Verordening 1979/1179 - Verdeling van vangstquota over de lidstaten voor vaartuigen die in de wateren van Zweden vissen - Hoofdinhoud
Inhoudsopgave
|
Verordening (EEG) nr. 1179/79 van de Raad van 12 juni 1979 houdende verdeling van vangstquota over de Lid-Staten voor vaartuigen die in de wateren van Zweden vissen
Publicatieblad Nr. L 151 van 19/06/1979 blz. 0017 - 0018
++++
VERORDENING ( EEG ) Nr . 1179/79 VAN DE RAAD
van 12 juni 1979
houdende verdeling van vangstquota over de Lid-Staten voor vaartuigen die in de wateren van Zweden vissen
DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN ,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap , inzonderheid op artikel 43 ,
Gezien het voorstel van de Commissie ,
Gezien het advies van het Europese Parlement ( 1 ) ,
Overwegende dat de Raad op 3 november 1976 een aantal resoluties inzake bepaalde externe en interne aspecten van het gemeenschappelijk visserijbeleid heeft aangenomen ;
Overwegende dat de Gemeenschap en Zweden een kaderovereenkomst inzake visserij hebben ondertekend ;
Overwegende dat de Gemeenschap en Zweden overleg hebben gepleegd over de wederzijdse toekenning van vangstquota voor 1979 ;
Overwegende dat de delegaties tijdens dit overleg zijn overeengekomen hun respectieve autoriteiten aan te bevelen bepaalde vangstquota voor 1979 vast te stellen voor de vaartuigen van de andere partij ;
Overwegende dat de Gemeenschap de vangstquota met betrekking tot de visserijzone van Zweden over de vissers van de Gemeenschap dient te verdelen ;
Overwegende dat , ten einde een billijke verdeling van de beschikbare vangstquota over de vissers van de Gemeenschap te waarborgen , deze quota over de Lid-Staten van de Gemeenschap moeten worden verdeeld ;
Overwegende dat , ten einde te waarborgen dat deze verdeling in acht wordt genomen , gegevens over de werkelijke vangsten dienen te worden verstrekt ,
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD :
Artikel 1
In de wateren die inzake visserij onder de jurisdictie van Zweden vallen , mogen vaartuigen die de vlag van een Lid-Staat voeren , van 1 januari tot en met 31 december 1979 uitsluitend de in de bijlage vermelde vangsten doen .
Artikel 2
De Lid-Staten doen de Commissie gegevens toekomen betreffende de vangsten en/of de aanvoer , per vissoort en per vaartuig , van schepen die hun vlag voeren en die vissen in het kader van de bij deze verordening vastgestelde quota . De gegevens betreffende elke maand worden uiterlijk aan het einde van de volgende maand aan de Commissie toegezonden .
Artikel 3
Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen .
Zij is van toepassing tot en met 31 december 1979 .
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat .
Gedaan te Luxemburg , 12 juni 1979 .
Voor de Raad
De Voorzitter
J . FRANCOIS-PONCET
( 1 ) PB nr . C 140 van 5 . 6 . 1979 , blz . 115 .
BIJLAGE
In artikel 1 bedoelde hoeveelheden voor het tijdvak van 1 januari tot en met 31 december 1979
-
** * ( in ton ) *
Soort * ICES-afdeling * Quota * Verdeling *
Kabeljauw * IIIb , c , d * 6 500 * Denemarken : 4 757 *
-
** * Duitsland : 1 743 *
Haring * IIIb , c , d * 3 000 * Denemarken : 1 605 *
-
** * Duitsland : 1 395 *
Sprot * IIIb , c , d * 2 500 * Denemarken : 1 980 *
-
** * Duitsland : 520 *
Zalm * IIIb , c , d * 325 * Denemarken : 292,5 *
-
** * Duitsland : 32,5
Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.