Verordening 2009/107 - Uitvoering van Richtlijn 2005/32/EG betreffende eisen inzake ecologisch ontwerp voor eenvoudige set-top boxes - Hoofdinhoud
5.2.2009 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 36/8 |
VERORDENING (EG) Nr. 107/2009 VAN DE COMMISSIE
van 4 februari 2009
tot uitvoering van Richtlijn 2005/32/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende eisen inzake ecologisch ontwerp voor eenvoudige set-top boxes
(Voor de EER relevante tekst)
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Richtlijn 2005/32/EG van het Europees Parlement en de Raad van 6 juli 2005 betreffende de totstandbrenging van een kader voor het vaststellen van eisen inzake ecologisch ontwerp voor energieverbruikende producten en tot wijziging van Richtlijn 92/42/EEG van de Raad en de Richtlijnen 96/57/EG en 2000/55/EG van het Europees Parlement en de Raad (1), en met name op artikel 15, lid 1,
Na het raadplegen van het overlegforum ecologisch ontwerp,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Krachtens Richtlijn 2005/32/EG dient de Commissie voorschriften inzake ecologisch ontwerp vast te stellen voor energieverbruikende producten die een significant volume van de verkoop en de handel vertegenwoordigen, een significant milieueffect hebben en significant potentieel voor verbetering vertonen inzake hun milieueffect zonder dat dit buitensporige kosten met zich meebrengt. |
(2) |
Artikel 16, lid 2, eerste streepje, van Richtlijn 2005/32/EG bepaalt dat de Commissie, overeenkomstig de in artikel 19, lid 3, bepaalde procedure en de in artikel 15, lid 2, bedoelde criteria, en na raadpleging van het overlegforum, te gepasten tijde uitvoeringsmaatregelen zal nemen die gericht zijn op consumentenelektronica. |
(3) |
De Commissie heeft een voorbereidende studie uitgevoerd waarin de technische, milieutechnische en economische aspecten van eenvoudige set-top boxes (hierna SSTB’s) werden geanalyseerd. De studie is opgezet samen met belanghebbenden en betrokken partijen uit de EU en uit derde landen; de resultaten zijn openbaar gemaakt. |
(4) |
In de voorbereidende studie wordt verwacht dat het aantal SSTB’s op de communautaire markt zal stijgen van 28 miljoen in 2008 tot 56 miljoen in 2014, en dat het jaarlijkse elektriciteitsverbruik van SSTB’s zal toenemen van 6 TWh in 2010 tot 14 TWh in 2014, maar ook dat het elektriciteitsverbruik van SSTB’s beduidend kan worden gereduceerd op een kostenefficiënte manier. |
(5) |
Het elektriciteitsverbruik van SSTB’s kan worden verminderd door het gebruik van bestaande, niet aan eigendomsrechten gebonden ontwerpoplossingen, die, hoewel ze kostenefficiënt zijn, niet voldoende op de markt worden gebracht omdat de eindgebruikers zich niet bewust zijn van de gebruikskosten van SSTB’s, wat de fabrikanten niet aanmoedigt om dergelijke oplossingen ter vermindering van het opgenomen vermogen tijdens het gebruik te integreren. |
(6) |
Er dienen eisen inzake ecologisch ontwerp te worden vastgesteld voor het opgenomen vermogen van SSTB’s, met het oog op de harmonisering van eisen inzake ecologisch ontwerp van dergelijke apparaten in de hele Gemeenschap en om de goede werking van de interne markt te bevorderen en de milieuprestaties van deze apparaten te verbeteren. |
(7) |
Deze verordening is bedoeld om de marktpenetratie van technologieën ter verbetering van de energie-efficiëntie van SSTB’s te bevorderen, wat een jaarlijkse energiebesparing van naar schatting 9 TWh tegen 2014 moet opleveren in vergelijking met ongewijzigd beleid. |
(8) |
De eisen inzake ecologisch ontwerp mogen geen negatieve invloed uitoefenen op de functionaliteit van het product en mogen de gezondheid, de veiligheid en het milieu niet negatief beïnvloeden. |
(9) |
Een stapsgewijze inwerkingtreding van de ecodesignvoorschriften moet de fabrikanten te tijd geven om het ontwerp van producten aan te passen. De timing van de diverse stappen moet aldus worden bepaald dat negatieve effecten met betrekking tot de functionaliteit van de apparatuur op de markt vermeden worden en rekening wordt gehouden met de kosteneffecten voor fabrikanten, in het bijzonder kmo’s, terwijl er tegelijk wordt voor gezorgd dat de beleidsdoelstellingen tijdig worden verwezenlijkt. |
(10) |
De metingen van het opgenomen vermogen moeten worden uitgevoerd rekening houdend met de algemeen erkende stand van de techniek; fabrikanten mogen geharmoniseerde normen toepassen overeenkomstig artikel 9 van Richtlijn 2005/32/EG. |
(11) |
De in deze verordening bepaalde vereisten hebben voorrang op de vereisten van Verordening (EG) nr. 1275/2008 van de Commissie van 17 december 2008 tot uitvoering van Richtlijn 2005/32/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende eisen inzake ecologisch ontwerp voor het opgenomen vermogen van elektrische en elektronische huishoud- en kantoorapparaten in slaap- en uitstand (2). |
(12) |
Overeenkomstig artikel 8, lid 2, van Richtlijn 2005/32/EG moet in deze verordening worden gespecificeerd dat de conformiteitsbeoordelingsprocedures bestaan uit de in bijlage IV van Richtlijn 2005/32/EG bepaalde interne ontwerpcontrole en het in bijlage V van Richtlijn 2005/32/EG bedoelde beheersysteem. |
(13) |
Om de nalevingscontroles te bevorderen moet de fabrikanten gevraagd worden informatie te verstrekken overeenkomstig de in de bijlagen IV en V van Richtlijn 2005/32/EG bedoelde technische documentatie, voor zover zij betrekking hebben op de in deze uitvoeringsmaatregel bepaalde vereisten. |
(14) |
Er moeten benchmarks worden bepaald voor de momenteel verkrijgbare SSTB’s met laag opgenomen vermogen. Als er een „0 W-stand” op SSTB’s zou zijn, kan dit bevorderlijk zijn voor het gedrag van de consumenten en hun beslissingen om onnodig energieverlies te beperken. Benchmarks zullen ervoor zorgen dat informatie op ruime schaal beschikbaar en gemakkelijk toegankelijk is, in het bijzonder voor kmo’s en zeer kleine bedrijven, wat de integratie van de beste ontwerptechnologieën ter vermindering van het energieverbruik van SSTB’s verder zal bevorderen. |
(15) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het bij artikel 19, lid 1, van Richtlijn 2005/32/EG ingestelde comité, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Onderwerp en werkingssfeer
In deze verordening worden voorschriften inzake ecologisch ontwerp voor eenvoudige set-top boxes vastgesteld.
Artikel 2
Definities
Voor de toepassing van deze verordening zijn de in Richtlijn 2005/32/EG bepaalde definities van toepassing. De volgende definities zijn eveneens van toepassing:
1. |
„Eenvoudige set-top box” (SSTB): een vrijstaand apparaat dat, ongeacht de gebruikte interfaces,
De volgende aanvullende functies en/of componenten voor een SSTB maken geen deel uit van de minimumspecificatie:
|
2. |
„Standby-stand”: toestand waarbij de apparatuur is aangesloten op het elektriciteitsnet, afhankelijk is van de van de energietoevoer van het elektriciteitsnet om naar behoren te functioneren en uitsluitend de volgende functies biedt, die voor onbepaalde tijd kunnen voortduren:
|
3. |
„Reactiveringsfunctie”: functie die de activering van andere standen, waaronder de aan-stand, mogelijk maakt, door middel van een schakelaar-op-afstand, waaronder afstandsbediening, een interne sensor of een timer die aanvullende functies, waaronder de hoofdfunctie, inschakelt. |
4. |
„Informatie- of toestandsweergave”: doorlopende functie die zorgt voor de weergave van informatie of van de toestand van de apparatuur op een scherm, waaronder de tijdsaanduiding. |
5. |
„Aan-stand(en)”: stand waarin de apparatuur is aangesloten op het elektriciteitsnet en ten minste één van de hoofdfuncties die de apparatuur wordt geacht te vervullen, geactiveerd is. |
6. |
„Automatische uitschakeling”: een functie waarmee een SSTB van actieve naar standby-stand wordt geschakeld na een periode in de aan-stand na de laatste handeling van de gebruiker en/of verandering van kanaal. |
7. |
„Tweede tuner”: een deel van een SSTB dat onafhankelijk opnames kan maken terwijl men naar een ander programma kan kijken. |
8. |
„Voorwaardelijke toegang”: een door de leverancier gecontroleerde omroepdienst waarvoor een abonnement is vereist. |
Artikel 3
Eisen inzake ecologisch ontwerp
De eisen inzake ecologisch ontwerp van SSTB’s worden uiteengezet in bijlage I.
Artikel 4
Verband met Verordening (EG) nr. 1275/2008
De in deze verordening bepaalde vereisten hebben voorrang op de in Verordening (EG) nr. 1275/2008 bepaalde vereisten.
Artikel 5
Conformiteitsbeoordeling
De in artikel 8, lid 2, van Richtlijn 2005/32/EG bedoelde procedure voor conformiteitsbeoordeling is het in bijlage IV van Richtlijn 2005/32/EG bepaalde interne ontwerpcontrolesysteem of het in bijlage V van Richtlijn 2005/32/EG bepaalde beheersysteem.
Artikel 6
Controleprocedure voor markttoezicht
Het toezicht wordt uitgeoefend overeenkomstig de in bijlage II beschreven controleprocedure.
Artikel 7
Benchmarks
De indicatieve benchmarks voor de best presterende op de markt beschikbare producten en technologie worden vastgesteld in bijlage III.
Artikel 8
Herziening
Ten laatste 5 jaar na de inwerkingtreding ervan herziet de Commissie deze verordening in het licht van de technologische vooruitgang en legt de resultaten van deze herziening voor aan het overlegforum.
Artikel 9
Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Punt 1 van bijlage I wordt van toepassing één jaar na de in de eerste alinea vermelde datum.
Punt 2 van bijlage I wordt van toepassing drie jaar na de in de eerste alinea vermelde datum.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 4 februari 2009.
Voor de Commissie
Andris PIEBALGS
Lid van de Commissie
BIJLAGE I
Eisen inzake ecologisch ontwerp
-
1.Één jaar na de inwerkingtreding van deze verordening mogen op de markt gebrachte SSTB’s de volgende grenzen voor het opgenomen vermogen niet overschrijden; SSTB’s met een geïntegreerde harde schijf en/of een tweede tuner zijn vrijgesteld van deze voorwaarde:
Standby-stand |
Aan-stand |
|
Eenvoudige STB |
1,00 W |
5,00 W |
Toegestaan verbruik voor displayfunctie in standby |
+1,00 W |
— |
Toegestaan verbruik voor het decoderen van HD-signalen |
— |
+3,00 W |
-
2.Drie jaar na de inwerkingtreding van deze verordening mogen op de markt gebrachte SSTB’s de volgende grenzen voor het opgenomen vermogen niet overschrijden:
Standby-stand |
Aan-stand |
|
Eenvoudige STB |
0,50 W |
5,00 W |
Toegestaan verbruik voor displayfunctie in standby |
+0,50 W |
— |
Toegestaan verbruik voor harde schijf |
— |
+6,00 W |
Toegestaan verbruik voor tweede tuner |
— |
+1,00 W |
Toegestaan verbruik voor het decoderen van HD-signalen |
— |
+1,00 W |
-
3.Beschikbaarheid van standby-stand
Één jaar na de inwerkingtreding van deze verordening dienen SSTB’s voorzien te zijn van een standby-stand.
-
4.Automatische uitschakeling
Één jaar nadat deze uitvoeringsmaatregel in werking is getreden, dienen SSTB’s te zijn uitgerust met een „automatische uitschakeling” of een soortgelijke functie met de volgende kenmerken:
— |
de SSTB wordt automatisch van de aan- naar de standby-stand geschakeld na minder dan 3 uren in de aan-stand, na de laatste gebruikersinteractie en/of verandering van kanaal, gepaard gaand met een melding 2 minuten alvorens de standby-stand wordt ingeschakeld; |
— |
de „automatische uitschakeling” wordt standaard ingesteld. |
-
5.Metingen
Het in de punten 1 en 2 bedoelde opgenomen vermogen wordt vastgesteld aan de hand van een betrouwbare, nauwkeurige en reproduceerbare meetprocedure, die rekening houdt met de algemeen erkende stand van de techniek.
Een vermogen van 0,50 W of meer wordt gemeten met een afwijking van 2 % of minder bij een betrouwbaarheidsniveau van 95 %. Een vermogen van minder dan 0,50 W wordt gemeten met een afwijking van 0,01 W of minder bij een betrouwbaarheidsniveau van 95 %.
-
6.Door de fabrikanten te verstrekken informatie met het oog op de conformiteitsbeoordeling
Met het oog op de in artikel 5 bepaalde conformiteitsbeoordeling omvat de technische documentatie de volgende elementen:
a) |
Voor standby-stand en actieve stand
|
b) |
Testparameters voor metingen
|
Het is niet verplicht om het opgenomen vermogen van door STB’s van stroom voorziene randapparatuur voor de ontvangst van uitzendingen, zoals een actieve grondstationantenne, LNB voor satelliet (ruisarme blockconverter) of om het even welke kabel of modem, in de technische documentatie op te nemen.
-
7.Door de fabrikanten te verstrekken informatie ten behoeve van de consument
De fabrikanten zorgen ervoor dat de consumenten van SSTB’s informatie krijgen over het opgenomen vermogen in watt, afgerond op de eerste decimaal, van de standby- en de actieve stand van de SSTB.
BIJLAGE II
Controleprocedure
Bij het uitvoeren van het in artikel 3, lid 2, van Richtlijn 2005/32/EG bedoelde markttoezicht passen de lidstaten de volgende controleprocedure toe voor de in bijlage I, punten 1, 2 en 4 bedoelde vereisten.
Voor een stroomverbruik groter dan 1,00 W:
De autoriteiten van de lidstaat testen één exemplaar.
Het model wordt geacht overeen te stemmen met de bepalingen van bijlage I, punten 1 en 2, voor zover van toepassing, van deze verordening, indien de resultaten voor de actieve stand en de slaapstand, voor zover van toepassing, de grenswaarden met niet meer dan 10 % overschrijden.
In het andere geval worden nog drie exemplaren getest. Het model wordt geacht in overeenstemming te zijn met deze verordening als het gemiddelde van de resultaten van de laatste drie tests voor de actieve stand en de slaapstand, voor zover van toepassing, de grenswaarden met niet meer dan 10 % overschrijdt.
Voor een stroomverbruik kleiner dan of gelijk aan 1,00 W:
De autoriteiten van de lidstaat testen één exemplaar.
Het model wordt geacht overeen te stemmen met de bepalingen van bijlage I, punten 1 en 2, voor zover van toepassing, van deze verordening, indien de resultaten voor de actieve stand en/of de slaapstand, voor zover van toepassing, de grenswaarden met niet meer dan 0,10 W overschrijden.
In het andere geval worden nog drie exemplaren getest. Het model wordt geacht in overeenstemming te zijn met deze verordening als het gemiddelde van de resultaten van de laatste drie tests voor de actieve stand en/of de slaapstand, voor zover van toepassing, de grenswaarden met niet meer dan 0,10 W overschrijdt.
In de andere gevallen wordt het model geacht niet in overeenstemming te zijn.
BIJLAGE III
Benchmarks
Voor de toepassing van bijlage I, deel 3, punt 2, van Richtlijn 2005/32/EG, worden de volgende benchmarks bepaald. Zij verwijzen naar de beste technologie die momenteel, op het ogenblik dat deze verordening wordt vastgesteld, beschikbaar is:
SSTB zonder extra functies:
|
SSTB met geïntegreerde harde schijf:
|
Bovenstaande benchmarks zijn opgesteld op basis van een SSTB met een basisconfiguratie, een „automatische uitschakelingsfunctie” en een „netschakelaar”.
Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.