Besluit 2010/413 - 2010/413/GBVB: Besluit van de Raad van 26 juli 2010 betreffende beperkende maatregelen tegen Iran en tot intrekking van Gemeenschappelijk Standpunt 2007/140/GBVB - Hoofdinhoud
27.7.2010 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 195/39 |
BESLUIT VAN DE RAAD
van 26 juli 2010
betreffende beperkende maatregelen tegen Iran en tot intrekking van Gemeenschappelijk Standpunt 2007/140/GBVB
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name artikel 29,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
De Raad van de Europese Unie heeft op 27 februari 2007 Gemeenschappelijk Standpunt 2007/140/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen Iran (1) vastgesteld ter uitvoering van Resolutie 1737 (2006) van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties („VNVR-Resolutie”). |
(2) |
De Raad heeft op 23 april 2007 Gemeenschappelijk Standpunt 2007/246/GBVB (2) vastgesteld ter uitvoering van VNVR-Resolutie 1747 (2007). |
(3) |
De Raad heeft op 7 augustus 2008 Gemeenschappelijk Standpunt 2008/652/GBVB (3) vastgesteld ter uitvoering van VNVR-Resolutie 1803 (2008). |
(4) |
De Veiligheidsraad van de Verenigde Naties („de Veiligheidsraad”) heeft op 9 juni 2010 VNVR-Resolutie 1929 (2010) vastgesteld ter verbreding van de bij de VNVR-Resoluties 1737 (2006), 1747 (2007) en 1803 (2008) opgelegde beperkende maatregelen en ter invoering van aanvullende beperkende maatregelen tegen Iran. |
(5) |
De Europese Raad heeft op 17 juni 2010 zijn groeiende bezorgdheid over het nucleaire programma van Iran onderstreept, en zich ingenomen getoond met de vaststelling van VNVR-Resolutie 1929 (2010). Onder verwijzing naar zijn verklaring van 11 december 2009 heeft de Europese Raad de Raad verzocht om maatregelen tot uitvoering van de maatregelen in VNVR-Resolutie 1929 (2010) alsmede flankerende maatregelen vast te stellen teneinde bij te dragen tot het middels onderhandelingen wegnemen van alle resterende zorgpunten inzake de ontwikkeling van gevoelige technologieën door Iran ter ondersteuning van zijn nucleaire en raketprogramma's. De nadruk moet daarbij liggen op de handel, de financiële sector, de Iraanse transportsector, sleutelsectoren van de aardolie- en aardgasindustrie, alsmede op het op de lijst vermelden van bijkomende personen en entiteiten, met name de Islamitische Revolutionaire Garde. |
(6) |
Op grond van VNVR-Resolutie 1929 (2010) is het Iran, zijn onderdanen en in Iran gevestigde of onder Iraanse rechtsmacht vallende entiteiten, dan wel personen of entiteiten die namens hen of op hun aanwijzing handelen of entiteiten ten aanzien waarvan zij de eigendom of de zeggenschap hebben, verboden te investeren in handelsactiviteiten die betrekking hebben op de winning van uranium, de productie of het gebruik van nucleaire materialen en nucleaire technologie. |
(7) |
Met VNVR-Resolutie 1929 (2010) worden de bij VNVR-Resolutie 1737 (2006) ingestelde financiële en reisbeperkingen uitgebreid tot bijkomende personen en entiteiten, waaronder personen en entiteiten van de Islamitische Revolutionaire Garde en entiteiten van de Islamic Republic of Iran Shipping Lines. |
(8) |
In overeenstemming met de verklaring van de Europese Raad moeten de toegangsbeperkingen en de bevriezing van tegoeden en economische middelen gelden voor verdere personen en entiteiten, naast die welke op een lijst zijn geplaatst door de Veiligheidsraad of door het op grond van punt 18 van VNVR-Resolutie 1737 (2006) ingestelde Comité („het Comité”), met gebruikmaking van dezelfde criteria als die welke de Veiligheidsraad of het Comité hanteren. |
(9) |
In overeenstemming met de verklaring van de Europese Raad is het dienstig het verbod op de levering, de verkoop of de overdracht aan Iran uit te breiden tot verdere voorwerpen, materieel, uitrusting, goederen en technologie, in aanvulling op hetgeen was bepaald door de Veiligheidsraad of het Comité, die een bijdrage zouden kunnen leveren tot de activiteiten van Iran in verband met de verrijking of opwerking van uranium of met zwaar water, tot de ontwikkeling van overbrengingssystemen voor nucleaire wapens, tot de uitoefening van activiteiten in verband met andere punten waarover de Internationale Organisatie voor Atoomenergie (IAEA) haar bezorgdheid heeft uitgesproken of heeft verklaard dat er nog geen duidelijkheid bestaat, dan wel tot andere programma's voor massavernietigingswapens. Dit verbod moet goederen en technologieën voor tweeërlei gebruik omvatten. |
(10) |
In overeenstemming met de verklaring van de Europese Raad moeten de lidstaten terughoudendheid betrachten bij het aangaan van nieuwe kortetermijnverbintenissen voor verleende openbare en particuliere financiële steun voor handel met Iran met de bedoeling de uitstaande bedragen te verminderen, teneinde met name financiële steun voor proliferatiegevoelige nucleaire activiteiten of voor de ontwikkeling van systemen voor de overbrenging van kernwapens te voorkomen, en moeten zij middellange- en langetermijnverbintenissen voor verleende openbare en particuliere financiële steun voor handel met Iran verbieden. |
(11) |
In VNVR-Resolutie 1929 (2010) worden voorts alle landen opgeroepen in overleg met hun nationale autoriteiten en in overeenstemming met hun nationale wetgeving en met het internationale recht alle vracht naar en van Iran op hun grondgebied, met inbegrip van zee- en luchthavens, te inspecteren indien het betrokken land beschikt over informatie op grond waarvan een redelijk vermoeden bestaat dat de vracht voorwerpen omvat waarvan de levering, verkoop, overbrenging of uitvoer krachtens VNVR-Resoluties 1737 (2006), 1747 (2007), 1803 (2008) of 1929 (2010) verboden is. |
(12) |
In VNVR-Resolutie 1929 (2010) is ook aangetekend dat de lidstaten conform het internationale recht, in het bijzonder het zeerecht, kunnen verlangen dat schepen in volle zee, met toestemming van de vlaggenstaat, worden geïnspecteerd indien zij over informatie beschikken op grond waarvan een redelijk vermoeden bestaat dat deze schepen voorwerpen vervoeren waarvan de levering, verkoop, overdracht of uitvoer krachtens VNVR-Resoluties 1737 (2006), 1747 (2007), 1803 (2008) of 1929 (2010) verboden is. |
(13) |
Op grond van VNVR-Resolutie 1929 (2010) dienen VN-lidstaten tevens voorwerpen waarvan de levering, verkoop, overbrenging of uitvoer krachtens VNVR-Resoluties 1737 (2006), 1747 (2007), 1803 (2008) of 1929 (2010) is verboden, in overeenstemming met hun verplichtingen uit hoofde van de toepasselijke resoluties van de Veiligheidsraad en van de internationale verdragen ter zake, te confisqueren en te vernietigen. |
(14) |
Voorts schrijft VNVR-Resolutie 1929 (2010) voor dat VN-lidstaten het verlenen van bunkerdiensten of andere diensten aan schepen van Iran door hun onderdanen of vanaf hun grondgebied moeten verbieden indien zij over informatie beschikken op grond waarvan een redelijk vermoeden bestaat dat deze schepen voorwerpen vervoeren waarvan de levering, verkoop, overbrenging of uitvoer krachtens VNVR-Resoluties 1737 (2006), 1747 (2007), 1803 (2008) of 1929 (2010) verboden is. |
(15) |
In overeenstemming met de verklaring van de Europese Raad moeten de lidstaten, in overleg met hun nationale justitiële autoriteiten en in overeenstemming met hun nationale wetgeving en met het internationale recht, in het bijzonder de desbetreffende internationale burgerluchtvaartovereenkomsten, de nodige maatregelen nemen om de toegang tot onder hun rechtsmacht vallende luchthavens te beletten van alle vrachtvluchten uit Iran, met uitzondering van gemengde vluchten (deels passagiers, deels vracht). |
(16) |
Voorts moet het verlenen, door onderdanen van de lidstaten of vanaf het grondgebied van de lidstaten, van technische en onderhoudsdiensten voor Iraanse vrachtvliegtuigen worden verboden indien het betrokken land beschikt over informatie op grond waarvan een redelijk vermoeden bestaat dat deze vliegtuigen voorwerpen vervoeren waarvan de levering, verkoop, overbrenging of uitvoer krachtens VNVR-Resoluties 1737 (2006), 1747 (2007), 1803 (2008) of 1929 (2010) verboden is. |
(17) |
In VNVR-Resolutie 1929 (2010) worden alle VN-lidstaten voorts opgeroepen te verhinderen dat financiële diensten, waaronder verzekerings- en herverzekeringsdiensten, worden verricht of dat naar, via of vanaf hun grondgebied, of naar of door hun onderdanen of entiteiten onder hun rechtsmacht, of personen of financiële instellingen op hun grondgebied, financiële of andere activa of middelen worden overgedragen die kunnen bijdragen tot proliferatiegevoelige nucleaire activiteiten van Iran of tot de ontwikkeling van systemen voor de overbrenging van kernwapens. |
(18) |
In overeenstemming met de verklaring van de Europese Raad moeten de lidstaten een verbod instellen op het aanbieden van verzekeringen en herverzekeringen aan de regering van Iran, aan in Iran gevestigde of onder Iraanse rechtsmacht vallende entiteiten of aan personen of entiteiten die namens hen of op hun aanwijzing handelen, of aan entiteiten ten aanzien waarvan zij - ook op onrechtmatige wijze - de eigendom of de zeggenschap hebben. |
(19) |
Voorts moet een verbod worden ingesteld op de verkoop en aankoop van, de tussenhandel in en assistentieverlening bij de uitgifte van overheidsobligaties of door de overheid gegarandeerde obligaties aan en van de regering van Iran, de Centrale Bank van Iran of Iraanse banken, met inbegrip van bijkantoren en dochtermaatschappijen, en financiële entiteiten die onder zeggenschap van in Iran gevestigde personen en entiteiten staan. |
(20) |
In overeenstemming met de verklaring van de Europese Raad en ter verwezenlijking van de doelstellingen van VNVR-Resolutie 1929 (2010) dient een verbod te worden ingesteld op het openen van nieuwe bijkantoren, dochtermaatschappijen of vertegenwoordigingen van Iraanse banken op het grondgebied van de lidstaten en het oprichten van nieuwe joint ventures of het nemen van een eigendomsbelang door Iraanse banken in banken die onder de rechtsmacht van de lidstaten vallen. Voorts moeten de lidstaten passende maatregelen nemen om financiële instellingen op hun grondgebied of onder hun rechtsmacht te verbieden vertegenwoordigingen of dochtermaatschappijen of bankrekeningen in Iran te openen. |
(21) |
Op grond van VNVR-Resolutie 1929 (2010) moeten de staten van hun onderdanen, personen onder hun rechtsmacht of op hun grondgebied gevestigde of onder hun rechtsmacht vallende ondernemingen verlangen dat zij de nodige waakzaamheid betrachten bij het zakendoen met in Iran gevestigde of onder Iraanse rechtsmacht vallende entiteiten, indien er een redelijk vermoeden bestaat dat deze ondernemingen kunnen bijdragen tot proliferatiegevoelige nucleaire activiteiten van Iran of tot de ontwikkeling van systemen voor de overbrenging van kernwapens, dan wel tot schendingen van VNVR-Resoluties 1737 (2006), 1747 (2007), 1803 (2008) of 1929 (2010). |
(22) |
In VNVR-Resolutie 1929 (2010) wordt gewezen op het mogelijke verband tussen inkomsten van Iran uit zijn energiesector en de financiering van Iraanse proliferatiegevoelige nucleaire activiteiten, en wordt er voorts op gewezen dat uitrusting en materiaal voor chemische processen in de petrochemische industrie veel gelijkenissen vertonen met de uitrusting en het materiaal voor bepaalde gevoelige splijtstofcyclusactiviteiten. |
(23) |
In overeenstemming met de verklaring van de Europese Raad moeten de lidstaten een verbod instellen op de verkoop, levering of overdracht aan Iran van belangrijke uitrusting en technologie, alsmede van daarmee verband houdende technische en financiële bijstand, die kunnen worden gebruikt in sleutelsectoren van de aardolie- en aardgasindustrie. Voorts moeten de lidstaten nieuwe investeringen in deze sectoren in Iran verbieden. |
(24) |
De procedure tot wijziging van bijlage I en bijlage II bij dit besluit dient in te houden dat de op de lijst vermelde personen en entiteiten in kennis worden gesteld van de redenen voor plaatsing op de lijst, zodat zij opmerkingen kunnen indienen. Indien er opmerkingen worden ingediend of substantieel nieuw bewijsmateriaal wordt aangedragen, dient de Raad zijn besluit in het licht van die opmerkingen te toetsen en brengt hij de betrokken personen of entiteiten daarvan op de hoogte. |
(25) |
Dit besluit eerbiedigt de fundamentele rechten en neemt de beginselen in acht die met name in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie zijn erkend, en met name het recht op een doeltreffende voorziening in rechte en op een onpartijdig gerecht, het recht op eigendom en het recht op de bescherming van persoonsgegevens. Dit besluit dient te worden toegepast overeenkomstig deze rechten en beginselen. |
(26) |
Voorts eerbiedigt dit besluit ten volle de verplichtingen van de lidstaten uit hoofde van het Handvest van de Verenigde Naties en het juridisch bindende karakter van de resoluties van de Veiligheidsraad. |
(27) |
Voor de uitvoering van bepaalde maatregelen is nieuw optreden van de Unie nodig, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
HOOFDSTUK 1
UITVOER- EN INVOERBEPERKINGEN
Artikel 1
-
1.De directe of indirecte levering, verkoop of overdracht, ongeacht het land van herkomst, aan Iran, dan wel ten gebruike door of ten behoeve van Iran, door onderdanen van de lidstaten, dan wel via het grondgebied van de lidstaten of met gebruikmaking van schepen of van luchtvaartuigen onder hun vlag, is verboden ten aanzien van de volgende voorwerpen, materialen, uitrusting, goederen en de technologie, met inbegrip van programmatuur:
a) |
voorwerpen, materialen, uitrusting, goederen en technologie die voorkomen op de lijsten van de Groep van Nucleaire Exportlanden en het Missile Technology Control Regime; |
b) |
alle andere voorwerpen, materialen, uitrusting, goederen en technologie, die volgens de Veiligheidsraad of het Comité kunnen bijdragen tot met verrijking, opwerking of zwaar water verband houdende activiteiten, of tot de ontwikkeling van systemen voor de overbrenging van kernwapens; |
c) |
wapens en aanverwant materieel van enigerlei aard, waaronder begrepen wapens en munitie, militaire voertuigen en uitrusting, paramilitaire uitrusting en reserveonderdelen voor dergelijke wapens en aanverwant materieel, alsmede uitrusting die voor binnenlandse repressie kan worden gebruikt. Dit verbod geldt niet voor gevechtsvoertuigen die zijn gemaakt van of uitgerust met materiaal dat bescherming biedt tegen kogels en die uitsluitend bestemd zijn voor de bescherming van personeel van de EU en haar lidstaten in Iran; |
d) |
bepaalde andere voorwerpen, materialen, uitrusting, goederen en technologie die kunnen bijdragen tot met verrijking, opwerking of zwaar water verband houdende activiteiten, tot de ontwikkeling van systemen voor de overbrenging van kernwapens, of tot de uitoefening van activiteiten in verband met andere punten waarover de IAEA haar bezorgdheid heeft uitgesproken of heeft verklaard dat er nog geen duidelijkheid bestaat. De Unie neemt de nodige maatregelen om te bepalen welke voorwerpen onder deze bepaling moeten vallen; |
e) |
andere, niet onder punt a) vallende goederen en technologieën voor tweeërlei gebruik die zijn opgenomen in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 428/2009 van de Raad van 5 mei 2009 tot instelling van een communautaire regeling voor controle op de uitvoer, de overbrenging, de tussenhandel en de doorvoer van producten voor tweeërlei gebruik (4), met uitzondering van categorie 5 - deel 1 en categorie 5 - deel 2 in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 428/2009 van de Raad. |
-
2.De verbodsbepaling in lid 1 geldt niet voor de rechtstreekse of indirecte overdracht aan Iran, dan wel ten gebruike door of ten behoeve van Iran, via het grondgebied van de lidstaten, van voorwerpen bedoeld in VNVR-Resolutie 1737 (2006), punt 3, onder b), punten i) en ii), voor lichtwaterreactoren waarmee vóór december 2006 is begonnen.
-
3.Tevens is het verboden:
a) |
aan personen, entiteiten of lichamen in Iran, of voor gebruik in Iran, direct of indirect technische bijstand of opleiding, investeringen of diensten als tussenhandelaar aan te bieden in verband met voorwerpen, materialen, uitrusting, goederen en technologie, bedoeld in lid 1, en in verband met het verstrekken, vervaardigen, onderhouden en gebruiken van deze voorwerpen, materialen, uitrusting, goederen en technologie; |
b) |
aan personen, entiteiten of lichamen in Iran, of voor gebruik in Iran, in verband met de in lid 1 bedoelde voorwerpen en technologie direct of indirect financieringsmiddelen of financiële bijstand, in het bijzonder subsidies, leningen en exportkredietverzekering, aan te bieden voor de verkoop, levering, overdracht of uitvoer van deze voorwerpen en technologie, of voor het aanbieden van daarmee verband houdende technische opleiding, diensten of bijstand; |
c) |
bewust of opzettelijk deel te nemen aan activiteiten die ertoe strekken of tot gevolg hebben dat de onder a) en b) bedoelde verbodsbepalingen worden ontweken. |
-
4.De voorwerpen, materialen, uitrusting, goederen en technologie, als bedoeld in lid 1 en al dan niet afkomstig van het grondgebied van Iran, mogen niet worden aangekocht van Iran door onderdanen van de lidstaten, of met gebruik van schepen of luchtvaartuigen onder hun vlag.
Artikel 2
-
1.De rechtstreekse of indirecte levering, verkoop of overdracht aan Iran, dan wel ten gebruike door of ten behoeve van Iran, door onderdanen van de lidstaten, via het grondgebied van de lidstaten of met gebruikmaking van onder hun rechtsmacht vallende schepen of luchtvaartuigen, van niet onder artikel 1 vallende voorwerpen, materialen, uitrusting, goederen en technologie, met inbegrip van programmatuur, die kunnen bijdragen tot met verrijking, opwerking of zwaar water verband houdende activiteiten, tot de ontwikkeling van systemen voor de overbrenging van kernwapens of tot de uitoefening van activiteiten in verband met andere thema's waarover het IAEA haar bezorgdheid heeft uitgesproken of heeft verklaard dat er nog geen duidelijkheid bestaat, wordt afhankelijk gesteld van een vergunning waarover door de bevoegde autoriteiten van de lidstaten per geval een besluit wordt genomen. De Unie neemt de nodige maatregelen om te bepalen welke voorwerpen onder deze bepaling moeten vallen.
-
2.Het aanbieden van:
a) |
technische bijstand of opleiding, investeringen of diensten als tussenhandelaar, direct of indirect, in verband met voorwerpen, materialen, uitrusting, goederen en technologie, bedoeld in lid 1, en in verband met het verstrekken, vervaardigen, onderhouden en gebruiken daarvan, aan personen, entiteiten of lichamen in Iran, of voor gebruik in Iran; |
b) |
financieringsmiddelen of financiële bijstand in verband met de in lid 1 bedoelde voorwerpen en technologie, in het bijzonder subsidies, leningen en exportkredietverzekering, voor de verkoop, levering, overdracht of uitvoer van deze voorwerpen, of voor het aanbieden van daarmee verband houdende technische opleiding, diensten of bijstand, direct of indirect, aan personen, entiteiten of lichamen in Iran, of voor gebruik in Iran; |
is eveneens onderworpen aan een vergunning van de bevoegde autoriteit van de exporterende lidstaat.
-
3.De bevoegde autoriteiten van de lidstaten verlenen geen vergunning voor het leveren, verkopen en overdragen aan Iran van voorwerpen, materialen, uitrusting, goederen en technologie bedoeld in lid 1, indien zij oordelen dat de bedoelde verkoop, levering, overdracht of uitvoer, dan wel het aanbieden van de betrokken dienst, zou bijdragen tot de in lid 1 bedoelde activiteiten.
Artikel 3
-
1.De in artikel 1, lid 1, onder a), b) en c), en lid 3 vervatte maatregelen zijn in voorkomend geval niet van toepassing ten aanzien van voorwerpen en bijstand waarvan het Comité, vooraf en per geval, bepaalt dat dergelijke levering, verkoop, overdracht of verlening kennelijk niet zal bijdragen tot de ontwikkeling van Iraanse technologie waarmee proliferatiegevoelige nucleaire activiteiten en de ontwikkeling van systemen voor de overbrenging van kernwapens worden ondersteund, daaronder begrepen de gevallen waarin de voorwerpen of de bijstand bestemd zijn voor voedselvoorziening, landbouw, medische zorg of andere humanitaire doeleinden, op voorwaarde dat:
a) |
de desbetreffende contracten adequate waarborgen omtrent het eindgebruik bevatten, en |
b) |
Iran zich ertoe verbonden heeft de voorwerpen niet te gebruiken bij proliferatiegevoelige nucleaire activiteiten of voor de ontwikkeling van systemen voor de overbrenging van kernwapens. |
-
2.De in artikel 1, lid 1, onder e), en lid 3 vervatte maatregelen zijn niet van toepassing ten aanzien van voorwerpen en bijstand waarvan de bevoegde instantie in de betrokken lidstaat, vooraf en per geval, bepaalt dat de levering, verkoop, overdracht of verlening kennelijk niet zal bijdragen tot de ontwikkeling van Iraanse technologie waarmee proliferatiegevoelige nucleaire activiteiten en de ontwikkeling van systemen voor de overbrenging van kernwapens worden ondersteund, daaronder begrepen de gevallen waarin de voorwerpen of de bijstand bestemd zijn voor medische zorg of andere humanitaire doeleinden, op voorwaarde dat:
a) |
de desbetreffende contracten adequate waarborgen omtrent het eindgebruik bevatten, en |
b) |
Iran zich ertoe verbonden heeft de voorwerpen niet te gebruiken bij proliferatiegevoelige nucleaire activiteiten of voor de ontwikkeling van systemen voor de overbrenging van kernwapens. |
De betrokken lidstaat stelt de andere lidstaten in kennis van eventuele ontheffingen die worden afgewezen.
Artikel 4
-
1.De verkoop, levering of overdracht van sleuteluitrusting en sleuteltechnologie aan de volgende sleutelsectoren van de aardolie- en aardgasindustrie in Iran of aan Iraanse ondernemingen of ondernemingen in Iraans bezit die buiten Iran in die sectoren actief zijn, door onderdanen van de lidstaten of vanaf het grondgebied van de lidstaten - ongeacht of de goederen daar oorspronkelijk vandaan komen - of met gebruik van onder de rechtsmacht van de lidstaten vallende schepen of vliegtuigen, is verboden:
a) |
raffinage; |
b) |
vloeibaar aardgas; |
c) |
exploratie; |
d) |
productie. |
De Unie neemt de nodige maatregelen om te bepalen welke voorwerpen onder deze bepaling moeten vallen.
-
2.Het is verboden het volgende aan te bieden aan ondernemingen in Iran die actief zijn in de in lid 1 bedoelde sleutelsectoren van de Iraanse aardolie- en aardgasindustrie of aan Iraanse ondernemingen of ondernemingen in Iraans bezit die buiten Iran in die sectoren actief zijn:
a) |
technische bijstand of opleiding en andere diensten met betrekking tot sleuteluitrusting en sleuteltechnologie als bepaald overeenkomstig lid 1; |
b) |
financieringsmiddelen of financiële bijstand voor de verkoop, levering, overdracht of uitvoer van sleuteluitrusting en sleuteltechnologie als bepaald overeenkomstig lid 1, of voor het aanbieden van daarmee verband houdende technische bijstand of opleiding. |
-
3.Het is verboden bewust of opzettelijk deel te nemen aan activiteiten die ertoe strekken of tot gevolg hebben dat de in de leden 1 en 2 bedoelde verbodsbepalingen wordt omzeild.
BEPERKINGEN OP DE FINANCIERING VAN BEPAALDE ONDERNEMINGEN
Artikel 5
Het is Iran, zijn onderdanen en in Iran gevestigde of onder Iraanse rechtsmacht vallende entiteiten, dan wel personen of entiteiten die namens hen of op hun aanwijzing handelen of entiteiten ten aanzien waarvan zij de eigendom of de zeggenschap hebben, verboden in gebieden onder de rechtsmacht van de lidstaten te investeren in handelsactiviteiten die betrekking hebben op de winning van uranium, de productie of het gebruik van nucleaire materialen en nucleaire technologie, in het bijzonder activiteiten met betrekking tot de verrijking en opwerking van uranium, alle activiteiten met betrekking tot zwaar water of technologieën voor ballistische raketten die kernwapens kunnen overbrengen. De Unie neemt de nodige maatregelen om te bepalen welke voorwerpen onder dit artikel moeten vallen.
Artikel 6
Het is verboden:
a) |
een financiële lening of krediet te verstrekken aan ondernemingen in Iran die actief zijn in de in artikel 4, lid 1, bedoelde sectoren van de Iraanse aardolie- en aardgasindustrie of aan Iraanse ondernemingen of ondernemingen in Iraans bezit die buiten Iran in die sectoren actief zijn; |
b) |
een deelneming te verwerven of uit te breiden in ondernemingen in Iran die actief zijn in de in artikel 4, lid 1, bedoelde sectoren van de aardolie- en aardgasindustrie of aan Iraanse ondernemingen of ondernemingen in Iraans bezit die buiten Iran in die sectoren actief zijn, alsook dergelijke ondernemingen volledig te verwerven en aandelen en effecten die een deelnemingsrecht vertegenwoordigen te verwerven; |
c) |
een joint venture op te richten met ondernemingen in Iran die actief zijn in de in artikel 4, lid 1, bedoelde sectoren van de aardolie- en aardgasindustrie, en met dochterondernemingen of filialen onder hun zeggenschap. |
Artikel 7
-
1.De in artikel 4, lid 1, bedoelde verbodsbepaling laat onverlet dat verplichtingen worden uitgevoerd die voortvloeien uit contracten die vóór de datum van vaststelling van dit besluit zijn gesloten en die betrekking hebben op de levering van goederen.
-
2.De in artikel 4 bedoelde verbodsbepalingen laten onverlet dat verplichtingen worden uitgevoerd die voortvloeien uit contracten die vóór de datum van vaststelling van dit besluit zijn gesloten en die betrekking hebben op investeringen die vóór die datum in Iran zijn gedaan door in de lidstaten gevestigde ondernemingen.
-
3.Het in artikel 6, onder a), respectievelijk onder b) neergelegde verbod:
i) |
laat onverlet dat verplichtingen worden uitgevoerd die voortvloeien uit contracten die vóór de datum van vaststelling van dit besluit zijn gesloten; |
ii) |
belet niet dat een deelneming wordt uitgebreid uit hoofde van een verplichting die voortvloeit uit een vóór de datum van vaststelling van dit besluit gesloten overeenkomst. |
BEPERKINGEN OP DE FINANCIËLE STEUN VOOR HANDEL
Artikel 8
-
1.Teneinde met name financiële steun voor proliferatiegevoelige nucleaire activiteiten of voor de ontwikkeling van systemen voor de overbrenging van kernwapens te voorkomen, betrachten de lidstaten terughoudendheid bij het aangaan van nieuwe kortetermijnverbintenissen voor verleende openbare en particuliere financiële steun voor handel met Iran - het verstrekken van exportkredieten, garanties en verzekeringen daaronder begrepen - te verlenen aan hun onderdanen of entiteiten die bij deze handel zijn betrokken, met de bedoeling hun uitstaande bedragen te verminderen. Voorts gaan de lidstaten geen nieuwe middellange- en langetermijnverbintenissen aan voor verleende openbare en particuliere financiële steun voor handel met Iran.
-
2.Lid 1 doet geen afbreuk aan verbintenissen die zijn aangegaan vóór de inwerkingtreding van dit besluit.
-
3.Lid 1 heeft geen betrekking op handel die bestemd is voor voedselvoorziening, landbouw, medische zorg of andere humanitaire doeleinden.
HOOFDSTUK 2
FINANCIËLE SECTOR
Artikel 9
De lidstaten gaan geen nieuwe verbintenissen aan voor subsidies, financiële bijstand en concessionele leningen aan de regering van Iran, ook niet via hun deelneming in internationale financiële instellingen, behalve voor humanitaire of ontwikkelingsdoeleinden.
Artikel 10
-
1.Ter voorkoming van het verrichten van financiële diensten of het overdragen naar, via of vanaf het grondgebied van de lidstaten, of aan of via hun onderdanen of onder hun rechtsmacht vallende entiteiten (met inbegrip van bijkantoren in het buitenland), of aan of via personen of financiële instellingen op hun grondgebied, van financiële of andere activa of middelen die kunnen bijdragen tot proliferatiegevoelige nucleaire activiteiten van Iran of tot de ontwikkeling van systemen voor de overbrenging van kernwapens, oefenen de lidstaten verhoogd toezicht uit op de activiteiten van onder hun rechtsmacht vallende financiële instellingen met:
a) |
in Iran gevestigde banken, in het bijzonder de centrale bank van Iran; |
b) |
onder de rechtsmacht van de lidstaten vallende bijkantoren en dochtermaatschappijen van in Iran gevestigde banken; |
c) |
buiten de rechtsmacht van de lidstaten vallende bijkantoren en dochtermaatschappijen van in Iran gevestigde banken; |
d) |
financiële entiteiten die niet in Iran gevestigd zijn maar wel onder zeggenschap van in Iran gevestigde personen en entiteiten staan. |
-
2.Voor de toepassing van lid 1 wordt van financiële instellingen verlangd dat zij in hun verrichtingen met de in lid 1 bedoelde banken en financiële instellingen:
a) |
voortdurende waakzaamheid ten aanzien van bankverrichtingen betrachten, onder meer via hun programma's voor klantenonderzoek en in het kader van hun verplichtingen op het gebied van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme; |
b) |
het op de betalingsopdracht invullen van alle informatievelden die betrekking hebben op de opdrachtgever en de begunstigde van de transactie verplicht stellen; indien deze informatie niet is verstrekt, moet de transactie worden geweigerd; |
c) |
alle transactiedocumenten gedurende vijf jaar bewaren en op verzoek aan de nationale autoriteiten overleggen; |
d) |
elk vermoeden, of elke redelijke grond voor het vermoeden dat geld voor de financiering van proliferatie wordt gebruikt, terstond melden bij de financiële inlichtingeneenheid (FIE) of bij een andere door de betrokken lidstaat aangewezen bevoegde autoriteit; de FIE of de andere bevoegde instantie heeft snel, direct of indirect, toegang tot de financiële, administratieve en rechtshandhavingsinformatie die zij nodig heeft om deze taak, met inbegrip van de analyse van gemelde verdachte transacties, naar behoren te vervullen. |
-
3.Overdrachten van middelen naar en vanuit Iran worden verwerkt als volgt:
a) |
overdrachten van middelen die verschuldigd zijn uit hoofde van transacties met betrekking tot voedsel, gezondheidszorg, medische uitrusting of humanitaire doeleinden worden verricht zonder voorafgaande toestemming; de overdrachten worden gemeld aan de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat indien het om meer dan 10 000 euro gaat; |
b) |
alle overige overdrachten ten bedrage van minder dan 40 000 euro worden zonder voorafgaande toestemming verricht; de overdracht wordt gemeld aan de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat indien het om meer dan 10 000 euro gaat; |
c) |
voor alle overige overdrachten ten bedrage van meer dan 40 000 euro is de voorafgaande toestemming van de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat vereist. De toestemming wordt geacht binnen een termijn van vier weken te zijn verleend indien de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat binnen die termijn geen bezwaar heeft gemaakt. De betrokken lidstaat stelt de overige lidstaten in kennis van iedere geweigerde toestemming. |
-
4.Ook bijkantoren en dochtermaatschappijen van in Iran gevestigde banken die onder de rechtsmacht van een lidstaat vallen, melden iedere overdracht van middelen die zij verrichten of ontvangen binnen vijf werkdagen na de verrichting of ontvangst aan de bevoegde autoriteit van hun lidstaat van vestiging.
Onverminderd regelingen betreffende informatie-uitwisseling delen bevoegde autoriteiten die een melding ontvangen de desbetreffende gegevens in voorkomend geval onverwijld mee aan de bevoegde instanties van andere lidstaten waar de wederpartijen bij de transactie zijn gevestigd.
Artikel 11
-
1.Het openen van nieuwe bijkantoren, dochtermaatschappijen of vertegenwoordigingen van Iraanse banken op het grondgebied van de lidstaten en het oprichten van nieuwe joint ventures, het nemen van een eigendomsbelang in banken op het grondgebied van de lidstaten of het aangaan van nieuwe correspondentbankrelaties door Iraanse banken, inclusief de centrale bank van Iran en haar bijkantoren en dochtermaatschappijen en andere in artikel 10, lid 1, bedoelde financiële entiteiten, met onder de rechtsmacht van de lidstaten vallende banken is verboden.
-
2.Het is financiële instellingen op het grondgebied of onder de rechtsmacht van de lidstaten verboden vertegenwoordigingen, dochtermaatschappijen of bankrekeningen in Iran te openen.
Artikel 12
-
1.Het is verboden direct of indirect verzekeringen en herverzekeringen aan te bieden aan de regering van Iran, aan in Iran gevestigde of onder Iraanse rechtsmacht vallende entiteiten, aan personen of entiteiten die namens hen of op hun aanwijzing handelen, of aan entiteiten ten aanzien waarvan zij - ook op onrechtmatige wijze - de eigendom of de zeggenschap hebben.
-
2.Lid 1 is niet van toepassing op het aanbieden van ziekte- en reisverzekeringen aan natuurlijke personen.
-
3.Het is verboden bewust en opzettelijk deel te nemen aan activiteiten die ertoe strekken of tot gevolg hebben dat de in lid 1 bedoelde verbodsbepaling wordt omzeild.
Artikel 13
Is verboden de directe of indirecte verkoop, aankoop, tussenhandel of bijstand bij de uitgifte van overheidsobligaties of door de overheid gegarandeerde obligaties die na de inwerkingtreding van dit besluit worden uitgegeven, aan en van de regering van Iran, de centrale bank van Iran of in Iran gevestigde banken, aan en van bijkantoren en dochtermaatschappijen, binnen en buiten de rechtsmacht van de lidstaten, van in Iran gevestigde banken, aan en van financiële entiteiten die noch in Iran gevestigd zijn noch onder de rechtsmacht van de lidstaten vallen maar wel onder zeggenschap van in Iran gevestigde personen en entiteiten staan, aan en van personen of entiteiten die namens hen of op hun aanwijzing handelen of aan en van entiteiten ten aanzien waarvan zij de eigendom of de zeggenschap hebben.
Artikel 14
De lidstaten verlangen van hun onderdanen, onder hun rechtsmacht vallende personen en op hun grondgebied gevestigde of onder hun rechtsmacht vallende ondernemingen dat zij waakzaamheid betrachten bij het zakendoen met in Iran gevestigde of onder Iraanse rechtsmacht vallende entiteiten, waaronder entiteiten van de Islamitische Revolutionaire Garde en van de Islamic Republic of Iran Shipping Lines, alsook met personen of entiteiten die namens hen of op hun aanwijzing handelen en met entiteiten ten aanzien waarvan zij - ook op onrechtmatige wijze - de eigendom of de zeggenschap hebben, om ervoor te zorgen dat dergelijk zakendoen niet bijdraagt tot proliferatiegevoelige nucleaire activiteiten van Iran, tot de ontwikkeling van systemen voor de overbrenging van kernwapens of tot schendingen van VNVR-Resoluties 1737 (2006), 1747 (2007), 1803 (2008) of 1929 (2010).
HOOFDSTUK 3
VERVOERSSECTOR
Artikel 15
-
1.De lidstaten inspecteren op hun grondgebied, met inbegrip van zee- en luchthavens, in overleg met hun nationale autoriteiten en in overeenstemming met hun nationale wetgeving en het internationale recht, in het bijzonder het zeerecht en de toepasselijke internationale burgerluchtvaartovereenkomsten, alle vracht naar en van Iran indien zij over informatie beschikken op grond waarvan een redelijk vermoeden bestaat dat de vracht voorwerpen omvat waarvan de levering, verkoop, overdracht of uitvoer krachtens dit besluit verboden is.
-
2.De lidstaten kunnen conform het internationale recht, in het bijzonder het zeerecht, verlangen dat schepen in volle zee, met toestemming van de vlaggenstaat, worden geïnspecteerd indien zij over informatie beschikken op grond waarvan een redelijk vermoeden bestaat dat deze schepen voorwerpen vervoeren waarvan de levering, verkoop, overdracht of uitvoer krachtens dit besluit verboden is.
-
3.De lidstaten werken, overeenkomstig hun nationale wetgeving, samen bij de inspecties ondernomen uit hoofde van lid 2.
-
4.Ten aanzien van vliegtuigen en schepen die vracht naar en van Iran vervoeren, wordt van alle goederen die een lidstaat binnenkomen of verlaten, vóór de aankomst of het vertrek een additionele aangifte gedaan.
-
5.Wanneer de in de leden 1 of 2 bedoelde inspectie wordt uitgevoerd, confisqueren de lidstaten voorwerpen waarvan de levering, verkoop, overdracht of uitvoer krachtens dit besluit in overeenstemming met punt 16 van VNVR-Resolutie 1929 (2010) verboden is, en vernietigen zij deze (onder meer door gehele vernietiging, onbruikbaarmaking, opslag of overdracht naar een andere staat dan de staat van herkomst of bestemming om daar te worden vernietigd). Die confiscatie en vernietiging geschieden voor rekening van de importeur; indien het niet mogelijk is de kosten op de importeur te verhalen kunnen zij overeenkomstig het nationaal recht worden ingevorderd van eenieder die aansprakelijk is voor de poging tot illegale verkoop, levering, overdracht of uitvoer.
-
6.De verlening van bunker- of leveringsdiensten of van andere diensten aan schepen in Iraans bezit of onder Iraans contract, met inbegrip van gecharterde schepen, door onderdanen van de lidstaten of vanuit gebieden onder de rechtsmacht van de lidstaten is verboden indien de dienstverleners beschikken over informatie op grond waarvan een redelijk vermoeden bestaat dat deze schepen voorwerpen vervoeren waarvan de levering, verkoop, overbrenging of uitvoer krachtens dit besluit verboden is, tenzij het verlenen van dergelijke diensten nodig is voor humanitaire doeleinden of totdat de vracht is geïnspecteerd, en zo nodig is geconfisqueerd en vernietigd, overeenkomstig de leden 1, 2 en 5.
Artikel 16
De lidstaten stellen het Comité in kennis van alle informatie in hun bezit waaruit blijkt dat Iran Air Cargo of vaartuigen die eigendom zijn van of beheerd worden door de Islamic Republic of Iran Shipping Lines, activiteiten of overdrachten naar andere ondernemingen hebben verricht die mogelijkerwijs bedoeld waren om sancties te ontwijken of mogelijkerwijs een inbreuk vormden op de bepalingen van VNVR-Resoluties 1737 (2006), 1747 (2007), 1803 (2008) of 1929 (2010), met inbegrip van het hernoemen of herregistreren van vliegtuigen, vaartuigen of schepen.
Artikel 17
In overleg met hun nationale justitiële autoriteiten en in overeenstemming met hun nationale wetgeving en het internationale recht, in het bijzonder de toepasselijke internationale burgerluchtvaartovereenkomsten, nemen de lidstaten de nodige maatregelen om alle door Iraanse luchtvaartmaatschappijen geëxploiteerde of uit Iran afkomstige vrachtvluchten de toegang tot onder hun rechtsmacht vallende luchthavens te beletten, met uitzondering van gemengde vluchten (deels passagiers, deels vracht).
Artikel 18
De verlening van technische en onderhoudsdiensten aan Iraanse vrachtvliegtuigen door onderdanen van de lidstaten of vanaf het grondgebied van de lidstaten is verboden indien de lidstaten beschikken over informatie op grond waarvan een redelijk vermoeden bestaat dat deze vrachtvliegtuigen voorwerpen vervoeren waarvan de levering, verkoop, overdracht of uitvoer krachtens dit besluit verboden is, tenzij de levering van dergelijke diensten nodig is voor humanitaire of veiligheidsdoeleinden of totdat de vracht is geïnspecteerd, en zo nodig is geconfisqueerd en vernietigd, overeenkomstig artikel 15, leden 1 en 5.
HOOFDSTUK 4
TOEGANGSBEPERKINGEN
Artikel 19
-
1.De lidstaten nemen de nodige maatregelen om binnenkomst op of doorreis via hun grondgebied te beletten van:
a) |
personen die op de lijst staan van de bijlage bij VNVR-Resolutie 1737 (2006), en bijkomende personen die door de Veiligheidsraad of het Comité overeenkomstig punt 10 van VNVR-Resolutie 1737 (2006) op een lijst zijn geplaatst, alsmede leden van de Islamitische Revolutionaire Garde die door de Veiligheidsraad of het Comité zijn aangewezen, als vermeld in bijlage I; |
b) |
andere, niet onder bijlage I vallende personen en entiteiten, die zich bezighouden met, rechtstreeks betrokken zijn bij, dan wel steun verlenen voor proliferatiegevoelige nucleaire activiteiten van Iran of de ontwikkeling van systemen voor de overbrenging van kernwapens, mede doordat zij betrokken zijn bij de aanschaf van voorwerpen, goederen, uitrusting, materialen en technologie waarvoor een verbod geldt, personen die namens hen of op hun aanwijzing handelen, of personen die op een lijst geplaatste personen of entiteiten hebben geholpen om de bepalingen van VNVR-Resoluties 1737 (2006), 1747 (2007), 1803 (2008) en 1929 (2010) of dit besluit te ontwijken of te overtreden alsmede andere hooggeplaatste leden van de Islamitische Revolutionaire Garde, als vermeld in bijlage II. |
-
2.De verbodsbepaling in lid 1 geldt niet voor de doorreis via het grondgebied van de lidstaten, met het oog op activiteiten die rechtstreeks verband houden met de voorwerpen vermeld in VNVR-Resolutie 1737 (2006), punt 3, onder b), punten i) en ii), voor lichtwaterreactoren waarmee vóór december 2006 is begonnen.
-
3.Lid 1 houdt niet in dat de lidstaten verplicht zijn hun eigen onderdanen de toegang tot het grondgebied te ontzeggen.
-
4.Lid 1 laat de gevallen onverlet waarin lidstaten uit hoofde van het internationale recht gebonden zijn, en wel:
i) |
als gastland van een internationale intergouvernementele organisatie; |
ii) |
als gastland van een internationale conferentie die is bijeengeroepen door, of plaatsvindt onder auspiciën van de Verenigde Naties; of |
iii) |
krachtens een multilaterale overeenkomst die voorrechten en immuniteiten verleent; |
iv) |
krachtens het Concordaat (Verdrag van Lateranen) van 1929 dat werd gesloten tussen de Heilige Stoel (Vaticaanstad) en Italië. |
-
5.Lid 4 is ook van toepassing op gevallen waarin een lidstaat optreedt als gastland van de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE).
-
6.De Raad wordt naar behoren geïnformeerd over alle gevallen waarin een lidstaat krachtens lid 4 of lid 5 een ontheffing verleent.
-
7.De lidstaten kunnen ontheffing voor het nemen van de krachtens lid 1 opgelegde maatregelen verlenen indien zij van oordeel zijn dat een reis gerechtvaardigd is op grond van:
i) |
dringende humanitaire noden, met inbegrip van religieuze verplichtingen; |
ii) |
de noodzaak te voldoen aan de doelstellingen van VNVR-Resoluties 1737 (2006) en 1929 (2010), ook wanneer artikel XV van het statuut van de IAEA in het geding is; |
iii) |
het bijwonen van vergaderingen van intergouvernementele instanties, met inbegrip van door de Unie geïnitieerde vergaderingen, of vergaderingen waarvoor een lidstaat als fungerend voorzitter van de OVSE als gastheer optreedt, wanneer een politieke dialoog wordt gevoerd waarbij de democratie, de mensenrechten en de rechtsstaat in Iran rechtstreeks worden bevorderd. |
-
8.Een lidstaat die de in lid 7 bedoelde ontheffingen wil verlenen, brengt zulks schriftelijk ter kennis van de Raad. De ontheffing wordt geacht te zijn toegestaan, tenzij één of meer leden van de Raad binnen twee werkdagen na ontvangst van de kennisgeving van de voorgestelde ontheffing, schriftelijk bezwaar maken. Indien één of meer leden van de Raad bezwaar maken, kan de Raad met een gekwalificeerde meerderheid van stemmen besluiten de voorgestelde ontheffing te verlenen.
-
9.Wanneer een lidstaat krachtens de leden 4, 5, en 7 een machtiging verleent tot binnenkomst op of doorreis via zijn grondgebied van in bijlage I of bijlage II vermelde personen, dan geldt deze machtiging uitsluitend voor het doel waarvoor ze is verleend en voor de daarbij betrokken personen.
-
10.Indien ontheffing is verleend, stellen de lidstaten het Comité in kennis van de binnenkomst op of de doorreis over hun grondgebied van de in bijlage I vermelde personen.
HOOFDSTUK 5
BEVRIEZEN VAN TEGOEDEN EN ECONOMISCHE MIDDELEN
Artikel 20
-
1.Alle tegoeden en economische middelen die direct of indirect in het bezit zijn, eigendom zijn, of onder het beheer staan van de hierna vermelde personen of entiteiten worden bevroren:
a) |
personen en entiteiten die op de lijst staan van de bijlage bij VNVR-Resolutie 1737 (2006), en bijkomende personen of entiteiten die door de Veiligheidsraad of het Comité overeenkomstig punt 12 van VNVR-Resolutie 1737 (2006) en punt 7 van VNVR-Resolutie 1803 (2008) op een lijst zijn geplaatst, alsmede de leden en de entiteiten van de Islamitische Revolutionaire Garde en entiteiten van de Islamic Republic of Iran Shipping Lines die door de Veiligheidsraad of het Comité zijn aangewezen, als vermeld in bijlage I; |
b) |
niet onder bijlage I vallende personen en entiteiten die zich bezighouden met, rechtstreeks betrokken zijn bij, dan wel steun verlenen aan proliferatiegevoelige nucleaire activiteiten van Iran of de ontwikkeling van systemen voor de overbrenging van kernwapens, mede doordat zij betrokken zijn bij de aanschaf van voorwerpen, goederen, uitrusting, materialen en technologie waarvoor een verbod geldt, dan wel personen of entiteiten die namens hen of op hun aanwijzing handelen of entiteiten ten aanzien waarvan zij - ook op onrechtmatige wijze - de eigendom of de zeggenschap hebben, of personen en entiteiten die op een lijst geplaatste personen of entiteiten hebben geholpen om de bepalingen van VNVR-Resoluties 1737 (2006), 1747 (2007), 1803 (2008) en 1929 (2010) of dit besluit te ontwijken of te overtreden, alsmede andere hooggeplaatste leden en entiteiten van de Islamitische Revolutionaire Garde en de Islamic Republic of Iran Shipping Lines en entiteiten die eigendom zijn of onder zeggenschap staan van of optreden namens deze, als vermeld in bijlage II. |
-
2.Tegoeden of economische middelen worden, direct noch indirect, aan of ten behoeve van de in lid 1 bedoelde personen en entiteiten ter beschikking gesteld.
-
3.Uitzonderingen kunnen worden toegestaan voor tegoeden en economische middelen die:
a) |
noodzakelijk zijn om te voorzien in basisbehoeften, zoals betalingen voor voedsel, huur of hypotheeklasten, geneesmiddelen en geneeskundige behandelingen, belastingen, verzekeringspremies en openbare nutsvoorzieningen; |
b) |
uitsluitend bestemd zijn voor de betaling van redelijke honoraria en vergoeding van gemaakte kosten in verband met de verlening van juridische diensten; |
c) |
uitsluitend bestemd zijn voor de betaling van honoraria of kosten, overeenkomstig het nationaal recht, voor alleen het houden of beheren van bevroren tegoeden en economische middelen. |
De uitzondering wordt toegestaan nadat de betrokken lidstaat het Comité kennis heeft gegeven van zijn voornemen om, naar gelang van het geval, de toegang tot de tegoeden en economische middelen toe te staan, en het Comité niet binnen vijf werkdagen na de kennisgeving een negatief besluit heeft genomen.
-
4.Tevens kunnen uitzonderingen worden toegestaan voor tegoeden en economische middelen die:
a) |
noodzakelijk zijn ter dekking van buitengewone uitgaven, na kennisgeving door de betrokken lidstaat aan het Comité en goedkeuring door het Comité; |
b) |
het voorwerp zijn van een justitieel, administratief of arbitrair retentierecht of vonnis, in welk geval de tegoeden en economische middelen kunnen worden gebruikt om het retentierecht uit te oefenen of het vonnis ten uitvoer te leggen, mits het retentierecht of het vonnis dateert van vóór de datum van inwerkingtreding van VNVR-Resolutie 1737 (2006), en niet ten goede komt aan een in lid 1 bedoelde persoon of entiteit; de uitzondering wordt toegestaan na kennisgeving door de betrokken lidstaat aan het Comité; |
c) |
noodzakelijk zijn voor activiteiten die rechtstreeks verband houden met de voorwerpen vermeld in VNVR-Resolutie 1737 (2006), punt 3, subpunt b), subpunten i) en ii), voor lichtwaterreactoren waarmee vóór december 2006 is begonnen. |
-
5.Lid 2 is niet van toepassing op de bijboeking op bevroren rekeningen van:
a) |
rente of andere inkomsten op die rekeningen; of |
b) |
betalingen op bevroren rekeningen die verschuldigd zijn uit hoofde van contracten, overeenkomsten of verplichtingen die zijn gesloten of zijn ontstaan vóór de datum waarop beperkende maatregelen op die rekeningen van toepassing zijn geworden; |
op voorwaarde dat lid 1 van toepassing blijft op deze rente, andere inkomsten en betalingen.
-
6.Lid 1 belet niet dat een op een lijst geplaatste persoon of entiteit betalingen doet die verschuldigd zijn uit hoofde van een contract dat is gesloten voordat de persoon of entiteit op de lijst werd geplaatst, mits de betrokken lidstaat heeft vastgesteld dat:
a) |
het contract geen verband houdt met verboden voorwerpen, materialen, uitrusting, goederen, technologie, bijstand, opleiding, financiële bijstand, investeringen, tussenhandel en diensten, bedoeld in artikel 1; |
b) |
de betaling niet rechtstreeks of middellijk wordt ontvangen door een in lid 1 bedoelde persoon of entiteit; |
en nadat de betrokken lidstaat het Comité kennis heeft gegeven van zijn voornemen de betaling te verrichten of te ontvangen, dan wel te dien einde, naar gelang van het geval, toestemming te verlenen tot het vrijgeven van de bevroren tegoeden of economische middelen, tien werkdagen voordat de toestemming wordt verleend.
HOOFDSTUK 6
ANDERE BEPERKENDE MAATREGELEN
Artikel 21
De lidstaten nemen overeenkomstig hun nationale wetgeving de nodige maatregelen om te verhinderen dat, op hun grondgebied of door hun onderdanen, gespecialiseerde vorming of opleiding aan Iraanse onderdanen wordt aangeboden, in disciplines die zouden bijdragen tot proliferatiegevoelige activiteiten van Iran en tot de ontwikkeling van systemen voor de overbrenging van kernwapens.
HOOFDSTUK 7
ALGEMENE BEPALINGEN EN SLOTBEPALINGEN
Artikel 22
Geen vorderingen, ook niet tot schadeloosstelling of soortgelijke vergoedingen, bij voorbeeld op grond van schuldvergelijking of van een garantie, in verband met een overeenkomst of transactie waarvan de uitvoering, al dan niet rechtstreeks, geheel of gedeeltelijk is getroffen door maatregelen uit hoofde van VNVR-Resoluties 1737 (2006), 1747 (2007), 1803 (2008) of 1929 (2010), met inbegrip van de maatregelen van de Unie of van een lidstaat in overeenstemming met, ter uitvoering van of in verband met de toepasselijke beslissingen van de Veiligheidsraad of de onder dit besluit vallende maatregelen, worden toegewezen van de op een lijst geplaatste personen en entiteiten vermeld in bijlage I en bijlage II, noch van een andere persoon of entiteit in Iran, de regering van Iran daaronder begrepen, noch aan een persoon of entiteit die met behulp van of ten behoeve van de bedoelde personen en entiteiten een vordering instelt.
Artikel 23
-
1.De Raad wijzigt bijlage I op basis van de vaststellingen van de Veiligheidsraad of het Comité.
-
2.De Raad stelt, op voorstel van lidstaten of de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid, met eenparigheid van stemmen de lijst in bijlage II vast en keurt wijzigingen daarin goed.
Artikel 24
-
1.Wanneer de Veiligheidsraad of het Comité een persoon of entiteit op de lijst plaatst, neemt de Raad die persoon of die entiteit op in bijlage I.
-
2.Wanneer de Raad besluit een persoon of entiteit te onderwerpen aan de in artikel 19, lid 1, onder b), en artikel 20, lid 1, onder b), bedoelde maatregelen, wijzigt hij bijlage II dienovereenkomstig.
-
3.De Raad stelt de in de leden 1 en 2 bedoelde persoon of entiteit in kennis van zijn besluit, alsook van de redenen voor plaatsing op de lijst, hetzij rechtstreeks, indien het adres bekend is, hetzij middels de bekendmaking van een kennisgeving, zodat de persoon of de entiteit daarover opmerkingen kan indienen.
-
4.Indien er opmerkingen worden ingediend of substantieel nieuw bewijsmateriaal wordt overgelegd, toetst de Raad zijn besluit en brengt hij de personen of entiteiten daarvan op de hoogte.
Artikel 25
-
1.De bijlagen I en II bevatten de door de Veiligheidsraad of het Comité met betrekking tot bijlage I verstrekte motivering voor het op een lijst plaatsen van de vermelde personen en entiteiten.
-
2.De bijlagen I en II bevatten, wanneer beschikbaar, informatie die door de Veiligheidsraad of het Comité is verstrekt, en die nodig is om de betrokken personen of entiteiten te kunnen identificeren. Met betrekking tot personen kan die informatie bestaan uit namen, inclusief aliassen, geboortedatum en geboorteplaats, nationaliteit, paspoort- en identiteitskaartnummers, geslacht, adres (indien bekend) en functie of beroep. Met betrekking tot entiteiten kan die informatie namen, plaats en datum van registerinschrijving, registratienummer en de plaats van vestiging omvatten. Bijlage I vermeldt tevens de datum van het op een lijst plaatsen door de Veiligheidsraad of door het Comité.
Artikel 26
-
1.Dit besluit wordt, met name in het licht van de toepasselijke besluiten van de Veiligheidsraad, naar gelang van het geval herzien, gewijzigd of ingetrokken.
-
2.De in de artikelen 10 en 11 vervatte maatregelen inzake bankrelaties met Iraanse banken worden binnen zes maanden na de vaststelling van dit besluit opnieuw bezien.
-
3.De in artikel 19, lid 1, onder b), en in artikel 20, lid 1, onder b), bedoelde maatregelen worden met regelmatige tussenpozen en ten minste om de 12 maanden opnieuw bezien. Zij zijn niet meer van toepassing ten aanzien van de betrokken personen of entiteiten indien de Raad volgens de in artikel 24 bedoelde procedure vaststelt dat de voorwaarden voor de toepassing ervan niet langer vervuld zijn.
Artikel 27
Gemeenschappelijk Standpunt 2007/140/GBVB wordt ingetrokken.
Artikel 28
Dit besluit treedt in werking op de datum van vaststelling.
Gedaan te Brussel, 26 juli 2010.
Voor de Raad
De voorzitster
-
C.ASHTON
BIJLAGE I
Lijst van de in artikel 19, lid 1, onder a), bedoelde personen en van de in artikel 20, lid 1, onder a), bedoelde personen en entiteiten
-
A.Bij nucleaire activiteiten en activiteiten in verband met ballistische raketten betrokken personen en entiteiten
Natuurlijke personen
1) |
Fereidoun Abbasi-Davani. Overige informatie: hoofdwetenschapper van het ministerie van Defensie en Logistiek van de Strijdkrachten (MODAFL); met banden met het Instituut voor Toegepaste Fysika; werkt nauw samen met Mohsen Fakhrizadeh-Mahabadi. Datum plaatsing op de VN-lijst: 24.3.2007. |
2) |
Dawood Agha-Jani. Functie: hoofd van de PFEP (Natanz). Overige informatie: Betrokken bij het nucleaire programma van Iran. Datum plaatsing op de VN-lijst: 23.12.2006. |
3) |
Ali Akbar Ahmadian. Titel: viceadmiraal. Functie: hoofd van de gezamenlijke staf van de Iraanse revolutionaire garde (IRG). Datum plaatsing op de VN-lijst: 24.3.2007. |
4) |
Amir Moayyed Alai. Overige informatie: betrokken bij het beheer van de assemblage en engineering van centrifuges. Datum plaatsing op de EU-lijst: 24.4.2007 (VN: 3.3.2008). |
5) |
Behman Asgarpour. Functie: operationeel manager (Arak). Overige informatie: Betrokken bij het nucleaire programma van Iran. Datum plaatsing op de VN-lijst: 23.12.2006. |
6) |
Mohammad Fedai Ashiani. Overige informatie: betrokken bij productie van ammoniumuranylcarbonaat en het beheer van het verrijkingscomplex van Natanz. Datum plaatsing op de EU-lijst: 24.4.2007 (VN: 3.3.2008). |
7) |
Abbas Rezaee Ashtiani. Overige informatie: hoog ambtenaar in het AEIO-bureau voor onderzoek en mijnaangelegenheden. Datum plaatsing op de VN-lijst: 3.3.2008. |
8) |
Bahmanyar Morteza Bahmanyar. Functie: hoofd van de Afdeling Financiën en Begroting, Aerospace Industries Organisation (AIO). Overige informatie: betrokken bij het programma voor ballistische raketten van Iran. Datum plaatsing op de VN-lijst: 23.12.2006. |
9) |
Haleh Bakhtiar. Overige informatie: betrokken bij de productie van magnesium met een concentratie van 99,9%. Datum plaatsing op de EU-lijst: 24.4.2007 (VN: 3.3.2008). |
10) |
Morteza Behzad. Overige informatie: betrokken bij het vervaardigen van centrifugeonderdelen. Datum plaatsing op de EU-lijst: 24.4.2007 (VN: 3.3.2008). |
11) |
Ahmad Vahid Dastjerdi. Functie: hoofd van de Aerospace Industries Organisation (AIO). Overige informatie: betrokken bij het programma voor ballistische raketten van Iran. Datum plaatsing op de VN-lijst: 23.12.2006. |
12) |
Ahmad Derakhshandeh. Functie: president en directeur van Bank Sepah. Datum plaatsing op de VN-lijst: 24.3.2007. |
13) |
Mohammad Eslami. Titel: Dr. Overige informatie: hoofd van het opleidings- en onderzoeksinstituut voor defensie-industrieën (Defence Industries Training and Research Institute). Datum plaatsing op de VN-lijst: 3.3.2008. |
14) |
Reza-Gholi Esmaeli. Functie: hoofd van de Afdeling Handel en Internationale Aangelegenheden, Aerospace Industries Organisation (AIO). Overige informatie: betrokken bij het programma voor ballistische raketten van Iran. Datum plaatsing op de VN-lijst: 23.12.2006. |
15) |
Mohsen Fakhrizadeh-Mahabadi. Overige informatie: hoofdwetenschapper van het MODAFL en voormalig hoofd van het Centrum voor fysisch onderzoek (PHRC). Datum plaatsing op de VN-lijst: 24.3.2007. |
16) |
Mohammad Hejazi. Titel: brigadegeneraal. Functie: bevelhebber van de Bassij-weermacht. Datum plaatsing op de VN-lijst: 24.3.2007. |
17) |
Mohsen Hojati. Functie: hoofd van de Fajr Industrial Group. Datum plaatsing op de VN-lijst: 24.3.2007. |
18) |
Seyyed Hussein Hosseini. Overige informatie: AEOI-ambtenaar betrokken bij het project voor een zwaarwaterreactor voor onderzoeksdoeleinden te Arak. Datum plaatsing op de EU-lijst: 24.4.2007 (VN: 3.3.2008). |
19) |
Datum plaatsing op de EU-lijst: 24.4.2007 (VN: 3.3.2008). |
20) |
Mehrdada Akhlaghi Ketabachi. Functie: hoofd van de Shahid Bagheri Industrial Group (SBIG). Datum plaatsing op de VN-lijst: 24.3.2007. |
21) |
Ali Hajinia Leilabadi. Functie: Algemeen directeur van de Mesbah Energy Company. Overige informatie: Betrokken bij het nucleaire programma van Iran. Datum plaatsing op de VN-lijst: 23.12.2006. |
22) |
Naser Maleki. Functie: hoofd van Shahid Bagheri Industrial Group (SBIG). Overige informatie: Naser Maleki is voorts een functionaris van het MODAFL die toezicht houdt op de werkzaamheden in verband met het programma voor de ballistische raket Shahab-3. De Shahab-3 is de huidige ballistische langeafstandsraket van Iran. Datum plaatsing op de VN-lijst: 24.3.2007. |
23) |
Hamid-Reza Mohajerani. Overige informatie: betrokken bij het productiebeheer van de uraniumconversie-installatie te Isfahan. Datum plaatsing op de EU-lijst: 24.4.2007 (VN: 3.3.2008). |
24) |
Jafar Mohammadi. Functie: technisch adviseur van de Atomic Energy Organisation of Iran (AEOI) (beheert de productie van kleppen voor centrifuges). Overige informatie: Betrokken bij het nucleaire programma van Iran. Datum plaatsing op de VN-lijst: 23.12.2006. |
25) |
Ehsan Monajemi. Functie: Directeur Bouwprojecten, Natanz. Overige informatie: Betrokken bij het nucleaire programma van Iran. Datum plaatsing op de VN-lijst: 23.12.2006. |
26) |
Mohammad Reza Naqdi. Titel: brigadegeneraal. Overige informatie: voormalig plaatsvervangend hoofd van de generale staf van de strijdkrachten voor logistiek en industrieel onderzoek / hoofd van het overheidsbureau voor de strijd tegen smokkel, betrokken bij pogingen om de sancties van de VNVR-Resoluties 1737 (2006) en 1747 (2007) te omzeilen. Datum plaatsing op de VN-lijst: 3.3.2008. |
27) |
Houshang Nobari. Overige informatie: betrokken bij het beheer van de verrijkingsinstallaties in Natanz. Datum plaatsing op de EU-lijst: 24.4.2007 (UN: 3.3.2008). |
28) |
Mohammad Mehdi Nejad Nouri. Titel: Lt Gen. Functie: Rector van Malek Ashtar University of Defence Technology. Overige informatie: de afdeling scheikunde van de Ashtar University of Defence Technology is verbonden aan het MODAFL en heeft experimenten met beryllium uitgevoerd. Betrokken bij het nucleaire programma van Iran. Datum plaatsing op de VN-lijst: 23.12.2006. |
29) |
Mohammad Qannadi. Functie: vice-president Onderzoek & Ontwikkeling van de AEOI. Overige informatie: Betrokken bij het nucleaire programma van Iran. Datum plaatsing op de VN-lijst: 23.12.2006. |
30) |
Amir Rahimi. Functie: hoofd van het Esfahan Nuclear Fuel Research and Production Center. Overige informatie: het Esfahan Nuclear Fuel Research and Production Center is onderdeel van de Nuclear Fuel Production and Procurement Company (onderdeel van AEOI), die betrokken is bij verrijkingsactiviteiten. Datum plaatsing op de VN-lijst: 24.3.2007. |
31) |
Javad Rahiqi: Functie: hoofd van het Esfahan centrum voor nucleaire technologie van de Iraanse organisatie voor atoomenergie (AEOI). Overige informatie: geboortedatum: 24.4.1954; geboorteplaats: Marshad. Datum plaatsing op de VN-lijst: 9.6.2010 (EU: 24.4.2007). |
32) |
Abbas Rashidi. Overige informatie: betrokken bij verrijkingsactiviteiten te Natanz. Datum plaatsing op de EU-lijst: 24.4.2007 (VN: 3.3.2008). |
33) |
Morteza Rezaie. Titel: brigadegeneraal. Functie: plaatsvervangend bevelhebber van de IRG. Datum plaatsing op de VN-lijst: 24.3.2007. |
34) |
Morteza Safari. Titel: schout-bij-nacht. Functie: bevelhebber van de marine van de IRG. Datum plaatsing op de VN-lijst: 24.3.2007. |
35) |
Yahya Rahim Safavi. Titel: generaal-majoor: bevelhebber van de IRG (Pasdaran) Overige informatie: betrokken bij zowel het nucleaire programma als het programma voor ballistische raketten van Iran. Datum plaatsing op de VN-lijst: 23.12.2006. |
36) |
Seyed Jaber Safdari. Overige informatie: directeur van de verrijkingsinstallaties in Natanz. Datum plaatsing op de VN-lijst: 24.3.2007. |
37) |
Hosein Salimi. Titel: Generaal. Functie: bevelhebber van de luchtmacht, IRGC (Pasdaran) Overige informatie: betrokken bij het programma voor ballistische raketten van Iran. Datum plaatsing op de VN-lijst: 23.12.2006. |
38) |
Qasem Soleimani. Titel: brigadegeneraal. Functie: bevelhebber van de Qods-strijdkrachten. Datum plaatsing op de VN-lijst: 24.3.2007. |
39) |
Ghasem Soleymani. Overige informatie: directeur van de operaties in de uraanmijn van Saghand. Datum plaatsing op de VN-lijst: 3.3.2008. |
40) |
Mohammad Reza Zahedi. Titel: brigadegeneraal. Functie: bevelhebber van de landstrijdkrachten van de IRG. Datum plaatsing op de VN-lijst: 24.3.2007. |
41) |
Generaal Zolqadr. Functie: onderminister van Binnenlandse Zaken, belast met veiligheid, officier van de IRG. Datum plaatsing op de VN-lijst: 24.3.2007. |
Entiteiten
1) |
Abzar Boresh Kaveh Co. (ook bekend als BK Co.). Overige informatie: betrokken bij de productie van centrifugeonderdelen. Datum plaatsing op de VN-lijst: 3.3.2008. |
2) |
Amin Industrial Complex: Amin Industrial Complex heeft geprobeerd temperatuurregelaars te verwerven die kunnen worden gebruikt voor kernonderzoek en nucleaire faciliteiten voor onderzoek en productie. Amin Industrial Complex is eigendom van, staat onder zeggenschap van of treedt op namens de Defense Industries Organization (DIO), die op de lijst van VNVR-Resolutie 1737 (2006) staat. Adres: P.O. Box 91735-549, Mashad, Iran; Amin Industrial Estate, Khalage Rd., Seyedi District, Mashad, Iran; Kaveh Complex, Khalaj Rd., Seyedi St., Mashad, Iran. Ook bekend als: Amin Industrial Compound en Amin Industrial Company. Datum plaatsing op de VN-lijst: 9.6.2010. |
3) |
Ammunition and Metallurgy Industries Group (ook bekend als a) AMIG, b) Ammunition Industries Group). Overige informatie: a) AMIG controleert 7th of Tir; b) AMIG is eigendom en staat onder zeggenschap van de Defence Industries Organisation (DIO). Datum plaatsing op de VN-lijst: 24.3.2007. |
4) |
Armament Industries Group: Armament Industries Group (AIG) produceert en onderhoudt allerlei handvuurwapens en lichte wapens, waaronder vuurwapens van groot en middelgroot kaliber en de daarmee samenhangende technologie. AIG verricht haar aankopen veelal via Hadid Industries Complex. Adres: Sepah Islam Road, Karaj Special Road Km 10, Iran; Pasdaran Ave., P.O. Box 19585/777, Tehran, Iran. Datum plaatsing op de EU-lijst: 24.4.2007 (VN: 9.6.2010). |
5) |
Atomic Energy Organisation of Iran (AEOI). Overige informatie: betrokken bij het nucleaire programma van Iran. Datum plaatsing op de VN-lijst: 23.12.2006. |
6) |
Bank Sepah en Bank Sepah International. Overige informatie: Bank Sepah verleent steun aan de Aerospace Industries Organisation (AIO) en aan de ondergeschikte entiteiten daarvan, onder andere de Shahid Hemmat Industrial Group (SHIG) en de Shahid Bagheri Industrial Group (SBIG). Datum plaatsing op de VN-lijst: 24.3.2007. |
7) |
Barzagani Tejarat Tavanmad Saccal companies. Overige informatie: a) dochteronderneming van Saccal System companies, b) dit bedrijf probeerde gevoelige goederen te kopen voor een entiteit die op de lijst van VNVR-Resolutie 1737 (2006) staat. Datum plaatsing op de VN-lijst: 3.3.2008. |
8) |
Cruise Missile Industry Group (ook bekend als Naval Defence Missile Industry Group). Datum plaatsing op de VN-lijst: 24.3.2007. |
9) |
Defence Industries Organisation (DIO). Overige informatie: a) overkoepelende, door het ministerie van Defensie en Logistiek van de Strijdkrachten gecontroleerde entiteit, waarvan enkele ondergeschikten betrokken zijn geweest bij het vervaardigen van onderdelen voor het centrifugeprogramma, en bij het rakettenprogramma, b) betrokken bij het nucleaire programma van Iran. Datum plaatsing op de VN-lijst: 23.12.2006. |
10) |
Defense Technology and Science Research Center: Defense Technology and Science Research Center (DTSRC) is eigendom van, staat onder zeggenschap van of treedt op namens het Iraanse ministerie van Defensie en Logistiek van de Strijdkrachten (MODAFL), dat toezicht houdt op het Iraanse programma voor onderzoek en ontwikkeling, productie, onderhoud, export en aankoop op het gebied van defensie. Adres: Pasdaran Ave, PO Box 19585/777, Tehran, Iran. Datum plaatsing op de EU-lijst: 24.4.2007 (VN: 9.6.2010). |
11) |
Doostan International Company: Doostan International Company (DICO) levert onderdelen voor het Iraanse programma voor ballistische raketten. Datum plaatsing op de VN-lijst: 9.6.2010. |
12) |
Electro Sanam Company (ook bekend als a) E. S. Co., b) E. X. Co.) Overige informatie: AIO-dekmantelbedrijf, betrokken bij het programma voor ballistische raketten. Datum plaatsing op de VN-lijst: 3.3.2008. |
13) |
Esfahan Nuclear Fuel Research en Production Centre (NFRPC) and Esfahan Nuclear Technology Centre (ENTC). Overige informatie: deze centra zijn onderdelen van de Nuclear Fuel Production and Procurement Company, die onder de Atomic Energy Organisation of Iran (AEOI) ressorteert. Datum plaatsing op de VN-lijst: 24.3.2007. |
14) |
Ettehad Technical Group. Overige informatie: AIO-dekmantelbedrijf, betrokken bij het programma voor ballistische raketten. Datum plaatsing op de VN-lijst: 3.3.2008. |
15) |
Fajr Industrial Group. Overige informatie: a) voorheen Instrumentation Factory Plant, b) ondergeschikte entiteit van AIO, c) betrokken bij het programma voor ballistische raketten. Datum plaatsing op de VN-lijst: 23.12.2006. |
16) |
Farasakht Industries: Farasakht Industries is eigendom van, staat onder zeggenschap van of treedt op namens Iran Aircraft Manufacturing Company, die op zijn beurt eigendom is van of onder zeggenschap staat van het MODAFL. Adres: P.O. Box 83145-311, Kilometer 28, Esfahan-Tehran Freeway, Shahin Shahr, Esfahan, Iran. Datum plaatsing op de VN-lijst: 9.6.2010. |
17) |
Farayand Technique. Overige informatie: a) betrokken bij het nucleaire programma van Iran (centrifugeprogramma), b) genoemd in IAEA-rapporten. Datum plaatsing op de VN-lijst: 23.12.2006. |
18) |
First East Export Bank, P.L.C.: First East Export Bank, PLC is eigendom van, staat onder zeggenschap van of treedt op namens Bank Mellat. De afgelopen zeven jaar heeft Bank Mellat meegewerkt aan transacties van honderden miljoenen dollars voor Iraanse entiteiten op het gebied van nucleaire activiteiten, raketten en defensie. Adres: Unit Level 10 (B1), Main Office Tower, Financial Park Labuan, Jalan Merdeka, 87000 WP Labuan, Malaysia; ingeschreven in het handelsregister van Maleisië onder nummer LL06889. Datum plaatsing op de VN-lijst: 9.6.2010. |
19) |
Industrial Factories of Precision (IFP) Machinery (ook bekend als Instrumentation Factories Plant). Overige informatie: gebruikt door AIO voor een aantal aankooppogingen. Datum plaatsing op de VN-lijst: 3.3.2008. |
20) |
Jabber Ibn Hayan. Overige informatie: AEOI-laboratorium, betrokken bij splijtstofcyclusactiviteiten. Datum plaatsing op de VN-lijst: 3.3.2008 (EU: 24.4.2007). |
21) |
Joza Industrial Co. Overige informatie: AIO-dekmantelbedrijf, betrokken bij het programma voor ballistische raketten. Datum plaatsing op de VN-lijst: 3.3.2008. |
22) |
Kala-Electric (ook bekend als Kalaye Electric). Overige informatie: a) leverancier van de PFEP - Natanz; b) betrokken bij het nucleaire programma van Iran. Datum plaatsing op de VN-lijst: 23.12.2006. |
23) |
Karaj Nuclear Research Centre. Overige informatie: onderdeel van de onderzoeksdivisie van de AEOI. Datum plaatsing op de VN-lijst: 24.3.2007. |
24) |
Kaveh Cutting Tools Company: Kaveh Cutting Tools Company is eigendom van, staat onder zeggenschap van of treedt op namens DIO. Adres: 3rd Km of Khalaj Road, Seyyedi Street, Mashad 91638, Iran; Km 4 of Khalaj Road, End of Seyedi Street, Mashad, Iran; P.O. Box 91735-549, Mashad, Iran; Khalaj Rd., End of Seyyedi Alley, Mashad, Iran; Moqan St., Pasdaran St., Pasdaran Cross Rd., Tehran, Iran. Datum plaatsing op de VN-lijst: 9.6.2010. |
25) |
Kavoshyar Company. Overige informatie: dochteronderneming van de AEOI. Datum plaatsing op de VN-lijst: 24.3.2007. |
26) |
Khorasan Metallurgy Industries. Overige informatie: a) dochteronderneming van Ammunition Industries Group (AMIG), die afhangt van DIO; b) betrokken bij de productie van centrifugeonderdelen. Datum plaatsing op de VN-lijst: 3.3.2008. |
27) |
Adres: P.O. Box 16535-76, Tehran, 16548, Iran. Datum plaatsing op de VN-lijst: 9.6.2010. |
28) |
Malek Ashtar University: valt onder DTRSC binnen MODAFL. De universiteit heeft onderzoeksgroepen die voorheen onder het Physics Research Center (PHRC) vielen. IAEA-inspecteurs kregen geen toestemming om met medewerkers te spreken of documenten van deze organisatie in te zien om na te gaan of het Iraanse nucleaire programma al dan niet een militaire dimensie heeft. Adres: Corner of Imam Ali Highway and Babaei Highway, Tehran, Iran. Datum plaatsing op de EU-lijst: 24.6.2008 (VN: 9.6.2010). |
29) |
Mesbah Energy Company. Overige informatie: a) leverancier van de A40-onderzoeksreactor - Arak, b) betrokken bij het nucleaire programma van Iran. Datum plaatsing op de VN-lijst: 23.12.2006. |
30) |
Ministry of Defense Logistics Export: Ministry of Defense Logistics Export (MODLEX) verkoopt door Iran geproduceerde wapens aan klanten in de hele wereld en schendt daarmee VNVR-Resolutie 1747 (2007) van de VN-Veiligheidsraad, op grond waarvan Iran geen wapens of daarmee verband houdend materieel mag verkopen. Adres: P.O. Box 16315-189, Tehran, Iran; located on the west side of Dabestan Street, Abbas Abad District, Tehran, Iran. Datum plaatsing op de EU-lijst: 24.6.2008 (VN: 9.6.2010). |
31) |
Mizan Machinery Manufacturing: Mizan Machinery Manufacturing (3M) is eigendom van, staat onder zeggenschap van of treedt op namens SHIG. Adres: P.O. Box 16595-365, Tehran, Iran. Ook bekend als: 3MG Datum plaatsing op de EU-lijst: 24.6.2008 (VN: 9.6.2010). |
32) |
Modern Industries Technique Company: Modern Industries Technique Company (MITEC) is verantwoordelijk voor het ontwerp en de bouw van de IR-40 zwaarwaterreactor in Arak. MITEC speelde een belangrijke rol bij de aanschaf van materialen voor de bouw van de IR-40 zwaarwaterreactor. Adres: Arak, Iran. Ook bekend als: Rahkar Company, Rahkar Industries, Rahkar Sanaye Company, Rahkar Sanaye Novin. Datum plaatsing op de VN-lijst: 9.6.2010. |
33) |
Nuclear Research Center for Agriculture and Medicine: Het Nuclear Research Center for Agriculture and Medicine (NFRPC) is een grote onderzoeksafdeling van de Iraanse organisatie voor atoomenergie (AEOI), die op de lijst van VNVR-Resolutie 1737 (2006) van de VN-Veiligheidsraad staat. Het NFRPC is het centrum van de AEOI voor de ontwikkeling van splijtstof en is betrokken bij opwerkingsactiviteiten. Adres: P.O. Box 31585-4395, Karaj, Iran. Ook bekend als: Center for Agricultural Research and Nuclear Medicine; Karaji Agricultural and Medical Research Center. Datum plaatsing op de VN-lijst: 9.6.2010. |
34) |
Niru Battery Manufacturing Company. Overige informatie: a) dochteronderneming van DIO, b) heeft als taak voedingseenheden te maken voor het Iraanse leger, onder andere voor raketsystemen. Datum plaatsing op de VN-lijst: 3.3.2008. |
35) |
Novin Energy Company (ook bekend als Pars Novin). Overige informatie: opereert binnen de AEOI. Datum plaatsing op de VN-lijst: 24.3.2007. |
36) |
Parchin Chemical Industries. Overige informatie: onderdeel van de DIO. Datum plaatsing op de VN-lijst: 24.3.2007. |
37) |
Pars Aviation Services Company. Overige informatie: verzorgt het onderhoud van vliegtuigen. Datum plaatsing op de VN-lijst: 24.3.2007. |
38) |
Pars Trash Company. Overige informatie: a) betrokken bij het nucleaire programma van Iran (centrifugeprogramma), b) genoemd in IAEA-rapporten. Datum plaatsing op de VN-lijst: 23.12.2006. |
39) |
Pejman Industrial Services Corporation: Pejman Industrial Services Corporation is eigendom van, staat onder zeggenschap van of treedt op namens SBIG. Adres: P.O. Box 16785-195, Tehran, Iran. Datum plaatsing op de VN-lijst: 9.6.2010. |
40) |
Pishgam (Pioneer) Energy Industries. Overige informatie: heeft deelgenomen aan de bouw van de uraniumconversie-installatie te Isfahan. Datum plaatsing op de VN-lijst: 3.3.2008. |
41) |
Qods Aeronautics Industries. Overige informatie: produceert onbemande luchtvaartuigen (UAV’s), parachutes, paragliders, paramotors, enz. Datum plaatsing op de VN-lijst: 24.3.2007. |
42) |
Sabalan Company: Sabalan is een schuilnaam voor SHIG. Adres: Damavand Tehran Highway, Tehran, Iran. Datum plaatsing op de VN-lijst: 9.6.2010. |
43) |
Sanam Industrial Group. Overige informatie: ondergeschikte entiteit van de AIO. Datum plaatsing op de VN-lijst: 24.3.2007. |
44) |
Safety Equipment Procurement (SEP). Overige informatie: AIO-dekmantelbedrijf, betrokken bij het programma voor ballistische raketten. Datum plaatsing op de VN-lijst: 3.3.2008. |
45) |
7th of Tir. Overige informatie: a) ondergeschikte entiteit van DIO, waarvan algemeen wordt aangenomen dat het rechtstreeks betrokken is bij het nucleaire programma van Iran, b) betrokken bij het nucleaire programma van Iran. Datum plaatsing op de VN-lijst: 23.12.2006. |
46) |
Sahand Aluminum Parts Industrial Company (SAPICO): SAPICO is een schuilnaam voor SHIG. Adres: Damavand Tehran Highway, Tehran, Iran. Datum plaatsing op de VN-lijst: 9.6.2010. |
47) |
Shahid Bagheri Industrial Group (SBIG). Overige informatie: a) ondergeschikte entiteit van AIO, b) betrokken bij het programma voor ballistische raketten van Iran. Datum plaatsing op de VN-lijst: 23.12.2006. |
48) |
Shahid Hemmat Industrial Group (SHIG). Overige informatie: a) ondergeschikte entiteit van AIO, b) betrokken bij het programma voor ballistische raketten van Iran. Datum plaatsing op de VN-lijst: 23.12.2006. |
49) |
Shahid Karrazi Industries: Shahid Karrazi Industries is eigendom van, staat onder zeggenschap van of treedt op namens SBIG. Adres: Tehran, Iran. Datum plaatsing op de VN-lijst: 9.6.2010. |
50) |
Shahid Satarri Industries: Shahid Karrazi Industries is eigendom van, staat onder zeggenschap van of treedt op namens SBIG. Adres: Southeast Tehran, Iran. Ook bekend als: Shahid Sattari Group Equipment Industries. Datum plaatsing op de VN-lijst: 9.6.2010. |
51) |
Shahid Sayyade Shirazi Industries: Sayyade Shirazi Industries (SSSI) is eigendom van, staat onder zeggenschap van of treedt op namens DIO. Adres: Next To Nirou Battery Mfg. Co, Shahid Babaii Expressway, Nobonyad Square, Tehran, Iran; Pasdaran St., P.O. Box 16765, Tehran 1835, Iran; Babaei Highway - Next to Niru M.F.G, Tehran, Iran. Datum plaatsing op de VN-lijst: 9.6.2010. |
52) |
Sho’a’ Aviation. Overige informatie: produceert ultralichte luchtvaartuigen. Datum plaatsing op de VN-lijst: 24.3.2007. |
53) |
Special Industries Group: Special Industries Group (SIG) valt onder DIO. Adres: Pasdaran Avenue, P.O. Box 19585/777, Tehran, Iran. Datum plaatsing op de EU-lijst: 24.7.2007 (VN: 9.6.2010). |
54) |
TAMAS Company. Overige informatie: a) betrokken bij verrijkingsactiviteiten, b) TAMAS is een overkoepelend lichaam met vier ondergeschikte entiteiten, waaronder een voor uraniumwinning t/m -concentratie en een ander voor uraniumverwerking, -verrijking en -afval. Datum plaatsing op de EU-lijst: 24.4.2007 (UN: 3.3.2008). |
55) |
Tiz Pars: Tiz Pars is een schuilnaam voor SHIG. Tussen april en juli 2007 probeerde Tiz Pars namens SHIG een vijfassige laserlas- en -snijmachine te kopen, die gebruikt zou kunnen worden voor het Iraanse raketprogramma. Adres: Damavand Tehran Highway, Tehran, Iran. Datum plaatsing op de VN-lijst: 9.6.2010. |
56) |
Ya Mahdi Industries Group. Overige informatie: ondergeschikte entiteit van de AIO. Datum plaatsing op de VN-lijst: 24.3.2007. |
57) |
Yazd Metallurgy Industries: Metallurgy Industries (YMI) valt onder DIO. Adres: Pasdaran Avenue, Next To Telecommunication Industry, Tehran 16588, Iran; Postal Box 89195/878, Yazd, Iran; P.O. Box 89195-678, Yazd, Iran; Km 5 of Taft Road, Yazd, Iran. Ook bekend als: Yazd Ammunition Manufacturing and Metallurgy Industries, Directorate of Yazd Ammunition and Metallurgy Industries. Datum plaatsing op de VN-lijst: 9.6.2010. |
-
B.Entiteiten die eigendom zijn van, onder zeggenschap staan van of optreden namens de Islamitische Revolutionaire Garde
1) |
Fater (or Faater) Institute: dochteronderneming van Khatam al-Anbiya (KAA). Fater heeft met buitenlandse leveranciers, waarschijnlijk namens andere KAA-bedrijven, gewerkt aan IRG-projecten in Iran. Datum plaatsing op de VN-lijst: 9.6.2010. |
2) |
Gharagahe Sazandegi Ghaem: Gharagahe Sazandegi Ghaem is eigendom van of staat onder zeggenschap van KAA. Datum plaatsing op de VN-lijst: 9.6.2010. |
3) |
Ghorb Karbala: Ghorb Karbala is eigendom van of staat onder zeggenschap van KAA. Datum plaatsing op de VN-lijst: 9.6.2010. |
4) |
Ghorb Nooh: Ghorb Nooh is eigendom van of staat onder zeggenschap van KAA. Datum plaatsing op de VN-lijst: 9.6.2010. |
5) |
Hara Company: is eigendom van of staat onder zeggenschap van Ghorb Nooh. Datum plaatsing op de VN-lijst: 9.6.2010. |
6) |
Imensazan Consultant Engineers Institute: is eigendom van, staat onder zeggenschap van of treedt op namens KAA. Datum plaatsing op de VN-lijst: 9.6.2010. |
7) |
Khatam al-Anbiya Construction Headquarters: Khatam al-Anbiya Construction Headquarters (KAA) is een bedrijf dat in handen is van de IRG en zich bezighoudt met grootschalige civiele en militaire bouwprojecten en andere engineeringactiviteiten. Verricht veel werk aan projecten op het gebied van passieve verdedigingsorganisatie. In het bijzonder waren dochterondernemingen van KAA intensief betrokken bij de bouw van de site voor uraniumverrijking te Qom/Fordow. Datum plaatsing op de VN-lijst: 9.6.2010. |
8) |
Makin: Makin is eigendom van, staat onder zeggenschap van of treedt op namens KAA en is een dochteronderneming van KAA. Datum plaatsing op de VN-lijst: 9.6.2010. |
9) |
Omran Sahel: is eigendom van of staat onder zeggenschap van Ghorb Nooh. Datum plaatsing op de VN-lijst: 9.6.2010. |
10) |
Oriental Oil Kish: Oriental Oil Kish is eigendom van, staat onder zeggenschap van of treedt op namens KAA. Datum plaatsing op de VN-lijst: 9.6.2010. |
11) |
Rah Sahel: Rah Sahel is eigendom van, staat onder zeggenschap van of treedt op namens KAA. Datum plaatsing op de VN-lijst: 9.6.2010. |
12) |
Rahab Engineering Institute: Rahab is eigendom van, staat onder zeggenschap van of treedt op namens KAA en is een dochteronderneming van KAA. Datum plaatsing op de VN-lijst: 9.6.2010. |
13) |
Sahel Consultant Engineers: is eigendom van of staat onder zeggenschap van Ghorb Nooh. Datum plaatsing op de VN-lijst: 9.6.2010. |
14) |
Sepanir: is eigendom van, staat onder zeggenschap van of treedt op namens KAA. Datum plaatsing op de VN-lijst: 9.6.2010. |
15) |
Sepasad Engineering Company: is eigendom van, staat onder zeggenschap van of treedt op namens KAA. Datum plaatsing op de VN-lijst: 9.6.2010. |
-
C.Entiteiten die eigendom zijn van, onder zeggenschap staan van of optreden namens Islamic Republic of Iran Shipping Lines (IRISL)
1) |
Irano Hind Shipping Company: Adres: 18 Mehrshad Street, Sadaghat Street, Opposite of Park Mellat, Vali-e-Asr Ave., Tehran, Iran; 265, Next to Mehrshad, Sedaghat St., Opposite of Mellat Park, Vali Asr Ave., Tehran 1A001, Iran. Datum plaatsing op de VN-lijst: 9.6.2010. |
2) |
IRISL Benelux NV: Adres: Noorderlaan 139, B-2030, Antwerpen, België. Btw-nummer BE480224531 (België). Datum plaatsing op de VN-lijst: 9.6.2010. |
3) |
South Shipping Line Iran (SSL): Adres: Apt. No. 7, 3rd Floor, No. 2, 4th Alley, Gandi Ave., Tehran, Iran; Qaem Magham Farahani St., Tehran, Iran. Datum plaatsing op de VN-lijst: 9.6.2010. |
BIJLAGE II
Lijst van de in artikel 19, lid 1, onder b), bedoelde personen en de in artikel 20, lid 1, onder b), bedoelde personen en entiteiten
I. |
Bij nucleaire activiteiten en activiteiten in verband met ballistische raketten betrokken personen en entiteiten
|
II. |
Islamitische Revolutionaire Garde (IRG)
|
C. |
Islamic Republic of Iran Shipping Lines (IRISL)
|
Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.