Aanbeveling 2001/115 - Maximaal toegestane alcoholconcentratie in het bloed bij bestuurders van motorvoertuigen

Inhoudsopgave

  1. Wettekst
  2. 32001H0115

1.

Wettekst

Avis juridique important

|

2.

32001H0115

Aanbeveling van de Commissie van 17 januari 2001 betreffende de maximaal toegestane alcoholconcentratie in het bloed bij bestuurders van motorvoertuigen (Voor de EER relevante tekst) (kennisgeving geschied onder nummer C(2000) 4397)

Publicatieblad Nr. L 043 van 14/02/2001 blz. 0031 - 0036

Aanbeveling van de Commissie

van 17 januari 2001

betreffende de maximaal toegestane alcoholconcentratie in het bloed bij bestuurders van motorvoertuigen

(kennisgeving geschied onder nummer C(2000) 4397)

(Voor de EER relevante tekst)

(2001/115/EG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en inzonderheid op artikel 71,

Overwegende hetgeen volgt:

  • (1) 
    Eén van de doelstellingen van het gemeenschappelijk vervoerbeleid is de invoering van gemeenschappelijke regels welke van toepassing zijn op het internationaal vervoer binnen de Gemeenschap, met name met betrekking tot de veiligheid van de weggebruikers in de lidstaten.
  • (2) 
    De Commissie keurde in april 1997 een programma met specifieke maatregelen goed voor een grotere verkeersveiligheid in de Europese Unie(1), terwijl in maart 2000 een aantal prioriteiten werd vastgelegd(2).
  • (3) 
    De groei van het vervoer van passagiers en vracht over de weg sinds 1988 heeft het risico dat men betrokken raakt bij een verkeersongeval in de laatste tien jaar doen toenemen.
  • (4) 
    Geschat wordt dat 1 à 5 % van de aan het verkeer deelnemende bestuurders een alcoholconcentratrie in hun bloed hebben die hoger ligt dan de maximaal toegestane nationale limiet en dat dit soort bestuurders proportioneel gezien veel meer kansen loopt om bij verkeersongevallen te worden betrokken, waarbij het vaststaat dat deze bij 20 % van het aantal dodelijke en ernstige verwondingen betrokken zijn en tot 25 % van het aantal gedode bestuurders uitmaken. Er is een duidelijke behoefte om personen die op onverantwoorde wijze alcohol tot zich nemen, te verhinderen om aan het verkeer deel te nemen.
  • (5) 
    Geraamd wordt dat jaarlijks ten minste 10000 bestuurders, passagiers, voetgangers en wielrijders op de wegen in de Gemeenschap om het leven komen waarbij de rijvaardigheid van de bestuurder als gevolg van alcoholgebruik verminderd was.
  • (6) 
    Uit onderzoek is gebleken dat het relatieve risico om bij een ongeval te worden betrokken aanzienlijk toeneemt bij een alcoholconcentratie in het bloed van meer dan 0,5 mg/ml en dat voor de gemiddelde bestuurder met een alcoholconcentratie tussen 0,5 en 0,8 mg/ml bloed dat risico tweemaal zo hoog ligt wanneer we hem vergelijken met iemand die niet gedronken heeft. Bij ongevallen met dodelijke afloop is het relatieve risico nog veel groter.
  • (7) 
    Het is het voornaamste doel van de invoering binnen de Gemeenschap van een uniforme maximumlimiet voor de alcoholconcentratie in het bloed om een duidelijker en consequenter signaal te geven aan de bestuurders van passagiers- en vrachtvoertuigen dat boven een bepaalde limiet de combinatie van alcohol en het besturen van een motorvoertuig een gevaarlijke activiteit is en dat verschillende limieten in verschillende lidstaten het gevaar in zich bergen dat deze verwarring in de hand werken en dat daardoor het signaal dat rijden onder invloed van alcohol gevaarlijk is, wordt afgezwakt.
  • (8) 
    Een uniforme limiet voor de alcoholconcentratie in het bloed zal ook een betere referentie zijn voor controles op nationaal vlak. Ongeacht waar bestuurders zich binnen de Gemeenschap bevinden, dienen zij zich er bewust van te zijn dat er een uniforme limiet bestaat waarboven zij, indien zij worden gepakt, beboet zullen worden overeenkomstig de jurisdictie van het land waar zij de overtreding begaan.
  • (9) 
    Er zijn voldoende aanwijzingen dat een verlaging van het toegestane alcoholpromillage, mits dit gepaard gaat met efficiënte controles en de nodige publiciteit, het rijden onder invloed in het algemeen terug kan dringen.
  • (10) 
    Het is geen onredelijke verwachting dat het aantal ongevallen met dodelijke afloop waarbij rijden onder invloed een rol speelt met ten minste 10 % kan worden teruggedrongen met behulp van een pakket maatregelen dat gepaard gaat met controle op nationaal niveau en publiciteit en gebaseerd is op lagere limieten voor de alcoholconcentratie in het bloed, en dat het bij nog uitgebreidere controles mogelijk zal zijn deze nog verder terug te dringen.
  • (11) 
    Het is meer dan waarschijnlijk dat de sociale waarde van de gezamenlijke actie om het rijden onder invloed terug te dringen, welke gebaseerd is rond een meer uniforme regeling inzake de toegestane alcoholconcentratie in het bloed, de kosten voor de controles en de economische aanpassing zal overtreffen.
  • (12) 
    De meeste lidstaten hebben reeds als maximaal toelaatbare limiet voor de alcoholconcentratie in het bloed van bestuurders de waarde van 0,5 mg/ml ingevoerd.
  • (13) 
    Een nog lagere limiet van 0,2 mg/ml is van belang voor die bestuurders en passagiers die een veel hoger risico op een ongeval lopen, hetzij vanwege hun gebrek aan ervaring en/of het soort voertuigen dat zij besturen, en tevens voor bestuurders van grote voertuigen die goederen en passagiers vervoeren, alsook voor bestuurders van voertuigen waarmee gevaarlijke goederen worden vervoerd.
  • (14) 
    De lidstaten dienen zich met name bewust te zijn van het toegenomen risico op een ongeval als gevolg van het gebruik van bepaalde illegale en legale drugs in combinatie met alcohol en de behoefte om dit in hun nationale wetgeving tot uitdrukking te brengen.
  • (15) 
    De lidstaten zullen het wederzijdse voordeel op prijs weten te stellen dat een gevolg zal zijn van de gedeelde informatie over de bloed- en ademtests zodat zij de omvang van de monsters aan de hand waarvan de efficiency van de maatregelen om het rijden onder invloed terug te dringen kunnen doen toenemen, alsmede de voordelen van het delen van onderzoeksmateriaal over de vermindering van de rijbevoegdheid.
  • (16) 
    Rijden onder invloed is tevens een groot probleem voor de volksgezondheid in zoverre dat er in artikel 152 van het Verdrag naar gestreefd wordt dat bij de bepaling en de uitvoering van elk beleid en elk optreden van de Gemeenschap een hoog niveau van bescherming van de menselijke gezondheid wordt verzekerd. Bovendien is het optreden van de Gemeenschap gericht op verbetering van de volksgezondheid, preventie van ziekten en aandoeningen bij de mens en het wegnemen van bronnen van gevaar voor de menselijke gezondheid.
  • (17) 
    In artikel 152 komt ook de bevoegdheid van de Gemeenschap op het gebied van de volksgezondheid ter sprake voorzover de Gemeenschap daartoe bijdraagt door samenwerking aan te moedigen tussen de lidstaten en, zo nodig hun optreden te steunen, en door in nauw contact met de lidstaten alle dienstige initiatieven te nemen om de coördinatie van het beleid en de programma's van de lidstaten te bevorderen.
  • (18) 
    In de mededeling van de Commissie over de strategie op het gebied van de gezondheid van de Europese Gemeenschap en het voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad tot goedkeuring van het actieprogramma op het gebied van de volksgezondheid (2001-2006)(3) is alcohol een van de gebieden waarop bijzondere maatregelen en acties zouden kunnen worden ondernomen, zoals de ontwikkeling van maatregelen ter vermindering of eliminatie van het risico om te worden verwond of gedood.
  • (19) 
    Binnen dit kader is het probleem van het rijden onder invloed stellig een van de meest belangrijke kwesties vanuit het perspectief van het ten aanzien van alcohol te voeren beleid. Het is evenwel een van de minder controversiële punten wanneer men vooropstelt dat dit risico terug moet worden gedrongen, doch dit betekent niet dat er ook op politiek gebied overeenstemming over deze kwestie bestaat,

BEVEELT AAN:

DEFINITIES

  • 1. 
    In de zin van deze aanbeveling wordt verstaan onder:
  • a) 
    "bestuurder van een motorvoertuig": iedere bestuurder van een van een motor voorzien voertuig met drie of meer wielen;
  • b) 
    "bestuurder van een motor": de bestuurder van een van een motor voorzien voertuig op twee wielen, eventuele duopassagiers niet meegerekend;
  • c) 
    "onervaren bestuurder":
  • i) 
    iedere leerling-bestuurder die niet in het bezit is van een rijbewijs overeenkomstig Richtlijn 91/439/EEG van de Raad(4). Hieronder vallen houders van een voorlopig rijbewijs, begeleide leerling-bestuurders zonder rijbewijs die les krijgen, of bestuurders die rijles krijgen van een rijschool;
  • ii) 
    een nieuwe bestuurder die overeenkomstig Richtlijn 91/439/EEG minder dan twee jaar een rijbewijs bezit en zich al dan niet in een proefperiode bevindt;
  • d) 
    "groot voertuig": een vrachtwagen met een totaalgewicht in beladen toestand van meer dan 3,5 ton, en voertuigen voor het vervoer van passagiers met meer dan acht zetels, die van de bestuurder niet inbegrepen;
  • e) 
    "voertuig dat gevaarlijke goederen vervoert"; een voertuig met een identificatieplaat waarvan de bestuurders de opleiding hebben gekregen als bedoeld in aanhangsel B.5 en aanhangsel B.6 bij Richtlijn 94/55/EG van de Raad(5).

HOE MOET HET PROBLEEM VAN HET RIJDEN ONDER INVLOED DOOR BESTUURDERS VAN MOTORRIJTUIGEN EN MOTOREN WORDEN AANGEPAKT

  • 2. 
    Alle lidstaten moeten een wettelijke limiet voor de alcoholconcentratie in het bloed invoeren van 0,5 mg/ml of lager, voor bestuurders van alle soorten motorrijtuigen en motoren.
  • 3. 
    Alle lidstaten moeten een lagere limiet voor de alcoholconcentratie in het bloed invoeren van 0,2 mg/ml, dan wel nog lager, voor de volgende categorieën weggebruikers:
  • a) 
    onervaren bestuurders,
  • b) 
    bestuurders van motorrijtuigen op twee wielen,
  • c) 
    bestuurders van grote voertuigen,
  • d) 
    bestuurders van voertuigen waarmee gevaarlijke goederen worden vervoerd.
  • 4. 
    Alle lidstaten moeten met behulp van steekproeven ademtests invoeren om het drinken door bestuurders te ontmoedigen en wel in die mate dat iedere bestuurder statistisch gezien een reële kans loopt om eens in de drie jaar volgens de beste praktijken te worden getest.
  • 5. 
    Alle lidstaten moeten zich inspannen om de ontwerp-richtlijn voor meetinstrumenten te doen goedkeuren zodat de metingen met de apparatuur waarmee ademtests in het verkeer worden uitgevoerd, kunnen worden geharmoniseerd.

FOLLOW-UP OP COMMUNAUTAIR NIVEAU

  • 6. 
    Alle lidstaten moeten een beroep doen op de Commissie om nauw met hen samen te werken bij:
  • a) 
    het uitwisselen van informatie over de beste praktijken inzake bijvoorbeeld controlemethoden, rehabilitatieprogramma's en het verzamelen van gegevens over ongevallen;
  • b) 
    het ondersteunen van ontwikkeling en onderzoek, met name naar de technologische mogelijkheden om bestuurders die gedronken hebben en bestuurders die voor een alcoholprobleem behandeld worden, te verhinderen een motorrijtuig te besturen;
  • c) 
    de ondersteuning van publiciteitscampagnes in geheel Europa waardoor bestuurders worden aangemoedigd geen voertuigen te besturen wanneer zij gedronken hebben;
  • d) 
    alle gegevens inzake verkeersongevallen waarbij alcohol een rol speelt te verstrekken en het gebruik ervan te coördineren binnen de context van het Care-programma om zodoende na te kunnen gaan hoe efficiënt het beleid is en een verwijzing te hebben naar de activiteiten van het toekomstige communautaire actieprogramma op het gebied van de volksgezondheid(6).

Gedaan te Brussel, 17 januari 2001.

Voor de Commissie

Loyola De Palacio

Vice-voorzitter

  • (1) 
    Een grotere verkeersveiligheid in de Europese Unie: programma voor de periode 1997-2001 (COM(97) 131 def.).
  • (2) 
    Prioriteiten op het gebied van verkeersveiligheid in de EU: Voortgangsrapport en rangschikking van acties naar prioriteit (COM(2000) 125).
  • (3) 
    PB C 337 van 28.11.2000, blz. 122.
  • (4) 
    PB L 237 van 24.8.1991, blz. 1.
  • (5) 
    Europese Overeenkomst betreffende het internationaal vervoer van gevaarlijke goederen over de weg (ADR) en het Protocol van de ondertekening (deel II): ECE/TRANS/130 Vol. II.
  • (6) 
    Zie voenoot 3.

BIJLAGE

De volgende tabel geeft een overzicht van enkele van de successen die men behaald heeft om dodelijke ongevallen, andere ongelukken dan wel het percentage veroordelingen terug te brengen in die landen waar een verlaging van het toegestane alcoholpromillage is ingevoerd, gewoonlijk met begeleidende maatregelen om het rijden onder invloed terug te dringen.

De resultaten zijn samengevat in het verslag van de Werkgroep alcohol, drugs en medicijnen dat werd opgesteld ten behoeve van de Groep op hoog niveau: oktober 1999.

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.