Besluit 2010/368 - 2010/368/: Besluit van de Commissie van 30 juni 2010 tot wijziging van Beschikking 2006/771/EG inzake de harmonisatie van het radiospectrum voor gebruik door korteafstandsapparatuur

1.

Wettekst

1.7.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 166/33

 

BESLUIT VAN DE COMMISSIE

van 30 juni 2010

tot wijziging van Beschikking 2006/771/EG inzake de harmonisatie van het radiospectrum voor gebruik door korteafstandsapparatuur

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2010) 4313)

(Voor de EER relevante tekst)

(2010/368/EU)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gelet op het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gelet op Beschikking nr. 676/2002/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 maart 2002 inzake een regelgevingskader voor het radiospectrumbeleid in de Europese Gemeenschap (radiospectrumbeschikking) (1), en met name op artikel 4, lid 3,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Beschikking 2006/771/EG van de Commissie (2) harmoniseert de technische voorwaarden voor het gebruik van spectrum voor verschillende soorten korteafstandsapparatuur, met inbegrip van toepassingen als alarmsystemen, lokale communicatieapparatuur, deuropeners of medische implantaten. Bij korteafstandsapparatuur gaat het meestal om een massamarkt en/of draagbare producten die gemakkelijk kunnen worden meegenomen en grensoverschrijdend kunnen worden gebruikt; verschillen in voorwaarden voor spectrumtoegang verhinderen derhalve het vrije verkeer van deze producten, verhogen hun productiekosten en leiden tot risico’s op schadelijke interferentie met andere radiotoepassingen en -diensten.

 

(2)

Vanwege de snelle veranderingen in de technologie en de maatschappelijke behoeften zullen er echter nieuwe toepassingen voor korteafstandsapparatuur ontstaan, hetgeen wellicht periodieke aanpassingen vergt van de voorwaarden voor spectrumharmonisering.

 

(3)

Op 5 juli 2006 heeft de Commissie de Europese Conferentie van de Administraties van Posterijen en van Telecommunicatie (CEPT), overeenkomstig artikel 4, lid 2, van Beschikking 676/2002/EG, een permanent mandaat gegeven om de bijlage bij Beschikking 2006/771/EG aan te passen naar aanleiding van technologische en marktontwikkelingen op het gebied van korteafstandsapparatuur.

 

(4)

De Beschikkingen 2008/432/EG (3) en 2009/381/EG (4) van de Commissie hielden een wijziging in van de geharmoniseerde technische voorwaarden voor korteafstandsapparatuur van Beschikking 2006/771/EG door de bijlage te vervangen.

 

(5)

In haar naar aanleiding van het mandaat ingediende verslag van november 2009 (5) adviseerde de CEPT de Commissie een aantal technische aspecten in de bijlage bij Beschikking 2006/771/EG te wijzigen.

 

(6)

De bijlage bij Beschikking 2006/771/EG moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

 

(7)

Apparatuur die voldoet aan de in deze beschikking uiteengezette voorwaarden moet tevens Richtlijn 1999/5/EG van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 1999 betreffende radioapparatuur en telecommunicatie-eindapparatuur en de wederzijdse erkenning van hun conformiteit (6) naleven om het spectrum doelmatig te gebruiken teneinde schadelijke interferentie te voorkomen, hetgeen wordt aangetoond hetzij door naleving van de geharmoniseerde norm hetzij door te voldoen aan alternatieve procedures voor conformiteitsbeoordeling.

 

(8)

De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Radiospectrumcomité,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

De bijlage bij Beschikking 2006/771/EG wordt vervangen door de bijlage bij dit besluit.

Artikel 2

Dit besluit is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 30 juni 2010.

Voor de Commissie

Neelie KROES

Vicevoorzitster

 

  • (5) 
    CEPT-verslag nr. 35, RSCOM 09-68.
 

BIJLAGE

„BIJLAGE

Geharmoniseerde frequentiebanden en technische parameters voor korteafstandsapparatuur

 

Type korteafstandsapparatuur

Frequentieband (1)

Maximaal zendvermogen/maximale veldsterkte/maximale vermogensdichtheid (2)

Aanvullende parameters (regels voor kanaalindeling en/of toegang tot kanalen en kanaalbezetting) (3)

Overige gebruiksbeperkingen (4)

Toepassingstermijn

Niet-specifieke korteafstandsapparatuur (5)

6 765-6 795 kHz

42 dBμA/m op 10 m afstand

   

1 oktober 2008

13,553-13,567 MHz

42 dBμA/m op 10 m afstand

   

1 oktober 2008

26,957-27,283 MHz

10 mW effectief uitgestraald vermogen (e.r.p.), hetgeen overeenkomt met 42 dΒμΑ/m op 10 m afstand

 

Videotoepassingen worden uitgesloten

1 juni 2007

40,660-40,700 MHz

10 mW e.r.p.

 

Videotoepassingen worden uitgesloten

1 juni 2007

Niet-specifieke korteafstandsapparatuur

433,050-434,040 (6) MHz

1 mW e.r.p.

en – 13 dBm/10 kHz vermogensdichtheid voor bandbreedte met een modulatie van meer dan 250 kHz

Bij geavanceerde onderdrukkingstechnieken zijn spraaktoepassingen toegestaan

Audio- en videotoepassingen worden uitgesloten

1 november 2010

10 mW e.r.p.

Maximale duty cycle (7): 10 %

Andere analoge audiotoepassingen dan spraak worden uitgesloten. Analoge videotoepassingen worden uitgesloten

1 november 2010

434,040-434,790 (6) MHz

1 mW e.r.p.

en – 13 dBm/10 kHz vermogensdichtheid voor bandbreedte met een modulatie van meer dan 250 kHz

Bij geavanceerde onderdrukkingstechnieken zijn spraaktoepassingen toegestaan

Audio- en videotoepassingen worden uitgesloten

1 november 2010

10 mW e.r.p.

Maximale duty cycle (7): 10 %

Andere analoge audiotoepassingen dan spraak worden uitgesloten. Analoge videotoepassingen worden uitgesloten

1 november 2010

Maximale duty cycle (7): 100 % afhankelijk van kanaalraster van maximaal 25 kHz

Bij geavanceerde onderdrukkingstechnieken zijn spraaktoepassingen toegestaan

Audio- en videotoepassingen worden uitgesloten

1 november 2010

Niet-specifieke korteafstandsapparatuur

863,000-865,000 MHz

25 mW e.r.p.

Technieken om toegang te krijgen tot spectrum en om interferentie te onderdrukken met een vermogen dat ten minste equivalent is aan dat van de technieken die zijn beschreven in de geharmoniseerde normen welke zijn vastgesteld in het kader van Richtlijn 1999/5/EG zijn verplicht. Eventueel kan ook een maximale duty cycle (7) van 0,1 % worden gebruikt

Andere analoge audiotoepassingen dan spraak worden uitgesloten. Analoge videotoepassingen worden uitgesloten

1 november 2010

865,000-868,000 MHz

25 mW e.r.p.

Technieken om toegang te krijgen tot spectrum en om interferentie te onderdrukken met een vermogen dat ten minste equivalent is aan dat van de technieken die zijn beschreven in de geharmoniseerde normen welke zijn vastgesteld in het kader van Richtlijn 1999/5/EG zijn verplicht. Eventueel kan ook een maximale duty cycle (7) van 1 % worden gebruikt

Andere analoge audiotoepassingen dan spraak worden uitgesloten. Analoge videotoepassingen worden uitgesloten

1 november 2010

868,000-868,600 MHz

25 mW e.r.p.

Technieken om toegang te krijgen tot spectrum en om interferentie te onderdrukken met een vermogen dat ten minste equivalent is aan dat van de technieken die zijn beschreven in de geharmoniseerde normen welke zijn vastgesteld in het kader van Richtlijn 1999/5/EG zijn verplicht. Eventueel kan ook een maximale duty cycle (7) van 1 % worden gebruikt

Analoge videotoepassingen worden uitgesloten

1 november 2010

868,700-869,200 MHz

25 mW e.r.p.

Technieken om toegang te krijgen tot spectrum en om interferentie te onderdrukken met een vermogen dat ten minste equivalent is aan dat van de technieken die zijn beschreven in de geharmoniseerde normen welke zijn vastgesteld in het kader van Richtlijn 1999/5/EG zijn verplicht. Eventueel kan ook een maximale duty cycle (7) van 0,1 % worden gebruikt

Analoge videotoepassingen worden uitgesloten

1 november 2010

Niet-specifieke korteafstandsapparatuur

869,400-869,650 (6) MHz

500 mW e.r.p.

Technieken om toegang te krijgen tot spectrum en om interferentie te onderdrukken met een vermogen dat ten minste equivalent is aan dat van de technieken die zijn beschreven in de geharmoniseerde normen welke zijn vastgesteld in het kader van Richtlijn 1999/5/EG zijn verplicht. Eventueel kan ook een maximale duty cycle (7) van 10 % worden gebruikt

Kanaalraster moet 25 kHz zijn, maar de hele band mag ook als één kanaal worden gebruikt voor zeer snelle datatransmissie

Analoge videotoepassingen worden uitgesloten

1 november 2010

25 mW e.r.p.

Technieken om toegang te krijgen tot spectrum en om interferentie te onderdrukken met een vermogen dat ten minste equivalent is aan dat van de technieken die zijn beschreven in de geharmoniseerde normen welke zijn vastgesteld in het kader van Richtlijn 1999/5/EG zijn verplicht. Eventueel kan ook een maximale duty cycle (7) van 0,1 % worden gebruikt

Andere analoge audiotoepassingen dan spraak worden uitgesloten. Analoge videotoepassingen worden uitgesloten

1 november 2010

869,700-870,000 (6) MHz

5 mW e.r.p.

Bij geavanceerde onderdrukkingstechnieken zijn spraaktoepassingen toegestaan

Audio- en videotoepassingen worden uitgesloten

1 juni 2007

25 mW e.r.p.

Technieken om toegang te krijgen tot spectrum en om interferentie te onderdrukken met een vermogen dat ten minste equivalent is aan dat van de technieken die zijn beschreven in de geharmoniseerde normen welke zijn vastgesteld in het kader van Richtlijn 1999/5/EG zijn verplicht. Eventueel kan ook een maximale duty cycle (7) van 1 % worden gebruikt

Andere analoge audiotoepassingen dan spraak worden uitgesloten. Analoge videotoepassingen worden uitgesloten

1 november 2010

Niet-specifieke korteafstandsapparatuur

2 400-2 483,5 MHz

10 mW equivalent isotroop uitgestraald vermogen (e.i.r.p.)

   

1 juni 2007

5 725-5 875 MHz

25 mW e.i.r.p.

   

1 juni 2007

24,150-24,250 GHz

100 mW e.i.r.p.

   

1 oktober 2008

61,0-61,5 GHz

100 mW e.i.r.p.

   

1 oktober 2008

Breedband datatransmissiesystemen

2 400-2 483,5 MHz

100 mW e.i.r.p.

en 100 mW/100 kHz e.i.r.p.-dichtheid is van toepassing wanneer gebruik wordt gemaakt van een frequencyhoppingmodulatie, 10 mW/MHz e.i.r.p.-dichtheid is van toepassing wanneer gebruik wordt gemaakt van andere soorten modulatie

Technieken om toegang te krijgen tot spectrum en om interferentie te onderdrukken met een vermogen dat ten minste equivalent is aan dat van de technieken die zijn beschreven in de geharmoniseerde normen welke zijn vastgesteld in het kader van Richtlijn 1999/5/EG zijn verplicht

 

1 november 2009

57,0-66,0 GHz

40 dBm e.i.r.p.

en 13 dBm/MHz e.i.r.p.-dichtheid

Technieken om toegang te krijgen tot spectrum en om interferentie te onderdrukken met een vermogen dat ten minste equivalent is aan dat van de technieken die zijn beschreven in de geharmoniseerde normen welke zijn vastgesteld in het kader van Richtlijn 1999/5/EG zijn verplicht

Vaste installaties buitenshuis worden uitgesloten

1 november 2010

Alarmsystemen

868,600-868,700 MHz

10 mW e.r.p.

Kanaalraster: 25 kHz

De hele band mag ook als één kanaal worden gebruikt voor zeer snelle datatransmissie

Maximale duty cycle (7): 1,0 %

 

1 oktober 2008

869,250-869,300 MHz

10 mW e.r.p.

Kanaalraster: 25 kHz

Maximale duty cycle (7): 0,1 %

 

1 juni 2007

869,300-869,400 MHz

10 mW e.r.p.

Kanaalraster: 25 kHz

Maximale duty cycle (7): 1,0 %

 

1 oktober 2008

869,650-869,700 MHz

25 mW e.r.p.

Kanaalraster: 25 kHz

Maximale duty cycle (7): 10 %

 

1 juni 2007

Sociale alarmsystemen (8)

869,200-869,250 MHz

10 mW e.r.p.

Kanaalraster: 25 kHz

Maximale duty cycle (7): 0,1 %

 

1 juni 2007

Inductieve toepassingen (9)

9,000-59,750 kHz

72 dBμA/m op 10 m afstand

   

1 november 2010

59,750-60,250 kHz

42 dBμA/m op 10 m afstand

   

1 juni 2007

60,250-70,000 kHz

69 dBμA/m op 10 m afstand

   

1 juni 2007

70-119 kHz

42 dBμA/m op 10 m afstand

   

1 juni 2007

119-127 kHz

66 dBμA/m op 10 m afstand

   

1 juni 2007

127-140 kHz

42 dBμA/m op 10 m afstand

   

1 oktober 2008

140-148,5 kHz

37,7 dBμA/m op 10 m afstand

   

1 oktober 2008

148,5-5 000 kHz

In de hieronder vermelde specifieke banden zijn hogere maximale veldsterktes en aanvullende gebruiksbeperkingen van toepassing:

–15 dBμA/m op 10 m afstand in alle bandbreedtes van 10 kHz

De totale veldsterkte is voorts – 5 dΒμΑ/m op 10 m afstand voor systemen met een bandbreedte van meer dan 10 kHz

   

1 oktober 2008

Inductieve toepassingen

400-600 kHz

  • – 
    8 dBμA/m op 10 m afstand
 

Deze gebruiksvoorwaarden zijn alleen van toepassing op RFID (10)

1 oktober 2008

3 155-3 400 kHz

13,5 dBμA/m op 10 m afstand

   

1 oktober 2008

5 000-30 000 kHz

In de hieronder vermelde specifieke banden zijn hogere maximale veldsterktes en aanvullende gebruiksbeperkingen van toepassing:

  • – 
    20 dBμA/m op 10 m afstand in alle bandbreedtes van 10 kHz

De totale veldsterkte is voorts – 5 dΒμΑ/m op 10 m afstand voor systemen met een bandbreedte van meer dan 10 kHz

   

1 oktober 2008

6 765-6 795 kHz

42 dBμA/m op 10 m afstand

   

1 juni 2007

7 400-8 800 kHz

9 dBμA/m op 10 m afstand

   

1 oktober 2008

10 200-11 000 kHz

9 dBμA/m op 10 m afstand

   

1 oktober 2008

Inductieve toepassingen

13 553-13 567 kHz

42 dBμA/m op 10 m afstand

   

1 juni 2007

60 dBμA/m op 10 m afstand

 

Deze gebruiksvoorwaarden zijn alleen van toepassing op RFID (10) en EAS (11)

1 oktober 2008

26 957-27 283 kHz

42 dBμA/m op 10 m afstand

   

1 oktober 2008

Actieve medische implantaten (12)

9-315 kHz

30 dBμA/m op 10m afstand

Maximale duty cycle (7): 10 %

 

1 oktober 2008

30,0-37,5 MHz

1 mW e.r.p.

Maximale duty cycle (7): 10 %

Deze reeks gebruiksvoorwaarden is uitsluitend van toepassing op actieve medische membraanimplantaten met ultralaag vermogen voor het meten van de bloeddruk

1 november 2010

402-405 MHz

25 μW e.r.p.

Kanaalraster: 25 kHz

Individuele zenders kunnen aangrenzende kanalen combineren voor meer bandbreedte tot ten hoogste 300 kHz

Andere technieken om toegang te krijgen tot spectrum of om interferentie te onderdrukken, met inbegrip van bandbreedtes van meer dan 300kHz, kunnen worden gebruikt mits zij een vermogen hebben dat ten minste equivalent is aan dat van de technieken die zijn beschreven in de geharmoniseerde normen welke zijn vastgesteld in het kader van Richtlijn 1999/5/EG zodat deze verenigbaar zijn met andere gebruikers en met name met meteorologische radiosondes

 

1 november 2009

Actieve medische implantaten en randapparatuur daarvan (13)

401-402 MHz

25 μW e.r.p.

Kanaalraster: 25 kHz

Individuele zenders kunnen aangrenzende kanalen combineren voor meer bandbreedte tot ten hoogste 100 kHz

Technieken om toegang te krijgen tot spectrum en om interferentie te onderdrukken met een vermogen dat ten minste equivalent is aan dat van de technieken die zijn beschreven in de geharmoniseerde normen welke zijn vastgesteld in het kader van Richtlijn 1999/5/EG zijn verplicht. Eventueel kan ook een maximale duty cycle (7) van 0,1 % worden gebruikt

 

1 november 2010

405-406 MHz

25 μW e.r.p.

Kanaalraster: 25 kHz

Individuele zenders kunnen aangrenzende kanalen combineren voor meer bandbreedte tot ten hoogste 100 kHz

Technieken om toegang te krijgen tot spectrum en om interferentie te onderdrukken met een vermogen dat ten minste equivalent is aan dat van de technieken die zijn beschreven in de geharmoniseerde normen welke zijn vastgesteld in het kader van Richtlijn 1999/5/EG zijn verplicht. Eventueel kan ook een maximale duty cycle (7) van 0,1 % worden gebruikt.

 

1 november 2010

Implantaten voor dieren (14)

315-600 kHz

  • – 
    5 dΒμΑ/m op 10 m afstand

Maximale duty cycle (7): 10 %

 

1 november 2010

12,5-20,0 MHz

  • – 
    7 dΒμΑ/m op 10 m afstand in een bandbreedte van 10 kHz

Maximale duty cycle (7): 10 %

Deze gebruiksvoorwaarden zijn alleen van toepassing op toepassingen binnenshuis

1 november 2010

FM-zenders met een laag vermogen (15)

87,5-108,0 MHz

50 nW e.r.p.

Maximaal kanaalraster: 200 kHz

 

1 november 2010

Draadloze audiotoepassingen (16)

863-865 MHz

10 mW e.r.p.

   

1 november 2010

Radiodeterminatietoepassingen (17)

2 400-2 483,5 MHz

25 mW e.i.r.p.

   

1 november 2009

17,1-17,3 GHz

26 dBm e.i.r.p.

Technieken om toegang te krijgen tot spectrum en om interferentie te onderdrukken met een vermogen dat ten minste equivalent is aan dat van de technieken die zijn beschreven in de geharmoniseerde normen welke zijn vastgesteld in het kader van Richtlijn 1999/5/EG zijn verplicht

Deze gebruiksvoorwaarden zijn alleen van toepassing op terrestrische systemen

1 november 2009

Tankniveau-sondering radar (18)

4,5-7,0 GHz

24 dBm e.i.r.p. (19)

   

1 november 2009

8,5-10,6 GHz

30 dBm e.i.r.p. (19)

   

1 november 2009

24,05-27,0 GHz

43 dBm e.i.r.p. (19)

   

1 november 2009

57,0-64,0 GHz

43 dBm e.i.r.p. (19)

   

1 november 2009

75,0-85,0 GHz

43 dBm e.i.r.p. (19)

   

1 november 2009

Modelcontrole (20)

26 990-27 000 kHz

100 mW e.r.p.

   

1 november 2009

27 040-27 050 kHz

100 mW e.r.p.

   

1 november 2009

27 090-27 100 kHz

100 mW e.r.p.

   

1 november 2009

27 140-27 150 kHz

100 mW e.r.p.

   

1 november 2009

27 190-27 200 kHz

100 mW e.r.p.

   

1 november 2009

Radiofrequentie-identificatie (RFID)

2 446-2 454 MHz

100 mW e.i.r.p.

   

1 november 2009

Wegvervoer en verkeer telematica

76,0-77,0 GHz

55 dBm piek e.i.r.p. en 50 dBm gemiddelde e.i.r.p. en 23,5 dBm gemiddelde e.i.r.p. voor gepulseerde radarsystemen

 

Deze reeks gebruiksvoorwaarden is uitsluitend van toepassing op terrestrische voertuig- en infrastructuursystemen

1 november 2010

 

  • (1) 
    Lidstaten moeten het gebruik van aangrenzende frequentiebanden als één frequentieband binnen deze tabel toestaan mits is voldaan aan de specifieke voorwaarden van elk van deze aangrenzende frequentiebanden.
  • (2) 
    De lidstaten moeten het gebruik van spectrum toestaan tot het maximale vermogen, de maximale veldsterkte of de maximale vermogensdichtheid in deze tabel. In overeenstemming met artikel 3, lid 3, van Beschikking 2006/771/EG kunnen zij minder restrictieve voorwaarden opleggen, d.w.z. gebruik van spectrum met hoger vermogen, hogere veldsterkte of hogere vermogensdichtheid.
  • (3) 
    De lidstaten kunnen alleen deze „aanvullende parameters” (regels voor kanaalindeling en/of toegang tot kanalen en kanaalbezetting) opleggen en geen andere parameters of voorwaarden voor spectrumtoegang en onderdrukkingsvoorschriften. Minder restrictieve voorwaarden in de zin van artikel 3, lid 3, van Beschikking 2006/771/EG betekenen dat de lidstaten de „aanvullende parameters” (regels voor kanaalindeling en/of toegang tot kanalen en kanaalbezetting) in een bepaalde cel volledig kunnen weglaten of een hoger maximum kunnen toestaan.
  • (4) 
    Lidstaten kunnen alleen deze „andere gebruiksbeperkingen” opleggen en geen aanvullende gebruiksbeperkingen toevoegen. Omdat de lidstaten in overeenstemming met artikel 3, lid 3, van Beschikking 2006/771/EG minder restrictieve voorwaarden kunnen opleggen, kunnen zij een van deze beperkingen of alle beperkingen weglaten.
  • (5) 
    Deze categorie is beschikbaar voor elk soort van toepassing dat voldoet aan de technische voorwaarden (karakteristieke voorbeelden zijn telemetrie, afstandsbediening, alarmsystemen, data in het algemeen en andere soortgelijke toepassingen).
  • (6) 
    Voor deze frequentieband moeten de lidstaten alle alternatieve sets gebruiksvoorwaarden mogelijk maken.
  • (7) 
    De „duty cycle” is het percentage van de tijd gedurende een periode van één uur waarin de apparatuur actief zendt. Minder restrictieve voorwaarden in de zin van artikel 3, lid 3, van Beschikking 2006/771/EG betekenen dat de lidstaten een hogere waarde mogen toestaan voor de „duty cycle”.
  • (8) 
    Sociale alarmsystemen worden gebruikt om ouderen en gehandicapten te helpen wanneer zij in nood verkeren.
  • (9) 
    Onder deze categorie valt bijvoorbeeld apparatuur voor wegrijblokkering bij auto’s, identificatie van dieren, alarmsystemen, kabeldetectie, afvalbeheer, persoonsidentificatie, draadloze voicelink, toegangscontrole, benaderingssensoren, antidiefstalsystemen met inbegrip van RF-inductieantidiefstalsystemen, gegevensoverdracht naar handapparatuur, automatische artikelidentificatie, draadloze controlesystemen en automatische tolheffing op wegen.
  • Onder deze categorie vallen inductieve toepassingen die gebruikt worden voor radiofrequentie-identificatie (RFID).
  • Onder deze categorie vallen inductieve toepassingen die gebruikt worden voor elektronische artikelbewaking (EAS).
  • Onder deze categorie valt het radiodeel van actieve implanteerbare medische apparatuur, zoals gedefinieerd in Richtlijn 90/385/EEG van de Raad van 20 juni 1990 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake actieve implanteerbare medische hulpmiddelen (PB L 189 van 20.7.1990, blz. 17).
  • Onder deze categorie vallen systemen die specifiek ontworpen zijn om te kunnen zorgen voor andere digitale communicatie dan spraak tussen actieve medische implantaten, zoals gedefinieerd in voetnoot 12, en/of op het lichaam gedragen apparatuur en andere buiten het menselijke lichaam gedragen apparatuur die gebruikt wordt om andere niet-tijdgebonden fysiologische informatie met betrekking tot individuele patiënten over te brengen.
  • Onder deze categorie valt zendapparatuur die in het lichaam van een dier is geplaatst om diagnostische functies en/of therapeutische behandelingen te kunnen verrichten.
  • Onder deze categorie vallen toepassingen die persoonlijke audio-apparatuur, met inbegrip van mobiele telefoons, met amusementssystemen voor in de auto of thuis verbinden.
  • Toepassingen voor draadloze audiosystemen, met inbegrip van draadloze microfoons, snoerloze luidsprekers; snoerloze koptelefoons voor draagbaar gebruik, bijvoorbeeld draagbare cd-, cassette- of radioapparatuur die een persoon bij zich draagt; snoerloze koptelefoons die in een auto worden gebruikt, bijvoorbeeld in combinatie met een radio of een mobiele telefoon enz.; in-ear-monitoring en draadloze microfoons, gebruikt bij concerten of andere toneelproducties.
  • Onder deze categorie vallen toepassingen die worden gebruikt om de positie, snelheid en/of andere kenmerken van een object vast te stellen of om informatie te verkrijgen over deze parameters.
  • Tankniveau-sondering radar (TLPR) is een specifieke toepassing van radiodeterminatie die wordt gebruikt om het tankniveau te meten. TLRP is geïnstalleerd in metalen of versterkte betonnen tanks of soortgelijke structuren die gemaakt zijn van materiaal met een vergelijkbare dempende werking. De tank heeft tot doel een stof te bevatten.
  • The power limit applies inside a closed tank and corresponds to a spectral density of – 41,3 dBm/MHz e.i.r.p. outside a 500 litre test tank.
  • Onder deze categorie vallen toepassingen die worden gebruikt om de beweging van modellen te controleren (hoofdzakelijk miniatuurweergaven van voertuigen) in de lucht, aan land of boven of onder het wateroppervlak.”
 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.