Besluit 2009/739 - Praktische regels voor de uitwisseling van informatie via elektronische middelen tussen de lidstaten uit hoofde van hoofdstuk VI van Richtlijn 2006/123/EG betreffende diensten op de interne markt - Hoofdinhoud
7.10.2009 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 263/32 |
BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE
van 2 oktober 2009
tot vaststelling van de praktische regels voor de uitwisseling van informatie via elektronische middelen tussen de lidstaten uit hoofde van hoofdstuk VI van Richtlijn 2006/123/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende diensten op de interne markt
(Kennisgeving geschied onder nummer C(2009) 7493)
(Voor de EER relevante tekst)
(2009/739/EG)
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Richtlijn 2006/123/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 betreffende diensten op de interne markt (1), en met name op artikel 36, tweede zin,
Na raadpleging van de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Ingevolge de artikelen 28 tot en met 36 van Richtlijn 2006/123/EG zijn de lidstaten verplicht tot wederzijdse bijstand en doelmatige samenwerking, en deze verplichting omvat ook de uitwisseling van informatie tussen de bevoegde autoriteiten. Om behoorlijk te kunnen functioneren, dient de samenwerking tussen lidstaten ondersteund te worden door technische hulpmiddelen die rechtstreekse en snelle communicatie tussen hun bevoegde autoriteiten mogelijk maken. Met het oog daarop wordt in artikel 34, lid 1, van Richtlijn 2006/123/EG bepaald dat de Commissie, in samenwerking met de lidstaten, en met inachtneming van bestaande informatiesystemen, een elektronisch systeem voor de uitwisseling van informatie tussen de lidstaten dient op te zetten. |
(2) |
Het Informatiesysteem interne markt (IMI), dat is opgezet ingevolge Besluit 2004/387/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 april 2004 betreffende de interoperabele levering van pan-Europese e-overheidsdiensten aan overheidsdiensten, ondernemingen en burgers (IDABC) (2), is een elektronisch instrument dat bedoeld is ter ondersteuning van een aantal wetgevende maatregelen met betrekking tot de interne markt, waarvoor uitwisseling van informatie tussen de overheidsdiensten van de lidstaten noodzakelijk is. Aangezien het IMI beveiligde en gestructureerde uitwisseling van informatie tussen de bevoegde autoriteiten via elektronische middelen mogelijk maakt, en de bevoegde autoriteiten in staat stelt snel de relevante gesprekspartners in andere lidstaten te vinden en snel en efficiënt met elkaar te communiceren, is het zinvol gebruik te maken van het IMI voor de uitwisseling van informatie voor de doeleinden van Richtlijn 2006/123/EG. |
(3) |
Teneinde de bevoegde autoriteiten van de lidstaten in staat te stellen efficiënt via elektronische middelen informatie uit te wisselen, dienen praktische regels te worden vastgesteld voor een dergelijke uitwisseling via het IMI. |
(4) |
Naast verzoeken om informatie en verzoeken tot het verrichten van verificaties, inspecties en onderzoeken, en de reacties daarop, voorziet Richtlijn 2006/123/EG in twee specifieke mechanismen voor de uitwisseling van informatie: de uitwisseling van informatie over ernstige specifieke handelingen en omstandigheden in verband met een dienstenactiviteit die ernstige schade zou kunnen berokkenen aan de gezondheid of veiligheid van personen of het milieu („alarmmechanisme”), uit hoofde van artikel 29, lid 3, en artikel 32, lid 1, van Richtlijn 2006/123/EG, en de uitwisseling van informatie over uitzonderlijke maatregelen met betrekking tot de veiligheid van diensten („afwijkingen in specifieke gevallen”), uit hoofde van de artikelen 18 en 35 van Richtlijn 2006/123/EG. |
(5) |
Aangezien deze alarmmeldingen ernstige bedreigingen voor de gezondheid of veiligheid van personen of het milieu betreffen, is nauwe samenwerking tussen de bevoegde autoriteiten in verschillende lidstaten van essentieel belang om een einde te kunnen maken aan de betreffende bedreiging en om die autoriteiten voldoende op de hoogte te houden van de door de andere autoriteiten ondernomen acties, en van de opheffing dan wel het voortbestaan van de bedreiging. Om te kunnen zorgen voor effectief toezicht door de bevoegde autoriteiten op de dienstverrichters en de diensten die zij verlenen, en voor adequate bescherming van de persoonsgegevens in alarmmeldingen, dient ook de intrekking geregeld te worden van door een lidstaat overeenkomstig Richtlijn 2006/123/EG gegeven alarmmelding, wanneer niet langer voldaan wordt aan de in artikel 29, lid 3, en artikel 32, lid 1, aangegeven voorwaarden. De lidstaten dienen echter wel de mogelijkheid te hebben bezwaar te maken tegen een voorstel om een alarmmelding in te trekken wanneer de bedreiging voor de gezondheid of veiligheid van personen of voor het milieu nog aanwezig is. |
(6) |
Ingevolge artikel 43 van Richtlijn 2006/123/EG dienen bij de uitvoering en de toepassing van deze richtlijn, en met name van de bepalingen betreffende het toezicht, de voorschriften inzake de bescherming van persoonsgegevens nageleefd te worden die zijn vervat in Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 1995 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (3) en Richtlijn 2002/58/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 2002 betreffende de verwerking van persoonsgegevens en de bescherming van de persoonlijke levenssfeer in de sector elektronische communicatie (richtlijn betreffende privacy en elektronische communicatie) (4). De uitwisseling van informatie via elektronische middelen tussen de lidstaten dient dan ook plaats te vinden overeenkomstig de regels voor de bescherming van persoonsgegevens in de Richtlijnen 95/46/EG en 2002/58/EG. De verwerking van informatie door de Commissie dient plaats te vinden overeenkomstig Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2000 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de communautaire instellingen en organen en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (5). |
(7) |
Om een hoog niveau van bescherming van persoonsgegevens te waarborgen ten aanzien van de werking van het IMI heeft de Commissie Beschikking 2008/49/EG van 12 december 2007 inzake de bescherming van persoonsgegevens bij de invoering van het informatiesysteem interne markt (IMI) (6) gegeven en Aanbeveling 2009/329/EG van 26 maart 2009 betreffende richtsnoeren voor gegevensbescherming voor het informatiesysteem interne markt (IMI) (7) goedgekeurd. |
(8) |
De in deze beschikking vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het door het comité van artikel 40 van Richtlijn 2006/123/EG uitgebrachte advies, |
HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:
Artikel 1
Gebruik van het IMI voor de uitwisseling van informatie
-
1.Het informatiesysteem interne markt (IMI) wordt gebruikt voor de uitwisseling van informatie via elektronische middelen tussen de lidstaten teneinde te voldoen aan de bepalingen inzake administratieve samenwerking van hoofdstuk VI van Richtlijn 2006/123/EG, die voorzien in de volgende uitwisselingen:
a) |
verzoeken om informatie en verzoeken tot het verrichten van verificaties, inspecties en onderzoeken, en de reacties daarop, uit hoofde van hoofdstuk VI van Richtlijn 2006/123/EG; |
b) |
alarmmeldingen, uit hoofde van artikel 29, lid 3, en artikel 32, lid 1, van Richtlijn 2006/123/EG; |
c) |
verzoeken en kennisgevingen betreffende specifieke gevallen, overeenkomstig de in artikel 35, leden 2, 3 en 6, van Richtlijn 2006/123/EG vastgelegde procedure. |
-
2.De in artikel 8 van Beschikking 2008/49/EG bedoelde IMI-coördinatoren kunnen worden aangewezen als de in artikel 28, lid 2, van Richtlijn 2006/123/EG bedoelde contactpunten.
Artikel 2
Functies van het IMI met betrekking tot verzoeken om informatie en verzoeken tot het verrichten van verificaties, inspecties en onderzoeken, en de reacties daarop
Met oog op verzoeken om informatie en verzoeken tot het verrichten van verificaties, inspecties en onderzoeken, en de reacties daarop, vervult het IMI de volgende functies:
a) |
het verzenden van verzoeken; |
b) |
het verzenden van en het verzoeken om aanvullende informatie; |
c) |
het aanvaarden van verzoeken; |
d) |
het doorsturen van verzoeken; |
e) |
het reageren op verzoeken. |
Artikel 3
Functies van het IMI met betrekking tot alarmmeldingen
-
1.Met het oog op de uitwisseling van informatie over alarmmeldingen vervult het IMI de volgende functies:
a) |
het verzenden van alarmmeldingen, wanneer voldaan is aan de in artikel 29, lid 3, en artikel 32, lid 1, van Richtlijn 2006/123/EG aangegeven voorwaarden; |
b) |
het verzenden van en het verzoeken om aanvullende informatie over alarmmeldingen; |
c) |
het intrekken van alarmmeldingen die verzonden zijn zonder dat is voldaan aan de in artikel 29, lid 3, en artikel 32, lid 1, van Richtlijn 2006/123/EG vastgestelde voorwaarden; |
d) |
het corrigeren van onjuiste informatie in alarmmeldingen; |
e) |
het verzenden van voorstellen betreffende het intrekken van alarmmeldingen; |
f) |
het maken van bezwaar tegen voorstellen betreffende het intrekken van alarmmeldingen; |
g) |
het intrekken van alarmmeldingen wanneer niet langer voldaan wordt aan de in artikel 29, lid 3, en artikel 32, lid 1, van Richtlijn 2006/123/EG vastgestelde voorwaarden. |
-
2.Met het oog op het verzenden van alarmmeldingen en gerelateerde informatie aan andere lidstaten en het ontvangen van alarmmeldingen van andere lidstaten voorziet het IMI in een alarmcoördinator. De functie van alarmcoördinator kan worden vervuld door de in de artikelen 7 en 8 van Beschikking 2008/49/EG bedoelde IMI-actoren.
-
3.Vóór de wissing uit het systeem overeenkomstig de in artikel 4 van Beschikking 2008/49/EG vastgelegde procedure mag informatie, met inbegrip van persoonsgegevens, die in een ingetrokken alarmmelding was vermeld, niet langer zichtbaar zijn voor IMI-gebruikers.
Artikel 4
Functies van het IMI met betrekking tot het mechanisme voor afwijkingen in specifieke gevallen
Met het oog op de uitwisseling van informatie over de afwijkingen in specifieke gevallen vervult het IMI de volgende functies:
a) |
het verzenden van een verzoek aan de lidstaat van vestiging uit hoofde van artikel 35, lid 2, van Richtlijn 2006/123/EG; |
b) |
het reageren op een verzoek uit hoofde van artikel 35, lid 2, van Richtlijn 2006/123/EG; |
c) |
het verzenden van een kennisgeving aan de Commissie en aan de lidstaat van vestiging uit hoofde van artikel 35, leden 3 en 6, van Richtlijn 2006/123/EG; |
d) |
het automatisch informeren van een coördinator over de onder de punten a), b) en c) genoemde acties. |
Artikel 5
Bescherming van persoonsgegevens
De verwerking van persoonsgegevens in verband met de uitwisseling van informatie via elektronische middelen tussen de lidstaten vindt plaats overeenkomstig de Richtlijnen 95/46/EG en 2002/58/EG.
De verwerking van persoonsgegevens door de Commissie vindt plaats overeenkomstig Verordening (EG) nr. 45/2001.
Artikel 6
Adressaten
Deze beschikking is gericht tot de lidstaten.
Gedaan te Brussel, 2 oktober 2009.
Voor de Commissie
Charlie McCREEVY
Lid van de Commissie
Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.