 2005/759/EG wordt ingetrokken.

Artikel 6

Deze beschikking is van toepassing tot en met 31 december 2007.

Artikel 7

Deze beschikking is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 22 december 2006.

Voor de Commissie

Markos KYPRIANOU

Lid van de Commissie

 

 

BIJLAGE I

DEEL A

Lidstaten van de OIE die ressorteren onder de volgende regionale commissies van de OIE, als bedoeld in artikel 1, lid 1, onder a):

DEEL B

Lidstaten van de OIE die ressorteren onder de volgende regionale commissies van de OIE, als bedoeld in artikel 1, lid 1, onder b):

 

Afrika

 

Noord-, Midden- en Zuid-Amerika

 

Azië, Verre Oosten en Oceanië

 

Europa, en

 

Midden-Oosten.

 

BIJLAGE II

Image

 

BIJLAGE III

Verklaring van de eigenaar van de gezelschapsdieren of diens vertegenwoordiger

Ondergetekende, eigenaar/vertegenwoordiger van de eigenaar (1) verklaart hetgeen volgt:

 

1)

De vogels worden gedurende het vervoer vergezeld door een persoon die voor de dieren verantwoordelijk is.

 

2)

De dieren zijn niet voor commerciële doeleinden bestemd.

 

3)

Gedurende de periode tussen de veterinaire controle vóór het vervoer en het feitelijke vertrek worden de dieren geïsoleerd gehouden zodat elk contact met andere vogels onmogelijk is.

 

4)

De dieren zijn vóór het vervoer gedurende 30 dagen geïsoleerd, waarbij zij niet in contact gekomen zijn met vogels die niet onder het certificaat vallen (1).

 

5)

Ik heb ervoor gezorgd dat de vogels gedurende 30 dagen na het binnenbrengen in quarantaine worden gehouden in …, zoals aangegeven in punt I.12 van het certificaat (1).

… …

Datum en plaats Handtekening

 

  • (1) 
    Doorhalen wat niet van toepassing is.
 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.