Besluit 2010/166 - 2010/166/: Besluit van de Commissie van 19 maart 2010 betreffende de harmonisatie van de voorwaarden inzake het gebruik van radiospectrum voor mobiele communicatiediensten aan boord van vaartuigen (MCV-diensten) in de EU

1.

Wettekst

20.3.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 72/38

 

BESLUIT VAN DE COMMISSIE

van 19 maart 2010

betreffende de harmonisatie van de voorwaarden inzake het gebruik van radiospectrum voor mobiele communicatiediensten aan boord van vaartuigen (MCV-diensten) in de Europese Unie

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2010) 1644)

(Voor de EER relevante tekst)

(2010/166/EU)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gelet op het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gelet op Beschikking nr. 676/2002/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 maart 2002 inzake een regelgevingskader voor het radiospectrumbeleid in de Europese Gemeenschap (radiospectrumbeschikking) (1), en met name op artikel 4, lid 3,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Het i2010-beleid, dat het strategisch kader vormt voor een Europese informatiemaatschappij (2), is gericht op het bevorderen van een open en concurrerende digitale economie in de Europese Unie. ICT wordt in dit verband gezien als een drijvende kracht achter maatschappelijke integratie en verbetering van de levenskwaliteit. Het ontwikkelen van aanvullende communicatiemiddelen zou gunstig kunnen zijn voor de arbeidsproductiviteit en voor groei in de mobieletelefoniemarkt.

 

(2)

Maritieme connectiviteitstoepassingen worden gebruikt aan boord van vracht- en passagiersvaartuigen die binnen de territoriale en de internationale wateren van de Europese Unie varen en vaak van pan-Europese of internationale aard zijn. Systemen die MCV-diensten leveren („MCV-systemen”) beogen de bestaande mobiele connectiviteit aan te vullen wanneer zij opereren binnen de gebieden van de territoriale wateren van de EU-lidstaten, als gedefinieerd in het Verdrag inzake het recht van de zee van de Verenigde Naties, die niet gedekt worden door terrestrische mobiele netwerken die vallen onder Beschikking nr. 2009/766/EG van de Commissie van 16 oktober 2009 betreffende de harmonisatie van de 900 MHz- en de 1 800 MHz-frequentieband voor terrestrische systemen die pan-Europese elektronischecommunicatiediensten kunnen verschaffen in de Gemeenschap (3). Een gecoördineerde aanpak van de reglementering van dergelijke MCV-diensten zou de doelstellingen van de interne markt ondersteunen en de beschikbaarheid van gsm-diensten binnen de Europese Unie potentieel verbeteren.

 

(3)

Harmonisering van de voorschriften met betrekking tot het gebruik van radiospectrum in de Europese Unie zou de invoering en aanvaarding van MCV-diensten in de Europese Unie moeten vergemakkelijken waarbij er hoofdzakelijk naar gestreefd wordt schadelijke interferentie te vermijden voor terrestrische mobiele netwerken en te voorkomen dat verbindingen tot stand worden gebracht met systemen die MCV-diensten leveren wanneer een verbinding met terrestrische mobiele netwerken mogelijk is.

 

(4)

Overeenkomstig artikel 4, lid 2, van Beschikking nr. 676/2002/EG heeft de Europese Conferentie van de Administraties van Posterijen en van Telecommunicatie (CEPT) een mandaat (4) gekregen om de technische en operationele voorwaarden te bepalen die nodig zijn om te vermijden dat gsm-systemen die gebruikt worden aan boord van vaartuigen in de 900 MHz- en 1 800 MHz-frequentiebanden in de territoriale wateren van lidstaten schadelijke interferentie veroorzaken bij de bestaande terrestrische mobiele netwerken en ervoor te zorgen dat terrestrische mobiele eindstations niet met een dergelijk systeem worden verbonden wanneer dat in gebruik is binnen de territoriale wateren en dat mobiele eindstations niet belemmerd wordt een verbinding tot stand te brengen met terrestrische netwerken. Deze beschikking is gebaseerd op de technische door de CEPT in het kader van het mandaat van de Commissie uitgevoerde studies waarvan verslag is gedaan in CEPT-verslag nr. 28 (5).

 

(5)

Het in het CEPT-verslag beschreven systeem dat MCV-diensten levert, bestaat uit één of meer picocelbasisstations aan boord van een vaartuig, die via een backhaul-link toegang verlenen tot een gsm-kernnetwerk, bijvoorbeeld per satelliet, waarbij gebruik wordt gemaakt van andere delen van het spectrum dan de 900 MHz- en 1 800 MHz-frequentiebanden. Het basisstation aan boord van een vaartuig met een dergelijk systeem bedient roamende gsm-mobiele eindstations van passagiers of bemanning aan boord van vaartuigen door verbindingen tot stand te brengen in de GSM-900- en/of GSM-1 800-frequentiebanden wanneer het vaartuig zich in internationale of territoriale wateren bevindt waar geen of onvoldoende dekking is van terrestrische mobiele netwerken.

 

(6)

In het CEPT-verslag wordt vastgesteld dat systemen die MCV-diensten leveren niet mogen worden gebruikt binnen een afstand van minder dan twee zeemijlen ((NM) van de basislijn van een kuststaat. In het verslag wordt een overzicht gegeven van een aantal technische en operationele voorwaarden voor het gebruik van dergelijke systemen binnen territoriale wateren tussen twee en twaalf zeemijl van de basislijn.

 

(7)

De apparatuur voor MCV-diensten die wordt bestreken door dit besluit valt binnen het toepassingsgebied van Richtlijn 1999/5/EG van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 1999 betreffende radioapparatuur en telecommunicatie-eindapparatuur en de wederzijdse erkenning van hun conformiteit (6). Naleving van de relevante geharmoniseerde normen voor GSM-900 en/of GSM-1 800 waarnaar in die richtlijn wordt verwezen, houdt het vermoeden van overeenstemming in met de eisen zodat dergelijke apparatuur op de markt kan worden gebracht.

 

(8)

Hoewel er geharmoniseerde normen zijn van het Europees Normalisatie-instituut voor Telecommunicatie, waarin de technische eisen zijn vastgelegd, zodat gsm-apparatuur die aan deze eisen voldoet op de markt kan worden gebracht, en hoewel dergelijke gsm-apparatuur kan worden gebruikt door systemen die MCV-diensten leveren, is het desalniettemin noodzakelijk de specifieke operationele waarden te bepalen waaraan systemen moeten voldoen die MCV-diensten leveren en gebruikt worden in territoriale wateren om schadelijke interferentie met terrestrische netwerken te vermijden.

 

(9)

In de bijlage bij dit besluit zijn derhalve alle technische en operationele eisen opgenomen van het CEPT-verslag. Deze eisen vallen binnen de bandbreedte van de parameters van de gsm-normen die kunnen worden aangepast en moeten zorgen voor het naast elkaar bestaan van systemen die MCV-diensten leveren en terrestrische GSM/UMTS-netwerken in de 900 en 1 800 MHz-banden alsmede luchtvaartradionavigatiesystemen (RSBN-systemen) op korte afstand die actief zijn in de 862-960 MHz-band. Deze eisen omvatten onderdrukkingstechnieken die gebaseerd zijn op specifieke operationele gsm-systeemparameters, maar ook andere middelen of andere onderdrukkingstechnieken kunnen worden gebruikt als ze een gelijkwaardige bescherming bieden.

 

(10)

Dit besluit legt de lidstaten die geen territoriale wateren hebben geen verplichtingen op. Het doet geen afbreuk aan de machtiging van MCV-diensten die buiten het toepassingsgebied van dit besluit valt, maar wel zijn eventueel maatregelen nodig van de lidstaten in overeenstemming met de EU-wetgeving inzake vaartuigen die onder hun vlag varen.

 

(11)

De lidstaten moeten er naar streven zo spoedig mogelijk de volledige 900 MHz- en 1 800 MHz-frequentiebanden beschikbaar te stellen voor systemen die op interferentievrije en onbeschermde basis MCV-diensten leveren in hun territoriale wateren, bijvoorbeeld om discriminatie te vermijden tussen houders van rechten in deze banden. Als het op grond van nationale omstandigheden niet mogelijk is de volledige banden beschikbaar te stellen, kunnen de lidstaten een kleiner spectrumbereik beschikbaar stellen, doch ten minste 2 MHz spectrum in de uplink- en 2 MHz spectrum in de downlink-richting, omdat deze hoeveelheid spectrum wordt beschouwd als de minimale hoeveelheid die nodig is voor het leveren van MCV-diensten.

 

(12)

Om ervoor te zorgen dat de in dit besluit vermelde voorwaarden, gezien de snelle ontwikkelingen op het gebied van radiospectrum, relevant blijven, moeten de nationale autoriteiten waar mogelijk toezicht houden op het gebruik van radiospectrum door apparatuur voor MCV-diensten zodat dit besluit actief kan worden getoetst. Bij een dergelijk onderzoek moet rekening worden gehouden met de technologische ontwikkeling en worden gecontroleerd of de oorspronkelijke veronderstellingen voor de werking van MCV-diensten nog steeds relevant zijn.

 

(13)

De in dit besluit vastgestelde maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het radiospectrumcomité,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Dit besluit beoogt de technische voorwaarden voor de beschikbaarheid en het doelmatig gebruik van de 900 MHz- en de 1 800 MHz-banden voor systemen die mobiele communicatie leveren aan boord van vaartuigen binnen de territoriale wateren van de Europese Unie te harmoniseren.

Artikel 2

Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder:

 

1.

„mobiele communicatiediensten aan boord van vaartuigen (MCV-diensten)”: elektronische communicatiediensten zoals omschreven in artikel 2, onder c), van Richtlijn 2002/21/EG van het Europees Parlement en de Raad (7), die geleverd worden door een onderneming om personen aan boord van een vaartuig in staat te stellen te communiceren via openbare communicatienetwerken met gebruikmaking van een gsm-systeem zonder rechtstreekse verbindingen met terrestrische netwerken tot stand te brengen;

 

2.

„de 900 MHz-band”: de 880-915 MHz-band voor uplink (verzending vanaf eindapparatuur en ontvangst door basisstation) en 925-960 MHz-band voor downlink (verzending vanaf basisstation en ontvangst door eindapparatuur);

 

3.

„de 1 800 MHz-band”: de 1 710-1 785 MHz-band voor uplink (verzending vanaf eindapparatuur en ontvangst door basisstation) en 1 805-1 880 MHz-band voor downlink (verzending vanaf basisstation en ontvangst door eindapparatuur);

 

4.

„gsm-systeem”: een elektronisch communicatienetwerk dat voldoet aan de door het Europees Normalisatie-instituut voor Telecommunicatie gepubliceerde gsm-normen, met name EN 301 502 en EN 301 511;

 

5.

„op interferentievrije en onbeschermde basis”: geen schadelijke interferentie mag worden veroorzaakt bij enige radiocommunicatiedienst en geen aanspraak kan worden gemaakt op bescherming van deze apparaten tegen schadelijke interferentie die wordt veroorzaakt door andere radiocommunicatiediensten;

 

6.

„territoriale wateren”: moet worden opgevat in de zin van de definitie van het Verdrag van de Verenigde Naties inzake het recht van de zee;

 

7.

„ontvangststation aan boord van vaartuigen”: is een mobiele picocel aan boord van een vaartuig ter ondersteuning van gsm-diensten in de 900 MHz- en/of 1 800 MHz-banden.

Artikel 3

De lidstaten stellen, uiterlijk twaalf maanden na de inwerkingtreding van dit besluit, ten minste 2 MHz spectrum beschikbaar in de uplink-richting en 2 MHz dienovereenkomstig gepaard spectrum in de downlink-richting binnen de 900 MHz- en/of 1 800 MHz-banden voor systemen die op interferentievrije en onbeschermde basis MCV-diensten leveren in hun territoriale wateren en zorgen ervoor dat deze systemen voldoen aan de voorwaarden die uiteengezet zijn in de bijlage bij dit besluit.

Artikel 4

De lidstaten houden toezicht op het gebruik van de 900 MHz- en 1 800 MHz-banden die MCV-diensten leveren in hun territoriale wateren, met name wat betreft de voortdurende relevantie van alle in artikel 3 van dit besluit vermelde voorwaarden en gevallen van schadelijke interferentie.

Artikel 5

De lidstaten dienen bij de Commissie een verslag in over hun bevindingen met betrekking tot de in artikel 4 van dit besluit bedoelde herziening. De Commissie gaat in voorkomend geval over tot een herziening van dit besluit.

Artikel 6

Dit besluit is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 19 maart 2010.

Voor de Commissie

Neelie KROES

Vicevoorzitster

 

  • (2) 
    COM(2005) 229 definitief van 1 juni 2005.
  • (4) 
    Mandaat aan de CEPT met betrekking tot mobiele communicatiediensten aan boord van vaartuigen, 8 juli 2008.
  • (5) 
    Eindverslag van de CEPT aan de Commissie in antwoord op het EG-mandaat met betrekking tot mobiele communicatiediensten aan boord van vaartuigen (MCV), 1 juli 2009.
 

BIJLAGE

Voorwaarden waaraan moet worden voldaan door een systeem dat MCV-diensten levert in de territoriale wateren van de lidstaten van de Europese Unie om schadelijke interferentie met terrestrische mobiele netwerken te voorkomen

Aan de volgende voorwaarden moet worden voldaan:

 

1.

Het systeem dat MCV-diensten levert wordt niet gebruikt binnen een afstand van twee zeemijl (1) van de basislijn, zoals gedefinieerd in het Verdrag van de Verenigde Naties inzake het recht van de zee;

 

2.

In het bereik tussen twee en twaalf zeemijl van de basislijn worden alleen binnenantenne(s) bij basisstations aan boord van vaartuigen gebruikt;

 

3.

Limieten die moeten worden vastgesteld voor mobiele eindstations wanneer deze gebruikt worden aan boord van vaartuigen en voor basisstations aan boord van vaartuigen:

 

Parameter

Beschrijving

Zendvermogen/vermogensdichtheid

Voor mobiele eindstations die gebruikt worden aan boord van vaartuigen en gecontroleerd worden door het basisstation in vaartuigen in de 900 MHz-band, maximaal uitgestraald uitgangsvermogen:

5 dBm

Voor mobiele eindstations die gebruikt worden aan boord van vaartuigen en gecontroleerd worden door het basisstation in vaartuigen in de 1 800 MHz-band, maximaal uitgestraald uitgangsvermogen:

0 dBm

Voor basisstations aan boord van vaartuigen, de maximale vermogensdichtheid gemeten in externe zones van het vaartuig, gecorrigeerd voor een meetantenne met een antennewinst van 0 dBi:

  • – 
    80 dBm/200 kHz

Voorschriften voor toegang tot en bezetting van het kanaal

Om interferentie te onderdrukken moeten technieken worden gebruikt die ten minste evengoed presteren als de volgende onderdrukkingsfactoren gebaseerd op gsm-normen:

 

tussen twee en drie zeemijlen van de basislijn, de gevoeligheid van de ontvangstapparatuur en de drempel voor het verbreken van de verbinding (ACCMIN (2) en min RXLEV (3)-niveau) van het mobiele eindstation dat gebruikt wordt aan boord van het vaartuig moet gelijk zijn aan of hoger dan – 70 dBm/200 kHz en tussen drie en twaalf zeemijl van de basislijn gelijk aan of hoger dan – 75 dBm/200 kHz;

 

in de uplink-richting van het MCV-systeem moet onderbroken zending (4) geactiveerd zijn;

 

de timing advance (5)-waarde van het basisstation aan boord van vaartuigen moet op de minimale waarde zijn ingesteld.

 

  • (1) 
    Een zeemijl = 1 852 m.
  • (2) 
    ACCMIN (RX_LEV_ACCESS_MIN); zoals beschreven in gsm-norm ETSI TS 144 018.
  • (3) 
    RXLEV (RXLEV-FULL-SERVING-CELL); zoals beschreven in gsm-norm ETSI TS 148 008.
  • (4) 
    Onderbroken zending of DTX; zoals beschreven in gsm-norm ETSI TS 148 008.
  • (5) 
    Timing advance; zoals beschreven in gsm-norm ETSI TS 144 018.
 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.