Verordening 2007/391 - Uitvoeringsbepalingen van Verordening 861/2006, wat betreft de uitgaven die de lidstaten doen bij de tenuitvoerlegging van de in het kader van het gemeenschappelijk visserijbeleid geldende toezicht- en controleregelingen

1.

Wettekst

12.4.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 97/30

 

VERORDENING (EG) Nr. 391/2007 VAN DE COMMISSIE

van 11 april 2007

tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 861/2006 van de Raad, wat betreft de uitgaven die de lidstaten doen bij de tenuitvoerlegging van de in het kader van het gemeenschappelijk visserijbeleid geldende toezicht- en controleregelingen

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 861/2006 van de Raad van 22 mei 2006 houdende communautaire financieringsmaatregelen voor de tenuitvoerlegging van het gemeenschappelijk visserijbeleid en op het gebied van het zeerecht (1), en met name op artikel 31,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Acties van de lidstaten op het gebied van visserijcontrole en wetshandhaving worden sinds 1990 door de Gemeenschap gefinancierd, in overeenstemming met de doelstellingen die bij Verordening (EG) nr. 2371/2002 van de Raad (2) zijn vastgesteld.

 

(2)

Verbeteringen met het oog op een efficiënter controlesysteem in de hele Gemeenschap zijn moeilijk te verwezenlijken zonder stimulansen, met name als nieuwe technologieën moeten worden getest en waar nodig toegepast.

 

(3)

Het blijkt dat de middelen die de lidstaten inzetten nog steeds ontoereikend zijn om hun verplichtingen uit hoofde van Verordening (EG) nr. 2371/2002 volledig na te komen. In het bijzonder is steun van de Gemeenschap aan de lidstaten vereist om de bestaande verschillen inzake controle- en inspectiecapaciteit weg te werken.

 

(4)

Verordening (EG) nr. 861/2006 voorziet onder meer in financiering door de Gemeenschap van uitgaven inzake visserijcontrole, -inspectie en -bewaking in de periode 2007-2013.

 

(5)

In artikel 8, onder a), van Verordening (EG) nr. 861/2006 is een lijst opgenomen van door de lidstaten te nemen maatregelen op het gebied van visserijcontrole en wetshandhaving die in aanmerking komen voor communautaire financiële steun.

 

(6)

Overeenkomstig het beginsel van goed financieel beheer moeten de lidstaten degelijk worden geïnformeerd over de geldende voorschriften inzake communautaire steunverlening voor uitgaven op het gebied van visserijcontrole en wetshandhaving.

 

(7)

Er moet op worden toegezien dat de middelen die de Gemeenschap voor dergelijke maatregelen ter beschikking stelt, zo doelmatig worden ingezet dat de geconstateerde tekortkomingen worden weggewerkt en een hoog controleniveau wordt gegarandeerd.

 

(8)

De lidstaten moeten hun programma’s en het effect van hun uitgaven inzake controle, inspectie en bewaking gedurende de hele periode 2007-2013 jaarlijks evalueren.

 

(9)

Met het oog op een vereenvoudiging van de procedures moeten vergoedingsaanvragen met betrekking tot uitgaven die op grond van de Beschikkingen 95/527/EG (3), 2001/431/EG (4) en 2004/465/EG (5) van de Raad zijn goedgekeurd, worden ingediend overeenkomstig de bijlagen VI en VII bij de onderhavige verordening.

 

(10)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité voor de visserij en de aquacultuur,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Onderwerp

Bij deze verordening worden de uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 861/2006 vastgesteld, wat betreft de financiële steun van de Gemeenschap voor uitgaven die de lidstaten doen bij de tenuitvoerlegging van de toezicht- en controleregelingen die in het kader van het gemeenschappelijk visserijbeleid in de periode 2007-2013 van toepassing zijn.

Artikel 2

Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

 

a)

„jaarlijks visserijcontroleprogramma”: een door een lidstaat overeenkomstig artikel 20 van Verordening (EG) nr. 861/2006 opgesteld jaarprogramma;

 

b)

„vastlegging in de begroting”: de handeling waarbij de kredieten worden gereserveerd die nodig zijn voor de latere betalingen ter uitvoering van een juridische verbintenis;

 

c)

„juridische verbintenis”: de handeling waarbij de ordonnateur van een lidstaat een tot een last leidende verplichting doet ontstaan of constateert.

Artikel 3

Jaarlijkse visserijcontroleprogramma’s

  • 1. 
    Lidstaten die een financiële bijdrage wensen te ontvangen voor in het kader van artikel 8, onder a), van Verordening (EG) nr. 861/2006 gedane uitgaven, stellen de Commissie uiterlijk op 31 januari van elk jaar in kennis van hun jaarlijkse visserijcontroleprogramma.
  • 2. 
    Naast de bij artikel 20 van Verordening (EG) nr. 861/2006 voorgeschreven informatie delen de lidstaten in hun visserijcontroleprogramma voor elk project de volgende gegevens mee:
 

a)

een jaarlijkse raming van vergoedingsaanvragen;

 

b)

de acties die gepland worden om het publiek ervan in kennis te stellen dat voor het project financiële steun van de Gemeenschap is ontvangen;

 

c)

indien het project de aankoop of de modernisering van vaar- of vliegtuigen betreft: de specificaties van het vaartuig- of vliegtuigtype;

 

d)

een overeenkomstig bijlage I opgestelde beschrijving van alle middelen waarover de voor visserijtoezicht- en controle bevoegde instantie beschikt.

  • 3. 
    Gedetailleerde regels inzake de subsidiabiliteit van bepaalde acties, zoals bedoeld in de bijlagen II, III en IV.

Artikel 4

Vastlegging van uitgaven

De lidstaten gaan uiterlijk twaalf maanden na het einde van het jaar waarin hun het in artikel 21 van Verordening (EG) nr. 861/2006 bedoelde besluit is meegedeeld, juridische verbintenissen en vastleggingen in de begroting aan voor acties die krachtens dat besluit subsidiabel zijn.

Artikel 5

Subsidiabele uitgaven

Om subsidiabel te zijn, moeten uitgaven:

 

a)

in het visserijcontroleprogramma zijn vastgelegd en

 

b)

betrekking hebben op de in artikel 8, onder a), van Verordening (EG) nr. 861/2006 genoemde acties;

 

c)

betrekking hebben op projecten waarvan de kosten, exclusief btw, minstens 40 000 EUR belopen, behalve wanneer het gaat om de in artikel 8, onder a), ii) of v), van Verordening (EG) nr. 861/2006 genoemde acties of om naar behoren gemotiveerde gevallen;

 

d)

voortvloeien uit de overeenkomstig artikel 4 van de onderhavige verordening door de lidstaten aangegane juridische verbintenissen en vastleggingen in de begroting;

 

e)

betrekking hebben op projecten die worden uitgevoerd overeenkomstig artikel 8 van de onderhavige verordening;

 

f)

in voorkomend geval, voldoen aan specifieke communautaire voorschriften.

Artikel 6

Subsidiabele uitgaven voor bepaalde acties

  • 1. 
    Voor nieuwe controletechnologieën gedane uitgaven zijn subsidiabel, voor zover de door de lidstaat gemelde uitgaven voldoen aan het bepaalde in bijlage II, en worden gebruikt voor toezicht op en controle van visserijactiviteiten.
  • 2. 
    Voor de aankoop of de modernisering van vaar- of vliegtuigen gedane uitgaven zijn subsidiabel, voor zover de door de lidstaten gemelde uitgaven voldoen aan het bepaalde in bijlage III en ten minste 25 % van de activiteiten van de vaar- of vliegtuigen betrekking heeft op toezicht op en controle van visserijactiviteiten.
  • 3. 
    Voor opleiding, uitwisseling, seminars en media-instrumenten gedane uitgaven zijn subsidiabel, voor zover de uitgaven voldoen aan het bepaalde in bijlage IV. Deze uitgaven kunnen onder meer betrekking hebben op:
 

a)

visserijbewakingsmethoden;

 

b)

Gemeenschapswetgeving op het gebied van het gemeenschappelijk visserijbeleid en in het bijzonder de controle;

 

c)

het gebruik van visserijcontroletechnieken;

 

d)

de tenuitvoerlegging door de lidstaten van de toepasselijke controleregeling, overeenkomstig de bepalingen van het gemeenschappelijk visserijbeleid.

Artikel 7

Niet subsidiabele uitgaven

  • 1. 
    Uitgaven die zijn gedaan vóór 1 januari van het jaar waarin het jaarlijkse visserijcontroleprogramma bij de Commissie is ingediend, zijn niet subsidiabel.
  • 2. 
    Btw is niet subsidiabel.
  • 3. 
    Een indicatieve lijst van niet subsidiabele uitgaven is opgenomen in bijlage V.

Artikel 8

Uitvoering van projecten

  • 1. 
    Projecten gaan van start en worden voltooid overeenkomstig het in het jaarlijkse visserijcontroleprogramma vastgelegde tijdschema.
  • 2. 
    Het tijdschema vermeldt de geplande aanvangs- en einddatum van projecten.

Artikel 9

Niet-uitvoering van projecten en vertraging bij de uitvoering

Wanneer een lidstaat besluit de projecten waarvoor een financiële bijdrage is toegekend, geheel of gedeeltelijk niet uit te voeren, of de projecten vertraging oplopen, stelt hij de Commissie daarvan onmiddellijk schriftelijk in kennis, met opgave van:

 

a)

de, onder andere financiële, gevolgen voor het jaarlijkse visserijcontroleprogramma;

 

b)

de redenen voor de vertraging of niet-uitvoering;

 

c)

het geplande nieuwe tijdschema voor de uitvoering.

Artikel 10

Voorschotten

  • 1. 
    Op basis van een met redenen omkleed verzoek van een lidstaat kan de Commissie voor elk project een voorschot toekennen van ten hoogste 50 % van de financiële bijdrage die is toegekend bij het besluit zoals bedoeld in artikel 21 van Verordening (EG) nr. 861/2006. Het voorgeschoten bedrag wordt in mindering gebracht op tussentijdse betalingen en op de saldobetaling van de financiële bijdrage die voor dat project aan de betrokken lidstaat worden gedaan.
  • 2. 
    Het verzoek van de lidstaat gaat vergezeld van een gewaarmerkt afschrift van het tussen de betrokken instantie en de leverancier gesloten contract.
  • 3. 
    Indien de bevoegde autoriteit van een lidstaat niet binnen de in artikel 4 vastgestelde termijn juridische verbintenissen aangaat, worden alle toegekende voorschotten onmiddellijk terugbetaald.

Artikel 11

Vergoedingsaanvragen

  • 1. 
    Lidstaten dienen hun vergoedingsaanvragen uiterlijk negen maanden na de datum waarop de uitgaven zijn gedaan, bij de Commissie in.
  • 2. 
    Vergoedingsaanvragen bevatten de in bijlage VI vermelde gegevens en worden opgesteld naar het model in bijlage VII.
  • 3. 
    Bij de indiening van vergoedingsaanvragen controleren en verklaren de lidstaten dat de uitgaven zijn verricht overeenkomstig Verordening (EG) nr. 861/2006, de onderhavige verordening, het in artikel 21 van Verordening (EG) nr. 861/2006 bedoelde besluit en de communautaire regels inzake het plaatsen van overheidsopdrachten. De aanvraag gaat vergezeld van een naar het model in bijlage VII opgestelde verklaring dat de ingediende rekeningen juist en waarheidsgetrouw zijn.
  • 4. 
    Aanvragen betreffende bedragen van minder dan 20 000 EUR worden uitsluitend in behandeling genomen indien zij naar behoren zijn gemotiveerd. Groepering van aanvragen is toegestaan.
  • 5. 
    Aanvragen betreffende projecten die niet zijn uitgevoerd volgens het in artikel 8 bedoelde tijdschema, worden uitsluitend in behandeling genomen indien de vertraging naar behoren is gemotiveerd. Indien dergelijke aanvragen worden geweigerd, worden de betrokken communautaire kredieten geannuleerd.
  • 6. 
    Indien de Commissie van oordeel is dat de aanvraag niet voldoet aan Verordening (EG) nr. 861/2006, de onderhavige verordening, het in artikel 21 van Verordening (EG) nr. 861/2006 bedoelde besluit en de communautaire regels inzake het plaatsen van overheidsopdrachten, verzoekt zij de lidstaat om binnen een bepaalde termijn te reageren. Indien het onderzoek bevestigt dat niet aan de voorwaarden is voldaan, weigert de Commissie de betrokken uitgaven geheel of gedeeltelijk te vergoeden en vordert zij, in voorkomend geval, ten onrechte verrichte betalingen terug.

Artikel 12

Valuta

  • 1. 
    Alle visserijcontroleprogramma’s, aanvragen om vergoeding van uitgaven en aanvragen om betaling van voorschotten worden uitgedrukt in euro.
  • 2. 
    Vergoeding geschiedt in euro tegen de in het Publicatieblad van de Europese Unie, reeks C, gepubliceerde koers van de euro van de dag waarop de betalings- of inningsopdracht door de bevoegde ordonnateur van de Commissie is opgesteld.
  • 3. 
    De lidstaten die niet aan de derde fase van de Economische en Monetaire Unie deelnemen, vermelden de toegepaste wisselkoers.

Artikel 13

Audits en financiële correcties

De lidstaten verstrekken de Commissie en de Rekenkamer alle door die instellingen gewenste informatie met betrekking tot de in artikel 28 van Verordening (EG) nr. 861/2006 bedoelde audits en financiële correcties.

Artikel 14

Verslagen van de lidstaten

  • 1. 
    De lidstaten verstrekken de Commissie alle informatie die zij nodig heeft om het gebruik van de financiële bijdrage te controleren en om het effect van de in deze verordening bedoelde acties op de controle-, inspectie- en bewakingsactiviteiten te evalueren.
  • 2. 
    De lidstaten:
 

a)

dienen elk jaar uiterlijk op 31 maart een tussentijds evaluatieverslag over het visserijcontroleprogramma van het voorgaande jaar in, met opgave van:

 

i)

de voltooide projecten en de stand van de uitvoering van het visserijcontroleprogramma,

 

ii)

een raming van de vergoedingsaanvragen voor het huidige en het volgende jaar,

 

iii)

het effect van de projecten op het visserijcontroleprogramma met gebruikmaking van de in het programma vermelde indicatoren,

 

iv)

alle aanpassingen van het oorspronkelijke visserijcontroleprogramma;

 

b)

dienen uiterlijk op 31 maart 2014 een eindevaluatieverslag in bij de Commissie, met opgave van:

 

i)

de voltooide projecten,

 

ii)

de kosten van de projecten,

 

iii)

het effect van de projecten op het visserijcontroleprogramma met gebruikmaking van de in het programma vermelde indicatoren,

 

iv)

alle aanpassingen van het oorspronkelijke visserijcontroleprogramma,

 

v)

het effect van de financiële bijdrage op de visserijcontroleprogramma’s gedurende de gehele periode van 2007 tot en met 2013.

Artikel 15

Overgangsbepalingen

Met ingang van 1 januari 2007 worden vergoedingsaanvragen betreffende de financiële bijdrage voor uitgaven die op grond van de Beschikkingen 95/527/EG, 2001/431/EG en 2004/465/EG zijn goedgekeurd, ingediend overeenkomstig de bijlagen VI en VII bij de onderhavige verordening.

Artikel 16

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de zevende dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 11 april 2007.

Voor de Commissie

Joe BORG

Lid van de Commissie

 

 

BIJLAGE I

Beschrijving van de middelen die de lidstaat ter beschikking staan voor visserijtoezicht en -controle

De in artikel 3, lid 2, onder d), van de onderhavige verordening bedoelde beschrijving van de middelen waarover de lidstaat met het oog op visserijcontrole beschikt, omvat:

 

a)

een beknopte beschrijving van de voor visserijcontrole bevoegde (nationale, regionale en lokale) instanties;

 

b)

een beknopte beschrijving van de beschikbare personele en materiële middelen (in het bijzonder het aantal vaartuigen, vliegtuigen en helikopters) en van de belangrijkste door de lidstaat in het voorgaande jaar ondernomen acties ter nakoming van de verplichtingen in het kader van het gemeenschappelijk visserijbeleid;

 

c)

het jaarlijkse budget voor visserijcontrole, in euro, met gegevens over investeringen en exploitatiekosten van de voor visserijcontrole ingezette middelen (gegevens per categorie, met inbegrip van personeel).

 

BIJLAGE II

Indicatieve lijst van subsidiabele uitgaveposten met betrekking tot de toepassing van controletechnologieën

De volgende uitgaven zijn subsidiabel:

 

a)

aanschaf en installatie van en technische bijstand voor computertechnologie en totstandbrenging van IT-netwerken, met inbegrip van teledetectiecapaciteit, voor een doeltreffende en veilige gegevensuitwisseling in verband met toezicht, controle en bewaking inzake visserijactiviteiten. De uitgaven voor technische bijstand worden gedekt gedurende twee jaar na de installatie;

 

b)

aankoop en installatie van:

 

i)

elektronische plaatsbepalingsapparatuur waarmee visserijtoezichtcentra met behulp van een satellietvolgsysteem (VMS) op afstand toezicht kunnen uitoefenen op vissersvaartuigen,

 

ii)

elektronische registratie- en meldapparatuur voor overdracht van gegevens betreffende de visserijactiviteiten.

De apparatuur moet in overeenstemming zijn met de geldende Gemeenschapsregelgeving;

 

c)

aankoop van pc’s, tablet-pc’s en personal digital assistants (pda’s) voor de opslag en verwerking van gegevens over visserijactiviteiten;

 

d)

proefprojecten op het gebied van nieuwe technologieën voor de controle van visserijactiviteiten, en de toepassing daarvan.

 

BIJLAGE III

Indicatieve lijst van subsidiabele uitgaveposten met betrekking tot de aankoop en de modernisering van vlieg- en vaartuigen die worden gebruikt voor de visserijcontrole

De volgende uitgaven zijn subsidiabel:

 

a)

luchtvaartuigen met vaste vleugels, onbemande vliegtuigen en helikopters en de voor visserijcontroledoeleinden bedoelde apparatuur daarvan. In het bijzonder opsporings-, communicatie- en navigatieapparatuur en -software, die is geïnstalleerd aan boord van vaar- en vliegtuigen die worden ingezet voor inspectie en bewaking van visserijactiviteiten en waarmee gegevensuitwisseling tussen de vaar- of vliegtuigen en de visserijcontroleautoriteiten mogelijk is;

 

b)

vervangingsapparatuur ter modernisering en verhoging van de efficiëntie van de visserijcontrole. De kosten voor de modernisering van de machinekamer, het stuurhuis, voorzieningen om aan boord te komen en tewaterlatingsmiddelen zijn eveneens subsidiabel;

 

c)

vaartuigen om aan boord te gaan (seariders, RIB’s, enz.), met inbegrip van de geïnstalleerde apparatuur, tewaterlatingsdavits en -kranen (met inbegrip van hydraulische systemen en installatiekosten), aanpassingen van moedervaartuigen ten behoeve van de vaartuigen om aan boord te gaan (bv. versterking van het dek en de bovenbouw);

 

d)

belangrijke posten voor het voortbewegingssysteem van vaartuigen, zoals schroefsystemen, versnellingsbakken, nieuwe hoofd- en hulpmotoren;

 

e)

apparatuur om de communicatie vertrouwelijk te houden, zoals encryptieapparatuur en scramblers;

 

f)

aan boord geïnstalleerde waterdichte pc’s.

 

BIJLAGE IV

Indicatieve lijst van subsidiabele uitgaveposten met betrekking tot opleidings- en uitwisselingprogramma’s, seminars en media-instrumenten

 

a)

De volgende uitgaven zijn subsidiabel:

 

i)

de huur van leslokalen;

 

ii)

de aankoop of huur van voor opleidingen en seminars gebruikte apparatuur;

 

iii)

vergoedingen van lesgevers die niet in de hoedanigheid van functionaris van een lidstaat of van de Gemeenschap optreden;

 

iv)

reis- en verblijfkosten van inspecteurs, officieren van justitie, rechters en vissers die deelnemen aan cursussen, en van de lesgevers;

 

v)

uitgaven voor het aankopen of afdrukken van voor seminars, opleidingen of media bestemd materiaal, zoals boeken, posters, cd’s, dvd’s, video’s, brochures en publiciteitsmateriaal,

 

b)

De uitgaven zijn subsidiabel, voor zover zij op grond van de betrokken nationale voorschriften voor vergoeding in aanmerking komen.

 

BIJLAGE V

Indicatieve lijst van niet subsidiabele uitgaveposten

De volgende uitgaven zijn niet subsidiabel:

 

a)

huur- en leasecontracten;

 

b)

apparatuur die niet uitsluitend voor visserijcontroledoeleinden wordt gebruikt, zoals pc’s, laptops, scanners, printers, mobiele telefoons, telefooncentrales, walkietalkies, lintmeters en meetlatten en dergelijke, videocamera’s en fotoapparatuur;

 

c)

kleding en schoeisel, zoals uniformen, beschermende kledij, enz., en persoonlijke uitrusting van algemene aard;

 

d)

exploitatie- en onderhoudskosten, zoals voor telecommunicatie, financiële belangen, verzekeringspremies, brandstof;

 

e)

reserveonderdelen om een subsidiabel item bedrijfsklaar te houden;

 

f)

voertuigen, met inbegrip van motorfietsen;

 

g)

gebouwen en locaties;

 

h)

salarissen en vergoedingen.

 

BIJLAGE VI

Inhoud van de vergoedingsaanvragen

Vergoedingsaanvragen moeten het volgende omvatten:

 

a)

een brief waarin het totale vergoedingsbedrag wordt vermeld en opgave wordt gedaan van:

 

i)

het relevante besluit van de Commissie (toepasselijk artikel en bijlage),

 

ii)

het van de Commissie gevraagde bedrag in euro, exclusief btw,

 

iii)

het type aanvraag (voorschot, tussentijdse betaling, saldobetaling),

 

iv)

het nummer van de bankrekening waarop de vergoeding moet worden gestort;

 

b)

een uitgavendeclaratie, opgesteld volgens het model in bijlage VII (één per besluit van de Commissie);

 

c)

een lijst met de volgende informatie:

 

i)

de naam van het project (de projecten) en de verwijzing naar het (de) jaarlijks(e) visserijcontroleprogramma(’s) waarin het (ze) was (waren) opgenomen,

 

ii)

de referentie van het contract waarop de ingediende rekeningen betrekking hebben,

 

iii)

een opgave van de bijgevoegde rekeningen betreffende het project (aantal rekeningen en bedragen, exclusief BTW);

 

d)

voor elk project waarvoor vergoeding wordt gevraagd:

 

i)

het origineel of gewaarmerkte afschriften van de rekeningen,

 

ii)

indien de rekeningen niet in euro luiden, de toegepaste wisselkoers,

 

iii)

het origineel of een gewaarmerkt afschrift van het betalingsbewijs betreffende elke bijgevoegde rekening,

 

iv)

(in voorkomend geval) een opgave van de toekomstige tranches en de geplande betalingstermijnen,

 

v)

een gewaarmerkt afschrift van het contract waarop de rekening betrekking heeft,

 

vi)

het jaarlijkse gebruik van de vaar- en vliegtuigen en de onbemande luchtvaartuigen voor visserijcontroledoeleinden, in percentages en in dagen,

 

vii)

informatie over de procedure voor het plaatsen van overheidsopdrachten: er dient een fotokopie van de in het Publicatieblad van de Europese Unie gepubliceerde aanbestedingsberichten te worden bijgevoegd. Indien er geen berichten in het Publicatieblad van de Europese Unie zijn gepubliceerd, dient de begunstigde op erewoord te verklaren dat de Gemeenschapswetgeving inzake het plaatsen van overheidsopdrachten is nageleefd en motiveren waarom de communautaire procedures niet zijn gevolgd. Uitgaven voor vaar- en vliegtuigen die voltijds of deeltijds voor visserijcontroledoeleinden worden gebruikt, komen niet in aanmerking voor vrijstelling van de Gemeenschapsregels inzake aanbestedingen op grond van het bepaalde in artikel 296 van het EG-Verdrag,

 

viii)

een beknopte beschrijving van de actie, met een gedetailleerde opgave van de bereikte resultaten, vergezeld van een korte beoordeling van de impact van de investering op de visserijcontrole en -bewaking. Een prognose wat het gebruik van de middelen in te toekomst betreft, wordt eveneens opgenomen,

 

ix)

indien uitgaven voor proefprojecten of media-instrumenten zijn gedaan: het slotverslag of slotdocument,

 

x)

met betrekking tot opleidingen en seminars: relevante informatie over het onderwerp, de sprekers en de deelnemers.

 

BIJLAGE VII

Uitgavendeclaratie

 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.