Aanbeveling 1979/3 - 79/3/EEG: Aanbeveling van de Raad van 19 december 1978 aan de lidstaten betreffende methoden voor de raming van de kosten van de bestrijding van milieuverontreiniging voor de industrie

Inhoudsopgave

  1. Wettekst
  2. 31979H0003

1.

Wettekst

Avis juridique important

|

2.

31979H0003

79/3/EEG: Aanbeveling van de Raad van 19 december 1978 aan de Lid-Staten betreffende methoden voor de raming van de kosten van de bestrijding van milieuverontreiniging voor de industrie

Publicatieblad Nr. L 005 van 09/01/1979 blz. 0028 - 0030

Bijzondere uitgave in het Grieks: Hoofdstuk 05 Deel 3 blz. 0163

Bijzondere uitgave in het Spaans: Hoofdstuk 15 Deel 2 blz. 0121

Bijzondere uitgave in het Portugees: Hoofdstuk 15 Deel 2 blz. 0121

++++

AANBEVELING VAN DE RAAD

van 19 december 1978

aan de Lid-Staten betreffende methoden voor de raming van de kosten van de bestrijding van milieuverontreiniging voor de industrie

( 79/3/EEG )

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN ,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap ,

Gezien de ontwerp-aanbeveling ingediend door de Commissie ( 1 ) ,

Gezien het advies van het Europese Parlement ( 2 ) ,

Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité ( 3 ) ,

Overwegende dat in het op 22 november 1973 aangenomen actieprogramma van de Europese Gemeenschappen inzake het milieu ( 4 ) onder meer wordt geconstateerd dat , indien de Lid-Staten van mening verschillen over de raming van de kosten van de bestrijding der verontreiniging , met name indien deze raming niet geschiedt op basis van vergelijkbare wettelijke maatregelen en op basis van een homogene kostenbepaling , zulks gevolgen zou kunnen hebben voor het beleid dat op nationaal niveau wordt gevoerd , waardoor de tenuitvoerlegging van een gemeenschappelijk beleid moeilijker wordt ;

Overwegende dat de kostenramingen moeten dienen om de omvang te bepalen van de lasten die moeten worden gedragen door de gehele economie of door afzonderlijke industriesectoren indien de overheid specifieke maatregelen neemt ter bescherming van het milieu , om gegevens te verstrekken over de uit het oogpunt van kosten en doeltreffendheid meest aangewezen middelen voor het beperken van de verontreiniging en , onder bepaalde voorwaarden , om kwaliteitsdoelstellingen en/of emissienormen te helpen vaststellen ;

Overwegende dat de kostenraming voor bestaande installaties voor de bestrijding van de milieuverontreiniging niet alleen informatie verschaft over de kosten van reeds genomen maatregelen , maar ook kan worden gebruikt om de prognoses inzake de kosten van toekomstige maatregelen te vergemakkelijken ;

Overwegende dat het voor de nationale en plaatselijke autoriteiten en voor de besluitvorming op communautair niveau zeer nuttig is , te kunnen beschikken over vergelijkbare gegevens betreffende de kosten van bestaande installaties voor de bestrijding van verontreiniging in de industrie van verschillende Lid-Staten ;

Overwegende dat het daartoe dienstig is dat de Lid-Staten zoveel mogelijk soortgelijke ramingsmethoden gebruiken door gemeenschappelijke beginselen goed te keuren voor toekomstige studies betreffende de kosten van de bestrijding van verontreiniging in de industrie ,

BEVEELT de Lid-Staten AAN , voor de raming van de kosten van de bestrijding van verontreiniging in de industrie , de beginselen , definities en methoden toe te passen die in de bijlage zijn vervat , en voor zover mogelijk de resultaten van alle studies op dit gebied aan de Commissie mede te delen .

Gedaan te Brussel , 19 december 1978 .

Voor de Raad

De Voorzitter

G . BAUM

( 1 ) PB nr . C 10 van 12 . 1 . 1978 , blz . 6 .

( 2 ) PB nr . C 131 van 5 . 6 . 1978 , blz . 82 .

( 3 ) PB nr . C 283 van 27 . 11 . 1978 , blz . 25 .

( 4 ) PB nr . C 112 van 20 . 12 . 1973 , blz . 3 .

BIJLAGE

BEGINSELEN , DEFINITIES EN METHODEN

1 . De te ramen kosten van de bestrijding van verontreiniging in de betrokken industrieën moeten betrekking hebben op voorzieningen die gebaseerd zijn op milieuoverwegingen die bijdragen tot het voorkomen , opheffen of verminderen van de volgende vormen van verontreiniging :

a ) waterverontreiniging ,

b ) luchtverontreiniging ,

c ) lawaai of trillingen ,

d ) vaste of vloeibare afvalstoffen .

2 . a ) De eigenlijke verzameling van kostengegevens moet worden voorafgegaan door een technisch onderzoek van de betrokken industrieën in die sectoren waar een onderzoek wenselijk lijkt . Zulks is in de eerste plaats dienstig in die gevallen waarin de betrokken sector een groot aantal ondernemingen omvat met een relatief klein aantal verschillende produktieprocessen . In deze beschrijvende fase moeten de verschillende in de industrie toegepaste produktietechnieken , hun voor het milieu schadelijke bijprodukten en de ter beperking hiervan toegepaste primaire en secundaire verontreinigingsbestrijdingsprocédés ( met inbegrip van wijzigingen in het produktieproces ) worden vastgesteld . Andere aspecten van de procédés die in de praktijk aanleiding kunnen geven tot belangrijke verschillen in de kosten van overigens gelijke procédés ter bestrijding van verontreiniging , moeten eveneens worden vastgesteld . Dergelijke aspecten kunnen bij voorbeeld de ouderdom van de installatie of de kenmerken van de gebruikte grondstoffen omvatten . In een dergelijk geval moet hetzelfde proces dat met apparatuur van uiteenlopende ouderdom of met gebruikmaking van verschillende grondstoffen wordt uitgevoerd , bij de verzameling van kostengegevens worden beschouwd als overeenkomend met onderscheiden afzonderlijke processen .

b ) Op grond van een dergelijk onderzoek wordt vervolgens een lijst opgesteld van de verschillende technische voorzieningen ter bestrijding van verontreiniging . Voor elk van deze voorzieningen moeten dan , voor zover zij door de bevoegde autoriteiten relevant worden geacht voor de betrokken verontreiniging , de gegevens betreffende de kosten worden verzameld .

c ) Voor elke voorziening in de definitieve lijst moet bij het onderzoek de vermoedelijke levensduur van de installatie of apparatuur in kwestie worden bepaald . Tevens moeten de frequentie van het gebruik en het relatieve belang van elk verontreinigingsbestrijdingsprocédé binnen de industrie worden vastgesteld .

3 . Wat betreft voorzieningen die slechts gedeeltelijk om milieuredenen worden getroffen , dient met de grootst mogelijke nauwkeurigheid een absoluut bedrag te worden vastgesteld dat aan de bestrijding van verontreiniging moet worden toegerekend ; de voor de berekening daarvan gehanteerde criteria dienen te worden vermeld . Het bedrag moet worden uitgedrukt in verhouding tot de totale kosten van de betrokken voorzieningen ( verontreinigingsbestrijdingsfactor ) .

4 . a ) De gegevens betreffende de kosten van voorzieningen ter bestrijding van verontreiniging moeten zodanig worden verzameld dat voor iedere in het technisch onderzoek vastgestelde techniek ter bestrijding van verontreiniging een afzonderlijke raming kan worden gemaakt van de volgende kostencategorieën : ( 1 )

Investeringskosten ( afzonderlijk vermeld voor nieuwe en vervangingsinvesteringen )

i ) Uitgaven voor het bouwen of aankopen van installaties en apparatuur

ii ) Uitgaven voor het bouwen of aankopen van gebouwen

iii ) Uitgaven voor het aankopen van grond en/of marktwaarde van de grond die men reeds in eigendom heeft

iv ) Uitgaven voor verbetering

v ) Uitgaven voor rendementsverlies tijdens de overgangsperiode

Bedrijfskosten

vi ) Uitgaven voor arbeidskrachten

vii ) Uitgaven voor energie

viii ) Uitgaven voor andere materialen dan energie

ix ) Uitgaven voor diensten

x ) Huurkosten

xi ) Uitgaven voor herstellingen

b ) Indien in de industrie voor elk van deze kostencategorieën geen gedetailleerde cijfers beschikbaar zijn , moeten zij worden geraamd .

c ) Bovenstaande gegevens moeten voor de categorieën waarop de belasting over de toegevoegde waarde van toepassing is exclusief deze belasting worden vermeld ; zij moeten als brutokosten worden berekend , waarbij eventuele subsidies niet in mindering worden gebracht . Bij de categorieën i ) tot en met v ) moet het jaar worden vermeld , terwijl de categorieën vi ) tot en met xi ) betrekking moeten hebben op de kosten van het voorafgaande boekjaar .

5 . Bij bovenstaande kostengegevens moeten met name de volgende inlichtingen worden verstrekt :

a ) De handelswaarde van de materialen die door middel van de installatie ter bestrijding van verontreiniging zijn teruggewonnen of bespaard , ongeacht of deze materialen worden verkocht dan wel in het bedrijf worden gebruikt , alsmede eventueel een financiële beoordeling van andere factoren die een kostenverlaging mogelijk hebben gemaakt ;

b ) De nauwkeurige waardeniveaus van de emissies door de betrokken produktie-installatie in een bepaald tijdsverloop voorafgaand aan en volgend op de invoering van de voorziening ter bestrijding van verontreiniging waarop de kosten betrekking hebben en , zo mogelijk , de weerslag van de voorziening op de kwaliteit van het milieu ;

c ) De jaarlijkse produktiecapaciteit en het jaarlijks produktievolume van het produktieproces waarop de kosten ter bestrijding van verontreiniging betrekking hebben .

6 . Tevens moeten de volgende inlichtingen worden verkregen :

a ) Het bedrag van alle milieubelastingen of -heffingen die door een bedrijf worden betaald naast of in plaats van voorzieningen ter bestrijding van verontreiniging , zowel voor als na het aanbrengen van de betreffende bestrijdingsinstallatie ( 2 ) ;

b ) Aard en bedrag van elke financiële steun in de vorm van subsidies , belastingfaciliteiten of preferentiële leningen die de industrie worden verleend voor de betrokken installaties ter bestrijding van verontreiniging .

7 . Alle andere dan de hierboven vermelde gegevens die belangrijk worden geacht , moeten afzonderlijk worden vermeld zonder in een van de hierboven omschreven categorieën te worden opgenomen .

Vertrouwelijk karakter

8 . a ) De bij de toepassing van deze aanbeveling ingewonnen inlichtingen mogen slechts worden gebruikt voor de uitvoering van deze aanbeveling .

b ) De Commissie en de bevoegde autoriteiten van de Lid-Staten , alsmede hun ambtenaren en andere personeelsleden zijn verplicht de inlichtingen welke zij bij de toepassing van deze aanbeveling hebben ingewonnen en welke naar hun aard onder de geheimhoudingsplicht vallen , niet openbaar te maken .

c ) De sub a ) en b ) genoemde verplichtingen vormen geen beletsel voor de openbaarmaking van overzichten of studies die geen gegevens met betrekking tot individuele ondernemingen of verenigingen van ondernemingen bevatten .

( 1 ) Zie de definities van het Europese stelsel van economische rekeningen ( ESER ) , dat in 1970 door het Bureau voor officiële publikaties der Europese Gemeenschappen is gepubliceerd .

( 2 ) Zie de definities van het Europees stelsel van economische rekeningen ( ESER ) dat in 1970 door het Bureau voor officiële publikaties der Europese Gemeenschappen is gepubliceerd .

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.