Besluit 2009/447 - Intrekking van Richtlijn 83/515/EEG en van 11 achterhaalde beschikkingen en besluiten op het gebied van het gemeenschappelijk visserijbeleid

1.

Wettekst

12.6.2009   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 149/62

 

BESCHIKKING VAN DE RAAD

van 25 mei 2009

tot intrekking van Richtlijn 83/515/EEG en van 11 achterhaalde beschikkingen en besluiten op het gebied van het gemeenschappelijk visserijbeleid

(2009/447/EG)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 37, juncto artikel 300, lid 2, en artikel 300, lid 3, eerste alinea,

Gelet op de Akte van Toetreding van 1985, en met name op artikel 167, lid 3, en artikel 354, lid 3,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien het advies van het Europees Parlement,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Het transparanter maken van de communautaire regelgeving is een essentieel onderdeel van de strategie voor betere regelgeving die de communautaire instellingen ten uitvoer leggen. In deze context is het dienstig besluiten die geen reëel effect meer hebben, uit de actieve regelgeving te verwijderen.

 

(2)

De volgende richtlijn en de volgende beschikkingen en besluiten met betrekking tot het gemeenschappelijk visserijbeleid zijn achterhaald, hoewel zij formeel nog steeds van kracht zijn:

 

Richtlijn 83/515/EEG van de Raad van 4 oktober 1983 inzake bepaalde acties voor de aanpassing van de capaciteit in de visserijsector (1). Deze richtlijn heeft geen effect meer aangezien de op deze materie betrekking hebbende bepalingen nu zijn opgenomen in Verordening (EG) nr. 1198/2006 van de Raad (2);

 

Beschikking 89/631/EEG van de Raad van 27 november 1989 betreffende een financiële bijdrage van de Gemeenschap in de uitgaven van de lidstaten om de communautaire regeling voor de instandhouding en het beheer van de visbestanden te doen naleven (3). Deze beschikking heeft geen effect meer aangezien zij betrekking heeft op subsidiabele uitgaven die door de lidstaten zijn gedaan in de periode 1 januari 1991-31 december 1995;

 

Beschikking 94/117/EG van de Raad van 21 februari 1994 tot vaststelling van de minimumeisen inzake structuur en uitrusting waaraan bepaalde kleine inrichtingen voor de distributie van visserijproducten in Griekenland moeten voldoen (4). Deze beschikking heeft geen effect meer aangezien de feitelijke situatie waarin zij van toepassing was, niet meer bestaat;

 

Beschikking 94/317/EG van de Raad van 2 juni 1994 waarbij het Koninkrijk Spanje wordt gemachtigd om de overeenkomst met de Republiek Zuid-Afrika inzake wederzijdse visserijbetrekkingen te verlengen tot en met 7 maart 1995 (5). Deze beschikking heeft geen effect meer aangezien de termijn voor de toepassing ervan reeds is verstreken;

 

Beschikking 94/318/EG van de Raad van 2 juni 1994 waarbij de Portugese Republiek wordt gemachtigd om de overeenkomst met de Republiek Zuid-Afrika inzake wederzijdse visserijbetrekkingen te verlengen tot en met 7 maart 1995 (6). Deze beschikking heeft geen effect meer aangezien de termijn voor de toepassing ervan reeds is verstreken;

 

Besluit 1999/386/EG van de Raad van 7 juni 1999 betreffende de voorlopige toepassing door de Europese Gemeenschap van de overeenkomst inzake het internationale programma voor het behoud van dolfijnen (7). Dit besluit heeft geen effect meer aangezien het betrekking had op een overgangsperiode die reeds is verstreken;

 

Besluit 2001/179/EG van de Raad van 26 februari 2001 tot vaststelling van de voorwaarden waaronder aan Guinee-Bissau financiële steun op visserijgebied wordt toegekend (8). Dit besluit heeft geen effect meer aangezien de termijn voor de toepassing ervan reeds is verstreken;

 

Beschikking 2001/382/EG van de Raad van 14 mei 2001 betreffende een financiële bijdrage van de Gemeenschap in sommige uitgaven voor de tenuitvoerlegging van bepaalde beheersmaatregelen met betrekking tot over grote afstanden trekkende visbestanden (9). Deze beschikking heeft geen effect meer aangezien de geldigheidsduur ervan reeds is verstreken;

 

Beschikking 2001/431/EG van de Raad van 28 mei 2001 betreffende een financiële bijdrage van de Gemeenschap in bepaalde uitgaven van de lidstaten voor de tenuitvoerlegging van de in het kader van het Gemeenschappelijk visserijbeleid geldende controle-, inspectie- en toezichtregelingen (10). Deze beschikking heeft geen effect meer aangezien zij betrekking heeft op subsidiabele uitgaven die door de lidstaten zijn gedaan in de periode 1 januari 2001-31 december 2003, en de feitelijke situatie waarin zij van toepassing was, niet meer bestaat. Bovendien is later Beschikking 2004/465/EG van de Raad (11) vastgesteld voor de uitgaven vanaf 2004;

 

Beschikking 2004/662/EG van de Raad van 24 september 2004 waarbij het Koninkrijk Spanje wordt gemachtigd om de overeenkomst met de Republiek Zuid-Afrika inzake wederzijdse visserijbetrekkingen te verlengen tot en met 7 maart 2005 (12). Deze beschikking heeft geen effect meer aangezien zij betrekking had op een overgangsperiode die reeds is verstreken;

 

Besluit 2004/890/EG van de Raad van 20 december 2004 inzake de terugtrekking van de Europese Gemeenschap uit het Verdrag inzake de visserij en de instandhouding van de levende rijkdommen van de zee in de Oostzee en de Belten (13). Dit besluit heeft geen effect meer aangezien de depositaris van het Verdrag in kennis is gesteld van de terugtrekking van de Gemeenschap;

 

Besluit 2005/76/EG van de Raad van 22 november 2004 betreffende de ondertekening namens de Europese Gemeenschap en de voorlopige toepassing van de overeenkomst in de vorm van een briefwisseling inzake de verlenging, voor de periode van 28 februari 2004 tot en met 31 december 2004, van het protocol tot vaststelling van de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie, als bedoeld in de Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Islamitische Bondsrepubliek der Comoren inzake de visserij voor de kust van de Comoren (14). Dit besluit heeft geen effect meer aangezien de geldigheidsduur ervan reeds is verstreken.

 

(3)

Ter wille van de rechtszekerheid en de duidelijkheid moeten deze achterhaalde richtlijn en deze achterhaalde beschikkingen en besluiten worden ingetrokken,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

Artikel 1

In te trekken richtlijn, beschikkingen en besluiten

Richtlijn 83/515/EEG, de Beschikkingen 89/631/EEG, 94/117/EG, 94/317/EG, 94/318/EG, 2001/382/EG, 2001/431/EG en 2004/662/EG, en de Besluiten 1999/386/EG, 2001/179/EG, 2004/890/EG en 2005/76/EG worden ingetrokken.

Artikel 2

Adressaten

Deze beschikking is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 25 mei 2009.

Voor de Raad

De voorzitter

  • J. 
    ŠEBESTA
 

 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.