Verordening 2010/268 - Uitvoering van Richtlijn 2007/2/EG met betrekking tot de toegang, overeenkomstig geharmoniseerde voorwaarden, van instellingen en organen van de EG tot verzamelingen ruimtelijke gegevens en ruimtelijkegegevensdiensten van de lidstaten

1.

Wettekst

30.3.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 83/8

 

VERORDENING (EU) Nr. 268/2010 VAN DE COMMISSIE

van 29 maart 2010

ter uitvoering van Richtlijn 2007/2/EG van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot de toegang, overeenkomstig geharmoniseerde voorwaarden, van instellingen en organen van de Gemeenschap tot verzamelingen ruimtelijke gegevens en ruimtelijkegegevensdiensten van de lidstaten

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gelet op het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gelet op Richtlijn 2007/2/EG van het Europees Parlement en de Raad van 14 maart 2007 tot oprichting van een infrastructuur voor ruimtelijke informatie in de Gemeenschap (Inspire) (1), en met name op artikel 17, lid 8,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Krachtens Richtlijn 2007/2/EG moeten de lidstaten de instellingen en organen van de Gemeenschap overeenkomstig geharmoniseerde voorwaarden toegang verlenen tot verzamelingen ruimtelijke gegevens en ruimtelijkegegevensdiensten.

 

(2)

Om een coherente aanpak van het verlenen van toegang tot verzamelingen ruimtelijke gegevens en ruimtelijkegegevensdiensten te waarborgen, worden in deze verordening een aantal minimumvoorwaarden vastgesteld die moeten worden gerespecteerd.

 

(3)

Uit hoofde van artikel 17, lid 7, van Richtlijn 2007/2/EG zijn beperkingen van de uitwisseling van gegevens toegestaan. De lidstaten moeten echter, ook wanneer zij dergelijke beperkingen toepassen, vrij zijn om maatregelen (bijvoorbeeld veiligheidsmaatregelen) te specificeren die de instellingen en organen van de Gemeenschap moeten nemen om toch toegang te kunnen krijgen tot deze gegevens en diensten.

 

(4)

In alle overeenkomsten, met inbegrip van licentieovereenkomsten, contracten en elektronische briefwisseling of in andere regelingen inzake de toegang van de instellingen en organen van de Gemeenschap tot verzamelingen ruimtelijke gegevens en ruimtelijkegegevensdiensten van de lidstaten en hun overheidsinstanties in het kader van deze verordening moet de terminologie van artikel 3 van Richtlijn 2007/2/EG worden gebruikt.

 

(5)

Om hun publieke taak te volbrengen en bij te dragen aan de uitvoering van het beleid van de Gemeenschap met betrekking tot het milieu, moeten de instellingen en organen van de Gemeenschap in staat zijn verzamelingen ruimtelijke gegevens en ruimtelijkegegevensdiensten ter beschikking te stellen aan contractanten die namens hen optreden.

 

(6)

Als algemene vereiste moeten de regelingen achttien maanden na de inwerkingtreding van deze verordening daarmee in overeenstemming zijn. Aangezien eerder overeengekomen regelingen echter nog van toepassing kunnen zijn, is een overgangsbepaling noodzakelijk. Daarom moeten regelingen die bij de inwerkingtreding van deze verordening reeds gelden, bij hun verlenging of verstrijken, maar niet later dan drie jaar na de inwerkingtreding van deze verordening, in overeenstemming zijn gebracht met deze verordening.

 

(7)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het bij artikel 22 van Richtlijn 2007/2/EG ingestelde comité,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Onderwerp

Deze verordening stelt geharmoniseerde voorwaarden vast voor de toegang tot verzamelingen ruimtelijke gegevens en ruimtelijkegegevensdiensten, overeenkomstig artikel 17 van Richtlijn 2007/2/EG.

Artikel 2

Toegangsbeperkingen

Op verzoek van de instelling of het orgaan van de Gemeenschap geven de lidstaten de redenen aan voor een eventuele beperking van de uitwisseling van gegevens uit hoofde van artikel 17, lid 7, van Richtlijn 2007/2/EG.

De lidstaten kunnen aangeven onder welke voorwaarden de toegang die overeenkomstig artikel 17, lid 7, werd beperkt, toch kan worden toegestaan.

Artikel 3

Regelingen

  • 1. 
    Alle regelingen betreffende toegang tot verzamelingen ruimtelijke gegevens en ruimtelijkegegevensdiensten moeten volledig verenigbaar zijn met de eisen van deze verordening.
  • 2. 
    De in artikel 3 van Richtlijn 2007/2/EG vastgestelde definities moeten in alle regelingen betreffende de toegang tot verzamelingen ruimtelijke gegevens en ruimtelijkegegevensdiensten worden gebruikt.

Artikel 4

Gebruik van verzamelingen ruimtelijke gegevens en ruimtelijkegegevensdiensten

  • 1. 
    Instellingen of organen van de Gemeenschap kunnen verzamelingen ruimtelijke gegevens of ruimtelijkegegevensdiensten beschikbaar stellen aan contractanten die namens hen optreden.
  • 2. 
    Wanneer verzamelingen ruimtelijke gegevens en ruimtelijkegegevensdiensten overeenkomstig lid 1 beschikbaar worden gesteld, doen de instellingen en organen van de Gemeenschap alle mogelijke inspanningen om ongeoorloofd gebruik van die verzamelingen ruimtelijke gegevens en ruimtelijkegegevensdiensten te voorkomen.
  • 3. 
    Wanneer een verzameling ruimtelijke gegevens of een ruimtelijkegegevensdienst overeenkomstig lid 1 ter beschikking is gesteld, mag de partij die deze ontvangt de beschikbare verzameling ruimtelijke gegevens of ruimtelijkegegevensdienst niet aan een andere partij ter beschikking stellen zonder schriftelijke toestemming van de oorspronkelijke gegevens- of dienstverlener.

Artikel 5

Metagegevens

De voorwaarden die overeenkomstig deze verordening van toepassing zijn op de instellingen en organen van de Gemeenschap moeten worden beschreven in het in deel B van de bijlage bij Verordening (EG) nr. 1205/2008 van de Commissie (2) bedoelde metagegevenselement 8.1.

Artikel 6

Transparantie

  • 1. 
    Wanneer een instelling of orgaan van de Gemeenschap toegang vraagt tot een verzameling ruimtelijke gegevens of een ruimtelijkegegevensdienst, stelt de lidstaat op verzoek ten behoeve van evaluatie en gebruik, ook informatie ter beschikking over de mechanismen voor de verzameling, verwerking, productie en kwaliteitscontrole van en toegang tot de verzameling ruimtelijke gegevens of de ruimtelijkegegevensdienst, voor zover deze extra informatie beschikbaar is en redelijkerwijze kan worden gegenereerd en verstrekt.
  • 2. 
    In de voorstellen die zij de instellingen en organen van de Gemeenschap doen voor het verlenen van toegang tot verzamelingen ruimtelijke gegevens en ruimtelijkegegevensdiensten, moeten de lidstaten desgevraagd de berekeningswijze van de vergoedingen en de in aanmerking genomen factoren specificeren.

Artikel 7

Antwoordtijd

De lidstaten verlenen onverwijld en ten laatste 20 dagen na de ontvangst van een schriftelijk verzoek toegang tot verzamelingen ruimtelijke gegevens en ruimtelijkegegevensdiensten, tenzij bij onderlinge overeenkomst tussen de lidstaat en de instelling of het orgaan van de Gemeenschap anders is overeengekomen.

Artikel 8

Overgangsbepalingen

De lidstaten zien erop toe dat regelingen achttien maanden na de inwerkingtreding van deze verordening aan deze verordening voldoen.

Wanneer bij inwerkingtreding van deze verordening al regelingen bestaan voor het beschikbaar stellen van verzamelingen ruimtelijke gegevens en ruimtelijkegegevensdiensten, moeten de lidstaten ervoor zorgen dat deze regelingen bij hun verlenging of verstrijken, maar niet later dan drie jaar na de inwerkingtreding van deze verordening, in overeenstemming zijn met deze verordening.

Artikel 9

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 29 maart 2010.

Voor de Commissie

De voorzitter

José Manuel BARROSO

 

 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.