Richtlijn 2008/60 - Specifieke zuiverheidseisen voor zoetstoffen die in levensmiddelen mogen worden gebruikt - Hoofdinhoud
18.6.2008 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 158/17 |
RICHTLIJN 2008/60/EG VAN DE COMMISSIE
van 17 juni 2008
tot vaststelling van specifieke zuiverheidseisen voor zoetstoffen die in levensmiddelen mogen worden gebruikt
(Voor de EER relevante tekst)
(Gecodificeerde versie)
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Richtlijn 89/107/EEG van de Raad van 21 december 1988 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten inzake levensmiddelenadditieven die in voor menselijke voeding bestemde waren mogen worden gebruikt (1), en met name op artikel 3, lid 3, onder a),
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Richtlijn 95/31/EG van de Commissie van 5 juli 1995 tot vaststelling van specifieke zuiverheidseisen voor zoetstoffen die in levensmiddelen mogen worden gebruikt (2) is herhaaldelijk en ingrijpend gewijzigd (3). Ter wille van de duidelijkheid en een rationele ordening van de tekst dient tot codificatie van deze richtlijn te worden overgegaan. |
(2) |
Voor alle zoetstoffen die in Richtlijn 94/35/EG van het Europees Parlement en van de Raad van 30 juni 1994 inzake zoetstoffen die in levensmiddelen mogen worden gebruikt (4), worden genoemd, dienen zuiverheidseisen te worden vastgesteld. |
(3) |
Er dient rekening te worden gehouden met de specificaties en analysetechnieken voor zoetstoffen zoals die in het kader van de Codex Alimentarius door het Gezamenlijk Comité van deskundigen voor levensmiddelenadditieven van de FAO/WHO (JECFA) zijn opgesteld. |
(4) |
Levensmiddelenadditieven die worden bereid volgens productiemethoden of met uitgangsmaterialen die sterk verschillen van die welke door het Wetenschappelijk Comité voor de menselijke voeding zijn beoordeeld of verschillen van die welke in deze richtlijn worden vermeld, dienen aan een veiligheidsbeoordeling door de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid te worden onderworpen, waarbij de nadruk met name op de zuiverheidseisen ligt. |
(5) |
De in deze richtlijn vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid. |
(6) |
Deze richtlijn dient de verplichtingen van de lidstaten met betrekking tot de in bijlage II, deel B, genoemde termijnen voor omzetting in nationaal recht van de aldaar genoemde richtlijnen onverlet te laten, |
HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:
Artikel 1
De in artikel 3, lid 3, onder a), van Richtlijn 89/107/EEG bedoelde zuiverheidseisen worden voor de in Richtlijn 94/35/EG genoemde zoetstoffen in bijlage I bij deze richtlijn vastgesteld.
Artikel 2
Richtlijn 95/31/EG, zoals gewijzigd bij de in bijlage II, deel A, genoemde richtlijnen, wordt ingetrokken, onverminderd de verplichtingen van de lidstaten met betrekking tot de in bijlage II, deel B, genoemde termijnen voor omzetting in nationaal recht van de aldaar genoemde richtlijnen.
Verwijzingen naar de ingetrokken richtlijn gelden als verwijzingen naar de onderhavige richtlijn en worden gelezen volgens de concordantietabel in bijlage III.
Artikel 3
Deze richtlijn treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Artikel 4
Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.
Gedaan te Brussel, 17 juni 2008.
Voor de Commissie
De voorzitter
José Manuel BARROSO
-
PB L 40 van 11.2.1989, blz. 27. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1882/2003 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 284 van 31.10.2003, blz. 1).
-
PB L 178 van 28.7.1995, blz. 1. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2006/128/EG (PB L 346 van 9.12.2006, blz. 6).
-
Zie bijlage II, deel A.
-
PB L 237 van 10.9.1994, blz. 3. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2006/52/EG (PB L 204 van 26.7.2006, blz. 10).
BIJLAGE I
E 420 (i) — SORBITOL |
|||||
Synoniemen |
D-glucitol, D-sorbitol |
||||
Definitie |
|||||
Chemische naam |
D-glucitol |
||||
Einecs-nummer |
200-061-5 |
||||
Molecuulformule |
C6H14O6 |
||||
Relatieve molecuulmassa |
182,17 |
||||
Gehalte |
Minimaal 97,0 % glycitolen in totaal en minimaal 91,0 % D-sorbitol (droge stof) Glycitolen zijn verbindingen met de structuurformule CH2OH-(CHOH)n-CH2OH, waarbij „n” een geheel getal is |
||||
Beschrijving |
Wit hygroscopisch poeder, kristallijn poeder, vlokken of korrels met een zoete smaak |
||||
Eigenschappen |
|||||
|
Zeer goed oplosbaar in water; slecht oplosbaar in ethanol |
||||
|
88 °C-102 °C |
||||
|
Voeg aan 5 g van het monster 7 ml methanol, 1 ml benzaldehyd en 1 ml zoutzuur toe. Meng en schud in een schudapparaat, tot er kristallen verschijnen. Filtreer met een afzuigapparaat, los de kristallen op in 20 ml kokend water met 1 g natriumbicarbonaat en filtreer de hete oplossing. Laat het filtraat afkoelen, filtreer met een afzuigapparaat, was met 5 ml methanol/watermengsel (1:2) en laat aan de lucht drogen. De zo verkregen kristallen smelten tussen 173 °C en 179 °C |
||||
Zuiverheid |
|||||
Watergehalte |
Maximaal 1 % (Karl Fischer-methode) |
||||
Sulfaatas |
Maximaal 0,1 % van de droge stof |
||||
Reducerende suikers |
Maximaal 0,3 % van de droge stof, uitgedrukt als glucose |
||||
Suikers totaal |
Maximaal 1 % van de droge stof, uitgedrukt als glucose |
||||
Chloride |
Maximaal 50 mg/kg droge stof |
||||
Sulfaat |
Maximaal 100 mg/kg droge stof |
||||
Nikkel |
Maximaal 2 mg/kg droge stof |
||||
Arseen |
Maximaal 3 mg/kg droge stof |
||||
Lood |
Maximaal 1 mg/kg droge stof |
||||
Zware metalen |
Maximaal 10 mg/kg droge stof, uitgedrukt als Pb |
||||
E 420 (ii) — SORBITOLSTROOP |
|||||
Synoniemen |
D-glucitolstroop |
||||
Definitie |
|||||
Chemische naam |
Sorbitolstroop, gevormd door de hydrogenering van glucosestroop, bestaat uit D-sorbitol, D-mannitol en gehydrogeneerde sacchariden Naast D-sorbitol bevat het product voornamelijk gehydrogeneerde oligosacchariden, gevormd door de hydrogenering van de als grondstof gebruikte glucosestroop (in dat geval kristalliseert de stroop niet), of mannitol. Kleine hoeveelheden glycitolen met n ≤ 4 kunnen aanwezig zijn. Glycitolen zijn verbindingen met de structuurformule C2OH-(CHOH)n-CH2OH, waarbij „n” een geheel getal is |
||||
Einecs-nummer |
270-337-8 |
||||
Gehalte |
Minimaal 69 % vaste stof in totaal en minimaal 50 % D-sorbitol (watervrij) |
||||
Beschrijving |
Heldere kleurloze oplossing in water met een zoete smaak |
||||
Eigenschappen |
|||||
|
Mengbaar met water, met glycerol en met propaan-1,2-diol |
||||
|
Voeg aan 5 g van het monster 7 ml methanol, 1 ml benzaldehyd en 1 ml zoutzuur toe. Meng en schud in een schudapparaat tot er kristallen verschijnen. Filtreer met een afzuigapparaat, los de kristallen op in 20 ml kokend water met 1 g natriumbicarbonaat en filtreer de hete oplossing. Laat het filtraat afkoelen, filtreer met een afzuigapparaat, was met 5 ml methanol/watermengsel (1:2) en laat aan de lucht drogen. De zo verkregen kristallen smelten tussen 173 °C en 179 °C |
||||
Zuiverheid |
|||||
Watergehalte |
Maximaal 31 % (Karl Fischer-methode) |
||||
Sulfaatas |
Maximaal 0,1 % van de droge stof |
||||
Reducerende suikers |
Maximaal 0,3 % van de droge stof, uitgedrukt als glucose |
||||
Chloride |
Maximaal 50 mg/kg droge stof |
||||
Sulfaat |
Maximaal 100 mg/kg droge stof |
||||
Nikkel |
Maximaal 2 mg/kg droge stof |
||||
Arseen |
Maximaal 3 mg/kg droge stof |
||||
Lood |
Maximaal 1 mg/kg droge stof |
||||
Zware metalen |
Maximaal 10 mg/kg droge stof, uitgedrukt als Pb |
||||
E 421 — MANNITOL |
|||||
I) MANNITOL |
|||||
Synoniemen |
D-mannitol |
||||
Definitie |
Vervaardigd door katalytische hydrogenering van een koolhydraatoplossing die glucose en/of fructose bevat |
||||
Chemische naam |
D-mannitol |
||||
Einecs-nummer |
200-711-8 |
||||
Molecuulformule |
C6H14O6 |
||||
Relatieve molecuulmassa |
182,2 |
||||
Gehalte |
Minimaal 96,0 % D-mannitol en maximaal 102 % (gedroogd) |
||||
Beschrijving |
Wit reukloos kristallijn poeder |
||||
Eigenschappen |
|||||
|
Oplosbaar in water, zeer slecht oplosbaar in ethanol, vrijwel onoplosbaar in ether |
||||
|
164-169 °C |
||||
|
Positief |
||||
|
[α] 20 D: tussen + 23 ° en + 25 ° in een geboreerde oplossing |
||||
|
Tussen 5 en 8 Voeg 0,5 ml van een verzadigde kaliumchlorideoplossing toe aan 10 ml van een 10 %-oplossing (g/v) van het monster en meet vervolgens de pH. |
||||
Zuiverheid |
|||||
Gewichtsverlies bij drogen |
Maximaal 0,3 % (105 °C, 4 uur) |
||||
Reducerende suikers |
Maximaal 0,3 %, uitgedrukt als glucose |
||||
Suikers totaal |
Maximaal 1 %, uitgedrukt als glucose |
||||
Sulfaatas |
Maximaal 0,1 % |
||||
Chloride |
Maximaal 70 mg/kg |
||||
Sulfaat |
Maximaal 100 mg/kg |
||||
Nikkel |
Maximaal 2 mg/kg |
||||
Lood |
Maximaal 1 mg/kg |
||||
II) DOOR MIDDEL VAN FERMENTATIE VERVAARDIGDE MANNITOL |
|||||
Synoniemen |
D-mannitol |
||||
Definitie |
Vervaardigd door middel van batchfermentatie onder aërobe omstandigheden met behulp van conventionele stammen van de gist Zygosaccharomyces rouxii |
||||
Chemische naam |
D-mannitol |
||||
Einecs-nummer |
200-711-8 |
||||
Molecuulformule |
C6H14O6 |
||||
Relatieve molecuulmassa |
182,2 |
||||
Gehalte |
Minimaal 99 % (gedroogd) |
||||
Beschrijving |
Wit, reukloos kristallijn poeder |
||||
Eigenschappen |
|||||
|
Oplosbaar in water, zeer slecht oplosbaar in ethanol, vrijwel onoplosbaar in ether |
||||
|
164-169 °C |
||||
|
Positief |
||||
|
[α] 20 D tussen + 23 ° en + 25 ° in een geboreerde oplossing |
||||
|
Tussen 5 en 8 Voeg 0,5 ml van een verzadigde kaliumchlorideoplossing toe aan 10 ml van een 10 %-oplossing (g/v) van het monster en meet vervolgens de pH. |
||||
Zuiverheid |
|||||
Arabitol |
Maximaal 0,3 % |
||||
Gewichtsverlies bij drogen |
Maximaal 0,3 % (105 °C, 4 uur) |
||||
Reducerende suikers |
Maximaal 0,3 %, uitgedrukt als glucose |
||||
Suikers totaal |
Maximaal 1 %, uitgedrukt als glucose |
||||
Sulfaatas |
Maximaal 0,1 % |
||||
Chloride |
Maximaal 70 mg/kg |
||||
Sulfaat |
Maximaal 100 mg/kg |
||||
Lood |
Maximaal 1 mg/kg |
||||
Aërobe mesofiele bacteriën |
Maximaal 103/g |
||||
Colibacteriën |
Afwezig in 10 g |
||||
Salmonella |
Afwezig in 10 g |
||||
|
Afwezig in 10 g |
||||
Staphylococcus aureus |
Afwezig in 10 g |
||||
Pseudomonas aeruginosa |
Afwezig in 10 g |
||||
Schimmels |
Maximaal 100/g |
||||
Gisten |
Maximaal 100/g |
||||
E 950 — ACESULFAAM K |
|||||
Synoniemen |
Acesulfaamkalium, kaliumzout van 3,4-dihydro-6-methyl-1,2,3-oxathiazine-4-on-2,2-dioxide |
||||
Definitie |
|||||
Chemische naam |
6-methyl-1,2,3-oxathiazine-4(3H)-on-2,2-dioxide, kaliumzout |
||||
Einecs-nummer |
259-715-3 |
||||
Molecuulformule |
C4H4KNO4S |
||||
Relatieve molecuulmassa |
201,24 |
||||
Gehalte |
Minimaal 99 % C4H4KNO4S (watervrij) |
||||
Beschrijving |
Reukloos wit kristallijn poeder. Ongeveer 200 maal zoeter dan sucrose. |
||||
Eigenschappen |
|||||
|
Zeer goed oplosbaar in water, zeer slecht oplosbaar in ethanol |
||||
|
Maximum bij 227 ± 2 nm voor een oplossing van 10 mg in 1 000 ml water |
||||
|
Positief (het verkregen residu testen door 2 g van het monster te verhitten) |
||||
|
Voeg een paar druppels van een 10 %-oplossing natriumkobaltnitriet toe aan een oplossing van 0,2 g van het monster in 2 ml azijnzuur en 2 ml water. Er ontstaat een gele neerslag. |
||||
Zuiverheid |
|||||
Gewichtsverlies bij drogen |
Maximaal 1 % (105 °C, 2 uur) |
||||
Organische verontreinigingen |
Positieve test voor 20 mg/kg UV-actieve bestanddelen |
||||
Fluoride |
Maximaal 3 mg/kg |
||||
Lood |
Maximaal 1 mg/kg |
||||
E 951 — ASPARTAM |
|||||
Synoniemen |
Aspartyl-fenylalanine-methylester |
||||
Definitie |
|||||
Chemische naam |
N-L-α-aspartyl-L-fenylalanine-1-methylester, 3-amino-N-(α-carbomethoxy-fenethyl)-succinamidezuur-N-methylester |
||||
Einecs-nummer |
245-261-3 |
||||
Molecuulformule |
C14H18N2O5 |
||||
Relatieve molecuulmassa |
294,31 |
||||
Gehalte |
Minimaal 98 % en maximaal 102 % C14H18N2O5 (watervrij) |
||||
Beschrijving |
Wit kristallijn poeder zonder geur en met een zoete smaak. Ongeveer 200 maal zo zoet als sucrose |
||||
Eigenschappen |
|||||
Oplosbaarheid |
Slecht oplosbaar in water en in ethanol |
||||
Zuiverheid |
|||||
Gewichtsverlies bij drogen |
Maximaal 4,5 % (105 °C, 4 uur) |
||||
Sulfaatas |
Maximaal 0,2 % van de droge stof |
||||
pH |
Tussen 4,5 en 6,0 (oplossing 1:125) |
||||
Transmissie |
De transmissie van een oplossing van 1 % in 2N zoutzuur, bepaald in een spectrofotometer met een cel van 1 cm bij 430 nm met 2N zoutzuur als referentie, moet minimaal 0,95 zijn, hetgeen overeenkomt met een absorptie van maximaal ongeveer 0,022 |
||||
Specifieke draaiing |
(α) 20 D tussen + 14,5 ° en + 16,5 ° Binnen 30 min. na bereiding van de monsteroplossing bepalen in een 4 %-oplossing in 15N mierenzuur |
||||
Arseen |
Maximaal 3 mg/kg droge stof |
||||
Lood |
Maximaal 1 mg/kg droge stof |
||||
Zware metalen |
Maximaal 10 mg/kg droge stof, uitgedrukt als Pb |
||||
5-Benzyl-3,6-dioxo-2-piperazineazijn-zuur |
Maximaal 1,5 % van de droge stof |
||||
E 952 — CYCLAAMZUUR EN Na- EN Ca- ZOUTEN DAARVAN |
|||||
I) CYCLAAMZUUR |
|||||
Synoniemen |
Cyclohexylsulfaminezuur, cyclamaat |
||||
Definitie |
|||||
Chemische naam |
Cyclohexylsulfaminezuur, cyclohexylaminosulfonzuur |
||||
Einecs-nummer |
202-898-1 |
||||
Molecuulformule |
C6H13NO3S |
||||
Relatieve molecuulmassa |
179,24 |
||||
Gehalte |
Minimaal 98 % en maximaal 102 % C6H13NO3S (watervrij) |
||||
Beschrijving |
Vrijwel kleurloos wit kristallijn poeder met een zoetzure smaak. Ongeveer 40 maal zo zoet als sucrose |
||||
Eigenschappen |
|||||
|
Oplosbaar in water en in ethanol |
||||
|
Zuur een oplossing van 2 % aan met zoutzuur, voeg 1 ml van een ongeveer molaire oplossing van bariumchloride in water toe en filtreer als er een troebeling of neerslag ontstaat. Voeg aan de heldere oplossing 1 ml van een natriumnitrietoplossing van 10 % toe. Er ontstaat een witte neerslag |
||||
Zuiverheid |
|||||
Gewichtsverlies bij drogen |
Maximaal 1 % (105 °C, 1 uur) |
||||
Seleen |
Maximaal 30 mg/kg droge stof, uitgedrukt als seleen |
||||
Lood |
Maximaal 1 mg/kg droge stof |
||||
Zware metalen |
Maximaal 10 mg/kg droge stof, uitgedrukt als lood |
||||
Arseen |
Maximaal 3 mg/kg droge stof |
||||
Cyclohexylamine |
Maximaal 10 mg/kg droge stof |
||||
Dicyclohexylamine |
Maximaal 1 mg/kg droge stof |
||||
Aniline |
Maximaal 1 mg/kg droge stof |
||||
II) NATRIUMCYCLAMAAT |
|||||
Synoniemen |
Cyclamaat, natriumzout van cyclaamzuur |
||||
Definitie |
|||||
Chemische naam |
Natriumcyclohexaansulfamaat, natriumcyclohexylsulfamaat |
||||
Einecs-nummer |
205-348-9 |
||||
Molecuulformule |
C6H12NNaO3S en C6H12NNaO3S·2H2O (dihydraat) |
||||
Relatieve molecuulmassa |
201,22 (watervrij) 237,22 (dihydraat) |
||||
Gehalte |
Minimaal 98 % en maximaal 102 % (watervrij) Dihydraat: minimaal 84 % (watervrij) |
||||
Beschrijving |
Witte geurloze kristallen of kristallijn poeder. Ongeveer 30 maal zo zoet als sucrose |
||||
Eigenschappen |
|||||
Oplosbaarheid |
Oplosbaar in water, vrijwel onoplosbaar in ethanol |
||||
Zuiverheid |
|||||
Gewichtsverlies bij drogen |
Maximaal 1 % (105 °C, 1 uur) Maximaal 15,2 % (105 °C, 2 uur) voor het dihydraat |
||||
Seleen |
Maximaal 30 mg/kg droge stof, uitgedrukt als seleen |
||||
Arseen |
Maximaal 3 mg/kg droge stof |
||||
Lood |
Maximaal 1 mg/kg droge stof |
||||
Zware metalen |
Maximaal 10 mg/kg droge stof, uitgedrukt als Pb |
||||
Cyclohexylamine |
Maximaal 10 mg/kg droge stof |
||||
Dicyclohexylamine |
Maximaal 1 mg/kg droge stof |
||||
Aniline |
Maximaal 1 mg/kg droge stof |
||||
III) CALCIUMCYCLAMAAT |
|||||
Synoniemen |
Cyclamaat, calciumzout van cyclaamzuur |
||||
Definitie |
|||||
Chemische naam |
Calciumbis(cyclohexaansulfamaat), calciumbis(cyclohexylsulfamaat) |
||||
Einecs-nummer |
205-349-4 |
||||
Molecuulformule |
C12H24CaN2O6S2·2H2O |
||||
Relatieve molecuulmassa |
432,57 |
||||
Gehalte |
Minimaal 98 % en maximaal 101 % (watervrij) |
||||
Beschrijving |
Witte kleurloze kristallen of kristallijn poeder. Ongeveer 30 maal zo zoet als sucrose |
||||
Eigenschappen |
|||||
Oplosbaarheid |
Oplosbaar in water, slecht oplosbaar in ethanol |
||||
Zuiverheid |
|||||
Gewichtsverlies bij drogen |
Maximaal 1 (105 °C, 1 uur) Maximaal 8,5 (140 °C, 4 uur) voor het dihydraat |
||||
Seleen |
Maximaal 30 mg/kg droge stof, uitgedrukt als seleen |
||||
Arseen |
Maximaal 3 mg/kg droge stof |
||||
Lood |
Maximaal 1 mg/kg droge stof |
||||
Zware metalen |
Maximaal 10 mg/kg droge stof, uitgedrukt als Pb |
||||
Cyclohexylamine |
Maximaal 10 mg/kg droge stof |
||||
Dicyclohexylamine |
Maximaal 1 mg/kg droge stof |
||||
Aniline |
Maximaal 1 mg/kg droge stof |
||||
E 953 — ISOMALT |
|||||
Synoniemen |
Gehydrogeneerde isomaltulose, gehydrogeneerde palatinose |
||||
Definitie |
|||||
Chemische naam |
Isomalt is een mengsel van gehydrogeneerde mono- en disachariden waarvan de belangrijkste componenten de volgende disachariden zijn:
|
||||
Molecuulformule |
6-O-α-D-glucopyranosyl-D-sorbitol: C12H24O11 1-O-α-D-glucopyranosyl-D-mannitoldihydraat: C12H24O11.2H2O |
||||
Relatieve molecuulmassa |
6-O-α-D-glucopyranosyl-D-sorbitol: 344,32 1-O-α-D-glucopyranosyl-D-mannitoldihydraat: 380,32 |
||||
Gehalte |
Voor ten minste 98 % bestaand uit gehydrogeneerde mono- en disachariden en voor ten minste 86 % bestaand uit een mengsel van 6-O-α-D-glucopyranosyl-D-sorbitol en 1-O-α-D-glucopyranosyl-D-mannitoldihydraat (watervrij) |
||||
Beschrijving |
Reukloze, witte, enigszins hygroscopische kristallijne stof |
||||
Eigenschappen |
|||||
|
Oplosbaar in water, in zeer geringe mate oplosbaar in ethanol |
||||
|
Onderzoek door dunnelaagchromatografie met behulp van een plaat waarop een ongeveer 0,2 mm dikke laag chromatografische silicagel is aangebracht. De belangrijkste vlekken in het chromatogram zijn die van 1,1-GPM en 1,6-GPS |
||||
Zuiverheid |
|||||
Watergehalte |
Maximaal 7 % (Karl Fischer-methode) |
||||
Sulfaatas |
Maximaal 0,05 % van de watervrije stof |
||||
D-mannitol |
Maximaal 3 % |
||||
D-sorbitol |
Maximaal 6 % |
||||
Reducerende suikers |
Maximaal 0,3 % van de watervrije stof, uitgedrukt als glucose |
||||
Nikkel |
Maximaal 2 mg/kg watervrije stof |
||||
Arseen |
Maximaal 3 mg/kg watervrije stof |
||||
Lood |
Maximaal 1 mg/kg watervrije stof |
||||
Zware metalen (uitgedrukt als Pb) |
Maximaal 10 mg/kg watervrije stof. |
||||
E 954 — SACHARINE EN HET Na-, K- EN Ca-ZOUT DAARVAN |
|||||
I. SACHARINE |
|||||
Definitie |
|||||
Chemische naam |
3-Oxo-2,3-dihydrobenzo(d)isothiazool-1,1-dioxide |
||||
Einecs-nummer |
201-321-0 |
||||
Molecuulformule |
C7H5NO3S |
||||
Relatieve molecuulmassa |
183,18 |
||||
Gehalte |
Minimaal 99 % en maximaal 101 % C7H5NO3S, berekend voor de watervrije stof |
||||
Beschrijving |
Witte kristallen of wit kristallijn poeder zonder geur of met een zwakke aromatische geur en met een zoete smaak, ook in zeer verdunde oplossing. Ongeveer 300-500 maal zo zoet als sucrose |
||||
Eigenschappen |
|||||
Oplosbaarheid |
Slecht oplosbaar in water, oplosbaar in basische oplossingen en matig oplosbaar in ethanol |
||||
Zuiverheid |
|||||
Gewichtsverlies bij drogen |
Maximaal 1 % (105 °C, twee uur) |
||||
Smelttraject |
226-230 °C |
||||
Sulfaatas |
Maximaal 0,2 % van de droge stof |
||||
Benzoëzuur en salicylzuur |
Voeg aan 10 ml van een 5 %-oplossing, aangezuurd met vijf druppels azijnzuur, drie druppels van een ongeveer molaire oplossing van ijzer(III)chloride in water toe. Er ontstaat geen neerslag en geen paarse kleur |
||||
o-Tolueensulfonamide |
Maximaal 10 mg/kg droge stof |
||||
p-Tolueensulfonamide |
Maximaal 10 mg/kg droge stof |
||||
p-Benzoëzuursulfonamide |
Maximaal 25 mg/kg droge stof |
||||
Gemakkelijk te carboniseren stoffen |
Geen |
||||
Arseen |
Maximaal 3mg/kg droge stof |
||||
Seleen |
Maximaal 30 mg/kg droge stof |
||||
Lood |
Maximaal 1 mg/kg droge stof |
||||
II. NATRIUM SACHARINE |
|||||
Synoniemen |
Sacharine, natriumzout van sacharine |
||||
Definitie |
|||||
Chemische naam |
Natrium-o-benzosulfimide, natriumzout van 2,3-dihydro-3-oxobenzisosulfonazool, 1,2-benzisothiazoline-3-on-1,1-dioxide natriumzout, monohydraat |
||||
Einecs-nummer |
204-886-1 |
||||
Molecuulformule |
C7H4NNaO3S·2H2O |
||||
Relatieve molecuulmassa |
241,19 |
||||
Gehalte |
Minimaal 99 % en maximaal 101 % C7H4NNaO3S, berekend voor de watervrije stof |
||||
Beschrijving |
Witte kristallen of wit kristallijn verwerend poeder zonder geur of met een zwakke geur en met een intens zoete smaak, ook in zeer verdunde oplossing. In verdunde oplossing ongeveer 300-500 maal zo zoet als sucrose |
||||
Eigenschappen |
|||||
Oplosbaarheid |
Goed oplosbaar in water, matig oplosbaar in ethanol |
||||
Zuiverheid |
|||||
Gewichtsverlies bij drogen |
Maximaal 15 % (120 °C, vier uur) |
||||
Benzoëzuur en salicylzuur |
Voeg aan 10 ml van een 5 %-oplossing, aangezuurd met vijf druppels azijnzuur, drie druppels van een ongeveer molaire oplossing van ijzer(III)chloride in water toe. Er ontstaat geen neerslag en geen paarse kleur |
||||
o-Tolueensulfonamide |
Maximaal 10 mg/kg droge stof |
||||
p-Tolueensulfonamide |
Maximaal 10 mg/kg droge stof |
||||
p-Benzoëzuursulfonamide |
Maximaal 25 mg/kg droge stof |
||||
Gemakkelijk te carboniseren stoffen |
Geen |
||||
Arseen |
Maximaal 3mg/kg droge stof |
||||
Seleen |
Maximaal 30 mg/kg droge stof |
||||
Lood |
Maximaal 1mg/kg droge stof |
||||
III. CALCIUMSACHARINE |
|||||
Synoniemen |
Saccharine, calciumzout van sacharine |
||||
Definitie |
|||||
Chemische naam |
Calcium-o-benzosulfimide, calciumzout van 2,3-dihydro-3-oxobenzisosulfonazool, 1,2-benzisothiazoline-3-on-1,1-dioxide calciumzout, hydraat (2:7) |
||||
Einecs-nummer |
229-349-9 |
||||
Molecuulformule |
C14H8CaN2O6S2·3 H2O |
||||
Relatieve molecuulmassa |
467,48 |
||||
Gehalte |
Minimaal 95 % C14H8CaN2O6S2, berekend voor de watervrije stof |
||||
Beschrijving |
Witte kristallen of wit kristallijn poeder zonder geur of met een zwakke geur en met een intens zoete smaak, ook in zeer verdunde oplossing. In verdunde oplossing ongeveer 300-500 maal zo zoet als sucrose |
||||
Eigenschappen |
|||||
Oplosbaarheid |
Goed oplosbaar in water, oplosbaar in ethanol |
||||
Zuiverheid |
|||||
Gewichtsverlies bij drogen |
Maximaal 13,5 % (120 °C, vier uur) |
||||
Bezoëzuur en salicylzuur |
Voeg aan 10 ml van een 5 %-oplossing, aangezuurd met vijf druppels azijnzuur, drie druppels van een ongeveer molaire oplossing van ijzer(III)chloride in water toe. Er ontstaat geen neerslag en geen paarse kleur |
||||
o-Tolueensulfonamide |
Maximaal 10 mg/kg droge stof |
||||
p-Tolueensulfonamide |
Maximaal 10 mg/kg droge stof |
||||
p-Benzoëzuursulfonamide |
Maximaal 25 mg/kg droge stof |
||||
Gemakkelijk te carboniseren stoffen |
Geen |
||||
Arseen |
Maximaal 3 mg/kg droge stof |
||||
Seleen |
Maximaal 30 mg/kg droge stof |
||||
Lood |
Maximaal 1 mg/kg droge stof |
||||
IV. KALIUMSACHARINE |
|||||
Synoniemen |
Sacharine, kaliumzout van sacharine |
||||
Definitie |
|||||
Chemische naam |
Kalium-o-benzosulfimide, kaliumzout van 2,3-dihydro-3-oxobenzisosulfonazool, kaliumzout van 1,2-benzisothiazoline-3-on-1,1-dioxide-monohydraat |
||||
Einecs-nummer |
|||||
Molecuulformule |
C7H4KNO3S·H2O |
||||
Relatieve molecuulmassa |
239,77 |
||||
Gehalte |
Minimaal 99 % en maximaal 101 % C7H4KNO3S, berekend voor de watervrije stof |
||||
Beschrijving |
Witte kristallen of wit kristallijn poeder zonder geur of met een zwakke geur en met een intens zoete smaak, ook in zeer verdunde oplossing. Ongeveer 300-500 maal zo zoet als sucrose |
||||
Eigenschappen |
|||||
Oplosbaarheid |
Goed oplosbaar in water, matig oplosbaar in ethanol |
||||
Zuiverheid |
|||||
Gewichtsverlies bij drogen |
Maximaal 8 % (120 °C, vier uur) |
||||
Benzoëzuur en salicylzuur |
Voeg aan 10 ml van een 5 %-oplossing, aangezuurd met vijf druppels azijnzuur, drie druppels van een ongeveer molaire oplossing van ijzer(III)chloride in water toe. Er ontstaat geen neerslag en geen paarse kleur |
||||
o-Tolueensulfonamide |
Maximaal 10 mg/kg droge stof |
||||
p-Tolueensulfonamide |
Maximaal 10 mg/kg droge stof |
||||
p-Benzoëzuursulfonamide |
Maximaal 25 mg/kg droge stof |
||||
Gemakkelijk te carboniseren stoffen |
Geen |
||||
Arseen |
Maximaal 3 mg/kg droge stof |
||||
Seleen |
Maximaal 30 mg/kg droge stof |
||||
Lood |
Maximaal 1 mg/kg droge stof |
||||
E 955 — SUCRALOSE |
|||||
Synoniemen |
4,1′,6′-Trichlorogalactosucrose |
||||
Definitie |
|||||
Chemische naam |
1,6-Dichloor-1,6-dideoxy-β-D-fructofuranosyl-4-chloor-4-deoxy-α-D-galactopyranoside |
||||
Einecs-nummer |
259-952-2 |
||||
Molecuulformule |
C12H19C13O8 |
||||
Molecuulgewicht |
397,64 |
||||
Gehalte |
Minimaal 98 % en maximaal 102 % C12H19Cl3O8, berekend voor de watervrije stof. |
||||
Beschrijving |
Wit tot gebroken wit, praktisch geurloos kristallijn poeder. |
||||
Eigenschappen |
|||||
|
Zeer goed oplosbaar in water, methanol en ethanol. Slecht oplosbaar in ethylacetaat. |
||||
|
Het infraroodspectrum van een kaliumbromidedispersie van het monster vertoont relatieve maxima bij ongeveer dezelfde golfgetallen als het referentiespectrum dat wordt verkregen met een sucralose-referentiestandaard |
||||
|
De hoofdvlek in de testoplossing heeft dezelfde Rf -waarde als de hoofdvlek van de standaardoplossing A in de test op andere gechloreerde disachariden. Deze standaardoplossing wordt verkregen door het oplossen van 1,0 g sucralosereferentiestandaard in 10 ml methanol |
||||
|
[α] D20 + 84 ° tot + 87,5° berekend voor de watervrije stof (10 % -oplossing (g/v)). |
||||
Zuiverheid |
|||||
Water |
Maximaal 2,0 % (Karl Fischer-methode) |
||||
Sulfaatas |
Maximaal 0,7 % |
||||
Andere gechloreerde disachariden |
Maximaal 0,5 % |
||||
Gechloreerde monosachariden |
Maximaal 0,1 % |
||||
Trifenylfosfineoxide |
Maximaal 150 mg/kg |
||||
Methanol |
Maximaal 0,1 % |
||||
Lood |
Maximaal 1 mg/kg |
||||
E 957 — THAUMATINE |
|||||
Synoniemen |
|||||
Definitie |
|||||
Chemische naam |
Thaumatine wordt verkregen door de zaadrokken van de vrucht van wild-type Thaumatococcus danielli (Benth) bij pH 2,5-4,0 met water te extraheren en bestaat voornamelijk uit de eiwitten thaumatine I en thaumatine II, alsmede kleine hoeveelheden plantenbestanddelen uit het uitgangsmateriaal |
||||
Einecs-nummer |
258-822-2 |
||||
Molecuulformule |
Polypeptide met 207 aminozuren |
||||
Relatieve molecuulmassa |
Thaumatine I 22209 Thaumatine II 22293 |
||||
Gehalte |
Minimaal 16 % stikstof (watervrij), d.w.z. minimaal 94 % eiwit (N × 5,8) |
||||
Beschrijving |
Roomkleurig poeder zonder geur en met een intens-zoete smaak. Ongeveer 2 000-3 000 maal zo zoet als sucrose |
||||
Eigenschappen |
|||||
Oplosbaarheid |
Goed oplosbaar in water, onoplosbaar in aceton |
||||
Zuiverheid |
|||||
Gewichtsverlies bij drogen |
Maximaal 9 % (105 °C tot constant gewicht) |
||||
Koolhydraten |
Maximaal 3,0 % van de droge stof |
||||
Sulfaatas |
Maximaal 2,0 % van de droge stof |
||||
Aluminium |
Maximaal 100 mg/kg droge stof |
||||
Arseen |
Maximaal 3 mg/kg droge stof |
||||
Lood |
Maximaal 3 mg/kg droge stof |
||||
Microbiologische criteria |
Aerobe bacteriën totaal: maximaal 1 000 g E. coli: afwezig in 1 g |
||||
E 959 — NEOHESPERIDINE DIHYDROCHALCON |
|||||
Synoniemen |
Neohesperidine DC, NHDC, hesperetine, dihydrochalcon-4′-β-D-neohesperidoside |
||||
Definitie |
|||||
Chemische naam |
2-O-α-L-rhamnopyranosyl-4′-β-D-glucopyranosylhesperetine dihydrochalcon, verkregen door katalytisch hydrogeneren van neohesperidine |
||||
Einecs-nummer |
243-978-6 |
||||
Molecuulformule |
C28H36O15 |
||||
Relatieve molecuulmassa |
612,6 |
||||
Gehalte |
Minimaal 96 % (watervrij) |
||||
Beschrijving |
Gebroken wit kristallijn poeder zonder geur en met een karakteristieke intens-zoete smaak. Ongeveer 1 000-1 800 maal zo zoet als sucrose |
||||
Eigenschappen |
|||||
|
Goed oplosbaar in heet water, zeer slecht oplosbaar in koud water en vrijwel onoplosbaar in ether en benzeen |
||||
|
Maximum bij 282-283 nm voor een oplossing van 2 mg in 100 ml methanol |
||||
|
Los ongeveer 10 mg neohesperidine DC op in 1 ml methanol. Voeg 1 ml van een 1 %-oplossing van 2-aminoethyldifenylboraat in methanol toe. Er ontstaat een heldergele kleur |
||||
Zuiverheid |
|||||
Gewichtsverlies bij drogen |
Maximaal 11 % (105 °C, 3 uur) |
||||
Sulfaatas |
Maximaal 0,2 % van de droge stof |
||||
Arseen |
Maximaal 3 mg/kg droge stof |
||||
Lood |
Maximaal 2 mg/kg droge stof |
||||
Zware metalen |
Maximaal 10 mg/kg droge stof, uitgedrukt als Pb |
||||
E 962 — ZOUT VAN ASPARTAAM-ACESULFAAM |
|||||
Synoniemen |
Aspartaam-acesulfaam, Aspartaam-acesulfaamzout |
||||
Definitie |
Het zout wordt bereid door verwarming van een zure oplossing van aspartaam en acesulfaam K in een verhouding (m/m) van circa 2:1, gevolgd door kristallisatie. Kalium en vocht worden verwijderd. Het product is stabieler dan aspartaam alleen |
||||
Chemische naam |
6-Methyl-1,2,3-oxathiazine-4(3H)-on-2,2-dioxidezout van L-fenylalanyl-2-methyl-L-α-aspartaginezuur |
||||
Molecuulformule |
C18H23O9N3S |
||||
Relatieve molecuulmassa |
457,46 |
||||
Gehalte |
63,0-66,0 % aspartaam (droge stof) en 34,0-37,0 % acesulfaam (zuurvorm, droge stof). |
||||
Beschrijving |
Wit reukloos kristallijn poeder |
||||
Eigenschappen |
|||||
|
Matig oplosbaar in water, slecht oplosbaar in ethanol |
||||
|
De transmissie van een 1 %-oplossing in water bepaald in een 1 cm-cuvet bij 430 nm met een geschikte spectrofotometer en met water als referentie, is minimaal 0,95, wat overeenkomt met een extinctie van maximaal circa 0,022 |
||||
|
[α ] D20 + 14,5 ° tot + 16,5 ° Verricht de bepaling bij een concentratie van 6,2 g in 100 ml mierenzuur (15N) binnen 30 minuten na de bereiding van de oplossing. Deel de berekende specifieke draaiing door 0,646 om te corrigeren voor het aspartaamgehalte van het zout van aspartaam-acesulfaam. |
||||
Zuiverheid |
|||||
Gewichtsverlies bij drogen |
Maximaal 0,5 % (105 °C, vier uur) |
||||
5-benzyl-3,6-dioxo-2-piperazineazijnzuur |
Maximaal 0,5 % |
||||
Lood |
Maximaal 1 mg/kg |
||||
E 965 (i) — MALTITOL |
|||||
Synoniemen |
D-Maltitol, gehydrogeneerde maltose |
||||
Definitie |
|||||
Chemische naam |
(α)-D-glucopyranosyl-1,4-D-glucitol |
||||
Einecs-nummer |
209-567-0 |
||||
Molecuulformule |
C12H24O11 |
||||
Relatieve molecuulmassa |
344,31 |
||||
Gehalte |
Minimaal 98,0 % van de watervrije stof D-maltitol C12H24O11 |
||||
Beschrijving |
Wit kristallijn poeder met een zoete smaak |
||||
Eigenschappen |
|||||
|
Zeer goed oplosbaar in water, slecht oplosbaar in ethanol |
||||
|
148-151 °C |
||||
|
(α)D 20 tussen + 105,5 ° en + 108,5 ° (5 %-oplossing g/v) |
||||
Zuiverheid |
|||||
Watergehalte |
Maximaal 1 % (Karl Fischer-methode) |
||||
Sulfaatas |
Maximaal 0,1 % droge stof |
||||
Reducerende suikers |
Maximaal 0,1 % van de droge stof, uitgedrukt als glucose |
||||
Chloride |
Maximaal 50 mg/kg droge stof |
||||
Sulfaat |
Maximaal 100 mg/kg droge stof |
||||
Nikkel |
Maximaal 2 mg/kg droge stof |
||||
Arseen |
Maximaal 3 mg/kg droge stof |
||||
Lood |
Maximaal 1 mg/kg droge stof |
||||
E 965 (ii) — MALTITOLSTROOP |
|||||
Synoniemen |
Gehydrogeneerde glucosestroop (met een hoog maltosegehalte) |
||||
Definitie |
Mengsel dat voornamelijk bestaat uit maltitol en daarnaast sorbitol en gehydrogeneerde oligo- en polysachariden. Het wordt vervaardigd door katalytische hydrogenering van glucosestroop met een hoog maltosegehalte of door hydrogenering van de afzonderlijke bestanddelen, gevolgd door mengen. Het wordt in de handel als stroop en als vaste stof geleverd |
||||
Gehalte |
Voor de watervrije stof minimaal 99 % gehydrogeneerde sachariden totaal en minimaal 50 % maltitol |
||||
Beschrijving |
Kleur- en reukloze, heldere, viskeuze vloeistof of witte kristallijne massa |
||||
Eigenschappen |
|||||
|
Zeer goed oplosbaar in water, slecht oplosbaar in ethanol |
||||
|
Voldoet aan test |
||||
Zuiverheid |
|||||
Water |
Maximaal 31 % (Karl Fischer-methode) |
||||
Reducerende suikers |
Maximaal 0,3 %, uitgedrukt als glucose |
||||
Sulfaatas |
Maximaal 0,1 % |
||||
Chloride |
Maximaal 50 mg/kg |
||||
Sulfaat |
Maximaal 100 mg/kg |
||||
Nikkel |
Maximaal 2 mg/kg |
||||
Lood |
Maximaal 1 mg/kg |
||||
E 966 — LACTITOL |
|||||
Synoniemen |
Lactiet, lactositol, lactobiosiet |
||||
Definitie |
|||||
Chemische naam |
4-O-β-D-Galactopyranosyl-D-glucitol |
||||
Einecs-nummer |
209-566-5 |
||||
Molecuulformule |
C12H24O11 |
||||
Relatieve molecuulmassa |
344,32 |
||||
Gehalte |
Minimaal 95 % van de droge stof |
||||
Beschrijving |
Kristallijn poeder of kleurloze oplossing met een zoete smaak. Kristallijne producten komen zonder kristalwater, als monohydraat en als dihydraat voor |
||||
Eigenschappen |
|||||
|
Zeer goed oplosbaar in water |
||||
|
(α)D 20 tussen + 13 ° en + 16 ° berekend voor de watervrije stof (10 %-oplossing (g/v) in water) |
||||
Zuiverheid |
|||||
Watergehalte |
Kristallijne producten: maximaal 10,5 % (Karl Fischer-methode) |
||||
Andere polyolen |
Maximaal 2,5 % van de watervrije stof |
||||
Reducerende suikers |
Maximaal 0,2 % van de droge stof, uitgedrukt als glucose |
||||
Chloride |
Maximaal 100 mg/kg droge stof |
||||
Sulfaat |
Maximaal 200 mg/kg droge stof |
||||
Sulfaatas |
Maximaal 0,1 % van de droge stof |
||||
Nikkel |
Maximaal 2 mg/kg droge stof |
||||
Arseen |
Maximaal 3 mg/kg droge stof |
||||
Lood |
Maximaal 1 mg/kg droge stof |
||||
E 967 — XYLITOL |
|||||
Synoniemen |
Xylitol |
||||
Definitie |
|||||
Chemische naam |
D-xylitol |
||||
Einecs-nummer |
201-788-0 |
||||
Molecuulformule |
C5H12O5 |
||||
Relatieve molecuulmassa |
152,15 |
||||
Gehalte |
Minimaal 98,5 % (watervrij) |
||||
Beschrijving |
Wit kristallijn poeder, vrijwel zonder geur en met een zeer zoete smaak |
||||
Eigenschappen |
|||||
|
Zeer goed oplosbaar in water, slecht oplosbaar in ethanol |
||||
|
92 °C-96 °C |
||||
|
5,0-7,0 (10 %-oplossing (g/v) in water) |
||||
Zuiverheid |
|||||
Gewichtsverlies bij drogen |
Maximaal 0,5 %. Droog een monster van 0,5 g onder vacuüm boven fosfor gedurende 4 uur bij 60 °C |
||||
Sulfaatas |
Maximaal 0,1 % van de droge stof |
||||
Reducerende suikers |
Maximaal 0,2 % van de droge stof, uitgedrukt als glucose |
||||
Andere polyolen |
Maximaal 1 % van de droge stof |
||||
Nikkel |
Maximaal 2 mg/kg droge stof |
||||
Arseen |
Maximaal 3 mg/kg droge stof |
||||
Lood |
Maximaal 1 mg/kg droge stof |
||||
Zware metalen |
Maximaal 10 mg/kg droge stof, uitgedrukt als Pb |
||||
Chloriden |
Maximaal 100 mg/kg droge stof |
||||
Sulfaten |
Maximaal 200 mg/kg droge stof |
||||
E 968 — ERYTRITOL |
|||||
Synoniemen |
Meso-erytritol, tetrahydroxybutaan, erytriet |
||||
Definitie |
Verkregen door fermentatie van een koolhydraatbron met behulp van veilige en geschikte osmofiele gisten van levensmiddelenkwaliteit, zoals Moniliella pollinis of Trichosporonoides megachilensis, gevolgd door zuiveren en drogen |
||||
Chemische naam |
1,2,3,4-Butaantetraol |
||||
Einecs-nummer |
205-737-3 |
||||
Molecuulformule |
C4H10O4 |
||||
Relatieve molecuulmassa |
122,12 |
||||
Gehalte |
Minimaal 99 % na drogen |
||||
Beschrijving |
Witte, kleurloze, niet hygroscopische, hittebestendige kristallen, waarvan de zoetheid ongeveer 60-80 % van die van sucrose is |
||||
Eigenschappen |
|||||
|
Goed oplosbaar in water, slecht oplosbaar in ethanol en onoplosbaar in diethylether |
||||
|
119-123 °C |
||||
Zuiverheid |
|||||
Gewichtsverlies bij drogen |
Niet meer dan 0,2 % (zes uur bij 70 °C in een vacuümexsiccator) |
||||
Sulfaatas |
Maximaal 0,1 % |
||||
Reducerende stoffen |
Maximaal 0,3 %, uitgedrukt als D-glucose |
||||
Ribitol en glycerol |
Maximaal 0,1 % |
||||
Lood |
Maximaal 0,5 mg/kg |
BIJLAGE II
DEEL A
Ingetrokken richtlijn met overzicht van de achtereenvolgende wijzigingen ervan
(bedoeld in artikel 2)
Richtlijn 95/31/EG van de Commissie |
|
Richtlijn 98/66/EG van de Commissie |
|
Richtlijn 2000/51/EG van de Commissie |
|
Richtlijn 2001/52/EG van de Commissie |
|
Richtlijn 2004/46/EG van de Commissie |
|
Richtlijn 2006/128/EG van de Commissie |
DEEL B
Termijnen voor omzetting in nationaal recht
(bedoeld in artikel 2)
Richtlijn |
Omzettingstermijn |
95/31/EG |
1 juli 1996 (1) |
98/66/EG |
1 juli 1999 |
2000/51/EG |
30 juni 2001 |
2001/52/EG |
30 juni 2002 |
2004/46/EG |
1 april 2005 |
2006/128/EG |
15 februari 2008 |
-
Overeenkomstig artikel 2, lid 2, van Richtlijn 95/31/EG mogen producten die vóór 1 juli 1996 in de handel of geëtiketteerd zijn en die niet aan deze richtlijn voldoen, echter worden verhandeld totdat de voorraden zijn uitgeput.
BIJLAGE III
Concordantietabel
Richtlijn 95/31/EG |
De onderhavige richtlijn |
Artikel 1, lid 1 |
Artikel 1 |
Artikel 1, lid 2 |
— |
Artikel 2 |
— |
— |
Artikel 2 |
Artikel 3 |
Artikel 3 |
Artikel 4 |
Artikel 4 |
Bijlage |
Bijlage I |
— |
Bijlage II |
— |
Bijlage III |
Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.