Richtlijn 1978/1031 - Harmonisatie van nationale wetgeving inzake automatische weegwerktuigen, uitgevoerd als gewichtscontrolemachines en gewichtssorteermachines - Hoofdinhoud
Inhoudsopgave
|
Richtlijn 78/1031/EEG van de Raad van 5 december 1978 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de Lid-Staten inzake automatische weegwerktuigen, uitgevoerd als gewichtscontrolemachines en gewichtssorteermachines
Publicatieblad Nr. L 364 van 27/12/1978 blz. 0001 - 0021
Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 13 Deel 9 blz. 0127
Bijzondere uitgave in het Grieks: Hoofdstuk 13 Deel 8 blz. 0003
Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 13 Deel 9 blz. 0127
Bijzondere uitgave in het Spaans: Hoofdstuk 13 Deel 9 blz. 0134
Bijzondere uitgave in het Portugees: Hoofdstuk 13 Deel 9 blz. 0134
++++
RICHTLIJN VAN DE RAAD
van 5 december 1978
betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de Lid-Staten inzake automatische weegwerktuigen , uitgevoerd als gewichtscontrolemachines en gewichtssorteermachines
( 78/1031/EEG )
DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN ,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap , inzonderheid op artikel 100 ,
Gezien het voorstel van de Commissie ( 1 ) ,
Gezien het advies van het Europese Parlement ( 2 ) ,
Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité ( 3 ) ,
Overwegende dat in de Lid-Staten de constructie en de wijze van keuring van gewichtscontrole - en -sorteermachines zijn geregeld door dwingende voorschriften die van Lid-Staat tot Lid-Staat verschillen en daardoor een belemmering vormen voor de handel in deze weegwerktuigen ; dat deze voorschriften derhalve onderling dienen te worden aangepast ;
Overwegende dat in Richtlijn 71/316/EEG van de Raad van 26 juli 1971 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der Lid-Staten betreffende voor meetmiddelen en metrologische controlemethoden geldende algemene bepalingen ( 4 ) , laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 72/427/EEG ( 5 ) , de procedures van EEG-modelgoedkeuring en eerste EEG-ijk zijn vastgesteld ; dat overeenkomstig die richtlijn de technische voorschriften voor de uitvoering en de werking van gewichtscontrole - en -sorteermachines dienen te worden vastgesteld waaraan deze weegwerktuigen moeten voldoen ten einde vrij te kunnen worden ingevoerd , in de handel gebracht en gebruikt nadat zij zijn gekeurd en van de vastgestelde merken en tekens zijn voorzien ,
HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD :
Artikel 1
De onderhavige richtlijn heeft betrekking op automatische weegwerktuigen , uitgevoerd als gewichtscontrolemachines en gewichtssorteermachines . Deze weegwerktuigen worden omschreven in punt 1 van de bijlage .
Artikel 2
In de bijlage worden de gewichtscontrolemachines en gewichtssorteermachines beschreven waarop EEG-merken en -tekens mogen worden aangebracht .
Deze machines zijn onderworpen aan de EEG-modelgoedkeuring en aan de eerste EEG-ijk .
Artikel 3
De Lid-Staten mogen om redenen verband houdende met de metrologische eigenschappen het in de handel brengen en het in gebruik nemen van gewichtscontrolemachines en gewichtssorteermachines niet weigeren , verbieden of beperken indien deze weegwerktuigen zijn voorzien van het EEG-modelgoedkeuringsteken en van het merk van eerste EEG-ijk .
Artikel 4
1 . Binnen achttien maanden na kennisgeving van deze richtlijn voeren de Lid-Staten de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in om aan het bepaalde in deze richtlijn te voldoen . Zij stellen de Commissie hiervan onmiddellijk in kennis .
2 . De Lid-Staten zien erop toe dat de tekst van de belangrijkste nationale bepalingen die zij aanvaarden op het gebied waarop deze richtlijn van toepassing is , ter kennis van de Commissie wordt gebracht .
Artikel 5
Deze richtlijn is gericht tot de Lid-Staten .
Gedaan te Brussel , 5 december 1978 .
Voor de Raad
De Voorzitter
M . LAHNSTEIN
( 1 ) PB nr . C 54 van 8 . 3 . 1976 , blz . 44 .
( 2 ) PB nr . C 125 van 8 . 6 . 1976 , blz . 43 .
( 3 ) PB nr . C 197 van 23 . 8 . 1976 , blz . 13 .
( 4 ) PB nr . L 202 van 6 . 9 . 1971 , blz . 1 .
( 5 ) PB nr . L 291 van 28 . 12 . 1972 , blz . 156 .
BIJLAGE
HOOFDSTUK I
DEFINITIES EN TERMINOLOGIE
1 . ALGEMENE DEFINITIES
Gewichtscontrolemachines en gewichtssorteermachines zijn machines die voorwerpen naar gelang van hun massa in twee of meer groepen onderverdelen .
1.1 . Gewichtscontrolemachines
Machines die voorwerpen waarvan de massa varieert om een vooraf bepaalde waarde , nominale massa genoemd , onderverdelen .
De taak van een gewichtscontrolemachine is de voorwerpen in twee of meer groepen onder te verdelen , volgens de waarde van het verschil tussen hun massa en de nominale massa .
1.2 . Gewichtssorteermachines
Machines die voorwerpen met verschillende massa , waarvoor geen nominale massa is vastgesteld , onderverdelen .
De taak van een gewichtssorteermachine , hierna sorteermachine te noemen , is de voorwerpen in te delen in verschillende groepen , die ieder worden gekenmerkt door een gegeven massa-interval .
1.3 . Deze richtlijn heeft geen betrekking op weegwerktuigen met automatische prijsberekening en etiketafdruk , noch op gewichtssorteermachines voor eieren .
Verdere voorschriften worden nog uitgewerkt voor gewichtscontrolemachines en gewichtssorteermachines die voorzien zijn van elektronische componenten , die vooralsnog geen EEG-modelgoedkeuring kunnen verkrijgen .
2 . TERMINOLOGIE
2.1 . Indeling volgens de controle - of sorteermethode
2.1.1 . Machines die de voorwerpen verdelen in groepen die de machine gescheiden verlaten .
2.1.2 . Machines die de voorwerpen onderverdelen door ieder voorwerp een merkteken te geven waardoor de groep waartoe het voorwerp behoort , gekenmerkt wordt .
2.1.3 . Machines die het aantal voorwerpen van elke groep tellen zonder deze voorwerpen van elkaar te scheiden .
2.1.4 . Machines die voor elk voorwerp van een groep een visueel of auditief signaal geven zonder deze voorwerpen van elkaar te scheiden .
2.2 . Indeling naar de werkwijze
2.2.1 . Continu werkende gewichtscontrole - of sorteermachines
Machines met continue verplaatsing van de lasten .
De lasten worden in een continue beweging op de lastdrager gebracht en de informatie omtrent de massa wordt tijdens deze beweging verkregen .
2.2.2 . Discontinu werkende gewichtscontrole - of sorteermachines
Machines met discontinue verplaatsing van de lasten .
De lasten worden in een discontinue beweging op de lastdrager gebracht en de informatie omtrent de massa wordt verkregen terwijl de last stilstaat .
2.3 . Onderdelen
2.3.1 . Meetsysteem
2.3.1.1 . Weegeel
Inrichting die informatie geeft over de massa van de last die moet worden gecontroleerd of gesorteerd . Deze cel kan een niet-automatisch weegwerktuig of een deel van een niet-automatisch weegwerktuig zijn .
Zij omvat een lastdrager , een lastvereffeningsinrichting , en eventueel een aanwijsinrichting die bijvoorbeeld de waarde van de massa van de last of het verschil tussen die waarde en een referentiewaarde aangeeft in eenheden van massa .
2.3.1.2 . Startinrichting
Inrichting die de opdracht geeft de informatie over de massa in te winnen .
2.3.1.3 . Verwerkingsinrichting
Inrichting die de gegevens van de weegeel in een signaal omzet en dat signaal verwerkt tot een controle - of sorteeropdracht .
2.3.1.4 . Aanwijsinrichting
Inrichting die ten minste één van de volgende inlichtingen verschaft :
-
-de massa van de gecontroleerde last ,
-
-het verschil tussen deze massa en een referentiewaarde ,
-
-de groep waartoe de gecontroleerde of gesorteerde last behoort .
2.3.2 . Lastentransporteur
Inrichting waarmee de lasten op de lastdrager worden gebracht en ervan worden afgevoerd .
Deze inrichting kan deel uitmaken van de weegeel .
2.3.3 . Instelinrichting
Inrichting met behulp waarvan de massagrenswaarden van de groepen kunnen worden ingesteld .
2.3.4 . Sorteerinrichting
Inrichting waarmee de lasten automatisch in verschillende groepen worden verdeeld . Deze inrichting behoeft geen onderdeel van de machine te zijn .
2.3.5 . Terugkoppelinrichting
Inrichting die de instelling van het toestel dat de lasten voor de gewichtscontrolemachine samenstelt , automatisch corrigeert aan de hand van de controleresultaten .
2.3.6 . Telwerk
Inrichting die het aantal lasten dat de lastdrager is gepasseerd , aangeeft ( lastentelwerk ) of die het aantal lasten van elk van de groepen telt ( groepentelwerk ) .
2.4 . Standaardproeflast
De standaardproeflast is de last waarmee de standaardgrensonscherpte ( Us ) onder de voorwaarden van 7.2.1.1 wordt bepaald .
2.5 . Metrologische kenmerken
2.5.1 . Nominaal instelpunt
In eenheden van massa uitgedrukte waarde die door de bediener met behulp van de instelinrichting tevoren wordt gekozen als grens tussen twee opeenvolgende groepen .
2.5.2 . Werkelijk instelpunt
In eenheden van massa uitgedrukte waarde waarbij voor dezelfde last , twee verschillende beslissingen met dezelfde waarschijnlijkheid kunnen worden genomen .
2.5.3 . Instelbereik
Gebied waarbinnen een nominaal instelpunt kan worden ingesteld voor een gegeven nominale massa van de lasten .
2.5.4 . Instelinterval ( Breedte van een groep )
In eenheden van massa uitgedrukt interval tussen opeenvolgende nominale instelpunten .
2.5.5 . Instelfout
Verschil tussen de waarde van het nominale en het werkelijke instelpunt .
2.5.6 . Gewichtsklasse
Groep van lasten die in een gegeven interval vallen . Bij n instelpunten is het gehele lastengebied , van nul tot oneindig , in ( n + 1 ) gewichtsklassen verdeeld .
2.5.7 . Minimaal weegvermogen
Waarde van de last waaronder de machine eventueel niet meer in staat is om de last op juiste wijze te identificeren of in te delen in de groep waartoe hij behoort .
2.5.8 . Grensonscherpte
In eenheden van massa uitgedrukte waarde van het interval waarin de beslissing van de machine onbepaald is .
2.5.8.1 . Standaardgrensonscherpte ( U s )
Door de fabrikant opgegeven , in eenheden van massa uitgedrukte waarde van het interval waarin de machine twee verschillende beslissingen kan nemen voor een standaardproeflast en een gegeven werksnelheid .
2.5.8.2 . Nominale grensonscherpte ( U n )
Door de fabrikant opgegeven , in eenheden van massa uitgedrukte waarde van het interval waarin de machine twee verschillende beslissingen kan nemen voor een gegeven produkt en een gegeven werksnelheid .
2.5.8.3 . Werkelijke grensonscherpte ( U a )
Door de metrologische dienst geconstateerde , in eenheden van massa uitgedrukte waarde van het interval waarin de machine twee verschillende beslissingen kan nemen voor een standaardproeflast of een gegeven produkt en een gegeven werksnelheid .
De conventionele waarde is gelijk aan 6 s ( van -3 tot + 3 s ) ; s is de standaarddeviatie .
2.5.9 . Gewichtscontrole - of sorteersnelheid ( Werksnelheid )
Aantal lasten die per eenheid van tijd op hun massa worden gecontroleerd of gesorteerd .
2.5.10 . Lengte van de last
Lengte van de last , gemeten in de verplaatsingsrichting .
2.5.11 . Weegtijd
Tijd die verloopt vanaf het ogenblik waarop de last zich volledig op de lastdrager bevindt tot het ogenblik waarop de informatie omtrent de massa wordt verstrekt .
2.5.12 . Responsietijd
Tijd die verloopt tussen het ogenblik waarop de last zich volledig op de lastdrager bevindt en het ogenblik waarop het verschil tussen de op dat ogenblik bestaande en de uiteindelijke informatie van de weegcel , minder dan U n bedraagt .
METROLOGISCHE KENMERKEN : zie P.b .
HOOFDSTUK II
METROLOGISCHE VOORSCHRIFTEN
3 . ALGEMEEN
3.1 . Afleeseenheid van de weegcel
Indien de weegcel een in eenheden van massa onderverdeelde aanwijsinrichting heeft , moeten de afleeseenheid en de ijkeenheid hiervan voldoen aan de communautaire voorschriften inzake niet-automatische weegwerktuigen .
3.2 . Maximale standaardgrensonscherpte
Onverminderd het bepaalde in punt 5.1.2 mag de standaardgrensonscherpte ( U s ) niet meer bedragen dan :
1 g voor nominale massa's tot en met 100 g ,
1 % voor nominale massa's boven 100 g .
3.3 . Verband tussen de nominale grensonscherpte en de standaardgrensonscherpte
De nominale grensonscherpte ( U n ) mag niet kleiner zijn dan de standaardgrensonscherpte ( U s ) .
4 . MAXIMAAL TOELAATBARE FOUTEN
4.1 . Maximaal toelaatbare fouten bij de EEG-modelgoedkeuring
4.1.1 . Weegeel
Indien de weegeel een in eenheden van massa onderverdeelde aanwijsinrichting heeft , wordt zij als een niet-automatisch weegwerktuig beschouwd en dient zij bij statische beproeving te voldoen aan de daarvoor geldende communautaire voorschriften met betrekking tot de maximaal toelaatbare fouten .
4.1.2 . Werkelijke grensonscherpte ( U a )
De werkelijke grensonscherpte ( s ) die bij proeven volgens hoofdstuk V wordt ( worden ) bepaald , mag ( mogen ) niet groter zijn dan 0,8 maal de standaardgrensonscherpte ( U s ) .
4.1.3 . Instelfout
De instelfout mag niet groter zijn dan 0,5 maal de standaardgrensonscherpte ( U s ) .
4.1.4 . Variatie van het werkelijke instelpunt met de tijd .
De variatie van het werkelijke instelpunt mag niet groter zijn dan 0,5 maal de standaardgrensonscherpte ( U s ) tijdens een 8-urige werkingsperiode van de machine .
4.1.5 . Variatie van het werkelijke instelpunt met de temperatuur
De variatie van het werkelijke instelpunt mag niet groter zijn dan 0,5 maal de standaardgrensonscherpte ( U s ) per 5 * C .
4.1.6 . Effect van excentrische belastingen
Indien excentrische belastingen kunnen voorkomen mag het grootst mogelijke verschil tussen de waarden van de massa's die bij een belasting gelijk aan het minimale weegvermogen met de evenwichtsstand overeenkomen , niet groter zijn dan 0,5 maal de standaardgrensonscherpte ( U s ) , ongeacht de plaats op de lastdrager waar deze massa's zijn opgesteld .
4.2 . Maximaal toelaatbare fouten bij de eerste EEG-ijk
4.2.1 . Weegeel
Indien de weegeel een in eenheden van massa onderverdeelde aanwijsinrichting heeft , wordt zij als een niet-automatisch weegwerktuig beschouwd en dient zij bij statische beproeving te voldoen aan de daarvoor geldende communautaire voorschriften met betrekking tot de maximaal toelaatbare fouten .
4.2.2 . Werkelijke grensonscherpte ( U a )
De werkelijke grensonscherpte(s ) die bij proeven volgens hoofdstuk V wordt ( worden ) bepaald , mag ( mogen ) niet groter zijn dan 0,8 maal de nominale grensonscherpte ( U n ) .
4.2.3 . Instelfout
De instelfout mag niet groter zijn dan 0,8 maal de nominale grensonscherpte ( U n ) .
4.2.4 . Variatie van het werkelijke instelpunt met de tijd
De variatie van het werkelijke instelpunt mag niet groter zijn dan 0,5 maal de nominale grensonscherpte ( U n ) tijdens een 8-urige werkingsperiode van de machine .
4.2.5 . Variatie van het werkelijke instelpunt met de temperatuur
De variatie van het werkelijke instelpunt mag niet groter zijn dan 0,5 maal de nominale grensonscherpte ( U n ) per 5 * C .
4.3 . Maximaal toelaatbare fouten in bedrijf
4.3.1 . Weegeel
Indien de weegcel een in eenheden van massa onderverdeelde aanwijsinrichting heeft , wordt zij als een niet-automatisch weegwerktuig beschouwd en dient zij bij statische beproeving te voldoen aan de daarvoor geldende communautaire voorschriften met betrekking tot de maximaal toelaatbare fouten .
4.3.2 . Werkelijke grensonscherpte ( U a )
De grensonscherpte die bij proeven volgens hoofdstuk V wordt vastgesteld , mag niet groter zijn dan de nominale grensonscherpte ( U n ) .
4.3.3 . Instelfout
De instelfout mag niet groter zijn dan 0,5 maal de nominale grensonscherpte ( U n ) .
5 . TOEPASSINGSVOORWAARDEN VAN DE MAXIMAAL TOELAATBARE FOUTEN
5.1 . Normale gebruiksomstandigheden
5.1.1 . Massa van de lasten
De massa van de lasten moet tussen het maximale en het minimale weegvermogen van de machine liggen .
5.1.2 . Minimaal weegvermogen
Het minimale weegvermogen mag niet minder bedragen dan :
25 U n , wanneer U n * 200 mg ;
50 U n , wanneer 200 mg < U n * 500 mg ;
100 U n , wanneer 500 mg < U n .
5.1.3 . Weegtijd
De weegtijd moet ten minste gelijk zijn aan de responsietijd en ten hoogste gelijk aan de tijd gedurende welke de last zich volledig op de lastdrager bevindt .
De tot goedkeuring bevoegde autoriteit kan echter vrijstelling van deze eis verlenen indien de wijze van constructie en/of werking van de machine zulks mogelijk maakt .
Bij alle snelheden die lager zijn dan of gelijk zijn aan de maximale werksnelheid moeten de instelfout en de grensonscherpte lager blijven dan of gelijk blijven aan de in punt 4 vastgestelde waarden .
5.2 . Beïnvloedingsfactoren
5.2.1 . Temperatuur
De machines moeten voldoen aan de voorwaarden van punt 4 bij elke praktisch constante temperatuur binnen een gebied van ten minste 25 * C .
Indien de machine bestemd is om te worden gebruikt in een omgeving met temperatuurbeheersing , mag het temperatuurgebied verkleind worden tot 10 * C .
De temperatuur wordt geacht praktisch constant te zijn indien aan de volgende twee voorwaarden wordt voldaan :
-
-het verschil tussen de uiterste temperaturen tijdens een proef is niet groter dan 5 * C ;
-
-de variatie van de temperatuur is niet groter dan 1 * C per 5 minuten .
5.2.2 . Elektrische voeding
Het werkelijke instelpunt en de werkelijke grensonscherpte ( U a ) moeten voldoen aan de voorwaarden van punt 4 bij de volgende variaties van de elektrische voeding :
-
-15 % tot + 10 % van de nominale spanning en
-
-2 % tot + 2 % van de nominale frequentie .
5.2.3 . Andere beïnvloedingsfactoren
De machines moeten voldoen aan de voorwaarden van punt 4 indien zij ten gevolge van de omstandigheden van hun installatie en hun beoogd gebruik door andere factoren dan de in de punten 5.2.1 en 5.2.2 genoemde worden beïnvloed .
HOOFDSTUK III
TECHNISCHE VOORSCHRIFTEN
6 . ALGEMEEN
6.1 . Geschiktheid
De machines moeten zodanig zijn ontworpen dat zij beantwoorden aan hun gebruiksdoel en moeten zorgvuldig en stevig zijn geconstrueerd .
6.2 . Toevallige ontregeling
De machines moeten zo zijn geconstrueerd dat ontregelingen die hun werking kunnen verstoren in het algemeen niet kunnen voorkomen zonder dat het effect van de ontregeling gemakkelijk kan worden geconstateerd .
6.3 . Schommelingsdemper
Schommelingsdempers waarvan de eigenschappen zodanig door temperatuursveranderingen worden beïnvloed dat de prestaties van de machine onvoldoende worden en de nauwkeurigheid van de machine buiten de voorgeschreven toleranties valt , moeten van een automatische compensatie-inrichting worden voorzien .
Er moet door middel van een signaal worden aangegeven wanneer de inrichting zich op de juiste temperatuur bevindt .
De schommelingsdemper mag niet gemakkelijk bereikbaar zijn voor onbevoegden .
6.4 . Transporteur
Indien de transporteur banden of kettingen omvat met behulp waarvan de lasten op de lastdrager worden gebracht en indien de banden of kettingen voorzien zijn van spanningsregelinrichtingen , mogen deze inrichtingen niet gemakkelijk bereikbaar zijn indien aanpassing van de spanning de van de weegcel afkomstige informatie over de massa kan beïnvloeden .
6.5 . Waterpasstelling
6.5.1 . De stand van de machines moet waterpas zijn .
6.5.2 . Indien de machines verplaatsbaar zijn , moeten zij van een inrichting voor waterpasstelling en van een waterpas zijn voorzien , of voldoen aan de voorwaarden van punt 4 bij scheefstelling tot 5 % in dwars - of lengterichting .
6.5.3 . Indien een waterpas is aangebracht om aan punt 6.5.2 te voldoen , moet dit zo gevoelig zijn dat het beweegbare aanwijzende deel van het waterpas zich over ten minste 2 mm verplaatst bij een scheefstelling van het weegwerktuig van 0,5 % .
6.6 . Lastvereffenings - en instelinrichting
Het moet mogelijk zijn de bedieningsorganen zowel van de lastvereffeningsinrichting als van de instelinrichting , afhankelijk van de werkwijze van de machine al of niet in belaste toestand , in te stellen met een nauwkeurigheid van ten minste een kwart van de nominale grensonscherpte .
6.7 . Losse gewichten
Losse gewichten moeten hetzij gewichten voor gewone weging of nauwkeurigere gewichten zijn die voldoen aan de communautaire voorschriften , hetzij speciaal voor de machine ontworpen massastukken zijn die zich door hun vorm van eerstgenoemde losse gewichten onderscheiden en die als een onderdeel van de machine zijn gekenmerkt .
6.8 . Opschriften
6.8.1 . Verplichte opschriften
Op de machines moeten de volgende opschriften voorkomen :
-
-identificatie van de fabrikant ,
-
-indentificatie van de importeur , indien van toepassing ,
-
-fabrieksnummer en typeaanduiding van de machine ,
-
-EEG-modelgoedkeuringsteken ,
-
-maximaal weegvermogen , in de vorm : Max ... ,
-
-minimaal weegvermogen , in de vorm : Min ... ,
-
-nominale grensonscherpte , in de vorm : U n ... ,
-
-werksnelheid , in de vorm : ... ( aantal lasten ) /min ,
-
-responsietijd , in de vorm : t ... ,
-
-ijkeenheid van de weegcel , volgens de communautaire voorschriften voor niet-automatische weegwerktuigen ,
-
-temperatuurgrenzen : ... * C /... * C ,
-
-spanning van de elektrische voeding , in de vorm : ... V ,
-
-frequentie van de elektrische voeding , in de vorm : ... Hz ,
-
-identificatieteken op delen van de machine die niet rechtstreeks met de eigenlijke machine zijn verbonden .
6.8.2 . Aanvullende opschriften
Afhankelijk van het gebruik van de machine kunnen bij de EEG-modelgoedkeuring door de metrologische dienst die het certificaat van EEG-modelgoedkeuring aflevert een of meer aanvullende opschriften worden verlangd .
6.8.3 . Uitvoering van de opschriften
De opschriften moeten onuitwisbaar en van zodanige grootte , vorm en duidelijkheid zijn dat zij onder normale gebruiksomstandigheden van de machine gemakkelijk kunnen worden gelezen .
Zij moeten op een duidelijk zichtbare plaats zijn samengebracht , hetzij op een gegevensplaat die dichtbij de aanwijsinrichting is bevestid , hetzij op de aanwijsinrichting zelf .
De opschriftendrager moet kunnen worden verzegeld , tenzij hij zo is uitgevoerd dat hij bij verwijdering wordt beschadigd .
6.8.4 . Stempelmogelijkheid
De opschriftenplaat mag een kleine stempelprop bevatten . Indien zij geen stempelprop bevat , moet in de nabijheid ervan een daartoe dienende voorziening zijn aangebracht .
HOOFDSTUK IV
METROLOGISCHE CONTROLE
De EEG-modelgoedkeuring en de eerste EEG-ijk van gewichtscontrole - en sorteermachines moeten worden uitgevoerd volgens Richtlijn 71/316/EEG . Sommige van deze voorschriften worden in dit hoofdstuk gespecificeerd .
7 . EEG-MODELGOEDKEURING
7.1 . Aanvraag om EEG-modelgoedkeuring
Bij de aanvraag om EEG-modelgoedkeuring moeten een machine van het bedoelde model en de volgende gegevens en documenten worden gevoegd :
7.1.1 . Metrologische kenmerken :
-
-bijzondere kenmerken van de weegcel ;
-
-maximale werksnelheid , afhankelijk van de snelheid van de lastentransporteur en de lengte van de last ;
-
-elektrische kenmerken van de bestanddelen van het meetsysteem .
7.1.2 . Beschrijvende documenten :
-
-tekeningen van de algemene opbouw ;
-
-foto's en zo nodig tekeningen of maquettes van in metrologisch opzicht belangrijke onderdelen ;
-
-principeschema's om de werking te illustreren en een technische beschrijving van de machine .
7.2 . Onderzoek tot EEG-modelgoedkeuring
7.2.1 . EEG-modelgoedkeuringsproeven
De machines moeten voor standaardproeflasten binnen hun werkingsgebied , dat wil zeggen tussen het minimale en het maximale weegvermogen en de minimale en de maximale werksnelheid , voldoen aan de metrologische voorschriften van de punten 3 , 4 , 1 en 5 met betrekking tot de standaardgrensonscherpte ( U s ) .
Machines die verschillende nominale instelpunten hebben , moeten voor ten minste twee nominale instelpunten worden beproefd .
Standaardproeflast
Wanneer er proeven worden uitgevoerd met het oog op de EEG-modelgoedkeuring , moet een standaardproeflast worden gebruikt .
Voor deze proeflast moet met de volgende voorwaarden rekening worden gehouden :
-
-massa " m " = Max , Min en 1/2(Max + Min ) ,
-
-lengte " L " ( cm ) = * m ( gram ) min of meer 20 % ,
-
-hoogte " h " = L/2 ,
-
-constante massa ,
-
-vast materiaal ,
-
-niet-hygroscopisch materiaal ,
-
-niet-elektrostatisch materiaal ,
-
-contact van metaal met metaal moet worden vermeden .
7.2.1.1 . Statische proeven
7.2.1.1.1 . Proeven met excentrische belastingen
Wanneer excentrische belastingen op de lastdrager kunnen voorkomen dient er een proef te worden uitgevoerd met een belasting die gelijk is aan het minimale weegvermogen en die achtereenvolgens op verschillende plaatsen op de lastdrager wordt aangebracht . De maximaal toelaatbare fouten worden gepreciseerd in punt 4.1.6 .
7.2.1.1.2 . Speciale proeven voor machines met een weegcel die uit een volledig niet-automatisch weegwerktuig bestaat .
Op machines met deze weegcel moeten de gevoeligheids - , beweeglijkheids - en nauwkeurigheidsproeven worden uitgevoerd die beschreven zijn in de communautaire voorschriften voor niet-automatische weegwerktuigen .
De maximaal toelaatbare fouten zijn dezelfde als voor niet-automatische weegwerktuigen , afhankelijk van hun ijkeenheid en hun nauwkeurigheidsklasse .
7.2.1.2 . Meting van de responsietijd
De responsietijd wordt gemeten onder stabiele proefomstandigheden , zonder beïnvloeding door ongewenste factoren . De gevonden waarden mogen niet groter zijn dan de in de opschriften vermelde waarden .
De gegevens genoemd in punt 7.1.1 betreffende de maximale werksnelheid , afhankelijk van de snelheid van de lastentransporteur en de lengte van de last , moeten in overeenstemming zijn met de waarden die voor de responsietijd worden gevonden .
7.2.1.3 . Proeven onder normale gebruiksomstandigheden
7.2.1.3.1 . Grensonscherpte en instelfout
De proeven worden uitgevoerd volgens de in punt 10.3 van hoofdstuk V beschreven methode C .
7.2.1.3.2 . Variatie van het werkelijke instelpunt met de tijd
Deze proeven worden uitgevoerd met standaardproeflasten , zonder de instellingen van de machines te wijzigen en zonder de beïnvloedingsfactoren te veranderen ; zij moeten verscheidene malen worden herhaald tijdens een 8-urige werkingsperiode van de machines . Om de uitkomsten te verkrijgen mogen tijdens de proeven elektrische meetmethoden worden gebruikt .
7.2.1.3.3 . Variatie van het werkelijke instelpunt met de temperatuur
Deze proeven worden uitgevoerd met standaardproeflasten zonder wijziging van de machine instellingen en van andere beïnvloedingsfactoren dan de temperatuur ; zij moeten verscheidene malen worden herhaald , met temperatuurvariaties binnen de door de fabrikant opgegeven temperatuurgrenzen . Om de uitkomsten te verkrijgen mogen tijdens de proeven elektrische meetmethoden worden gebruikt .
7.2.2 . Onderzoek naar de overeenstemming met de technische voorschriften
Bij dit onderzoek moet worden nagegaan of de machines voldoen aan de in hoofdstuk III vermelde technische voorschriften .
7.2.3 . Hulpverlening bij de proeven
De hulp die de metrologische dienst van de aanvrager kan verlangen , bestaat uit de standaardproeflasten , de bedieningsmiddelen , het vereiste deskundige personeel en de benodigde controle-instrumenten .
7.2.4 . Plaats van uitvoering van de proeven
Machines waarvoor de EEG-modelgoedkeuring is aangevraagd kunnen worden beproefd :
-
-in de lokalen van de metrologische dienst waartoe de aanvraag is gericht ,
-
-op elke andere plaats die in overleg tussen de betrokken metrologische dienst en de aanvrager geschikt wordt geacht .
8 . EERSTE EEG-IJK
8.1 . Proeven voor de eerste EEG-ijk
De machines moeten voor het ( de ) gegeven produkt(en ) binnen hun werkingsgebied , dat wil zeggen tussen het minimale en het maximale weegvermogen en de minimale en de maximale werksnelheid , voldoen aan de in de punten 3 , 4.2 , 5 en 6 bedoelde eisen met betrekking tot de nominale grensonscherpte ( U n ) .
De eerste EEG-ijk moet door de bevoegde metrologische dienst in één of twee fasen worden uitgevoerd .
8.1.1 . Proeven in de eerste fase
Er moeten statische proeven worden uitgevoerd volgens punt 7.2.1.1 .
8.1.2 . Proeven in de tweede fase
De grensonscherpte en instelfout moeten worden gecontroleerd volgens een van de in hoofdstuk V beschreven methoden en met de produkten waarvoor de machine bestemd is . De controle wordt in elk geval ten minste bij het minimale weegvermogen uitgevoerd .
In geval van geschil dient methode C als referentiemethode .
8.2 . Hulpverlening bij de proeven
De hulp die de metrologische dienst van de aanvrager kan verlangen bestaat uit de proeflasten , de bedieningsmiddelen , het vereiste deskundige personeel en de benodigde controle-instrumenten .
8.3 . Plaats van de eerste EEG-ijk
De eerste fase mag worden uitgevoerd in de werkplaats of op elke andere plaats die in overleg met de metrologische dienst geschikt wordt geacht ; de tweede fase moet op de plaats van opstelling worden uitgevoerd .
Wanneer de eerste EEG-ijk in één fase plaatsvindt , wordt zij op de plaats van opstelling uitgevoerd .
9 . INSPECTIE IN BEDRIJF
9.1 . Proeven in bedrijf
Indien proeven in bedrijf worden uitgevoerd , is punt 4.3 van toepassing .
HOOFDSTUK V
BEPROEVINGSMETHODEN
10.1 . STAPSGEWIJZE METHODE ( METHODE A )
10.1.1 . Werkwijze
10.1.1.1 . Er wordt een standaardproeflast gebruikt die gelijk is aan de gewenste last .
10.1.1.2 . Het te beproeven instelpunt wordt zodanig geregeld dat gedurende n wegingen steeds een signaal " afgekeurd " wordt gegeven .
Indien er op een machine twee of meer instelpunten zijn en indien het instelinterval van de machine klein is , moet ervoor worden gezorgd dat het ( de ) niet gebruikte instelpunt(en ) duidelijk gescheiden is ( zijn ) van het beproefde instelpunt , ten einde het optreden van interferentie tijdens de proeven te voorkomen .
10.1.1.3 . De last wordt vermeerderd met ongeveer één tiende van de nominale grensonscherpte ( U n ) , die op de machine is vermeld , en men laat de proeflast n maal over de machine gaan .
10.1.1.4 . De proef wordt voortgezet terwijl de proeflast telkens met kleine stappen wordt vergroot totdat het signaal " goedgekeurd " tijdens n wegingen ten minste éénmaal wordt gegeven .
10.1.1.5 . De proef wordt voortgezet terwijl de proeflast telkens met kleine stappen wordt vergroot , totdat tijdens de n wegingen altijd het signaal " goedgekeurd " wordt gegeven .
10.1.1.6 . De proef wordt voortgezet terwijl de last nog enkele keren wordt verzwaard .
10.1.1.7 . De resultaten worden in een tabel opgenomen .
10.1.1.8 . De proef wordt met dezelfde proeflasten herhaald waarbij de belasting met kleine stappen wordt verminderd , of de lasten in een willekeurige volgorde worden gebruikt .
Indien de proef in een willekeurige volgorde wordt uitgevoerd , moet er voor elke stap een proeflast worden gebruikt .
10.1.1.9 . De resultaten worden in een tabel opgenomen .
10.1.2 . Berekeningen
10.1.2.1 . Aan de hand van de verkregen resultaten worden het percentage " afkeuringen " en het percentage " goedkeuringen " berekend .
10.1.2.2 . Het verband tussen de opklimmende lasten en het percentage " afkeuringen " wordt op waarschijnlijkheidspapier uitgezet .
10.1.2.3 . Op de rechte lijn die aldus moet worden verkregen , wordt een geschikte interval gekozen aan beide zijden van het punt dat overeenkomt met 50 % . ( De waarde van de intervallen 2,275 % - 50 % en 50 % - 97,725 % komt overeen met 2s . )
10.1.2.4 . Het met deze punten overeenkomende gewichtsinterval wordt afgelezen .
10.1.2.5 . De helft van een gewichtsinterval geeft de waarde van s .
10.1.2.6 . De conventionele waarde van de grensonscherpte ( 6 s ) kan nu worden bepaald .
10.1.2.7 . De waarde die overeenkomt met het 50 % -punt ( midden van de grensonscherpte ) is de waarde van het werkelijke instelpunt .
10.1.2.8 . De instelfout is het verschil tussen het nominale instelpunt en de waarde van het gevonden werkelijke instelpunt .
10.2 . OP - EN NEER-METHODE ( METHODE B )
10.2.1 . Werkwijze
10.2.1.1 . Men kiest een proeflast . De waarde ervan moet ongeveer 5 maal de nominale grensonscherpte ( U n ) kleiner zijn dan die van het instelpunt .
10.2.1.2 . Men kiest een waarde " d " als basisincrement van de last . Deze waarde moet ongeveer U n/4 bedragen , wanneer U n de nominale grensonscherpte is die op de machine staat . ( Om het gebruik van standaardgewichten mogelijk te maken en om de berekening te vereenvoudigen is het zaak een geschikte waarde te kiezen , bijvoorbeeld 10 , 20 , 50 , 100 , 200 , 500 . )
10.2.1.3 . Vervolgens wordt de proeflast telkens opnieuw op het weegtoestel gewogen , waarbij hij tussen de wegingen stapsgewijze wordt vergroot , totdat de proeflast plus de bijgevoegde lasten , met een totale massa Mo , binnen de grensonscherpte bij het gekozen instelpunt valt . Nu is de machine gereed voor het registreren van de resultaten .
10.2.1.4 . De proef wordt als volgt voortgezet :
De last Mo wordt over de machine gevoerd . Indien het signaal " afgekeurd " wordt gegeven , wordt een en ander bij de tweede proef herhaald met een last ( Mo + d ) ; indien de eerste proef de uitkomst " goedgekeurd " oplevert , wordt bij de tweede proef een last ( Mo - d ) gewogen .
Deze proefmethode , waarbij de waarde d wordt bijgevoegd of afgetrokken , afhankelijk van het resultaat van de gewichtscontrole , wordt herhaald tot het vereiste aantal wegingen is verricht .
10.2.1.5 . De verkregen resultaten moeten worden genoteerd in een proeftabel als weergegeven sub 10.2.3 : Elke horizontale lijn van de tabel komt overeen met een bepaalde belastingswaarde ( Mo min of meer id ) ; het totale aantal lijnen bestrijkt de breedte van de grensonscherpte . De resultaten van iedere weging worden in codevorm in de tabel opgenomen ; bijvoorbeeld door een " X " te noteren wanneer het signaal " afgekeurd " en een " O " wanneer het signaal " goedgekeurd " wordt gegeven .
10.2.2 . Berekeningen
10.2.2.1 . Waarde van de grensonscherpte : zie P.b .
De X'en en O's van elke lijn Mo min of meer id worden opgeteld : de aantallen Nx van de X'en en No van de O's worden eveneens voor alle lijnen opgeteld .
Voor de berekeningen wordt het stel met het numeriek kleinste totaal gebruikt , of wel de X-resultaten of wel de O-resultaten , aangezien elk stel resultaten ongeveer dezelfde statistische informatie verschaft .
De grensonscherpte wordt met de volgende formule berekend :
U a = 9,72d ( ( NB - A2 ) /N2 + 0,029 ) ,
waarin d = basisincrement van de last ( U n/4 , zie punt 10.2.1.2 ) ,
waarin i = aantal incrementen van de last ,
waarin n i = aantal in aanmerking genomen resultaten op een regel i ,
waarin N = totaal aantal gebruikte resultaten ( het kleinste cijfer van No of Nx ) ,
waarin A = S i * n i ,
waarin B = S i2 * n i .
10.2.2.2 . Instelpunt ( punt 2.5.2 )
Het instelpunt wordt berekend met de volgende formule :
m = Mo + d ( A/N min of meer 1/2 ) .
Het ( + )-teken wordt gebruikt wanneer de berekening is gebaseerd op " afkeuringen " ( X ) en het ( - )-teken wanneer ze op " goedkeuringen " ( O ) is gebaseerd .
De instelfout wordt dan berekend als het verschil tussen het werkelijke instelpunt ( m ) ( volgens bovenstaande berekening ) en het nominale instelpunt .
10.2.2.3 . Standaardafwijking van de berekende waarden
10.2.2.3.1 . Grensonscherpte ( U a )
De standaardafwijking van variabele U a ( in punt 10.2.2.1 berekend ) kan met de volgende formule worden geschat :
S U a = H U a / * N .
De waarde van de coëfficiënt H varieert als een functie van de verhouding d/U a volgens de tabel sub 10.2.2.3.1.1 .
De wiskundige methode om de grensonscherpte te berekenen geldt alleen indien :
d/U a * 1/3 .
10.2.2.3.1.1 . De waarden van H zijn , afhankelijk van d/U a :
d/U a * 0,1 * 0,13 * 0,17 * 0,20 * 0,23 * 0,27 * 0,30 * 0,33 ; *
H * 1,6 * 1,47 * 1,38 * 1,32 * 1,30 * 1,25 * 1,25 * 1,25 . *
10.2.2.3.2 . Instelfout
De standaardafwijking van de variabele m ( als gevonden in punt 10.2.2.2 ) kan met de volgende formule worden geschat :
S m = GU a / * N .
De waarde van coëfficiënt G varieert met de verhouding d/U a volgens de tabel sub 10.2.2.3.2.1 .
De wiskundige methode om het instelpunt te berekenen geldt alleen indien :
d/U a * 1/3 .
10.2.2.3.2.1 . De waarden van G zijn , afhankelijk van d/U a :
d/U a * 0,1 * 0,13 * 0,17 * 0,20 * 0,23 * 0,27 * 0,30 * 0,33 ; *
G * 0,95 * 0,98 * 1 * 1,02 * 1,05 * 1,08 * 1,1 * 1,12 . *
10.2.3 . Proeftabel
Mo - 5d * *
Mo - 4d * *
Mo - 3d * *
Mo - 2d * *
Mo - d * *
Mo * *
Mo + d * *
Mo + 2d * *
Mo + 3d * *
Mo + 4d * *
Mo + 5d * *
Mo - 5d * * * * - 5 *
Mo - 4d * * * * - 4 *
Mo - 3d * * * * - 3 *
Mo - 2d * * * * - 2 *
Mo - d * * * * - 1 *
Mo * * * * 0 *
Mo + d * * * * + 1 *
Mo + 2d * * * * + 2 *
Mo + 3d * * * * + 3 *
Mo + 4d * * * * + 4 *
Mo + 5d * * * * + 5 *
Totalen * X * O * i *
d = ... * Mo = ... *
nominaal instelpunt * Mo = ... *
N = ... * *
A = S i * n i * Mo = ... *
B = S i2 * n i * Mo = ... *
U a = 9,72d ( ( NB - A2 ) /N2 + 0,029 ) * Mo = ... *
m = Mo + d ( A/N min of meer 1/2 ) (*) * Mo = ... *
instelfout * Mo = ... *
(*) ( + ) indien de X'en worden gebruikt .
(*) ( - ) indien de O's worden gebruikt .
10.3 . QUANTUMMETHODE ( METHODE C )
Wanneer deze methode wordt gebruikt bij het onderzoek tot EEG-modelgoedkeuring moet de machine worden beproefd met standaardproeflasten die een produktielijn simuleren . Om praktische redenen mag de bevoegde metrologische dienst in uitzonderlijke gevallen de machine beproeven in een produktielijn met de produkten waarvoor de machine bestemd is .
10.3.1 . Werkwijze
10.3.1.1 . De waarde van de nominale grensonscherpte ( U n ) wordt vastgesteld overeenkomstig de op de machine voorkomende aanduidingen .
10.3.1.2 . De massa van de proeflasten ( 7 in getal ) die de gehele grensonscherpte overspannen , wordt door middel van de volgende formules berekend :
m1,7 = A min of meer 1,645 B/6
m2,6 = A min of meer 1,282 B/6
m3,5 = A min of meer 0,842 B/6
m4 = A ,
waarbij :
A = ( H + L ) /2
B = H - L .
H en L zijn de benaderende waarden van de massa's die , voor een gegeven instelpunt , overeenkomen met de uiterste waarden van de grensonscherpte .
10.3.1.3 . Men dient ervoor te zorgen dat de proeflasten de grensonscherpte van het onderzochte instelpunt overspannen .
10.3.1.4 . Men laat elke proeflast de machine 50 maal passeren en men gaat hiermee voor de twee lichtste en de twee zwaarste proeflasten door totdat zij 200 maal zijn gewogen .
De proeflasten worden in willekeurige volgorde gewogen . De proeflasten aan de tegengestelde uitersten van de grensonscherpte behoren elkaar echter op te volgen met een tijdsinterval dat overeenkomt met de tijdens de proef gebruikte werksnelheid .
10.3.2 . De resultaten worden in een tabel opgenomen .
10.3.2.1 . De resultaten worden opgeteld en genoteerd als in tabel 1 .
10.3.2.2 . De waarden van nw en nwy uit de tabellen 2 en 3 , worden genoteerd , respectievelijk voor n = 50 en r = 200 . De kolommen 5 en 6 worden opgeteld .
10.3.2.3 . De waarden van n i w i x i , n i w i x ( 2,i ) en n i wi x i y i worden berekend en de kolommen 7 , 8 en 9 worden opgeteld .
10.3.2.4 . De waarden van het geschatte instelpunt ( M ) en de geschatte grensonscherpte ( U a ) uit de sommen van tabel 1 worden berekend zoals getoond in punt 10.3.3 .
10.3.2.5 .
TABEL 1
Kolom 1 * Kolom 2 * Kolom 3 * Kolom 4 * Kolom 5 * Kolom 6 * Kolom 7 * Kolom 8 * Kolom 9 *
x * n * r * i * nw * nwy * nwx * nwx2 * nwxy *
x1 * n1 * r1 * 1 * n1w1 * n1w1y1 * n1w1x1 * n1w1x ( 2,1 ) * n1w1x1y1 *
... * ... * ... * ... * ... * ... * ... * ... * ... *
x i * n i * r i * i * n i w i * n i w i y i * n i w i x i * n i w i x ( 2,i ) * n i w i x i y i *
... * ... * ... * ... * ... * ... * ... * ... * ... *
x k * n k * r k * k * n k w k * n k w k y k * n k w k x k * n k w k x ( 2,k ) * n k w k x k y k *
-
** * * S ( k,1 ) n i w i * S ( k,1 ) n i w i y i * S ( k,1 ) n i w i x i * S ( k,1 ) n i w i x ( 2,i ) * S ( k,1 ) n i w i x i y i *
waarbij :
x i = stapsgewijze vergroting van de massa ,
n i = aantal wegingen ( 50 of 200 ) ,
r i = aantal maal dat x i goedgekeurd is .
10.3.3 . De volgende grootheden worden uit de sommen van tabel 1 berekend :
x = ( S n i w i x i ) / ( S n i w i )
y = ( S n i w i y i ) / ( S n i w i )
S ( nwxx ) = S n i w i x ( 2,i ) - ( S n i w i x i)2 / ( S n i w i )
S ( nwxy ) = S n i w i x i y i - ( ( S n i w i x i ) ( S n i w i y i ) ) / ( S n i w i )
b = ( S ( nwxy ) ) / ( S ( nwxx ) )
Vervolgens volgt de geschatte M van het instelpunt M uit :
M = Mo + m , waarbij m = x - 1/b y .
De geschatte U a van de grensonscherpte U a volgt uit :
U a = 6/b .
TABEL 2
n = 50
r * nw * nwy *
0 ( 1 ) * 3,588 * - 8,346 *
1 * 5,981 * - 12,282 *
2 * 9,669 * - 16,928 *
3 * 12,580 * - 19,559 *
4 * 15,015 * - 21,097 *
5 * 17,111 * - 21,929 *
6 * 18,947 * - 22,263 *
7 * 20,574 * - 22,226 *
8 * 22,024 * - 21,902 *
9 * 23,325 * - 21,351 *
10 * 24,494 * - 20,614 *
11 * 25,546 * - 19,726 *
12 * 26,492 * - 18,711 *
13 * 27,342 * - 17,591 *
14 * 28,104 * - 16,380 *
15 * 28,784 * - 15,094 *
16 * 29,386 * - 13,744 *
17 * 29,915 * - 12,339 *
18 * 30,374 * - 10,888 *
19 * 30,767 * - 9,399 *
20 * 31,096 * - 7,878 *
21 * 31,363 * - 6,332 *
22 * 31,569 * - 4,766 *
23 * 31,715 * - 3,185 *
24 * 31,802 * - 1,595 *
25 * 31,831 * 0 *
r * nw * nwy *
26 * 31,802 * 1,595 *
27 * 31,715 * 3,185 *
28 * 31,569 * 4,766 *
29 * 31,363 * 6,332 *
30 * 31,096 * 7,878 *
31 * 30,767 * 9,399 *
32 * 30,374 * 10,888 *
33 * 29,915 * 12,339 *
34 * 29,386 * 13,744 *
35 * 28,784 * 15,094 *
36 * 28,104 * 16,380 *
37 * 27,342 * 17,591 *
38 * 26,492 * 18,711 *
39 * 25,546 * 19,726 *
40 * 24,494 * 20,614 *
41 * 23,325 * 21,351 *
42 * 22,024 * 21,902 *
43 * 20,574 * 22,226 *
44 * 18,947 * 22,263 *
45 * 17,111 * 21,929 *
46 * 15,015 * 21,097
47 * 12,580 * 19,559 *
48 * 9,669 * 16,928 *
49 * 5,981 * 12,282 *
50 ( 1 ) * 3,588 * 8,346 *
( 1 ) De waarden van nw en nwy van deze regel worden alleen gebruikt voor de hoogste waarde van x wanneer r = 0 , of de laagste waarde van x wanneer r = 50 .
TABEL 3
n = 200
r * nw * nwy *
0 ( 1 ) * 4,831 * - 13,560 *
1 * 8,406 * - 21,650 *
2 * 14,350 * - 33,384 *
3 * 19,414 * - 42,128 *
4 * 23,922 * - 49,128 *
5 * 28,028 * - 54,932 *
6 * 31,820 * - 59,846 *
7 * 35,356 * - 64,062 *
8 * 38,676 * - 67,710 *
9 * 41,812 * - 70,890 *
10 * 44,788 * - 73,668 *
11 * 47,618 * - 76,102 *
12 * 50,320 * - 78,236 *
13 * 52,906 * - 80,104 *
14 * 55,386 * - 81,736 *
15 * 57,768 * - 83,158 *
16 * 60,058 * - 84,386 *
17 * 62,268 * - 85,444 *
r * nw * nwy *
18 * 64,398 * - 86,342 *
19 * 66,454 * - 87,094 *
20 * 68,444 * - 87,714 *
21 * 70,368 * - 88,212 *
22 * 72,232 * - 88,594 *
23 * 74,038 * - 88,872 *
24 * 75,788 * - 89,050 *
25 * 77,486 * - 89,138 *
26 * 79,136 * - 89,138 *
27 * 80,738 * - 89,058 *
28 * 82,294 * - 88,902 *
29 * 83,806 * - 88,676 *
30 * 85,276 * - 88,382 *
31 * 86,706 * - 88,024 *
32 * 88,096 * - 87,608 *
33 * 89,450 * - 87,134 *
34 * 90,766 * - 86,606 *
35 * 92,050 * - 86,028 *
r * nw * nwy *
36 * 93,298 * - 85,402 *
37 * 94,514 * - 84,728 *
38 * 95,698 * - 84,012 *
39 * 96,850 * - 83,254 *
40 * 97,974 * - 82,456 *
41 * 99,086 * - 81,620 *
42 * 100,132 * - 80,750 *
43 * 101,170 * - 79,842 *
44 * 102,182 * - 78,904 *
45 * 103,166 * - 77,932 *
46 * 104,124 * - 76,932 *
47 * 105,058 * - 75,902 *
48 * 105,968 * - 74,844 *
49 * 106,852 * - 73,762 *
50 * 107,714 * - 72,652 *
51 * 108,552 * - 71,518 *
52 * 109,368 * - 70,362 *
53 * 110,162 * - 69,182 *
54 * 110,936 * - 67,982 *
55 * 111,686 * - 66,762 *
56 * 112,416 * - 65,520 *
57 * 113,126 * - 64,262 *
58 * 113,814 * - 62,984 *
59 * 114,484 * - 61,688 *
60 * 115,134 * - 60,376 *
61 * 115,764 * - 59,048 *
62 * 116,376 * - 57,704 *
63 * 116,968 * - 56,346 *
64 * 117,542 * - 54,974 *
65 * 118,098 * - 53,588 *
66 * 118,636 * - 52,190 *
67 * 119,156 * - 50,778 *
68 * 119,658 * - 49,354 *
69 * 120,144 * - 47,920 *
70 * 120,612 * - 46,474 *
71 * 121,062 * - 45,018 *
72 * 121,496 * - 43,552 *
73 * 121,914 * - 42,076 *
74 * 122,316 * - 40,590 *
75 * 122,700 * - 39,098 *
76 * 123,068 * - 37,596 *
77 * 123,422 * - 36,086 *
78 * 123,758 * - 34,568 *
79 * 124,078 * - 33,044 *
80 * 124,384 * - 31,512 *
81 * 124,674 * - 29,974 *
82 * 124,948 * - 28,432 *
83 * 125,206 * - 26,882 *
84 * 125,450 * - 25,328 *
85 * 125,678 * - 23,768 *
86 * 125,892 * - 22,040 *
87 * 126,090 * - 20,636 *
88 * 126,274 * - 19,064 *
89 * 126,442 * - 17,488 *
90 * 126,596 * - 15,908 *
91 * 126,734 * - 14,326 *
92 * 126,858 * - 12,740 *
93 * 126,968 * - 11,154 *
94 * 127,062 * - 9,564 *
95 * 127,142 * - 7,972 *
96 * 127,208 * - 6,380 *
97 * 127,258 * - 4,786 *
98 * 127,294 * - 3,192 *
99 * 127,316 * - 1,596 *
100 * 127,324 * 0 *
r * nw * nwy *
101 * 127,316 * 1,596 *
102 * 127,294 * 3,192 *
103 * 127,258 * 4,786 *
104 * 127,208 * 6,380 *
105 * 127,142 * 7,972 *
106 * 127,062 * 9,564 *
107 * 126,968 * 11,154 *
108 * 126,858 * 12,740 *
109 * 126,734 * 14,326 *
110 * 126,596 * 15,908 *
111 * 126,442 * 17,488 *
112 * 126,274 * 19,064 *
113 * 126,090 * 20,636 *
114 * 125,892 * 22,040 *
115 * 125,678 * 23,768 *
116 * 125,450 * 25,328 *
117 * 125,206 * 26,882 *
118 * 124,948 * 28,432 *
119 * 124,674 * 29,974 *
120 * 124,384 * 31,512 *
121 * 124,078 * 33,044 *
122 * 123,758 * 34,568 *
123 * 123,422 * 36,086 *
124 * 123,068 * 37,596 *
125 * 122,700 * 39,098 *
126 * 122,316 * 40,590 *
127 * 121,914 * 42,076 *
128 * 121,496 * 43,552 *
129 * 121,062 * 45,018 *
130 * 120,612 * 46,474 *
131 * 120,144 * 47,920 *
132 * 119,658 * 49,354 *
133 * 119,156 * 50,778 *
134 * 118,636 * 52,190 *
135 * 118,098 * 53,588 *
136 * 117,542 * 54,974 *
137 * 116,968 * 56,346 *
138 * 116,376 * 57,704 *
139 * 115,764 * 59,048 *
140 * 115,135 * 60,376 *
141 * 114,484 * 61,688 *
142 * 113,814 * 62,984 *
143 * 113,126 * 64,262 *
144 * 112,416 * 65,520 *
145 * 111,686 * 66,762 *
146 * 110,936 * 67,982 *
147 * 110,162 * 69,182 *
148 * 109,368 * 70,382 *
149 * 108,552 * 71,518 *
150 * 107,714 * 72,652 *
151 * 106,852 * 73,762 *
152 * 105,968 * 74,844 *
153 * 105,058 * 75,902 *
154 * 104,124 * 76,932 *
155 * 103,166 * 77,932 *
156 * 102,182 * 78,904 *
157 * 101,170 * 79,842 *
158 * 100,132 * 80,750 *
159 * 99,086 * 81,620 *
160 * 97,974 * 82,456 *
161 * 96,850 * 83,254 *
162 * 95,698 * 84,012 *
163 * 94,514 * 84,728 *
164 * 93,298 * 85,402 *
165 * 92,050 * 86,028 *
r * nw * nwy *
166 * 90,766 * 86,606 *
167 * 89,450 * 87,134 *
168 * 88,096 * 87,608 *
169 * 86,706 * 88,024 *
170 * 85,276 * 88,382 *
171 * 83,806 * 88,676 *
172 * 82,294 * 88,902 *
173 * 80,738 * 89,058 *
174 * 79,136 * 89,138 *
175 * 77,486 * 89,138 *
176 * 75,788 * 89,050 *
177 * 74,038 * 88,872 *
178 * 72,232 * 88,594 *
179 * 70,368 * 88,212 *
180 * 68,444 * 87,714 *
181 * 66,454 * 87,094 *
182 * 64,398 * 86,342 *
183 * 62,268 * 85,444 *
r * nw * nwy *
184 * 60,058 * 84,386 *
185 * 57,768 * 83,158 *
186 * 55,386 * 81,736 *
187 * 52,906 * 80,104 *
188 * 50,320 * 78,236 *
189 * 47,618 * 76,102 *
190 * 44,788 * 73,668 *
191 * 41,812 * 70,890 *
192 * 38,676 * 67,710 *
193 * 35,356 * 64,062 *
194 * 31,820 * 59,846 *
195 * 28,028 * 54,932 *
196 * 23,922 * 49,128 *
197 * 19,414 * 42,128 *
198 * 14,350 * 33,384 *
199 * 8,406 * 21,560 *
200 ( 1 ) * 4,831 * 13,560 *
( 1 ) De waarden van nw en nwy van deze regel worden alleen gebruikt voor de hoogste waarde van x wanneer r = 0 , of de laagste waarde van x wanneer r = 200 .
Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.